Salarisaanpassing Voorbeeldclausules

Salarisaanpassing. 1. De CAO-schalen en de daadwerkelijk betaalde salarissen worden als volgt verhoogd: • per 1 april 2020: 3% • per 1 oktober 2020: 2% • per 1 april 2021: 1,5% • per 1 oktober 2021: 1,5% • per 1 januari 2022: 2% • per 1 juli 2022: 1%.
Salarisaanpassing. 1. Per 1 oktober 2020 worden de schaalbedragen en de feitelijk uitbetaalde salarissen verhoogd met 1,25%. De persoonlijke toeslagen, als zodanig omschreven in de individuele arbeidsovereenkomst, behoeven niet te worden verhoogd. De bedoelde schaalbedragen zijn opgenomen in bijlage 1B.
Salarisaanpassing. Collectieve aanpassing 1. De individuele salarissen van werknemers én de salarisschalen stijgen per 1 mei 2021 met 2,5%, per 1 januari 2022 met 2% en per 1 januari 2023 met 2%. Daarnaast betaalt je werkgever je in mei 2021 een eenmalige bruto uitkering uit van € 350,- als je fulltime werkt, in dienst bent op 1 januari 2021 en nog steeds in dienst bent bij je werkgever op 1 mei 2021. Als je later in dienst bent getreden dan 1 januari 2021, maar voor 1 mei 2021 dan is deze eenmalige naar rato. De minimumlijnen van alle salarisschalen worden op 1 januari 2023 met 3% verhoogd.
Salarisaanpassing. Bij de onder 8.3.1. en 8.3.2. genoemde indelingen in een hogere salarisgroep bedraagt de salarisverhoging ten minste de verhoging passend bij “Op schema” uitgaande van de relatieve salarispositie in de nieuwe salarisgroep. Na de hier bedoelde salarisverhoging zal het salaris ten minste het minimumsalaris van de nieuwe salarisgroep bedragen.
Salarisaanpassing. De schaalbedragen vanaf 31 december 2018 zijn opgenomen in bijlage 1C. Per 1 oktober 2019 worden de schaalbedragen en de feitelijk uitbetaalde salarissen verhoogd met 2%. De persoonlijke toeslagen, als zodanig omschreven in de individuele arbeidsovereenkomst, behoeven niet te worden verhoogd. De bedoelde schaalbedragen zijn opgenomen in bijlage 1D. Per 1 juli 2020 worden de schaalbedragen en de feitelijk uitbetaalde salarissen verhoogd met 2%. De persoonlijke toeslagen, als zodanig omschreven in de individuele arbeidsovereenkomst, behoeven niet te worden verhoogd. De bedoelde schaalbedragen zijn opgenomen in bijlage 1E. Dit artikel geldt niet voor de werknemer die valt onder de Participatiewet; het salaris van deze werknemer volgt de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon.
Salarisaanpassing. Voor de eerdergenoemde indelingen in een hogere salarisschaal bedraagt de salarisverhoging ten minste de verhoging passend bij ”voldoet aan functie- eisen” uitgaande van de relatieve salarispositie in de nieuwe salarisschaal. Na de hier bedoelde salarisverhoging zal het salaris ten minste het minimumsalaris van de nieuwe salarisschaal bedragen.
Salarisaanpassing. Artikel 9.2.
Salarisaanpassing. Bij de hiervoor genoemde indelingen in een hogere salarisgroep als gevolg van promotie en herclassificatie bedraagt de salarisverhoging tenminste de verhoging passend bij ”voldoet aan functie-eisen” uitgaande van de relatieve salarispositie in de nieuwe salarisgroep. Na de hier bedoelde salarisverhoging zal het salaris tenminste het minimumsalaris van de nieuwe salarisgroep bedragen.
Salarisaanpassing. De individuele salarisverhoging is afhankelijk van de beoordeling én de relatieve positie in de salarisschaal: ▪ in het beoordelingsgesprek wordt vastgesteld hoe je hebt gepresteerd ten opzichte van de afgesproken doelen. De uitkomst wordt samengevat in een conclusie volgens een zogenoemde vijfpunts-schaal: van ruim beneden afspraak tot ruim boven afspraak. Die uitkomst is van invloed op de ontwikkeling van je salaris (hoe hoger de beoordeling, hoe hoger de salarisverhoging). ▪ de feitelijke salarisaanpassing is afhankelijk van jouw relatieve salarispositie: dit is de procentuele verhouding tussen jouw werkelijke salaris en het maximumsalaris ▪ als de leidinggevende geen beoordelingsgesprek met jou voert zoals in deze paragraaf bedoeld, dan wordt je salaris met 3% aangepast, totdat je het maximumbedrag (100%) van de salarisschaal hebt bereikt In een Merit matrix is vastgelegd welke salarisverhoging (in procenten) hoort bij een bepaalde beoordeling en relatieve salarispositie. Wanneer je ruim beneden afspraak hebt gefunctioneerd, dan heb je geen recht op een salarisverhoging. Beoordeling 🡪 Relatieve salarispositie🡫 Ruim beneden afspraak Beneden afspraak Volgens afspraak Boven Afspraak Ruim boven afspraak Van 70% tot 80% 0% 0% Van 80% tot 90% 0% 0% 3% 4% 5% Van 90% tot 100% 0% 0% 2% 3% 4% Van 100% tot 110% 0% 0% 0%
Salarisaanpassing. Collectieve aanpassing 1. De individuele salarissen van werknemers stijgen op 1 januari 2024 met 8%, daarbij geldt een bodembedrag van 300 euro bruto per maand op fulltimebasis. Het loongebouw is in bijlage III opgenomen. De individuele salarissen en het loongebouw stijgen op 1 januari 2025 en op 1 januari 2026 met de AWVN index. De definitie van deze AWVN-index is het gemiddelde van het 12-maandscijfer over de periode oktober enig kalenderjaar tot oktober volgend kalenderjaar, vastgesteld op 30 november aansluitend aan deze referteperiode . . Dit cijfer wordt vastgesteld en bekendgemaakt op 30 november van respectievelijk 2025 en 2026 waarop het loongebouw vervolgens wordt aangepast. Aan de AWVN index is voor 2025 een maximum van 4% afgesproken en voor 2026 van 3,5%. Mocht de AWVN index hoger uitvallen dan deze maxima dan wordt het meerdere ter overweging meegenomen in de onderhandelingen over een nieuwe cao per 1 januari 2027. Tevens zullen cao-partijen het AWVN-indexcijfer afzetten tegen het CBS-inflatiecijfer (inclusief energie) van respectievelijk kalenderjaar 2024 en kalenderjaar 2025. Mocht het CBS-inflatiecijfer positief afwijken van het AWVN-index cijfer dan geldt een correctie van dit verschil op 1 januari 2027 in de vorm van een collectieve salarisstijging tot een maximum van 1% per kalenderjaar (2025 en 2026). Als het CBS-inflatiecijfer verder afwijkt dan maximaal 1% per kalenderjaar, nemen cao-partijen het meerdere mee ter overweging in de cao-onderhandelingen voor de cao vanaf 1 januari 2027.