Participatieplan Voorbeeldclausules

Participatieplan. In de oriºntatiefase, voorafgaand aan he t opdrachtbesluit lag de nadruk in de communicatie op het informeren van de betrokkenen. Vanaf het opdrachtbesluit is er in de communicatie tussen bewoners en corporatie meer sprake van informatie- uitwisseling en overleg. Om dit vorm te geven stelt de corporatie samen met de bewonerscommissie voorafgaand aan de planontwikkelingsfase een participatieplan op. Het opdrachtbesluit geeft meer duidelijkheid over de invulling van het plan, wat het een logisch moment maakt om samen een participatieplan op te stellen. Als de planvorming al eerder voldoende duidelijkheid biedt, dan kan kunnen corporatie en bewonerscommissie beslissen om al eerder een participatieplan op te stellen. In het participatie plan legt de corporatie in samenspraak met de bewonerscommissie vast hoe de bewonersparticipatie gedurende de planontwikkeling er uit komt te zien (Amsterdamse afspraak: 3). Het participatieplan beschrijft de volgende onderwerpen: x De doelstelling voor de participatie in het renovatieproject. x Een beschrijving van de rol en positie van de bewoners(commissie) in het plan gerelateerd aan de participatieladder (bijlage 2). x Een beschrijving van de informatievoorziening en de participatie- en communicatie- instrumenten. x Het niveau van de participatie per fase en een beschrijving van de te betrekken groep. x Een tijdsplanning, inclusief de planning van de gekwalificeerd adviesaanvraag en reactietermijn bij andere formele momenten van besluitvorming. x De wijze waarop de corporatie de inbreng van de bewoners(commissie) betrekt in haar besluitvorming. x Hoe te handelen (overleg) bij wijziging van plannen tijdens de uitvoeringsfase. x De mogelijkheid tot externe ondersteuning voor de bewonerscommissie, betaald door de corporatie. x Afspraken over evaluatie van het participatietraject. Via het participatieplan bekrachtigen de corporatie en de bewonerscommissie dat de kaderafspraken de basis vormen bij de planontwikkeling en realisatie van het vernieuwingsproject (dit document) (Amsterdamse afspraak: 4). Hiermee werken zowel de corporatie als de bewonerscommissie met dezelfde basisafspraken.
Participatieplan. Teijin Aramid creëert vijf plaatsen speciaal voor wajongers als onderdeel van een ruimer Participatieplan Teijin Aramid. Voor deze additionele arbeid en voor zover geen sprake is van loonwaarde wordt een minimumloonschaal toegevoegd aan het loongebouw, die loopt van 100% tot 120% van het wettelijk minimumloon. Daar waar wel sprake is van loonwaarde, vindt inschaling plaats op basis van functie-indeling in het bestaande loongebouw van Teijin Aramid.
Participatieplan. Bij zijn inschrijving dient de Inschrijver een participatieplan in zoals uiteengezet in paragraaf 3.7. van het Programma van Eisen: Inschrijver werkt de punten zoals uiteengezet in paragraaf 3.7. van het Programma van Xxxxx uit. De inschrijver betrekt in zijn plan in ieder geval de exploitant(en) van de Cattenbroekerplas, het Henschotermeer en het Nationaal Militair Museum (NMM)2. Beoordeling: Het door Inschrijver overgelegde plan wordt beoordeeld op grond van: ■ Inhoudelijke kwaliteit van alle aspecten en mate waarin de uitwerking concreet is, is toegesneden op de onderhavige opdracht en op de keuzes die Inschrijver zelf maakt; ■ Mate waarin de meerwaarde van de inhoudelijke uitwerking van de diverse aspecten voor de Opdrachtgever op een aannemelijke wijze en concreet onderbouwd en rele- vant is; ■ Mate waarin de uitwerking volledig, duidelijk, logisch en realistisch is.

Related to Participatieplan

  • Milieu-aantasting De uitstoot, lozing, doorsijpeling, loslating of ontsnapping van enige vloeibare, vaste of gasvormige stof, voor zover die een prikkelende of besmetting of bederf veroorzakende of een verontreinigende werking heeft in of op de bodem, de lucht, het oppervlaktewater of enig(e) al dan niet ondergronds(e) water(gang).

  • Milieuaantasting De uitstoot, lozing, doorsijpeling, loslating of ontsnapping van enige vloeibare, vaste of gasvormige stof, voor zover die een prikkelende of besmetting of bederf veroorzakende of een verontreinigende werking heeft in of op de bodem, de lucht, het oppervlaktewater of enig(e) al dan niet ondergronds(e) water(gang).

  • Voortijdige beëindiging 1. De overeenkomst kan wegens verwijtbaar tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst van opdrachtnemer, tussentijds uitsluitend per aangetekend schrijven en wel met vermelding van de reden van beëindiging, worden opgezegd. 2. Bij tussentijdse beëindiging van de overeenkomst door opdrachtgever zonder dat sprake is van verwijtbaar tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst door opdrachtnemer en bij tussentijdse beëindiging door opdrachtnemer wegens verwijtbare handelingen van opdrachtgever, is opdrachtgever verplicht opdrachtnemer te betalen: a. de voor het gehele werk geldende prijs, verminderd met de besparingen die voor opdrachtnemer uit de opzegging voortvloeien, tegen aflevering door opdrachtnemer van het reeds voltooide werk. b. bij gebreke van een aanneemsom, 125% van de gefactureerde en/of te factureren werkzaamheden die ten tijde van de beëindiging reeds waren uitgevoerd. 3. Bovenstaande laat onverlet het recht van opdrachtnemer volledige schadevergoeding te vorderen.

  • Aanvullende waarborgen De niet-betaling van de bijdrage voor de aanvullende waarborgen heeft de opzegging van deze waarborgen tot gevolg. Hiervoor zullen we in eerste instantie een herinnering sturen om eraan te herinneren de niet-betaalde bijdragen te regulariseren binnen de door ons meegedeelde periode. Vervolgens volgt desgevallend een aangetekende ingebrekestelling waarin zal worden gevraagd om binnen de 30 dagen de niet- betaalde bijdrage te betalen om te vermijden dat de aanvullende waarborgen zullen worden opgezegd. Wordt hieraan geen gevolg gegeven, dan zeggen wij de betreffende aanvullende waarborgen op met onmiddellijke ingang en dit zonder verdere formaliteiten.

  • Beleggingsbeleid Het Fonds tracht zijn beleggingsdoel te verwezenlijken door hoofdzakelijk te beleggen in Aandelen en aan Aandelen gerelateerde effecten (inclusief warrants en converteerbare effecten) van bedrijven van eender welke marktkapitalisatie die zijn gevestigd of hun voornaamste bedrijfsactiviteiten uitvoeren in Europese landen. Het Fonds zal in het bijzonder proberen om inkomsten te realiseren via belegging in Aandelen die volgens de Beleggingsbeheerder een aantrekkelijk aandelenrendement (dividend yield) bieden bij aankoop en in de toekomst een aantrekkelijk aandelenrendement kunnen hebben. Blootstelling aan effectenleentransacties Het verwachte niveau van de mogelijke blootstelling aan effectenleentrans- acties is 5% van het nettovermogen van het Fonds, met een maximum van 50%. Profiel van Xxxxxxxxx Rekening houdend met de boven- staande beleggingsdoelen kan het Fonds Beleggers aantrek- ken die: Risico-overwegingen Voornaamste risico’s voor de Globale blootstelling De Globale blootstelling van het Fonds Beleggingsbeheerder(s) Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Investment

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Informatie-uitwisseling De provincie Antwerpen verbindt zich ertoe om gegevens die nuttig zijn voor het uitoefenen van de opdrachten van het EVAP aan het EVAP ter beschikking te stellen.

  • informatie bij aanvang dienstverlening 1. Deze kantoorklachtenregeling is openbaar gemaakt. De advocaat wijst de cliënt voor het aangaan van de overeenkomst van opdracht erop dat het kantoor een kantoorklachtenregeling hanteert en dat deze van toepassing is op de dienstverlening. 2. De advocaat heeft in de overeenkomst van opdracht opgenomen bij welke onafhankelijke partij of instantie een klacht die na behandeling niet is opgelost kan worden voorgelegd ter verkrijging van een bindende uitspraak en heeft dit bij de opdrachtbevestiging kenbaar gemaakt. 3. Klachten als bedoeld in artikel 1 van deze kantoorklachtenregeling die na behandeling niet zijn opgelost worden voorgelegd aan de rechtbank.

  • Uitzonderlijke omstandigheden Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor vertragingen, nalatigheden of belemmeringen in de bijstandsverlening indien ze ons niet toegeschreven kunnen worden of wanneer ze het gevolg zijn van een geval van overmacht.

  • Premievrijstelling 4.1 Met inachtneming van het in deze voorwaarden bepaalde bedraagt de vrijstelling van premiebetaling – na afloop van de eigen risicotermijn – bij een arbeidsongeschiktheid van: 0 tot 45%: 0% van de premie; 45 tot 80%: 50% van de premie; 80 t/m 100%: 100% van de premie. 4.2 Indien de premie binnen twee jaar voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid is verhoogd, vindt alleen vrijstelling plaats voor de premie die gold voorafgaand aan de premieverhoging. 4.3 De vrijstelling wordt geheel of gedeeltelijk toegekend en zal bij toekenning tussen twee premievervaldagen door de verzekeraar pro rata worden toegepast. 4.4 In geval van beëindiging van de vrijstelling van premiebetaling is de verzekeringnemer verplicht tot het betalen van te veel vrijgestelde premies. De verzekeringnemer dient de te veel vrijgestelde premies uiterlijk dertig dagen na de beëindiging van de vrijstelling te betalen. 4.5 Een verhoging van de premie na het intreden van de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde komt niet in aanmerking voor de dekking.