Common use of Project-secretariaat en datamanagement Clause in Contracts

Project-secretariaat en datamanagement. Geen middelen beschikbaar 5 mln. (2020-2030) Plan uiterlijk Q3 2020. Sturing, programmering onderzoek, het verbinden van programma’s en - instellingen, samenwerking verbinding(open) data en datamanagement (IHM), overzichtelijk en toegankelijk maken van rapporten en communicatie. Tevens ophalen en integreren van ontwikkelde kennis voor de beantwoording van kennisvragen en gebruik in beleid en beheer. Bijlage 3: Internationaalrechtelijke context • De grenzen van het Nederlandse deel van de Noordzee hebben bestuurlijke betekenis, maar het gebruik, de natuur of het ecosysteem zijn grensoverschrijdend. Doelstellingen, afspraken, verplichtingen en samenwerking doen zich dan ook voor op verschillende schaalniveaus en in verschillende gremia. Een overzicht met de belangrijkste samenwerkingsverbanden en verplichtingen zijn: - VN niveau: Sustainable Development Goals; Klimaatakkoord Parijs; Oceanenbeleid; het biodiversiteitsverdrag; United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS, scheepvaartveiligheid en toegankelijkheid) en afspraken in het kader van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO); - Europees niveau: Kaderrichtlijn Xxxxxxx Xxxxxxxxx; Richtlijn Maritieme Ruimtelijk Plan; Gemeenschappelijk Visserijbeleid; Natura 2000 / Vogel- en Habitatrichtlijnen; CO2 emissie reductiedoelstellingen; Blue Growth Strategie; Duurzame energiebeleid; - Regionaal niveau, OSPAR: Bescherming milieu van Noord Oost Atlantische Oceaansysteem inclusief de Noordzee (veelal via KRM implementatie). Andere relevante verdragen op regionaal niveau zijn ASCOBANS (bescherming walvisachtigen); AEWA (bescherming watervogels waaronder de meeste zeevogels in de Noordzee) en andere relevante instrumenten vastgesteld in het kader van het verdrag van Bonn inzake de bescherming van migrerende diersoorten en Bonn- Agreement (incidentenbestrijding); - Noordzeelanden: Politieke verklaring Samenwerking op het gebied van duurzame energieopwekking en het daaraan gekoppelde EU gesteunde project SEANSE; het Interreg project NorthSee; - Bilaterale uitwisseling: deze vindt plaats op overheidsniveau en momenteel vooral met België en Duitsland. • Vanuit de Kaderrichtlijn Xxxxxxx Xxxxxxxxx ligt er voor alle Europese landen een verplichting tot het implementeren van de ecosysteemgerichte benadering voor een duurzaam gebruik van de zee. OSPAR biedt het organisatorisch raamwerk van een zeeverdrag waarvan volgens de KRM gebruik gemaakt moet worden om tot een internationaal gecoördineerde aanpak te komen voor het doen van assessments, het stellen van doelen en nemen van maatregelen. In de KRM zitten ook de doelstellingen en indicatoren voor VHR, KRW en GVB (geoperationaliseerd via een commissiebesluit). Voor al deze thema’s zijn zowel binnen de EU als OSPAR (en andere regionale zeeverdragen) werkgroepen opgericht. • Vanuit de Richtlijn Maritieme Ruimtelijk Planning is er de verplichting om grensoverschrijdende aspecten met buurlanden af te stemmen. Denk daarbij aan scheepvaartroutes, kabels en leidingen, windparken maar ook de cumulatie van (grensoverschrijdenden) effecten zoals onderwatergeluid of de effecten op migrerende vogels. Er is een directe verplichting in de richtlijn buurlanden te consulteren indien er mogelijk grensoverschrijdende effecten van beleid en beheer zijn. Dit is ook een verplichting uit het ESPOO verdrag. • De recentste inzichten van het IPCC aangaande de internationaal geaccepteerde urgentie van klimaatverandering. • Het feit dat het akkoord van Parijs beschrijft dat ontwikkelde landen een grotere bijdrage leveren aan het terugdringen van CO2 uitstoot dan ontwikkelingslanden. • De afspraken in het Nederlandse Klimaatakkoord, onder andere aangaande de condities waaronder CCS en biomassa ingevoerd worden. • Het wereldwijd beschikbare koolstofbudget dat beschikbaar is om met grote zekerheid aan de Parijsdoelstellingen te voldoen en hoe dit budget eerlijk verdeeld zou moeten worden tussen landen, wat dat betekent voor de CO2 uitstoot van het Nederlandse gasverbruik. • Scenario’s ontwikkelen waarbij het 80% zeker is dat de 1,5 graden gehaald zal worden en 100% zeker is dat de 2 graden grens gehaald zal worden en die doorvertalen naar wat deze scenario’s betekenen voor het Nederlandse koolstofbudget en welke reductie dat vereist. • De gegevens uit het gezamenlijk seismisch onderzoeksprogramma zullen samen met reeds bekende gegevens als basis dienen voor het bepalen van de minimale geluidsniveaus die nodig zijn om de benodigde informatie over de opsporing en winning van koolwaterstoffen te verkrijgen43. Deze resultaten dienen samen met reeds bekende gegevens als leidend voor de Best Beschikbare Technieken van de sector. • Minimale impact op de natuur betekent toepassing van de minst natuur-belastende uitvoering van een 3D seismisch onderzoek waarbij nog resultaat behaald kan worden, overeenkomstig het best beschikbare techniek-principe. De operator van het 3D seismisch onderzoek maakt daarom vooraf een analyse van het laagst mogelijke geluidsniveau waarbij de beoogde resultaten bereikt worden. Er wordt niet meer geluid geproduceerd dan noodzakelijk om de beoogde informatie te verzamelen. • Tijdens het 3D seismisch onderzoek wordt gemonitord of met het geluidsniveau het beoogde resultaat behaald wordt, zo nodig wordt het geluidsniveau aangepast. Het bijbehorende propagatiemodel wordt geverifieerd. • De natuur- en milieuorganisaties zeggen hun medewerking toe aan het onderzoeksprogramma. Voor dit onderzoek kunnen de betrokken NGO’s een onafhankelijke expert toevoegen voor de begeleiding van de methode, uitvoering en monitoring van dit onderzoek. • Als er op de Nederlandse Noordzee andere 3D seismische onderzoeken worden uitgevoerd voordat de resultaten van het onderzoek bekend en verwerkt zijn, zal de betreffende partij een soortgelijk onderzoek doen voor het ijken van de minimale benodigde geluidsniveaus, vanuit de doelstelling om verstoring van natuur zoveel mogelijk te beperken. • De terms of reference van het (de) onderzoek(en) wordt(en) in samenspraak met de partijen vastgesteld. Het betreft een transparant en toetsbaar onderzoeksproject. De vaststelling van de geluidsniveaus vindt plaats in het Noordzee overleg. • Het 3D seismisch onderzoek vindt plaats bij een bepaalde waterdiepte en met het oog op een bepaalde geologisch formatiediepte. Voor 3D seismische onderzoeken met een andere waterdiepte of een ander beoogd geologische formatiediepte kan het mogelijk zijn een aanpassing te maken van de geformuleerde geluidsniveaus. In ieder geval zal de operator vooraf het laagst mogelijke geluidsniveau, waarbij de beoogde resultaten bereikt worden, vaststellen. • Het is niet op voorhand uit te sluiten dat bij toepassing van Best Beschikbare Technieken het 3D seismische onderzoek nog steeds leidt tot, afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten, geluidsverstoring waardoor de natuurlijke kenmerken van de nabijgelegen Natura 2000-gebieden kunnen worden aangetast, dan wel dat dit leidt tot het verstoren, doden en/of beschadigen van de strikt beschermde diersoorten. • Om natuurschade, en in het bijzonder fysieke schade en gedragsverandering te voorkomen, worden ook de voor de betreffende soorten de meeste recente wetenschappelijke inzichten van gehoor- en gedragsdrempelwaarden in acht genomen tijdens aanvragen om vergunningen ingevolge de Wet natuurbescherming en andere relevante regel- en wetgeving. • Uitgangspunt is dat partijen altijd eerst in vooroverleg gaan voordat aanvragen voor seismische surveys worden ingediend. Mocht er een indicatie zijn dat, ondanks het toepassen van Best Beschikbare Technieken met minimale geluidsniveaus, schade aan beschermde natuurwaarden niet kan worden voorkomen, dan zullen partijen eerst met elkaar over de situatie overleggen en naar een oplossing zoeken. Mocht dat niet tot een oplossing leiden, dan wordt de situatie voorgelegd aan het Noordzeeoverleg om te proberen bij consensus een oplossing te vinden voordat een vergunning wordt verleend en eventueel formele rechtsmiddelen worden gebruikt.

Appears in 3 contracts

Samples: zoek.officielebekendmakingen.nl, www.tweedekamer.nl, open.overheid.nl

Project-secretariaat en datamanagement. Geen middelen beschikbaar 5 mln. (2020-2030) Plan uiterlijk Q3 2020. Sturing, programmering onderzoek, het verbinden van programma’s en - instellingen, samenwerking verbinding(open) data en datamanagement (IHM), overzichtelijk en toegankelijk maken van rapporten en communicatie. Tevens ophalen en integreren van ontwikkelde kennis voor de beantwoording van kennisvragen en gebruik in beleid en beheer. Bijlage 3: Internationaalrechtelijke context • De grenzen van het Nederlandse deel van de Noordzee hebben bestuurlijke betekenis, maar het gebruik, de natuur of het ecosysteem zijn grensoverschrijdend. Doelstellingen, afspraken, verplichtingen en samenwerking doen zich dan ook voor op verschillende schaalniveaus en in verschillende gremia. Een overzicht met de belangrijkste samenwerkingsverbanden en verplichtingen zijn: - VN niveau: Sustainable Development Goals; Klimaatakkoord Parijs; Oceanenbeleid; het biodiversiteitsverdrag; United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS, scheepvaartveiligheid en toegankelijkheid) en afspraken in het kader van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO); - Europees niveau: Kaderrichtlijn Xxxxxxx Xxxxxxxxx; Richtlijn Maritieme Ruimtelijk Plan; Gemeenschappelijk Visserijbeleid; Natura 2000 / Vogel- en Habitatrichtlijnen; CO2 emissie reductiedoelstellingen; Blue Growth Strategie; Duurzame energiebeleid; - Regionaal niveau, OSPAR: Bescherming milieu van Noord Oost Atlantische Oceaansysteem inclusief de Noordzee (veelal via KRM implementatie). Andere relevante verdragen op regionaal niveau zijn ASCOBANS (bescherming walvisachtigen); AEWA (bescherming watervogels waaronder de meeste zeevogels in de Noordzee) en andere relevante instrumenten vastgesteld in het kader van het verdrag van Bonn inzake de bescherming van migrerende diersoorten en Bonn- Agreement (incidentenbestrijding); - Noordzeelanden: Politieke verklaring Samenwerking op het gebied van duurzame energieopwekking en het daaraan gekoppelde EU gesteunde project SEANSE; het Interreg project NorthSee; - Bilaterale uitwisseling: deze vindt plaats op overheidsniveau en momenteel vooral met België en Duitsland. • Vanuit de Kaderrichtlijn Xxxxxxx Xxxxxxxxx ligt er voor alle Europese landen een verplichting tot het implementeren van de ecosysteemgerichte benadering voor een duurzaam gebruik van de zee. OSPAR biedt het organisatorisch raamwerk van een zeeverdrag waarvan volgens de KRM gebruik gemaakt moet worden om tot een internationaal gecoördineerde aanpak te komen voor het doen van assessments, het stellen van doelen en nemen van maatregelen. In de KRM zitten ook de doelstellingen en indicatoren voor VHR, KRW en GVB (geoperationaliseerd via een commissiebesluit). Voor al deze thema’s zijn zowel binnen de EU als OSPAR (en andere regionale zeeverdragen) werkgroepen opgericht. • Vanuit de Richtlijn Maritieme Ruimtelijk Planning is er de verplichting om grensoverschrijdende aspecten met buurlanden af te stemmen. Denk daarbij aan scheepvaartroutes, kabels en leidingen, windparken maar ook de cumulatie van (grensoverschrijdenden) effecten zoals onderwatergeluid of de effecten op migrerende vogels. Er is een directe verplichting in de richtlijn buurlanden te consulteren indien er mogelijk grensoverschrijdende effecten van beleid en beheer zijn. Dit is ook een verplichting uit het ESPOO verdrag. • De recentste inzichten van het IPCC aangaande de internationaal geaccepteerde urgentie van klimaatverandering. • Het feit dat het akkoord van Parijs beschrijft dat ontwikkelde landen een grotere bijdrage leveren aan het terugdringen van CO2 uitstoot dan ontwikkelingslanden. • De afspraken in het Nederlandse Klimaatakkoord, onder andere aangaande de condities waaronder CCS en biomassa ingevoerd worden. • Het wereldwijd beschikbare koolstofbudget dat beschikbaar is om met grote zekerheid aan de Parijsdoelstellingen te voldoen en hoe dit budget eerlijk verdeeld zou moeten worden tussen landen, wat dat betekent voor de CO2 uitstoot van het Nederlandse gasverbruik. • Scenario’s ontwikkelen waarbij het 80% zeker is dat de 1,5 graden gehaald zal worden en 100% zeker is dat de 2 graden grens gehaald zal worden en die doorvertalen naar wat deze scenario’s betekenen voor het Nederlandse koolstofbudget en welke reductie dat vereist. • De gegevens uit het gezamenlijk seismisch onderzoeksprogramma zullen samen met reeds bekende gegevens als basis dienen voor het bepalen van de minimale geluidsniveaus die nodig zijn om de benodigde informatie over de opsporing en winning van koolwaterstoffen te verkrijgen43verkrijgen45. Deze resultaten dienen samen met reeds bekende gegevens als leidend voor de Best Beschikbare Technieken van de sector. • Minimale impact op de natuur betekent toepassing van de minst natuur-belastende uitvoering van een 3D seismisch onderzoek waarbij nog resultaat behaald kan worden, overeenkomstig het best beschikbare techniek-principe. De operator van het 3D seismisch onderzoek maakt daarom vooraf een analyse van het laagst mogelijke geluidsniveau waarbij de beoogde resultaten bereikt worden. Er wordt niet meer geluid geproduceerd dan noodzakelijk om de beoogde informatie te verzamelen. • Tijdens het 3D seismisch onderzoek wordt gemonitord of met het geluidsniveau het beoogde resultaat behaald wordt, zo nodig wordt het geluidsniveau aangepast. Het bijbehorende propagatiemodel wordt geverifieerd. • De natuur- en milieuorganisaties zeggen hun medewerking toe aan het onderzoeksprogramma. Voor dit onderzoek kunnen de betrokken NGO’s een onafhankelijke expert toevoegen voor de begeleiding van de methode, uitvoering en monitoring van dit onderzoek. • Als er op de Nederlandse Noordzee andere 3D seismische onderzoeken worden uitgevoerd voordat de resultaten van het onderzoek bekend en verwerkt zijn, zal de betreffende partij een soortgelijk onderzoek doen voor het ijken van de minimale benodigde geluidsniveaus, vanuit de doelstelling om verstoring van natuur zoveel mogelijk te beperken. • De terms of reference van het (de) onderzoek(en) wordt(en) in samenspraak met de partijen vastgesteld. Het betreft een transparant en toetsbaar onderzoeksproject. De vaststelling van de geluidsniveaus vindt plaats in het Noordzee overleg. • Het 3D seismisch onderzoek vindt plaats bij een bepaalde waterdiepte en met het oog op een bepaalde geologisch formatiediepte. Voor 3D seismische onderzoeken met een andere waterdiepte of een ander beoogd geologische formatiediepte kan het mogelijk zijn een aanpassing te maken van de geformuleerde geluidsniveaus. In ieder geval zal de operator vooraf het laagst mogelijke geluidsniveau, waarbij de beoogde resultaten bereikt worden, vaststellen. • Het is niet op voorhand uit te sluiten dat bij toepassing van Best Beschikbare Technieken het 3D seismische onderzoek nog steeds leidt tot, afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten, geluidsverstoring waardoor de natuurlijke kenmerken van de nabijgelegen Natura 2000-gebieden kunnen worden aangetast, dan wel dat dit leidt tot het verstoren, doden en/of beschadigen van de strikt beschermde diersoorten. • Om natuurschade, en in het bijzonder fysieke schade en gedragsverandering te voorkomen, worden ook de voor de betreffende soorten de meeste recente wetenschappelijke inzichten van gehoor- en gedragsdrempelwaarden in acht genomen tijdens aanvragen om vergunningen ingevolge de Wet natuurbescherming en andere relevante regel- en wetgeving. • Uitgangspunt is dat partijen altijd eerst in vooroverleg gaan voordat aanvragen voor seismische surveys worden ingediend. Mocht er een indicatie zijn dat, ondanks het toepassen van Best Beschikbare Technieken met minimale geluidsniveaus, schade aan beschermde natuurwaarden niet kan worden voorkomen, dan zullen partijen eerst met elkaar over de situatie overleggen en naar een oplossing zoeken. Mocht dat niet tot een oplossing leiden, dan wordt de situatie voorgelegd aan het Noordzeeoverleg om te proberen bij consensus een oplossing te vinden voordat een vergunning wordt verleend en eventueel formele rechtsmiddelen worden gebruikt.

Appears in 1 contract

Samples: www.noordzeeloket.nl

Project-secretariaat en datamanagement. Geen middelen beschikbaar 5 mln. (2020-2030) Plan uiterlijk Q3 2020. Sturing, programmering onderzoek, het verbinden van programma’s en - instellingen, samenwerking verbinding(open) data en datamanagement (IHM), overzichtelijk en toegankelijk maken van rapporten en communicatie. Tevens ophalen en integreren van ontwikkelde kennis voor de beantwoording van kennisvragen en gebruik in beleid en beheer. Bijlage 3: Internationaalrechtelijke context • De grenzen van het Nederlandse deel van de Noordzee hebben bestuurlijke betekenis, maar het gebruik, de natuur of het ecosysteem zijn grensoverschrijdend. Doelstellingen, afspraken, verplichtingen en samenwerking doen zich dan ook voor op verschillende schaalniveaus en in verschillende gremia. Een overzicht met de belangrijkste samenwerkingsverbanden en verplichtingen zijn: - VN niveau: Sustainable Development Goals; Klimaatakkoord Parijs; Oceanenbeleid; het biodiversiteitsverdrag; United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS, scheepvaartveiligheid en toegankelijkheid) en afspraken in het kader van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO); - Europees niveau: Kaderrichtlijn Xxxxxxx Xxxxxxxxx; Richtlijn Maritieme Ruimtelijk Plan; Gemeenschappelijk Visserijbeleid; Natura 2000 / Vogel- en Habitatrichtlijnen; CO2 emissie reductiedoelstellingen; Blue Growth Strategie; Duurzame energiebeleid; - Regionaal niveau, OSPAR: Bescherming milieu van Noord Oost Atlantische Oceaansysteem inclusief de Noordzee (veelal via KRM implementatie). Andere relevante verdragen op regionaal niveau zijn ASCOBANS (bescherming walvisachtigen); AEWA (bescherming watervogels waaronder de meeste zeevogels in de Noordzee) en andere relevante instrumenten vastgesteld in het kader van het verdrag van Bonn inzake de bescherming van migrerende diersoorten en Bonn- Agreement (incidentenbestrijding); - Noordzeelanden: Politieke verklaring Samenwerking op het gebied van duurzame energieopwekking en het daaraan gekoppelde EU gesteunde project SEANSE; het Interreg project NorthSee; - Bilaterale uitwisseling: deze vindt plaats op overheidsniveau en momenteel vooral met België en Duitsland. • Vanuit de Kaderrichtlijn Xxxxxxx Xxxxxxxxx ligt er voor alle Europese landen een verplichting tot het implementeren van de ecosysteemgerichte benadering voor een duurzaam gebruik van de zee. OSPAR biedt het organisatorisch raamwerk van een zeeverdrag waarvan volgens de KRM gebruik gemaakt moet worden om tot een internationaal gecoördineerde aanpak te komen voor het doen van assessments, het stellen van doelen en nemen van maatregelen. In de KRM zitten ook de doelstellingen en indicatoren voor VHR, KRW en GVB (geoperationaliseerd via een commissiebesluit). Voor al deze thema’s zijn zowel binnen de EU als OSPAR (en andere regionale zeeverdragen) werkgroepen opgericht. • Vanuit de Richtlijn Maritieme Ruimtelijk Planning is er de verplichting om grensoverschrijdende aspecten met buurlanden af te stemmen. Denk daarbij aan scheepvaartroutes, kabels en leidingen, windparken maar ook de cumulatie van (grensoverschrijdenden) effecten zoals onderwatergeluid of de effecten op migrerende vogels. Er is een directe verplichting in de richtlijn buurlanden te consulteren indien er mogelijk grensoverschrijdende effecten van beleid en beheer zijn. Dit is ook een verplichting uit het ESPOO verdrag. • De recentste inzichten van het IPCC aangaande de internationaal geaccepteerde urgentie van klimaatverandering. • Het feit dat het akkoord van Parijs beschrijft dat ontwikkelde landen een grotere bijdrage leveren aan het terugdringen van CO2 uitstoot dan ontwikkelingslanden. • De afspraken in het Nederlandse Klimaatakkoord, onder andere aangaande de condities waaronder CCS en biomassa ingevoerd worden. • Het wereldwijd beschikbare koolstofbudget dat beschikbaar is om met grote zekerheid aan de Parijsdoelstellingen te voldoen en hoe dit budget eerlijk verdeeld zou moeten worden tussen landen, wat dat betekent voor de CO2 uitstoot van het Nederlandse gasverbruik. • Scenario’s ontwikkelen waarbij het 80% zeker is dat de 1,5 graden gehaald zal worden en 100% zeker is dat de 2 graden grens gehaald zal worden en die doorvertalen naar wat deze scenario’s betekenen voor het Nederlandse koolstofbudget en welke reductie dat vereist. • De gegevens uit het gezamenlijk seismisch onderzoeksprogramma zullen samen met reeds bekende gegevens als basis dienen voor het bepalen van de minimale geluidsniveaus die nodig zijn om de benodigde informatie over de opsporing en winning van koolwaterstoffen te verkrijgen43verkrijgen41. Deze resultaten dienen samen met reeds bekende gegevens als leidend voor de Best Beschikbare Technieken van de sector. • Minimale impact op de natuur betekent toepassing van de minst natuur-belastende uitvoering van een 3D seismisch onderzoek waarbij nog resultaat behaald kan worden, overeenkomstig het best beschikbare techniek-principe. De operator van het 3D seismisch onderzoek maakt daarom vooraf een analyse van het laagst mogelijke geluidsniveau waarbij de beoogde resultaten bereikt worden. Er wordt niet meer geluid geproduceerd dan noodzakelijk om de beoogde informatie te verzamelen. • Tijdens het 3D seismisch onderzoek wordt gemonitord of met het geluidsniveau het beoogde resultaat behaald wordt, zo nodig wordt het geluidsniveau aangepast. Het bijbehorende propagatiemodel wordt geverifieerd. • De natuur- en milieuorganisaties zeggen hun medewerking toe aan het onderzoeksprogramma. Voor dit onderzoek kunnen de betrokken NGO’s een onafhankelijke expert toevoegen voor de begeleiding van de methode, uitvoering en monitoring van dit onderzoek. • Als er op de Nederlandse Noordzee andere 3D seismische onderzoeken worden uitgevoerd voordat de resultaten van het onderzoek bekend en verwerkt zijn, zal de betreffende partij een soortgelijk onderzoek doen voor het ijken van de minimale benodigde geluidsniveaus, vanuit de doelstelling om verstoring van natuur zoveel mogelijk te beperken. • De terms of reference van het (de) onderzoek(en) wordt(en) in samenspraak met de partijen vastgesteld. Het betreft een transparant en toetsbaar onderzoeksproject. De vaststelling van de geluidsniveaus vindt plaats in het Noordzee overleg. • Het 3D seismisch onderzoek vindt plaats bij een bepaalde waterdiepte en met het oog op een bepaalde geologisch formatiediepte. Voor 3D seismische onderzoeken met een andere waterdiepte of een ander beoogd geologische formatiediepte kan het mogelijk zijn een aanpassing te maken van de geformuleerde geluidsniveaus. In ieder geval zal de operator vooraf het laagst mogelijke geluidsniveau, waarbij de beoogde resultaten bereikt worden, vaststellen. • Het is niet op voorhand uit te sluiten dat bij toepassing van Best Beschikbare Technieken het 3D seismische onderzoek nog steeds leidt tot, afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten, geluidsverstoring waardoor de natuurlijke kenmerken van de nabijgelegen Natura 2000-gebieden kunnen worden aangetast, dan wel dat dit leidt tot het verstoren, doden en/of beschadigen van de strikt beschermde diersoorten. • Om natuurschade, en in het bijzonder fysieke schade en gedragsverandering te voorkomen, worden ook de voor de betreffende soorten de meeste recente wetenschappelijke inzichten van gehoor- en gedragsdrempelwaarden in acht genomen tijdens aanvragen om vergunningen ingevolge de Wet natuurbescherming en andere relevante regel- en wetgeving. • Uitgangspunt is dat partijen altijd eerst in vooroverleg gaan voordat aanvragen voor seismische surveys worden ingediend. Mocht er een indicatie zijn dat, ondanks het toepassen van Best Beschikbare Technieken met minimale geluidsniveaus, schade aan beschermde natuurwaarden niet kan worden voorkomen, dan zullen partijen eerst met elkaar over de situatie overleggen en naar een oplossing zoeken. Mocht dat niet tot een oplossing leiden, dan wordt de situatie voorgelegd aan het Noordzeeoverleg om te proberen bij consensus een oplossing te vinden voordat een vergunning wordt verleend en eventueel formele rechtsmiddelen worden gebruikt.

Appears in 1 contract

Samples: www.overlegorgaanfysiekeleefomgeving.nl