Politiek prominente personen. De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten verplicht verzekeringsondernemingen om over procedures te beschikken die de identificatie mogelijk maken van hun klanten (de verzekeringnemer en, voor de rechtspersonen, de uiteindelijke begunstigden en de lasthebbers) en de begunstigden van de overeenkomsten (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is) die politiek prominente personen (PPP) zijn, familieleden van PPP’s of personen bekend als naaste geassocieerden van PPP’s. De wet definieert PPP’s als volgt: een natuurlijke persoon die een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft, en met name: 1. staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen : x. xx Xxxxxx; b. de Eerste minister, Minister-president, Vice-Eerste ministers, 2. parlementsleden of leden van soortgelijke wetgevende organen : x. xx Xxxxxxxxxxxxxxx, Senaatsvoorzitter, Parlementsvoorzitter, parlementsleden, senatoren, gecoöpteerde senatoren, commissievoorzitters en commissieleden; 3. leden van bestuurslichamen van politieke partijen : a. de leden van het partijbestuur, de politieke raad, de partijraad, het directiecomité, het dagelijks bestuur en het partijsecretariaat; 4. leden van hooggerechtshoven, grondwettelijke hoven of van andere hoge rechterlijke instanties, met inbegrip van administratieve rechterlijke instanties, die arresten wijzen waartegen geen beroep openstaat, behalve in uitzonderlijke omstandigheden : a. raadsheer in het Hof van Cassatie (met inbegrip van de eerste voorzitter, de voorzitter en de sectievoorzitters); b. xxxxxxxxx in het hof van beroep (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters); c. raadsheer in het arbeidshof (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters); d. plaatsvervangende raadsheren bij deze drie hoven; e. de eerste Voorzitter, voorzitters, kamervoorzitters, staatsraden, assessoren, en auditeurs bij de Raad van State; f. rechters in het Grondwettelijk Hof (met inbegrip van de voorzitters); 5. leden van rekenkamers of van raden van bestuur van centrale banken : a. de Gouverneur en de leden van het Directiecomité en van de Regentenraad van de Nationale Bank van België; b. de eerste voorzitter, de voorzitters en raadsheren bij het Rekenhof; 6. ambassadeurs, consuls, zaakgelastigden en hoge officieren van de strijdkrachten : a. de ambassadeurs, consuls en zaakgelastigden; b. de officieren bekleed met de graad van generaal of van admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn; c. de officieren bekleed met de graad van luitenant-generaal of vice-admiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn; x. xx officieren bekleed met de graad van generaal-majoor of divisieadmiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn; e. de officieren bekleed met de graad van brigadegeneraal of flottielje-admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn; 7. leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuurslichaam van overheidsbedrijven : a. de Chief Executive Officer, de Afgevaardigd of Gedelegeerd Bestuurder, de voorzitter, bestuurders en leden van de raad van bestuur, de voorzitter en de leden van het directiecomité en het uitvoerend comité, de regeringscommissarissen; b. bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie gevestigd op het Belgisch grondgebied. Onder “familielid” verstaat de wet: 1. de echtgenoot of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot wordt aangemerkt; 2. de kinderen en de echtgenoten van die kinderen of de personen die als gelijkwaardig met de echtgenoot worden aangemerkt; 3. de ouders. EN voor de “personen bekend als naaste geassocieerden”: 1. de natuurlijke personen die, samen met een politiek prominente persoon, de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c), of d) van artikel 4 van de wet of waarvan bekend is dat zij met een politiek prominente persoon andere nauwe zakelijke relaties hebben; 2. de natuurlijke personen die als enige de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c) of d) van artikel 4 van de wet waarvan bekend is dat deze in feite werd opgericht ten behoeve van een politiek prominente persoon.
Appears in 5 contracts
Samples: Pensioenovereenkomst Voor Zelfstandigen, Vrij Aanvullend Pensioen, Vrij Aanvullend Pensioen
Politiek prominente personen. De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten verplicht verzekeringsondernemingen om over procedures te beschikken die de identificatie mogelijk maken van hun klanten (de verzekeringnemer verzekeringsnemer en, voor de rechtspersonen, de uiteindelijke begunstigden en de lasthebbers) en de begunstigden van de overeenkomsten (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is) die politiek prominente personen (PPP) zijn, familieleden van PPP’s of personen bekend als naaste geassocieerden van PPP’s. De wet definieert PPP’s als volgt: een natuurlijke persoon die een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft, en met name:
1. staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen :
x. xx Xxxxxx;
b. de Eerste minister, Minister-president, Vice-Eerste ministers,
2. parlementsleden of leden van soortgelijke wetgevende organen :
x. xx Xxxxxxxxxxxxxxx, Senaatsvoorzitter, Parlementsvoorzitter, parlementsleden, senatoren, gecoöpteerde senatoren, commissievoorzitters en commissieleden;
3. leden van bestuurslichamen van politieke partijen :
a. de leden van het partijbestuur, de politieke raad, de partijraad, het directiecomité, het dagelijks bestuur en het partijsecretariaat;
4. leden van hooggerechtshoven, grondwettelijke hoven of van andere hoge rechterlijke instanties, met inbegrip van administratieve rechterlijke instanties, die arresten wijzen waartegen geen beroep openstaat, behalve in uitzonderlijke omstandigheden :
a. raadsheer in het Hof van Cassatie (met inbegrip van de eerste voorzitter, de voorzitter en de sectievoorzitters);
b. xxxxxxxxx in het hof van beroep (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
c. raadsheer in het arbeidshof (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
d. plaatsvervangende raadsheren bij deze drie hoven;
e. de eerste Voorzitter, voorzitters, kamervoorzitters, staatsraden, assessoren, en auditeurs bij de Raad van State;
f. rechters in het Grondwettelijk Hof (met inbegrip van de voorzitters);
5. leden van rekenkamers of van raden van bestuur van centrale banken :
a. de Gouverneur en de leden van het Directiecomité en van de Regentenraad van de Nationale Bank van België;
b. de eerste voorzitter, de voorzitters en raadsheren bij het Rekenhof;
6. ambassadeurs, consuls, zaakgelastigden en hoge officieren van de strijdkrachten :
a. de ambassadeurs, consuls en zaakgelastigden;
b. de officieren bekleed met de graad van generaal of van admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
c. de officieren bekleed met de graad van luitenant-generaal of vice-admiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
x. xx officieren bekleed met de graad van generaal-majoor of divisieadmiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
e. de officieren bekleed met de graad van brigadegeneraal of flottielje-admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
7. leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuurslichaam van overheidsbedrijven :
a. de Chief Executive Officer, de Afgevaardigd of Gedelegeerd Bestuurder, de voorzitter, bestuurders en leden van de raad van bestuur, de voorzitter en de leden van het directiecomité en het uitvoerend comité, de regeringscommissarissen;
b. bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie gevestigd op het Belgisch grondgebied. Onder “familielid” verstaat de wet:
1. de echtgenoot of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot wordt aangemerkt;
2. de kinderen en de echtgenoten van die kinderen of de personen die als gelijkwaardig met de echtgenoot worden aangemerkt;
3. de ouders. EN voor de “personen bekend als naaste geassocieerden”:
1. de natuurlijke personen die, samen met een politiek prominente persoon, de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c), of d) van artikel 4 van de wet of waarvan bekend is dat zij met een politiek prominente persoon andere nauwe zakelijke relaties hebben;
2. de natuurlijke personen die als enige de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c) of d) van artikel 4 van de wet waarvan bekend is dat deze in feite werd opgericht ten behoeve van een politiek prominente persoon.
Appears in 2 contracts
Samples: Verzekeringsovereenkomst, Algemene Voorwaarden
Politiek prominente personen. De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten verplicht verzekeringsondernemingen pensioeninstellingen om over procedures te beschikken die de identificatie mogelijk maken van hun klanten (de verzekeringnemer eninrichter, en voor de rechtspersonen, rechtspersonen de uiteindelijke begunstigden en de lasthebbers) en de begunstigden van de overeenkomsten groepsverzekering (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is) die politiek prominente personen (PPP) zijn, familieleden van PPP’s 's of personen bekend als naaste geassocieerden van PPP’s's. De wet definieert PPP’s 's als volgt: een natuurlijke persoon die een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft, en met name:
1. staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen staatssecretarissen:
x. xx Xxxxxxa) de Koning;
b. b) de Eerste minister, Minister-president, Vice-Eerste ministers,;
2. parlementsleden of leden van soortgelijke wetgevende organen organen:
x. xx Xxxxxxxxxxxxxxxa) de Kamervoorzitter, Senaatsvoorzitter, Parlementsvoorzitter, parlementsleden, senatoren, gecoöpteerde senatoren, commissievoorzitters en commissieleden;
3. leden van bestuurslichamen van politieke partijen partijen:
a. a) de leden van het partijbestuur, de politieke raad, de partijraad, het directiecomité, het dagelijks bestuur en het partijsecretariaat;
4. leden van hooggerechtshoven, grondwettelijke hoven of van andere hoge rechterlijke instanties, met inbegrip van administratieve rechterlijke instanties, die arresten wijzen waartegen geen beroep openstaat, behalve in uitzonderlijke omstandigheden omstandigheden:
a. a) raadsheer in het Hof van Cassatie (met inbegrip van de eerste voorzitter, de voorzitter en de sectievoorzitters);
b. xxxxxxxxx b) raadsheer in het hof Hof van beroep Beroep (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
c. c) raadsheer in het arbeidshof Arbeidshof (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
d. d) plaatsvervangende raadsheren bij deze drie hoven;
e. e) de eerste Voorzittervoorzitter, voorzitters, kamervoorzitters, staatsraden, assessoren, en auditeurs bij de Raad van State;
f. f) rechters in het Grondwettelijk Hof (met inbegrip van de voorzitters);
5. leden van rekenkamers of van raden van bestuur van centrale banken banken:
a. a) de Gouverneur en de leden van het Directiecomité en van de Regentenraad van de Nationale Bank van België;
b. b) de eerste voorzitter, de voorzitters en raadsheren bij het Rekenhof;
6. ambassadeurs, consuls, zaakgelastigden en hoge officieren van de strijdkrachten strijdkrachten:
a. a) de ambassadeurs, consuls en zaakgelastigden;
b. b) de officieren bekleed met de graad van generaal of van admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
c. c) de officieren bekleed met de graad van luitenant-generaal of vice-admiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
x. xx d) de officieren bekleed met de graad van generaal-majoor of divisieadmiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
e. e) de officieren bekleed met de graad van brigadegeneraal of flottielje-admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
7. leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuurslichaam van overheidsbedrijven overheidsbedrijven:
a. a) de Chief Executive Officer, de Afgevaardigd of Gedelegeerd Bestuurder, de voorzitter, bestuurders en leden van de raad van bestuur, de voorzitter en de leden van het directiecomité en het uitvoerend comité, de regeringscommissarissen;
b. b) bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie gevestigd op het Belgisch grondgebied. Onder “'familielid” ' verstaat de wet:
1. a) de echtgenoot of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot wordt aangemerkt;
2. b) de kinderen en de echtgenoten van die kinderen of de personen die als gelijkwaardig met de echtgenoot worden aangemerkt;
3. c) de ouders. ; EN voor de “‘personen bekend als naaste geassocieerden”’:
1. de a) natuurlijke personen die, die samen met een politiek prominente persoon, prominent persoon de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°vennootschap, a)een vzw of een stichting, b), c), of d) van artikel 4 van de wet of waarvan bekend is dat zij met een politiek prominente prominent persoon andere nauwe zakelijke relaties hebben;
2. de b) natuurlijke personen die als enige de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°vennootschap, a), b), c) een vzw of d) van artikel 4 van de wet een stichting waarvan bekend is dat deze in feite werd opgericht ten behoeve van een politiek prominente prominent persoon.
Appears in 2 contracts
Samples: Pension Commitment, Pension Commitment
Politiek prominente personen. De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten verplicht verzekeringsondernemingen om over procedures te beschikken die de identificatie mogelijk maken van hun klanten (de verzekeringnemer en, voor de rechtspersonen, de uiteindelijke begunstigden en de lasthebbers) en de begunstigden van de overeenkomsten (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is) die politiek prominente personen (PPP) zijn, familieleden van PPP’s of personen bekend als naaste geassocieerden van PPP’s. De wet definieert PPP’s als volgt: een natuurlijke persoon die een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft, en met name:
1. staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen :
x. xx Xxxxxx;
b. de Eerste minister, Minister-president, Vice-Eerste ministers,
2. parlementsleden of leden van soortgelijke wetgevende organen :
x. xx Xxxxxxxxxxxxxxx, Senaatsvoorzitter, Parlementsvoorzitter, parlementsleden, senatoren, gecoöpteerde senatoren, commissievoorzitters en commissieleden;
3. leden van bestuurslichamen van politieke partijen :
a. de leden van het partijbestuur, de politieke raad, de partijraad, het directiecomité, het dagelijks bestuur en het partijsecretariaat;
4. leden van hooggerechtshoven, grondwettelijke hoven of van andere hoge rechterlijke instanties, met inbegrip van administratieve rechterlijke instanties, die arresten wijzen waartegen geen beroep openstaat, behalve in uitzonderlijke omstandigheden :
a. raadsheer x. xxxxxxxxx in het Hof van Cassatie (met inbegrip van de eerste voorzitter, de voorzitter en de sectievoorzitters);
b. x. xxxxxxxxx in het hof van beroep (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
c. raadsheer x. xxxxxxxxx in het arbeidshof (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
d. plaatsvervangende raadsheren bij deze drie hoven;
e. de eerste Voorzitter, voorzitters, kamervoorzitters, staatsraden, assessoren, en auditeurs bij de Raad van State;
f. rechters in het Grondwettelijk Hof (met inbegrip van de voorzitters);
5. leden van rekenkamers of van raden van bestuur van centrale banken :
a. de Gouverneur en de leden van het Directiecomité en van de Regentenraad van de Nationale Bank van België;
b. de eerste voorzitter, de voorzitters en raadsheren bij het Rekenhof;
6. ambassadeurs, consuls, zaakgelastigden en hoge officieren van de strijdkrachten :
a. de ambassadeurs, consuls en zaakgelastigden;
b. de officieren bekleed met de graad van generaal of van admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
c. de officieren bekleed met de graad van luitenant-generaal of vice-admiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
x. xx officieren bekleed met de graad van generaal-majoor of divisieadmiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
e. de officieren bekleed met de graad van brigadegeneraal of flottielje-admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
7. leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuurslichaam van overheidsbedrijven :
a. de Chief Executive Officer, de Afgevaardigd of Gedelegeerd Bestuurder, de voorzitter, bestuurders en leden van de raad van bestuur, de voorzitter en de leden van het directiecomité en het uitvoerend comité, de regeringscommissarissen;
b. bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie gevestigd op het Belgisch grondgebied. Onder “familielid” verstaat de wet:
1. de echtgenoot of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot wordt aangemerkt;
2. de kinderen en de echtgenoten van die kinderen of de personen die als gelijkwaardig met de echtgenoot worden aangemerkt;
3. de ouders. EN voor de “personen bekend als naaste geassocieerden”:
1. de natuurlijke personen die, samen met een politiek prominente persoon, de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c), of d) van artikel 4 van de wet of waarvan bekend is dat zij met een politiek prominente persoon andere nauwe zakelijke relaties hebben;
2. de natuurlijke personen die als enige de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c) of d) van artikel 4 van de wet waarvan bekend is dat deze in feite werd opgericht ten behoeve van een politiek prominente persoon.
Appears in 2 contracts
Samples: P&v Pensioenovereenkomst Voor Zelfstandigen, Pensioenovereenkomst
Politiek prominente personen. De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten verplicht verzekeringsondernemingen pensioeninstellingen om over procedures te beschikken die de identificatie mogelijk maken van hun klanten (de verzekeringnemer eninrichter, en voor de rechtspersonen, rechtspersonen de uiteindelijke begunstigden en de lasthebbers) en de begunstigden van de overeenkomsten groepsverzekering (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is) die politiek prominente personen (PPP) zijn, familieleden van PPP’s 's of personen bekend als naaste geassocieerden van PPP’s's. De wet definieert PPP’s 's als volgt: een natuurlijke persoon die een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft, en met name:
1. staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen :
x. xx Xxxxxxa) de Koning;
b. b) de Eerste minister, Minister-president, Vice-Eerste ministers,
2. parlementsleden of leden van soortgelijke wetgevende organen :
x. xx Xxxxxxxxxxxxxxxa) de Kamervoorzitter, Senaatsvoorzitter, Parlementsvoorzitter, parlementsleden, senatoren, gecoöpteerde senatoren, commissievoorzitters en commissieleden;
3. leden van bestuurslichamen van politieke partijen :
a. a) de leden van het partijbestuur, de politieke raad, de partijraad, het directiecomité, het dagelijks bestuur en het partijsecretariaat;
4. leden van hooggerechtshoven, grondwettelijke hoven of van andere hoge rechterlijke instanties, met inbegrip van administratieve rechterlijke instanties, die arresten wijzen waartegen geen beroep openstaat, behalve in uitzonderlijke omstandigheden :
a. a) raadsheer in het Hof van Cassatie (met inbegrip van de eerste voorzitter, de voorzitter en de sectievoorzitters);
b. xxxxxxxxx b) raadsheer in het hof van beroep (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
c. c) raadsheer in het arbeidshof (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
d. d) plaatsvervangende raadsheren bij deze drie hoven;
e. e) de eerste Voorzittervoorzitter, voorzitters, kamervoorzitters, staatsraden, assessoren, en auditeurs bij de Raad van State;
f. rechters in het Grondwettelijk Hof (met inbegrip van de voorzitters);
5. leden van rekenkamers of van raden van bestuur van centrale banken :
a. a) de Gouverneur en de leden van het Directiecomité en van de Regentenraad van de Nationale Bank van België;
b. b) de eerste voorzitter, de voorzitters en raadsheren bij het Rekenhof;
6. ambassadeurs, consuls, zaakgelastigden en hoge officieren van de strijdkrachten :
a. a) de ambassadeurs, consuls en zaakgelastigden;
b. b) de officieren bekleed met de graad van generaal of van admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
c. c) de officieren bekleed met de graad van luitenant-generaal of vice-admiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
x. xx d) de officieren bekleed met de graad van generaal-majoor of divisieadmiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
e. e) de officieren bekleed met de graad van brigadegeneraal of flottielje-admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
7. leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuurslichaam van overheidsbedrijven :
a. a) de Chief Executive Officer, de Afgevaardigd of Gedelegeerd Bestuurder, de voorzitter, bestuurders en leden van de raad van bestuur, de voorzitter en de leden van het directiecomité en het uitvoerend comité, de regeringscommissarissen;
b. b) bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie gevestigd op het Belgisch grondgebied. Onder “'familielid” ' verstaat de wet:
1. a) de echtgenoot of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot wordt aangemerkt;
2. b) de kinderen en de echtgenoten van die kinderen of de personen die als gelijkwaardig met de echtgenoot worden aangemerkt;
3. c) de ouders. ; EN voor de “”personen bekend als naaste geassocieerden”:
1. de a) natuurlijke personen die, die samen met een politiek prominente persoon, prominent persoon de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°de hierboven vermelde opsomming, a), b), c), of d) van artikel 4 van de wet ), of waarvan bekend is dat zij met een politiek prominente prominent persoon andere nauwe zakelijke relaties hebben;
2. de b) natuurlijke personen die als enige de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°de hierboven vermelde opsomming, a), b), c) of d) van artikel 4 van de wet ), waarvan bekend is dat deze in feite werd opgericht ten behoeve van een politiek prominente prominent persoon;".
Appears in 1 contract
Samples: Pension Commitment
Politiek prominente personen. De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten verplicht verzekeringsondernemingen om over procedures te beschikken die de identificatie mogelijk maken van hun klanten (de verzekeringnemer verzekeringsnemer en, voor de rechtspersonen, de uiteindelijke begunstigden en de lasthebbers) en de begunstigden van de overeenkomsten (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is) die politiek prominente personen (PPP) zijn, familieleden van PPP’s of personen bekend als naaste geassocieerden van PPP’s. De wet definieert PPP’s als volgt: een natuurlijke persoon die een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft, en met name:
1. staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen :
x. xx Xxxxxx;
b. de Eerste minister, Minister-president, Vice-Eerste ministers,
2. parlementsleden of leden van soortgelijke wetgevende organen :
x. xx Xxxxxxxxxxxxxxx, Senaatsvoorzitter, Parlementsvoorzitter, parlementsleden, senatoren, gecoöpteerde senatoren, commissievoorzitters en commissieleden;
3. leden van bestuurslichamen van politieke partijen :
a. de leden van het partijbestuur, de politieke raad, de partijraad, het directiecomité, het dagelijks bestuur en het partijsecretariaat;
4. leden van hooggerechtshoven, grondwettelijke hoven of van andere hoge rechterlijke instanties, met inbegrip van administratieve rechterlijke instanties, die arresten wijzen waartegen geen beroep openstaat, behalve in uitzonderlijke omstandigheden :
a. raadsheer in het Hof van Cassatie (met inbegrip van de eerste voorzitter, de voorzitter en de sectievoorzitters);
b. xxxxxxxxx in het hof van beroep (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
c. raadsheer in het arbeidshof (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
d. plaatsvervangende raadsheren bij deze drie hoven;
e. de eerste Voorzitter, voorzitters, kamervoorzitters, staatsraden, assessoren, en auditeurs bij de Raad van State;
f. rechters in het Grondwettelijk Hof (met inbegrip van de voorzitters);
5. leden van rekenkamers of van raden van bestuur van centrale banken :
a. de Gouverneur en de leden van het Directiecomité en van de Regentenraad van de Nationale Bank van België;
b. de eerste voorzitter, de voorzitters en raadsheren bij het Rekenhof;
6. ambassadeurs, consuls, zaakgelastigden en hoge officieren van de strijdkrachten :
a. de ambassadeurs, consuls en zaakgelastigden;
b. de officieren bekleed met de graad van generaal of van admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
c. de officieren bekleed met de graad van luitenant-generaal of vice-admiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
x. xx officieren bekleed met de graad van generaal-majoor of divisieadmiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
e. de officieren bekleed met de graad van brigadegeneraal of flottielje-admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
7. leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuurslichaam van overheidsbedrijven :
a. de Chief Executive Officer, de Afgevaardigd of Gedelegeerd Bestuurder, de voorzitter, bestuurders en leden van de raad van bestuur, de voorzitter en de leden van het directiecomité en het uitvoerend comité, de regeringscommissarissen;
b. bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie gevestigd op het Belgisch grondgebied. Onder “familielid” verstaat de wet:
1. de echtgenoot of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot wordt aangemerkt;
2. de kinderen en de echtgenoten van die kinderen of de personen die als gelijkwaardig met de echtgenoot worden aangemerkt;
3. de ouders. EN voor de “personen bekend als naaste geassocieerden”:
1. de natuurlijke personen die, samen met een politiek prominente persoon, de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c), of d) van artikel 4 van de wet of waarvan bekend is dat zij met een politiek prominente persoon andere nauwe zakelijke relaties hebben;
2. de natuurlijke personen die als enige de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c) of d) van artikel 4 van de wet waarvan bekend is dat deze in feite werd opgericht ten behoeve van een politiek prominente persoon.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden
Politiek prominente personen. De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten verplicht verzekeringsondernemingen om over procedures te beschikken die de identificatie mogelijk maken van hun klanten (de verzekeringnemer en, voor de rechtspersonen, de uiteindelijke begunstigden en de lasthebbers) en de begunstigden van de overeenkomsten (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is) die politiek prominente personen (PPP) zijn, familieleden van PPP’s of personen bekend als naaste geassocieerden van PPP’s. De wet definieert PPP’s als volgt: een natuurlijke persoon die een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft, en met name:
1. ) staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen :
x. xx Xxxxxxa) de Koning;
b. b) de Eerste minister, Minister-president, Vice-Eerste ministers,
2. ) parlementsleden of leden van soortgelijke wetgevende organen :
x. xx Xxxxxxxxxxxxxxxa) de Kamervoorzitter, Senaatsvoorzitter, Parlementsvoorzitter, parlementsleden, senatoren, gecoöpteerde senatoren, commissievoorzitters en commissieleden;
3. ) leden van bestuurslichamen van politieke partijen :
a. a) de leden van het partijbestuur, de politieke raad, de partijraad, het directiecomité, het dagelijks bestuur en het partijsecretariaat;
4. ) leden van hooggerechtshoven, grondwettelijke hoven of van andere hoge rechterlijke instanties, met inbegrip van administratieve rechterlijke instanties, die arresten wijzen waartegen geen beroep openstaat, behalve in uitzonderlijke omstandigheden :
a. a) raadsheer in het Hof van Cassatie (met inbegrip van de eerste voorzitter, de voorzitter en de sectievoorzitters);
b. xxxxxxxxx b) raadsheer in het hof van beroep (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
c. c) raadsheer in het arbeidshof (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
d. d) plaatsvervangende raadsheren bij deze drie hoven;
e. e) de eerste Voorzitter, voorzitters, kamervoorzitters, staatsraden, assessoren, en auditeurs bij de Raad van State;
f. rechters in het Grondwettelijk Hof (met inbegrip van de voorzitters);
5. ) leden van rekenkamers of van raden van bestuur van centrale banken :
a. a) de Gouverneur en de leden van het Directiecomité en van de Regentenraad van de Nationale Bank van België;
b. b) de eerste voorzitter, de voorzitters en raadsheren bij het Rekenhof;
6. ) ambassadeurs, consuls, zaakgelastigden en hoge officieren van de strijdkrachten :
a. a) de ambassadeurs, consuls en zaakgelastigden;
b. b) de officieren bekleed met de graad van generaal of van admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
c. c) de officieren bekleed met de graad van luitenant-generaal of vice-admiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
x. xx d) de officieren bekleed met de graad van generaal-majoor of divisieadmiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
e. e) de officieren bekleed met de graad van brigadegeneraal of flottielje-admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
7. ) leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuurslichaam van overheidsbedrijven :
a. a) de Chief Executive Officer, de Afgevaardigd of Gedelegeerd Bestuurder, de voorzitter, bestuurders en leden van de raad van bestuur, de voorzitter en de leden van het directiecomité en het uitvoerend comité, de regeringscommissarissen;
b. b) bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie gevestigd op het Belgisch grondgebied. Onder “familielid” verstaat de wet:
1. ) de echtgenoot of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot wordt aangemerkt;
2. ) de kinderen en de echtgenoten van die kinderen of de personen die als gelijkwaardig met de echtgenoot worden aangemerkt;
3. ) de ouders. EN voor de “personen bekend als naaste geassocieerden”:
1. ) de natuurlijke personen die, samen met een politiek prominente persoon, de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c), of d) van artikel 4 van de wet of waarvan bekend is dat zij met een politiek prominente persoon andere nauwe zakelijke relaties hebben;
2. ) de natuurlijke personen die als enige de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c) of d) van artikel 4 van de wet waarvan bekend is dat deze in feite werd opgericht ten behoeve van een politiek prominente persoon.
Appears in 1 contract
Samples: Overlijdensverzekering
Politiek prominente personen. De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten verplicht verzekeringsondernemingen om over procedures te beschikken die de identificatie mogelijk maken van hun klanten (de verzekeringnemer verzekeringsnemer en, voor de rechtspersonen, de uiteindelijke begunstigden en de lasthebbers) en de begunstigden van de overeenkomsten (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is) die politiek prominente personen (PPP) zijn, familieleden van PPP’s of personen bekend als naaste geassocieerden van PPP’s. De wet definieert PPP’s als volgt: een natuurlijke persoon die een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft, en met name:
1. staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen :
x. xx Xxxxxx;
b. de Eerste minister, Minister-president, Vice-Eerste ministers,
2. parlementsleden of leden van soortgelijke wetgevende organen :
x. xx Xxxxxxxxxxxxxxx, Senaatsvoorzitter, Parlementsvoorzitter, parlementsleden, senatoren, gecoöpteerde senatoren, commissievoorzitters en commissieleden;
3. leden van bestuurslichamen van politieke partijen :
a. de leden van het partijbestuur, de politieke raad, de partijraad, het directiecomité, het dagelijks bestuur en het partijsecretariaat;
4. leden van hooggerechtshoven, grondwettelijke hoven of van andere hoge rechterlijke instanties, met inbegrip van administratieve rechterlijke instanties, die arresten wijzen waartegen geen beroep openstaat, behalve in uitzonderlijke omstandigheden :
a. raadsheer x. xxxxxxxxx in het Hof van Cassatie (met inbegrip van de eerste voorzitter, de voorzitter en de sectievoorzitters);
b. x. xxxxxxxxx in het hof van beroep (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
c. raadsheer x. xxxxxxxxx in het arbeidshof (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
d. plaatsvervangende raadsheren bij deze drie hoven;
e. de eerste Voorzitter, voorzitters, kamervoorzitters, staatsraden, assessoren, en auditeurs bij de Raad van State;
f. rechters in het Grondwettelijk Hof (met inbegrip van de voorzitters);
5. leden van rekenkamers of van raden van bestuur van centrale banken :
a. de Gouverneur en de leden van het Directiecomité en van de Regentenraad van de Nationale Bank van België;
b. de eerste voorzitter, de voorzitters en raadsheren bij het Rekenhof;
6. ambassadeurs, consuls, zaakgelastigden en hoge officieren van de strijdkrachten :
a. de ambassadeurs, consuls en zaakgelastigden;
b. de officieren bekleed met de graad van generaal of van admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
c. de officieren bekleed met de graad van luitenant-generaal of vice-admiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
x. xx officieren bekleed met de graad van generaal-majoor of divisieadmiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
e. de officieren bekleed met de graad van brigadegeneraal of flottielje-admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
7. leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuurslichaam van overheidsbedrijven :
a. de Chief Executive Officer, de Afgevaardigd of Gedelegeerd Bestuurder, de voorzitter, bestuurders en leden van de raad van bestuur, de voorzitter en de leden van het directiecomité en het uitvoerend comité, de regeringscommissarissen;
b. bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie gevestigd op het Belgisch grondgebied. Onder “familielid” verstaat de wet:
1. de echtgenoot of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot wordt aangemerkt;
2. de kinderen en de echtgenoten van die kinderen of de personen die als gelijkwaardig met de echtgenoot worden aangemerkt;
3. de ouders. EN voor de “personen bekend als naaste geassocieerden”:
1. de natuurlijke personen die, samen met een politiek prominente persoon, de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c), of d) van artikel 4 van de wet of waarvan bekend is dat zij met een politiek prominente persoon andere nauwe zakelijke relaties hebben;
2. de natuurlijke personen die als enige de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c) of d) van artikel 4 van de wet waarvan bekend is dat deze in feite werd opgericht ten behoeve van een politiek prominente persoon.
Appears in 1 contract
Samples: Levensverzekering