Periodiciteit. Het reguliere Rapport eigenrisicobeoordeling wordt vanaf januari 2019 door de Stichting eens in de drie jaar opgesteld. Het bestuur besluit in het geval van een specifieke aanleiding tot een tussentijdse actualisatie van het Rapport eigenrisicobeoordeling. Er is sprake van een specifieke aanleiding in het geval van een significante (verwachte) wijziging binnen de Stichting en/of in de omgeving van de Stichting met potentiële materiële gevolgen voor de risicobeheersing/het risicoprofiel van de Stichting. Bij een significante wijziging is er sprake van potentiële substantiële gevolgen voor een of meer belanghebbenden van de Stichting. Onder andere de volgende omstandigheden vereisen een actualisatie van het Rapport eigenrisicobeoordeling: • Besluit tot fusie met een ander pensioenfonds of tot liquidatie van de Stichting; • Materiële wijziging van een uitbesteding van de Stichting; • Materiële wijziging van het bestuursmodel van de Stichting; • Materiële wijziging van de pensioenregeling van de Stichting; • Materiële wijziging van de financiële opzet van de Stichting. Bij de actualisatie blijft de aanpassing van de analyse en de beoordeling beperkt tot die onderdelen van het rapport die geraakt worden door de specifieke aanleiding. Qua proces geldt dat indien specifieke besluitvorming door de Stichting de aanleiding vormt voor de actualisatie, deze actualisatie plaatsvindt nadat het besluit is genomen. Het bestuur legt de belangrijkste conclusies van de eigenrisicobeoordeling vast in het jaarverslag. Het bestuur geeft daarbij aan of zich een specifieke aanleiding voor het actualiseren van de eigenrisicobeoordeling heeft voorgedaan. Het Rapport eigenrisicobeoordeling wordt vastgesteld door het bestuur en bevat de volgende elementen: • Beschrijving van de missie, visie, strategie en doelstellingen van de Stichting inclusief ontwikkeling daarin ten opzichte van de vorige eigenrisicobeoordeling; • Evaluatie van de geformuleerde risicohouding in relatie tot missie, visie, strategie en doelstellingen: • Evaluatie van risicohouding financiële risico’s; • Evaluatie van risicohouding niet-financiële risico’s • Beoordeling van de doelmatigheid van het risicobeheer • Evaluatie van de governancestructuur voor risicobeheersing: - Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het risicobeheer van: - Bestuur; - Commissies; - Bestuursondersteuning; - Uitbestedingspartijen, ˗ Scheiding van 1e, 2e en 3e lijn in opzet, bestaan en werking. • Evaluatie van werking van risicomanagement-processen (Risk en Control cyclus), onder meer: - Doorvertaling risicohouding naar normen op diverse risicogebieden; - Risico-identificatie en risico-analyse; - Werking van beheersmaatregelen; - Rapportagestructuur en –lijnen. • Bij de beoordeling wordt onder meer ingegaan op de efficiënte werking in de praktijk, de daadwerkelijke toegevoegde waarde en de mate van onafhankelijkheid; • De beoordeling mondt uit in het formuleren van verbeterpunten die vervolgens zullen worden geadresseerd in de reguliere Risk en Control cyclus. • Beoordeling van de risico’s die de Stichting loopt: • Binnen de Risk en Control cyclus die de Stichting permanent doorloopt wordt periodiek gerapporteerd over de risico’s die de Stichting loopt (financieel, niet-financieel, strategisch en operationeel) en het beleid dat de Stichting voert voor de beheersing van deze risico’s. Het rapport bevat daarom een samenvatting van en verwijzingen naar de meest recente risico-rapportages waarbij deze risico’s zijn beoordeeld. Daarnaast bevat het rapport een samenvatting van en verwijzing naar het Risico framework-document, waarin de wijze waarop de Stichting invulling geeft aan de Risk en Control cyclus. • Tevens bevat het rapport verwijzingen naar de meest relevante beleidsstukken die de Stichting heeft vastgesteld voor de beheersing van deze risico’s. In het bijzonder wordt verwezen naar: - Financiële risicorapportages en beleidsstukken, waaronder de financiële opzet in deze ABTN (beleggingsbeleid, indexatiebeleid, premiebeleid, berekening en onderbouwing VEV), (aanvangs)haalbaarheidstoets, herstelplan, crisisplan en eventueel de verrichte ALM-studie; - Niet-financiële risicorapportages en beleidsstukken, waaronder verwijzingen naar de meest recente ISAE 3402-rapportages en SLA-rapportages van de uitbestedingspartijen van de Stichting; - SIRA en integriteitsbeleid. • Het rapport bevat, uitgaande van bovengenoemde rapportages, een samenvattende conclusie van het bestuur over de meest materiële risico’s die de Stichting loopt, hoe deze risico’s zich verhouden tot de missie, visie, strategie en doelstellingen van de Stichting en de actiepunten die de Stichting daarbij heeft geformuleerd. Deze actiepunten zullen vervolgens worden geadresseerd in de reguliere Risk en Control cyclus.
Appears in 2 contracts
Samples: Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (Abtn), Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (Abtn)
Periodiciteit. Het reguliere Rapport eigenrisicobeoordeling wordt vanaf januari 2019 door de Stichting eens in de drie jaar opgesteldopgesteld (meest recentelijk in 2021). Het bestuur besluit in het geval van een specifieke aanleiding tot een tussentijdse actualisatie van het Rapport eigenrisicobeoordeling. Er is sprake van een specifieke aanleiding in het geval van een significante (verwachte) wijziging binnen de Stichting en/of in de omgeving van de Stichting met potentiële materiële gevolgen voor de risicobeheersing/het risicoprofiel van de Stichting. Bij een significante wijziging is er sprake van potentiële substantiële gevolgen voor een of meer belanghebbenden van de Stichting. Onder andere de volgende omstandigheden vereisen een actualisatie van het Rapport eigenrisicobeoordeling: • Besluit tot fusie met een ander pensioenfonds of tot liquidatie van de Stichting; • Materiële wijziging van een uitbesteding van de Stichting; • Materiële wijziging van het bestuursmodel van de Stichting; • Materiële wijziging van de pensioenregeling van de Stichting; • Materiële wijziging van de financiële opzet van de Stichting. Bij de actualisatie blijft de aanpassing van de analyse en de beoordeling beperkt tot die onderdelen van het rapport die geraakt worden door de specifieke aanleiding. Qua proces geldt dat indien specifieke besluitvorming door de Stichting de aanleiding vormt voor de actualisatie, deze actualisatie plaatsvindt nadat het besluit is genomen. Het bestuur legt de belangrijkste conclusies van de eigenrisicobeoordeling vast in het jaarverslag. Het bestuur geeft daarbij aan of zich een specifieke aanleiding voor het actualiseren van de eigenrisicobeoordeling heeft voorgedaan. Het Rapport eigenrisicobeoordeling wordt vastgesteld door het bestuur en bevat de volgende elementen: • Beschrijving van de missie, visie, strategie en doelstellingen van de Stichting inclusief ontwikkeling daarin ten opzichte van de vorige eigenrisicobeoordeling; • Evaluatie van de geformuleerde risicohouding in relatie tot missie, visie, strategie en doelstellingen: • Evaluatie van risicohouding financiële risico’s; • Evaluatie van risicohouding niet-financiële risico’s • Beoordeling van de doelmatigheid van het risicobeheer • Evaluatie van de governancestructuur voor risicobeheersing: - Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het risicobeheer van: - Bestuur; - Commissies; - Bestuursondersteuning; - Uitbestedingspartijen, ˗ Scheiding van 1e, 2e en 3e lijn in opzet, bestaan en werking. • Evaluatie van werking van risicomanagement-processen (Risk en Control cyclus), onder meer: - Doorvertaling risicohouding naar normen op diverse risicogebieden; - Risico-identificatie en risico-analyse; - Werking van beheersmaatregelen; - Rapportagestructuur en –lijnen. • Bij de beoordeling wordt onder meer ingegaan op de efficiënte werking in de praktijk, de daadwerkelijke toegevoegde waarde en de mate van onafhankelijkheid; • De beoordeling mondt uit in het formuleren van verbeterpunten die vervolgens zullen worden geadresseerd in de reguliere Risk en Control cyclus. • Beoordeling van de risico’s die de Stichting loopt: • Binnen de Risk en Control cyclus die de Stichting permanent doorloopt wordt periodiek gerapporteerd over de risico’s die de Stichting loopt (financieel, niet-financieel, strategisch en operationeel) en het beleid dat de Stichting voert voor de beheersing van deze risico’s. Het rapport bevat daarom een samenvatting van en verwijzingen naar de meest recente risico-rapportages waarbij deze risico’s zijn beoordeeld. Daarnaast bevat het rapport een samenvatting van en verwijzing naar het Risico framework-document, waarin de wijze waarop de Stichting invulling geeft aan de Risk en Control cyclus. • Tevens bevat het rapport verwijzingen naar de meest relevante beleidsstukken die de Stichting heeft vastgesteld voor de beheersing van deze risico’s. In het bijzonder wordt verwezen naar: - Financiële risicorapportages en beleidsstukken, waaronder de financiële opzet in deze ABTN (beleggingsbeleid, indexatiebeleid, premiebeleid, berekening en onderbouwing VEV), (aanvangs)haalbaarheidstoets, herstelplan, crisisplan en eventueel de verrichte ALM-studie; - Niet-financiële risicorapportages en beleidsstukken, waaronder verwijzingen naar de meest recente ISAE 3402-rapportages en SLA-rapportages van de uitbestedingspartijen van de Stichting; - SIRA en integriteitsbeleid. • Het rapport bevat, uitgaande van bovengenoemde rapportages, een samenvattende conclusie van het bestuur over de meest materiële risico’s die de Stichting loopt, hoe deze risico’s zich verhouden tot de missie, visie, strategie en doelstellingen van de Stichting en de actiepunten die de Stichting daarbij heeft geformuleerd. Deze actiepunten zullen vervolgens worden geadresseerd in de reguliere Risk en Control cyclus.
Appears in 2 contracts
Samples: Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (Abtn), Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (Abtn)