Common use of Prikkelwerking en verwachte effecten Clause in Contracts

Prikkelwerking en verwachte effecten. Omdat de afgesproken lump sum gegarandeerd is, heeft het ziekenhuis een prikkel tot onderproductie. Onderproductie leidt in dat jaar namelijk tot een beter financieel resultaat (dit in tegenstelling tot een plafondafspraak). Omdat de productie in termen van DBC zorgproducten inzichtelijk blijft, houdt het ziekenhuis anderzijds wel enigszins een prikkel om de zorglevering op peil te houden. Indien de omzet lager uitvalt dan de lump sum loopt het ziekenhuis namelijk het risico dat de lump sum het daarop volgende jaar lager wordt vastgesteld. Een lump sum kan de concurrentie tussen ziekenhuizen beperken. Ziekenhuizen die marktaandeel winnen van andere ziekenhuizen lopen het risico om beloning mis te lopen door de begrenzing van hun omzet. Daarbij is ook een risico van lump summen (i.t.t. plafonds) dat ziekenhuizen die marktaandeel verliezen dit financieel niet merken. Bij voorkeur zouden lump summen gecorrigeerd moeten worden voor verschuivingen in marktaandeel. Bij beide varianten van een lump sum afspraak bestaat het risico op wachtlijsten, ongewenste doorverwijzing en onderbehandeling. In variant a heeft het ziekenhuis een prikkel om na het bereiken van de lump sum grens geen zorg meer te leveren. Het ziekenhuis maakt vanaf dat moment namelijk wel de kosten, maar ontvangt geen opbrengsten. Met elk zorgproduct dat het ziekenhuis levert na het bereiken van de lump sum grens verslechtert het financiële resultaat van het ziekenhuis. Concreet kan het ziekenhuis overgaan tot een patiëntenstop. In variant a is het risico met name groot dat noodzakelijke zorg niet geleverd wordt aan het einde van het jaar. Het ziekenhuis kan ervoor kiezen om reeds lopende het jaar ‘overproductie’ zoveel mogelijk te voorkomen, zodat er aan het eind van het jaar geen wachtlijsten ontstaan. De prikkel hiertoe ontbreekt echter, omdat het ziekenhuis niet gehouden is zorg door te leveren na het bereiken van de lump sum grens. Overigens is het wel de vraag in hoeverre het een reële optie is voor ziekenhuizen om een patiëntenstop af te kondigen. Een ziekenhuis geeft aan dat een patiëntenstop zeer slecht is voor de reputatie van het ziekenhuis. Daarnaast mogen ziekenhuizen patiënten die zich melden bij de spoedeisende hulp niet weigeren. Indien in het contract overeen is gekomen dat het ziekenhuis verplicht zorg moet blijven leveren na het bereiken van de lump sum grens (variant b), dan heeft het ziekenhuis een prikkel om gedurende het hele jaar te sturen op het beperken van de omzet om te voorkomen dat aan het eind van het jaar de lump sum grens wordt overschreden. Het risico op volume overschrijding ligt bij het ziekenhuis en niet meer bij de zorgverzekeraar. Het ziekenhuis heeft een prikkel om patiënten niet te behandelen of op een wachtlijst te plaatsen. Scherp toezicht vanuit de verzekeraar op het voorkomen van onderbehandeling is wenselijk. Om toezicht te kunnen houden, is het noodzakelijk dat het ziekenhuis transparant is over (de kwaliteit van) de geleverde zorg. Het ziekenhuis kan de omzet ook proberen te beperken door patiënten actief door te verwijzen naar andere zorgaanbieders. In het algemeen is dit ongewenst, omdat het per saldo leidt tot hogere zorguitgaven. Om dit tegen te gaan, kunnen overigens contractbepalingen worden opgesteld die bepalen dat verwijzingen van het ziekenhuis naar bijvoorbeeld ongecontracteerde ziekenhuizen in het buitenland of naar ZBC’s mee tellen onder het plafond van het ziekenhuis. Indien het plafond overschreden dreigt te worden krijgt het ziekenhuis een prikkel om behandelingen op te knippen. Door verrichtingen uit te stellen tot na het vaste afsluitmoment van het betreffende DBC−zorgproduct en zo een beperkt subtraject (bijvoorbeeld alleen de diagnosestelling) te declareren in het contractjaar waarin overschrijding dreigt, kan de overschrijding van het plafond dat jaar beperkt worden. Door de uitgestelde verrichtingen in een nieuw subtraject te starten in een nieuw contractjaar kunnen de inkomsten van een behandeling voor een deel onder een nieuw plafond worden gebracht. Dit betekent overigens wel dat bepaalde verrichtingen moedwillig moeten worden uitgesteld door het ziekenhuis. Een omzetplafond kan de prikkel versterken voor een ziekenhuis om zijn zorgproductie te richten op de meest winstgevende DBC−zorgproducten. Als de omzet beperkt wordt ligt het voor de hand om vooral de productie van weinig renderende DBC zorgproducten te verminderen. Door binnen het plafond minder verliesgevende DBC−zorgproducten en DBC−zorgproducten met een lage marge te leveren, maar zich juist te concentreren op DBC−zorgproducten met een hoge marge kan het ziekenhuis zijn financiële resultaat verbeteren. Indien de zorgverzekeraar een vermindering van de zorgproductie accepteert (en dit niet leidt tot een lagere lump sum in het volgende jaar) dan kan de focus van het ziekenhuis verschuiven van behandelen naar het bevorderen van gezondheid. Het ziekenhuis krijgt een prikkel om zorgkosten te voorkomen en de zorgproductie te verlagen door preventie, substitutie naar de 1e lijn, het tegengaan van overbehandeling en het terugdringen van praktijkvariatie. Hiermee worden zorguitgaven voorkomen en neemt de kwaliteit van zorg toe, terwijl het ziekenhuis geen inkomsten misloopt als zij minder behandelingen uitvoert (dit in tegenstelling tot een plafondafspraak). Het is mogelijk een lump sum vast te stellen voor een gedeelte van de omzet van een ziekenhuis. In het algemeen heeft het ziekenhuis dan een prikkel tot onderproductie van de zorgproducten die vallen binnen de lump sum. Immers de lump sum is gegarandeerd ongeacht de productie. Productie van zorgproducten die buiten de lump sum vallen, levert daarentegen extra inkomsten op. Merk op dat de verzekeraar ook bewust gebruik kan maken van deze prikkel in het geval de verzekeraar wil sturen op het verleggen van de productiecapaciteit van het ziekenhuis naar zorgproducten waarvoor geen lump sum geldt.

Appears in 1 contract

Samples: zorgmarktadvies.nl

Prikkelwerking en verwachte effecten. Omdat Zorgverzekeraars lopen in 2012 bij de afgesproken lump sum gegarandeerd is, heeft invoering van XXX en prestatiebekostiging nog geen risico over de add− ons intensive care en dure geneesmiddelen. Ze hebben de komende jaren daarom vooralsnog beperkte financiële prikkels om te sturen op het ziekenhuis volume van deze add−ons. Dit verandert als zorgverzekeraars financieel risico gaan lopen over de add−ons. Vanaf dat moment hebben ze een prikkel tot onderproductie. Onderproductie leidt in dat jaar namelijk tot een beter financieel resultaat (dit in tegenstelling tot een plafondafspraak). Omdat de productie in termen van DBC zorgproducten inzichtelijk blijft, houdt het ziekenhuis anderzijds wel enigszins een sterke financiële prikkel om de zorglevering op peil het volume te houdenbeperken, aangezien het gaat om relatief dure producten. Indien de omzet lager uitvalt dan de lump sum loopt het ziekenhuis namelijk Variant a kent het risico dat de lump sum van het daarop volgende jaar lager wordt vastgesteld. Een lump sum kan de concurrentie tussen ziekenhuizen beperken. Ziekenhuizen die marktaandeel winnen ontstaan van wachtlijsten en het ongewenst doorverwijzen van patiënten naar andere ziekenhuizen lopen het risico om beloning mis te lopen door de begrenzing van hun omzet. Daarbij is ook een risico van lump summen (i.t.t. plafonds) dat ziekenhuizen die marktaandeel verliezen dit financieel niet merken. Bij voorkeur zouden lump summen gecorrigeerd moeten worden voor verschuivingen in marktaandeel. Bij beide varianten van een lump sum afspraak bestaat het risico op wachtlijsten, ongewenste doorverwijzing en onderbehandelingziekenhuizen. In variant a a1 heeft het ziekenhuis een prikkel om na het bereiken van de lump sum grens het afgesproken maximum aantal add− ons geen zorg add−ons meer te leveren. Het ziekenhuis maakt vanaf dat moment namelijk wel de kosten, maar ontvangt geen opbrengsten. Met elk zorgproduct dat elke add−on die het ziekenhuis levert na het bereiken van de lump sum grens het afgesproken te vergoeden maximum verslechtert het financiële resultaat van het ziekenhuis. Concreet kan het ziekenhuis overgaan tot een patiëntenstop. In variant a a1 is het risico met name groot dat noodzakelijke zorg add−ons niet geleverd wordt worden aan het einde van het jaar. Het ziekenhuis kan ervoor kiezen om reeds lopende het jaar ‘overproductie’ zoveel mogelijk te voorkomensturen op het niet overschrijden van het afgesproken maximaal te vergoeden aantal add− ons, zodat er aan het eind van het jaar geen wachtlijsten ontstaan. De prikkel hiertoe ontbreekt echter, omdat het ziekenhuis niet gehouden is zorg door add−ons te leveren na het bereiken van de lump sum grens. Overigens is het wel de vraag in hoeverre het een reële optie is voor ziekenhuizen om een patiëntenstop af te kondigen. Een ziekenhuis geeft aan dat een patiëntenstop zeer slecht is voor de reputatie van het ziekenhuis. Daarnaast mogen ziekenhuizen patiënten die zich melden bij de spoedeisende hulp niet weigeren. Indien in het contract overeen is gekomen dat het ziekenhuis verplicht zorg moet blijven leveren na het bereiken van de lump sum grens (het maximaal aantal te vergoeden add−ons. In variant b), dan a2 heeft het ziekenhuis een prikkel om gedurende het hele jaar te sturen op het beperken van de omzet het volume add−ons om te voorkomen dat aan het eind einde van het jaar de lump sum grens wordt overschredenhet maximaal aantal te vergoeden add−ons overschreden wordt. Het Immers als het ziekenhuis wacht tot het maximum overschreden is, heeft ze beperkte mogelijkheden om maatregelen te nemen in variant a2. Aangezien variant b geen harde volumegrens, maar een open einde kent, is er geen risico op volume overschrijding ligt bij het ziekenhuis en niet meer bij de zorgverzekeraar. Het ziekenhuis heeft een prikkel om patiënten niet te behandelen wachtlijsten of op een wachtlijst te plaatsen. Scherp toezicht vanuit de verzekeraar op het voorkomen van onderbehandeling is wenselijk. Om toezicht te kunnen houden, is het noodzakelijk dat het ziekenhuis transparant is over (de kwaliteit van) de geleverde zorg. Het ziekenhuis kan de omzet ook proberen te beperken ongewenste doorverwijzing door patiënten actief door te verwijzen naar andere zorgaanbieders. In het algemeen is dit ongewenst, omdat het per saldo leidt tot hogere zorguitgaven. Om dit tegen te gaan, kunnen overigens contractbepalingen worden opgesteld die bepalen dat verwijzingen van het ziekenhuis naar bijvoorbeeld ongecontracteerde ziekenhuizen in het buitenland of naar ZBC’s mee tellen onder het plafond van het ziekenhuis. Indien het plafond overschreden dreigt te worden krijgt het ziekenhuis een prikkel om behandelingen op te knippen. Door verrichtingen uit te stellen tot na het vaste afsluitmoment van het betreffende DBC−zorgproduct en zo een beperkt subtraject (bijvoorbeeld alleen de diagnosestelling) te declareren in het contractjaar waarin overschrijding dreigt, kan de overschrijding van het plafond dat jaar beperkt worden. Door de uitgestelde verrichtingen in een nieuw subtraject te starten in een nieuw contractjaar kunnen de inkomsten van een behandeling voor een deel onder een nieuw plafond worden gebracht. Dit betekent overigens wel dat bepaalde verrichtingen moedwillig moeten worden uitgesteld door het ziekenhuis. Een omzetplafond kan de prikkel versterken voor een ziekenhuis om zijn zorgproductie te richten op de meest winstgevende DBC−zorgproducten. Als de omzet beperkt wordt ligt het voor de hand om vooral de productie van weinig renderende DBC zorgproducten te verminderen. Door binnen het plafond minder verliesgevende DBC−zorgproducten en DBC−zorgproducten met een lage marge te leveren, maar zich juist te concentreren op DBC−zorgproducten met een hoge marge kan het ziekenhuis zijn financiële resultaat verbeteren. Indien de zorgverzekeraar een vermindering van de zorgproductie accepteert (en dit niet leidt tot een lagere lump sum in het volgende jaar) dan kan de focus van het ziekenhuis verschuiven van behandelen naar het bevorderen van gezondheid. Het ziekenhuis krijgt een prikkel om zorgkosten te voorkomen en de zorgproductie te verlagen door preventie, substitutie naar de 1e lijn, het tegengaan van overbehandeling en het terugdringen van praktijkvariatie. Hiermee worden zorguitgaven voorkomen en neemt de kwaliteit van zorg toe, terwijl het ziekenhuis geen inkomsten misloopt als zij minder behandelingen uitvoert (dit in tegenstelling tot een plafondafspraak). Het is mogelijk een lump sum vast te stellen voor een gedeelte van de omzet van een ziekenhuis. In het algemeen heeft het ziekenhuis dan een prikkel tot onderproductie van de zorgproducten die vallen binnen de lump sum. Immers de lump sum is gegarandeerd ongeacht de productie. Productie van zorgproducten die buiten de lump sum vallen, levert daarentegen extra inkomsten op. Merk op dat de verzekeraar ook bewust gebruik kan maken van deze prikkel in het geval de verzekeraar wil sturen op het verleggen van de productiecapaciteit van het ziekenhuis naar zorgproducten waarvoor geen lump sum geldtziekenhuizen.

Appears in 1 contract

Samples: zorgmarktadvies.nl

Prikkelwerking en verwachte effecten. Omdat de afgesproken lump sum gegarandeerd isDoordat het financiële risico van onderproductie bij het ziekenhuis ligt, heeft het ziekenhuis een prikkel tot onderproductie. Onderproductie leidt in dat jaar namelijk tot een beter financieel resultaat (dit in tegenstelling tot een plafondafspraak). Omdat de productie in termen van DBC zorgproducten inzichtelijk blijft, houdt het ziekenhuis anderzijds wel enigszins een financiële prikkel om de zorglevering op peil zorg te houdenleveren totdat het plafond is gerealiseerd. Indien de omzet lager uitvalt dan de Hierin verschilt een plafondafspraak met een lump sum loopt het ziekenhuis namelijk het risico dat de lump sum het daarop volgende jaar lager wordt vastgesteldafspraak, waar deze prikkel ontbreekt door een omzetgarantie. Een lump sum plafondafspraak kan de concurrentie tussen ziekenhuizen beperken. Ziekenhuizen die marktaandeel winnen van andere ziekenhuizen lopen het risico om beloning mis te lopen door de begrenzing van hun omzet. Daarbij is ook een risico van lump summen (i.t.t. plafonds) dat ziekenhuizen die marktaandeel verliezen dit financieel niet merken. Bij voorkeur zouden lump summen omzetplafonds gecorrigeerd moeten worden voor verschuivingen in marktaandeel. Bij beide varianten van een lump sum afspraak plafondafspraak bestaat het risico op wachtlijsten, ongewenste doorverwijzing en onderbehandeling. In variant a heeft het ziekenhuis een prikkel om na het bereiken van de lump sum grens het plafond geen zorg meer te leverenleveren of om mensen op een wachtlijst te plaatsen. Het ziekenhuis maakt vanaf dat moment namelijk wel de kosten, maar ontvangt geen opbrengsten. Met elk zorgproduct dat het ziekenhuis levert na het bereiken van de lump sum grens het plafond verslechtert het financiële resultaat van het ziekenhuis. Concreet kan het ziekenhuis overgaan tot een patiëntenstop. In variant a is het risico met name groot dat noodzakelijke zorg niet geleverd wordt aan het einde van het jaar. Het ziekenhuis kan ervoor kiezen om reeds lopende het jaar ‘overproductie’ zoveel mogelijk te voorkomen, zodat er aan het eind van het jaar geen wachtlijsten ontstaan. De prikkel hiertoe ontbreekt echter, omdat het ziekenhuis niet gehouden is zorg door te leveren na het bereiken van de lump sum grenshet plafond. Overigens is het wel de vraag in hoeverre het een reële optie is voor ziekenhuizen om een patiëntenstop af te kondigen. Een ziekenhuis geeft aan dat een patiëntenstop zeer slecht is voor de reputatie van het ziekenhuis. Daarnaast mogen ziekenhuizen patiënten die zich melden bij de spoedeisende hulp niet weigeren. Indien in het contract overeen is gekomen dat het ziekenhuis verplicht zorg moet blijven leveren na boven het bereiken van de lump sum grens plafond (variant b), dan heeft het ziekenhuis een prikkel om gedurende het hele jaar te sturen op het beperken van de omzet om te voorkomen dat aan het eind einde van het jaar de lump sum grens het plafond wordt overschreden. Immers als het ziekenhuis wacht tot het plafond eenmaal overschreden is, heeft ze beperkte mogelijkheden om maatregelen te nemen in variant b. Het risico op volume overschrijding ligt zo bij het ziekenhuis en niet meer bij de zorgverzekeraar. Het ziekenhuis heeft een prikkel om patiënten niet te behandelen of op een wachtlijst te plaatsen. Scherp toezicht vanuit de verzekeraar op het voorkomen van onderbehandeling is wenselijk. Om toezicht te kunnen houden, is het noodzakelijk dat het ziekenhuis transparant is over (de kwaliteit van) de geleverde zorg. Het ziekenhuis kan de omzet ook proberen te beperken door patiënten actief door te verwijzen naar andere zorgaanbieders. In het algemeen is dit ongewenst, omdat het per saldo leidt tot hogere zorguitgaven. Om dit tegen te gaan, kunnen overigens contractbepalingen worden opgesteld die bepalen dat verwijzingen van het ziekenhuis naar bijvoorbeeld ongecontracteerde ziekenhuizen in het buitenland of naar ZBC’s mee tellen onder het plafond van het ziekenhuis. Indien het plafond overschreden dreigt te worden krijgt het ziekenhuis een prikkel om behandelingen op te knippen. Door verrichtingen uit te stellen tot na het vaste afsluitmoment van het betreffende DBC−zorgproduct en zo een beperkt subtraject (bijvoorbeeld alleen de diagnosestelling) te declareren in het contractjaar waarin overschrijding dreigt, kan de overschrijding van het plafond dat jaar beperkt worden. Door de uitgestelde verrichtingen in een nieuw subtraject te starten in een nieuw contractjaar kunnen de inkomsten van een behandeling voor een deel onder een nieuw plafond worden gebracht. Dit betekent overigens wel dat bepaalde verrichtingen moedwillig moeten worden uitgesteld door het ziekenhuis. Een omzetplafond kan de prikkel versterken voor een ziekenhuis om zijn zorgproductie te richten op de meest winstgevende DBC−zorgproducten. Als de omzet beperkt wordt ligt het voor de hand om vooral de productie van weinig renderende DBC zorgproducten te verminderen. Door binnen het plafond minder verliesgevende DBC−zorgproducten en DBC−zorgproducten met een lage marge te leveren, maar zich juist te concentreren op DBC−zorgproducten met een hoge marge kan het ziekenhuis zijn financiële resultaat verbeteren. Indien de zorgverzekeraar een vermindering van de zorgproductie accepteert (en dit niet leidt tot een lagere lump sum in het volgende jaar) dan kan de focus van het ziekenhuis verschuiven van behandelen naar het bevorderen van gezondheid. Het ziekenhuis krijgt een prikkel om zorgkosten te voorkomen en de zorgproductie te verlagen door preventie, substitutie naar de 1e lijn, het tegengaan van overbehandeling en het terugdringen van praktijkvariatie. Hiermee worden zorguitgaven voorkomen en neemt de kwaliteit van zorg toe, terwijl het ziekenhuis geen inkomsten misloopt als zij minder behandelingen uitvoert (dit in tegenstelling tot een plafondafspraak). Het is mogelijk een lump sum plafond vast te stellen voor een gedeelte van de omzet van een ziekenhuis. In het algemeen dat geval heeft het ziekenhuis dan een sterke prikkel tot onderproductie om bij het bereiken van het plafond haar productiecapaciteit te verleggen naar producten die niet onder het plafond vallen. Indien er sprake is van meerdere plafonds voor segmenten van de zorgproducten die vallen binnen de lump sum. Immers de lump sum is gegarandeerd ongeacht de productie. Productie van zorgproducten die buiten de lump sum vallen, levert daarentegen extra inkomsten op. Merk op dat de verzekeraar ook bewust gebruik kan maken van deze prikkel in het geval de verzekeraar wil sturen op het verleggen van de productiecapaciteit omzet van het ziekenhuis naar zorgproducten waarvoor wordt het negatieve omzetrisico voor ziekenhuizen groter. Naarmate er meer segmenten zijn, wordt de kans op onderproductie in één van de segmenten groter, terwijl er door de plafonds geen lump sum geldtmogelijkheid is om dat te compenseren met extra productie bij andere segmenten. Indien er één plafond is voor de totale omzet van het ziekenhuis kan binnen het plafond een omzetdaling voor een deel van de ziekenhuisproductie worden gecompenseerd door extra productie bij een ander deel van het ziekenhuis.

Appears in 1 contract

Samples: zorgmarktadvies.nl

Prikkelwerking en verwachte effecten. Omdat de afgesproken lump sum gegarandeerd is, heeft het ziekenhuis een prikkel tot onderproductie. Onderproductie leidt in dat jaar namelijk tot een beter financieel resultaat (dit in tegenstelling tot een plafondafspraak). Omdat de productie in termen van DBC zorgproducten inzichtelijk blijft, houdt het ziekenhuis anderzijds wel enigszins een prikkel om de zorglevering op peil te houden. Indien de omzet lager uitvalt dan de lump sum loopt het ziekenhuis namelijk het risico dat de lump sum het daarop volgende jaar lager wordt vastgesteld. Een lump sum kan de concurrentie tussen ziekenhuizen beperken. Ziekenhuizen die marktaandeel winnen van andere ziekenhuizen lopen het risico om beloning mis te lopen door de begrenzing van hun omzet. Daarbij is ook een risico van lump summen (i.t.t. plafonds) dat ziekenhuizen die marktaandeel verliezen dit financieel niet merken. Bij voorkeur zouden lump summen gecorrigeerd moeten worden voor verschuivingen in marktaandeel. Bij beide varianten van een lump sum afspraak bestaat het risico op wachtlijsten, ongewenste doorverwijzing en onderbehandeling. In variant a heeft het ziekenhuis een prikkel om na het bereiken van de lump sum grens geen zorg meer te leveren. Het ziekenhuis maakt vanaf dat moment namelijk wel de kosten, maar ontvangt geen opbrengsten. Met elk zorgproduct dat het ziekenhuis levert na het bereiken van de lump sum grens verslechtert het financiële resultaat van het ziekenhuis. Concreet kan het ziekenhuis overgaan tot een patiëntenstop. In variant a is het risico met name groot dat noodzakelijke zorg niet geleverd wordt aan het einde van het jaar. Het ziekenhuis kan ervoor kiezen om reeds lopende het jaar ‘overproductie’ zoveel mogelijk te voorkomen, zodat er aan het eind van het jaar geen wachtlijsten ontstaan. De prikkel hiertoe ontbreekt echter, omdat het ziekenhuis niet gehouden is zorg door te leveren na het bereiken van de lump sum grens. Overigens is het wel de vraag in hoeverre het een reële optie is voor ziekenhuizen om een patiëntenstop af te kondigen. Een ziekenhuis geeft aan dat een patiëntenstop zeer slecht is voor de reputatie van het ziekenhuis. Daarnaast mogen ziekenhuizen patiënten die zich melden bij de spoedeisende hulp niet weigeren. Indien in het contract overeen is gekomen dat het ziekenhuis verplicht zorg moet blijven leveren na het bereiken van de lump sum grens (variant b), dan heeft het ziekenhuis een prikkel om gedurende het hele jaar te sturen op het beperken van de omzet om te voorkomen dat aan het eind van het jaar de lump sum grens wordt overschreden. Het risico op volume overschrijding ligt bij het ziekenhuis en niet meer bij de zorgverzekeraar. Het ziekenhuis heeft een prikkel om patiënten niet te behandelen of op een wachtlijst te plaatsen. Scherp toezicht vanuit de verzekeraar op het voorkomen van onderbehandeling is wenselijk. Om toezicht te kunnen houden, is het noodzakelijk dat het ziekenhuis transparant is over (de kwaliteit van) de geleverde zorg. Het ziekenhuis kan de omzet ook proberen te beperken door patiënten actief door te verwijzen naar andere zorgaanbieders. In het algemeen is dit ongewenst, omdat het per saldo leidt tot hogere zorguitgaven. Om dit tegen te gaan, kunnen overigens contractbepalingen worden opgesteld die bepalen dat verwijzingen van het ziekenhuis naar bijvoorbeeld ongecontracteerde ziekenhuizen in het buitenland of naar ZBC’s mee tellen onder het plafond van het ziekenhuis. Indien het plafond overschreden dreigt te worden krijgt het ziekenhuis een prikkel om behandelingen op te knippen. Door verrichtingen uit te stellen tot na het vaste afsluitmoment van het betreffende DBC−zorgproduct en zo een beperkt subtraject (bijvoorbeeld alleen de diagnosestelling) te declareren in het contractjaar waarin overschrijding dreigt, kan de overschrijding van het plafond dat jaar beperkt worden. Door de uitgestelde verrichtingen in een nieuw subtraject te starten in een nieuw contractjaar kunnen de inkomsten van een behandeling voor een deel onder een nieuw plafond worden gebracht. Dit betekent overigens wel dat bepaalde verrichtingen moedwillig moeten worden uitgesteld door het ziekenhuis. Een omzetplafond kan de prikkel versterken voor een ziekenhuis om zijn zorgproductie te richten op de meest winstgevende DBC−zorgproducten. Als de omzet beperkt wordt ligt het voor de hand om vooral de productie van weinig renderende DBC zorgproducten te verminderen. Door binnen het plafond minder verliesgevende DBC−zorgproducten en DBC−zorgproducten met een lage marge te leveren, maar zich juist te concentreren op DBC−zorgproducten met een hoge marge kan het ziekenhuis zijn financiële resultaat verbeteren. Indien de zorgverzekeraar een vermindering van de zorgproductie accepteert (en dit niet leidt tot een lagere lump sum in het volgende jaar) dan kan de focus van het ziekenhuis verschuiven van behandelen naar het bevorderen van gezondheid. Het ziekenhuis krijgt een prikkel om zorgkosten te voorkomen en de zorgproductie te verlagen verminderen door preventie, substitutie naar de 1e lijn, het tegengaan van overbehandeling en het terugdringen van praktijkvariatie. Hiermee worden zorguitgaven voorkomen en neemt de kwaliteit van zorg toe, terwijl het ziekenhuis geen inkomsten misloopt als zij minder behandelingen uitvoert (dit uitvoert. Bij abonnementssystemen bestaat het risico op wachtlijsten en ongewenste doorverwijzing. Scherp toezicht vanuit de verzekeraar op het voorkomen van wachtlijsten en ongewenste doorverwijzing is dan ook wenselijk. De ongewenste prikkel om patiënten met een zware zorgbehoefte of gecompliceerde problematiek te weigeren en lichte patiënten te selecteren, kan worden afgezwakt door verschillende abonnementstarieven te hanteren voor onderscheiden groepen van verzekerden. Door bijvoorbeeld voor patiënten met comorbiditeit of voor ouderen een hoger abonnementstarief vast te stellen, is het voor het ziekenhuis ook aantrekkelijk deze patiënten in tegenstelling tot een plafondafspraak)zorg te nemen. Het is mogelijk een lump sum vast te stellen voor een gedeelte van ziekenhuis kan de omzet van een ziekenhuisook proberen te beperken door patiënten actief door te verwijzen naar andere zorgaanbieders. In het algemeen is dit ongewenst, omdat het per saldo leidt tot hogere zorguitgaven. De prikkel voor ongewenste verwijzingen kan worden weggenomen door dit risico ook bij het ziekenhuis neer te leggen. Bijvoorbeeld door het ziekenhuis de rekeningen van doorverwijzingen te laten betalen. Tegelijkertijd heeft het ziekenhuis dan ook een prikkel om substitutie naar de 1e lijn vorm te geven, hetgeen wel een gewenste vorm van doorverwijzing kan zijn. Het abonnementssysteem kan betrekking hebben op de volledige zorg van het ziekenhuis, maar kan ook beperkt worden tot enkele specifieke behandelingen. In het laatste geval heeft het ziekenhuis een prikkel tot onderproductie van de zorgproducten die vallen binnen de lump sumonder het abonnementssysteem. Immers de lump sum het abonnementstarief is gegarandeerd ongeacht de productie. Productie van zorgproducten die buiten de lump sum het abonnementssysteem vallen, levert daarentegen extra inkomsten op. Merk op dat de verzekeraar ook bewust gebruik kan maken van deze prikkel in het geval de verzekeraar wil sturen op het verleggen van de productiecapaciteit van het ziekenhuis naar zorgproducten waarvoor geen lump sum geldtdie niet onder het abonnementstarief vallen.

Appears in 1 contract

Samples: zorgmarktadvies.nl