Regionale organisatie Voorbeeldclausules

Regionale organisatie. Om de afspraken uit deze overeenkomst te bewaken en na te leven is een goede regionale organisatie nodig. De gemeenten in de regio Utrecht kennen een lange traditie van regionale samenwerking. Op dit moment oriënteren gemeenten zich op nieuwe vormen van regionale samenwerking onder de noemer U10. De ondersteuning van deze overeenkomst zal daarin worden bekeken. Vooralsnog wordt gekozen voor voortzetting van het bestuurlijke portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken (wellicht in de toekomst onder de naam ‘bestuurstafel’). Dit overleg komt circa vier keer per jaar bijeen. Het portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken wordt ambtelijk voorbereid door het contactpersonenoverleg Economische Zaken. Deze beide overleggen hebben voldoende frequentie en mandaat om in de uitvoering en naleving van deze Regionale Overeenkomst Kantoren te kunnen voorzien.
Regionale organisatie. Een instelling/organisatie met een maatschappelijk belang die haar activiteiten uitvoert op de schaal van de Hoeksche Waard waarbij de uitgevoerde activiteiten ook in het belang zijn van de inwoners van de gemeente Binnenmaas.
Regionale organisatie. De huidige procesarchitectuur in de regio bestaande uit een stuurgroep van wethouders en een ambtelijke werkgroep wordt gecontinueerd en heeft tot doel om de regionale samenwerkingsafspraken uit te voeren en te monitoren. De werkgroep vergadert ten minste tien keer per jaar en voert hierin de onderwerpen uit het convenant concreet uit. Op deze manier wordt het convenant verankerd in de organisatie. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van alle gemeenten in de Kop van Noord-Holland en de provincie. De regionale afstemming vindt plaats in het portefeuillehoudersoverleg Ruimte & Economie (POROEZ). Jaarlijks is er een bestuurlijk overleg tussen de wethouders Wonen van de regiogemeenten en Texel (Status Aparte) en gedeputeerde Wonen van de provincie Noord-Holland over het KwK, het KwT en het nog op te stellen regionale woonakkoord. De volgende bijlagen maken deel uit van dit convenant: - Bijlage 1: Kwalitatief afwegingskader; - Bijlage 2: Vragentabel kwalitatief afwegingskader: ≠ Kaart I – Postcodegebieden; ≠ Kaart II – kernen; - Bijlage 3: Kwantitatief afwegingskader (concept); - Bijlage 4: Woningbouwprogramma regiogemeenten (dynamisch); - Bijlage 5: Woningbouwprogramma Xxxxx 0000 – 2030 (dynamisch), betreft een ‘losse’ bijlage.

Related to Regionale organisatie

  • Positie in de organisatie Valt onder leiding van hoofd atelier Geeft leiding aan niet van toepassing

  • Organisatie 1. In het geval dat de stralingsbeschermingsdeskundige niet in dienst is van de vergunninghouder, maar wordt ingehuurd, zijn de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de omvang van de tijdsbesteding vastgelegd in een contract.

  • Bij de concentratie betrokken organisaties 1.1 Organisatie 1

  • Organisatorische positie De Woonbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaald.

  • Reorganisatie 1 Onder reorganisatie wordt het volgende verstaan: – de beëindiging van de werkzaamheden van de hogeschool of van een belangrijk onderdeel daarvan vanwege bedrijfseconomische of andere redenen; – een belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de werkzaamheden van de hogeschool of van een belangrijk onderdeel hiervan; – een belangrijke wijziging in de organisatie van de hogeschool of van een belangrijk onderdeel daarvan; – een belangrijke wijziging in de verdeling van de bevoegdheden, het aangaan, wijzigen of verbreken van duurzame samenwerking met een andere hogeschool of de invoering of wijziging van een belangrijke technologische voorziening voor zover dit ingrijpende gevolgen heeft voor een belangrijk aantal in de hogeschool werkzame personen; – de wijziging van de plaats waar de hogeschool haar werkzaamheden uitvoert.

  • Territoriale uitgestrektheid Uitgezonderd andersluidende bepalingen, verlenen wij dekking in alle landen waar het contract Verplichte aansprakelijkheidsverzekering van het motorrijtuig aangeduid in de bijzondere voorwaarden van toepassing is.

  • Nederlandse Herverzekeringmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT): Een door het Verbond van Verzekeraars opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in artikel 1.1, 1.2 en 1.3 omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.

  • Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT) Een door het Verbond van Verzekeraars opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in artikel 1.1, 1.2 en 1.3 omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.

  • Uitgesloten risico’s Bij de in deze bepaling uitgesloten risico’s betaalt de pensioeninstelling de opgebouwde reserve, berekend op de dag van het overlijden. De pensioeninstelling zal echter geen enkel bedrag uitkeren aan die begunstigde die opzettelijk het overlijden van de verzekerde heeft veroorzaakt of ertoe aangespoord heeft.

  • Functiegroepen Voor het uitoefenen van het vak van beveiliger is een diploma nodig, tenzij de werknemer een permanente ontheffing van de Minister van Justitie heeft. Het vak van beveiliger wordt uitgeoefend binnen 6 functiegroepen, welke gebaseerd zijn op zogenaamde beroepsprofielen. Deze functiegroepen (of beroepsprofielen) zijn: Deze beveiliger verricht beveiligings-, portiers- en/of receptiediensten op een bepaald object. Door het verrichten van controles en het signaleren van onregelmatigheden oefent de beveiliger preventief toezicht uit, waarbij het kunnen omgaan met of het optreden tegen personen een vereiste is. Toegangscontrole, sleutelbeheer, het ontvangen en registreren van bezoekers, het beantwoorden van de telefoon, etc. behoort tot de taken. Deze beveiliger voert in een rayon controleronden uit bij diverse objecten, zowel binnen als buiten. Sluit- en openrondes in de avond en ochtend zijn tevens mogelijke taken. De beveiliger verplaatst zich overwegend per auto, voorzien van communicatieapparatuur. Ook alarmopvolging en het uitrukken na een alarmmelding behoort tot de taken. Deze beveiliger loopt controleronden in winkelcentra en/of door winkels waarbij men alert is op winkeldiefstal en ordeverstoringen. Het kunnen omgaan met en actief optreden tegen personen zijn belangrijke vereisten. Het publiek is men zonodig van dienst voor het beantwoorden van vragen en het geven van informatie. De beveiliger kan ook controlerende taken hebben ten opzichte van het winkelpersoneel, zoals visitatie. Burgersurveillance kan tot de taken behoren. Deze beveiliger bewaakt objecten waar speciale eisen gesteld worden omtrent kennis van brandpreventie en brandbestrijding, gevaarlijke stoffen, ontploffingsgevaar, etc. De beveiliger moet gekwalificeerd zijn om bij calamiteiten als brandwacht dan wel brandweerman repressief op te kunnen treden.