Common use of RESULTAATVERWERKING Clause in Contracts

RESULTAATVERWERKING. In toepassing van artikel 3:75, §1, 8° WVV (art. 144, §1, 8° W. Venn.) is de commissaris ertoe gehouden een vermelding op te nemen die aangeeft “of de resultaatverwerking die aan de algemene vergadering wordt voorgelegd, in overeenstemming is met de statuten en met dit Wetboek”. Het begrip “Wetboek” dient in ruime zin te worden begrepen, zijnde het WVV en het KB/WVV. Overeenkomstig paragraaf 90 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) dient de commissaris een vermelding over zijn vaststellingen op te nemen in de sectie “Andere vermeldingen”. Overeenkomstig de bijkomende norm (herziene versie 2020) dient de commissaris, indien hij kennis heeft van een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten of van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking, dit te bespreken met het bestuursorgaan. Indien het bestuursorgaan in gebreke blijft om hieraan een passend gevolg te geven, wat betekent dat niet is voldaan aan de wettelijke of statutaire bepalingen, of indien de vastgestelde toestand materieel niet kan worden gecorrigeerd, dient de commissaris dit te vermelden in de sectie “Andere vermeldingen”. In het kader van een NV, zal de commissaris bijvoorbeeld in geval van een voornemen of beslissing tot uitkering van vermogen dat hoger ligt dan het voor uitkering vatbaar vermogen in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.) de gevallen vermelden waarin het netto-actief, zoals dat blijkt uit de jaarrekening, is gedaald of ten gevolge van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, indien dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd. Inzake de opdracht van de commissaris in het kader van een interimdividend (art. 7:213 WVV) verwijzen we naar, supra, sectie 1.3.2. (G.6). en naar de technische nota ter zake van het IBR. (0) In het kader van een BV of CV dient eveneens elke winstuitkering beoordeeld te worden in functie van de instandhouding van het vermogen van de vennootschap. In dit geval spreken we over de nettoactieftest (art. 5:142 en 6:115, §1, WVV) en de liquiditeitstest (art. 5:143 en 6:116, §1 WVV). We verwijzen naar, supra, sectie 1.3.2. (G.7) en naar de twee ontwerpnormen van het IBR. (0) Het bestuursorgaan van de BV (CV) heeft met de invoering van het WVV de ‘ultieme’ verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke uitkering. Het bestuursorgaan dient dan ook een liquiditeitstest uit te voeren vóór de effectieve uitkering en kan de facto, desgevallend, besluiten, op basis van de liquiditeitstest, om een beslissing van de algemene vergadering, niet uit te voeren. De liquiditeitstest en de bestuurdersaansprakelijkheid die hieraan wordt gekoppeld, creëren dus een inherent spanningsveld wanneer uit de nettoactieftest blijkt dat er tot uitkering kan worden overgegaan, maar het bestuursorgaan op basis van de liquiditeitstest van mening is dat de uitkering de liquiditeit van de vennootschap in het gedrang kan brengen. Daarom is het aangewezen dat het bestuursorgaan niet wacht tot de algemene vergadering beslist tot uitkering alvorens de liquiditeitstest uit te voeren, maar deze test al voorbereidt voorafgaand aan de algemene vergadering waar de uitkering op de agenda staat. Het is immers moeilijk denkbaar dat het bestuursorgaan bij het voorleggen van de jaarrekening en de winstbestemming aan de algemene vergadering (een bevoegdheid die exclusief aan het bestuursorgaan toebehoort), niet reeds een analyse van de liquiditeitspositie van de vennootschap zou hebben gemaakt naar aanleiding van het voorstel. (0) Dat houdt in dat ook de commissaris een “voorafgaande” liquiditeitstest zal betrekken in het kader van zijn controlewerkzaamheden. Indien hij, rekening houdende met de omstandigheden die hij op dat ogenblik kent, tot de conclusie komt dat de daadwerkelijke uitkering, volgens de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, na de uitkering niet in staat zal blijven haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van ten minste twaalf maanden te rekenen van de datum van de uitkering, dan dient hij de impact daarvan te beoordelen op zijn vermelding inzake de resultaatsverwerking (vermits er in dat geval naar alle waarschijnlijkheid ook niet tot een positieve nettoactieftest kan worden besloten) en, in voorkomend geval, de continuïteitsveronderstelling. Ter herinnering vermelden we dat onder nettoactief moet worden verstaan het totaalbedrag van de activa, verminderd met de voorzieningen, de schulden en, behoudens in uitzonderlijke gevallen te vermelden en te motiveren in de toelichting bij de jaarrekening, de nog niet afgeschreven bedragen van de oprichtings- en uitbreidingskosten en de kosten voor onderzoek en ontwikkeling. Het gaat hier niet alleen over de uitkering van de resultaten zoals dividenden en tantièmes, maar eveneens de gelijkgestelde verrichtingen zoals o.m. de inkoop eigen aandelen, de financiële steunverlening of het scheidingsaandeel. Het betreft eveneens de terugbetaling van de eerdere inbrengen in geld of in natura behalve indien zij statutair onbeschikbaar werden gesteld. Een ander voorbeeld, met betrekking tot het geval waarin geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd wat in strijd is met de wettelijke bepalingen, is hieronder opgenomen. Op dezelfde wijze dient de commissaris, wanneer hij in het eerste deel van zijn verslag een aangepast oordeel tot uitdrukking heeft gebracht, de impact hiervan op de resultaatverwerking te beoordelen. Aangezien de wisselwerking tussen het verslag over de jaarrekening en het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” geenszins automatisch is, dient de commissaris de impact van een aangepast oordeel op de overeenstemming tussen de voorgelegde resultaatverwerking en de statuten en het WVV te beoordelen. Zo zal de commissaris zijn vermelding aanpassen bijvoorbeeld in het geval waarin, vanwege de elementen die aan de basis liggen van het aangepaste oordeel, de dividenduitkering van een NV buitensporig zou worden in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.). In de voorbeelden opgenomen in secties 3.1.2. en 3.1.3. wordt verondersteld dat het aangepaste oordeel gevolgen heeft voor de vermelding met betrekking tot de resultaatverwerking terwijl het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.4. ervan uitgaat dat er geen impact is. Het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.5. gaat uit van de twee mogelijke varianten. Tot slot, wanneer de commissaris vaststelt dat de bepalingen van de statuten of van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking niet zijn nageleefd, zal hij één enkele sectie kunnen opstellen die zowel de resultaatverwerking als de naleving van de bepalingen van het WVV en de statuten behandelt. In deze rubriek wordt een voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” opgenomen dat uitsluitend rekening houdt met de volgende omstandigheden en de door de commissaris toegepaste oordeelsvorming: De vennootschap heeft winst geboekt en de wettelijke reserve heeft nog niet het niveau van 10% van het maatschappelijk kapitaal bereikt; De commissaris stelt vast en oordeelt dat het feit dat geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd geen impact van materieel belang op het getrouw beeld heeft, maar wel een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten en van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking inhoudt. WAARSCHUWING: Alvorens gebruik te maken van het hiernavolgend voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen”, wordt de lezer van dit boek verzocht na te gaan of het voorbeeld van toepassing is in de concrete situatie, dit is nadat rekening is gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. VOORBEELD VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV _________ OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP __ ________20__ In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van [naam van de vennootschap en rechtsvorm] (de “Vennootschap”) ... (0) … gedurende __ opeenvolgende boekjaren. Verslag over de jaarrekening (0) Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor … (182) … van de Vennootschap. Verantwoordelijkheden van de commissaris In het kader van onze opdracht … (182) … alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen. Aspecten betreffende het jaarverslag Na het uitvoeren … (182) … geen afwijking van materieel belang te melden. Vermelding betreffende de sociale balans De sociale balans … (182) … in de loop van onze opdracht. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid Ons bedrijfsrevisorenkantoor … (182) … tegenover de Vennootschap. [In voorkomend geval, vermelding inzake de honoraria met betrekking tot de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle, aan te passen naargelang van de omstandigheden (0)]. Andere vermeldingen Onverminderd … (182) … wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. De vennootschap is niet overgegaan tot de verplichte dotatie aan de wettelijke reserve ten belope van 5% van de winst van het boekjaar wat een geval van niet-naleving inhoudt van de wettelijke en statutaire bepalingen betreffende de bestemming van het resultaat. Het niet toevoegen van deze dotatie houdt een geval van niet-naleving van de wettelijke en statutaire bepalingen in betreffende de resultaatverwerking. Met uitzondering van deze weglating, stemt de resultaatverwerking, die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen. Wij dienen u geen andere verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn gedaan of genomen.

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be

RESULTAATVERWERKING. In toepassing van artikel 3:75, §1, 8° WVV (art. 144, §1, 8° W. Venn.) is de commissaris ertoe gehouden een vermelding op te nemen die aangeeft “of de resultaatverwerking die aan de algemene vergadering wordt voorgelegd, in overeenstemming is met de statuten en met dit Wetboek”. Het begrip “Wetboek” dient in ruime zin te worden begrepen, zijnde het WVV en het KB/WVV. Overeenkomstig paragraaf 90 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) dient de commissaris een vermelding over zijn vaststellingen op te nemen in de sectie “Andere vermeldingen”. Overeenkomstig de bijkomende norm (herziene versie 2020) dient de commissaris, indien hij kennis heeft van een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten of van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking, dit te bespreken met het bestuursorgaan. Indien het bestuursorgaan in gebreke blijft om hieraan een passend gevolg te geven, wat betekent dat niet is voldaan aan de wettelijke of statutaire bepalingen, of indien de vastgestelde toestand materieel niet kan worden gecorrigeerd, dient de commissaris dit te vermelden in de sectie “Andere vermeldingen”. In het kader van een NV, zal de commissaris bijvoorbeeld in geval van een voornemen of beslissing tot uitkering van vermogen dat hoger ligt dan het voor uitkering vatbaar vermogen in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.) de gevallen vermelden waarin het netto-actief, zoals dat blijkt uit de jaarrekening, is gedaald of ten gevolge van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, indien dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd. Inzake de opdracht van de commissaris in het kader van een interimdividend (art. 7:213 WVV) verwijzen we naar, supra, sectie 1.3.2. (G.6). en naar de technische nota ter zake van het IBR. (0) In het kader van een BV of CV dient eveneens elke winstuitkering beoordeeld te worden in functie van de instandhouding van het vermogen van de vennootschap. In dit geval spreken we over de nettoactieftest (art. 5:142 en 6:115, §1, WVV) en de liquiditeitstest (art. 5:143 en 6:116, §1 WVV). We verwijzen naar, supra, sectie 1.3.2. (G.7) en naar de twee ontwerpnormen van het IBR. (0) Het bestuursorgaan van de BV (CV) heeft met de invoering van het WVV de ‘ultieme’ verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke uitkering. Het bestuursorgaan dient dan ook een liquiditeitstest uit te voeren vóór de effectieve uitkering en kan de facto, desgevallend, besluiten, op basis van de liquiditeitstest, om een beslissing van de algemene vergadering, niet uit te voeren. De liquiditeitstest en de bestuurdersaansprakelijkheid die hieraan wordt gekoppeld, creëren dus een inherent spanningsveld wanneer uit de nettoactieftest blijkt dat er tot uitkering kan worden overgegaan, maar het bestuursorgaan op basis van de liquiditeitstest van mening is dat de uitkering de liquiditeit van de vennootschap in het gedrang kan brengen. Daarom is het aangewezen dat het bestuursorgaan niet wacht tot de algemene vergadering beslist tot uitkering alvorens de liquiditeitstest uit te voeren, maar deze test al voorbereidt voorafgaand aan de algemene vergadering waar de uitkering op de agenda staat. Het is immers moeilijk denkbaar dat het bestuursorgaan bij het voorleggen van de jaarrekening en de winstbestemming aan de algemene vergadering (een bevoegdheid die exclusief aan het bestuursorgaan toebehoort), niet reeds een analyse van de liquiditeitspositie van de vennootschap zou hebben gemaakt naar aanleiding van het voorstel. (0) Dat houdt in dat ook de commissaris een “voorafgaande” liquiditeitstest zal betrekken in het kader van zijn controlewerkzaamheden. Indien hij, rekening houdende met de omstandigheden die hij op dat ogenblik kent, tot de conclusie komt dat de daadwerkelijke uitkering, volgens de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, na de uitkering niet in staat zal blijven haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van ten minste twaalf maanden te rekenen van de datum van de uitkering, dan dient hij de impact daarvan te beoordelen op zijn vermelding inzake de resultaatsverwerking (vermits er in dat geval naar alle waarschijnlijkheid ook niet tot een positieve nettoactieftest kan worden besloten) en, in voorkomend geval, de continuïteitsveronderstelling. Ter herinnering vermelden we dat onder nettoactief moet worden verstaan het totaalbedrag van de activa, verminderd met de voorzieningen, de schulden en, behoudens in uitzonderlijke gevallen te vermelden en te motiveren in de toelichting bij de jaarrekening, de nog niet afgeschreven bedragen van de oprichtings- en uitbreidingskosten en de kosten voor onderzoek en ontwikkeling. Het gaat hier niet alleen over de uitkering van de resultaten zoals dividenden en tantièmes, maar eveneens de gelijkgestelde verrichtingen zoals o.m. de inkoop eigen aandelen, de financiële steunverlening of het scheidingsaandeel. Het betreft eveneens de terugbetaling van de eerdere inbrengen in geld of in natura behalve indien zij statutair onbeschikbaar werden gesteld. Een ander voorbeeld, met betrekking tot het geval waarin geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd wat in strijd is met de wettelijke bepalingen, is hieronder opgenomen. Op dezelfde wijze dient de commissaris, wanneer hij in het eerste deel van zijn verslag een aangepast oordeel tot uitdrukking heeft gebracht, de impact hiervan op de resultaatverwerking te beoordelen. Aangezien de wisselwerking tussen het verslag over de jaarrekening en het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” geenszins automatisch is, dient de commissaris de impact van een aangepast oordeel op de overeenstemming tussen de voorgelegde resultaatverwerking en de statuten en het WVV te beoordelen. Zo zal de commissaris zijn vermelding aanpassen bijvoorbeeld in het geval waarin, vanwege de elementen die aan de basis liggen van het aangepaste oordeel, de dividenduitkering van een NV buitensporig zou worden in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.). In de voorbeelden opgenomen in secties 3.1.2. en 3.1.3. wordt verondersteld dat het aangepaste oordeel gevolgen heeft voor de vermelding met betrekking tot de resultaatverwerking terwijl het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.4. ervan uitgaat dat er geen impact is. Het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.5. gaat uit van de twee mogelijke varianten. Tot slot, wanneer de commissaris vaststelt dat de bepalingen van de statuten of van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking niet zijn nageleefd, zal hij één enkele sectie kunnen opstellen die zowel de resultaatverwerking als de naleving van de bepalingen van het WVV en de statuten behandelt. In deze rubriek wordt een voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” opgenomen dat uitsluitend rekening houdt met de volgende omstandigheden en de door de commissaris toegepaste oordeelsvorming: De vennootschap heeft winst geboekt en de wettelijke reserve heeft nog niet het niveau van 10% van het maatschappelijk kapitaal bereikt; De commissaris stelt vast en oordeelt dat het feit dat geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd geen impact van materieel belang op het getrouw beeld heeft, maar wel een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten en van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking inhoudt. WAARSCHUWING: Alvorens gebruik te maken van het hiernavolgend voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen”, wordt de lezer van dit boek verzocht na te gaan of het voorbeeld van toepassing is in de concrete situatie, dit is nadat rekening is gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. VOORBEELD VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV _________ OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP __ ________20__ In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van [naam van de vennootschap en rechtsvorm] (de “Vennootschap”) ... (0) … gedurende __ opeenvolgende boekjaren. Verslag over de jaarrekening (0) Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor voor… (182192) van de Vennootschap. Verantwoordelijkheden van de commissaris In het kader van onze opdracht opdracht… (182192) alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen. Aspecten betreffende het jaarverslag Na het uitvoeren uitvoeren… (182192) geen afwijking van materieel belang te melden. Vermelding betreffende de sociale balans De sociale balans balans… (182192) in de loop van onze opdracht. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid Ons bedrijfsrevisorenkantoor bedrijfsrevisorenkantoor… (182192) tegenover de Vennootschap. [In voorkomend geval, vermelding inzake de honoraria met betrekking tot de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle, aan te passen naargelang van de omstandigheden (0)]. Andere vermeldingen Onverminderd Onverminderd… (182192) wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. De vennootschap is niet overgegaan tot de verplichte dotatie aan de wettelijke reserve ten belope van 5% van de winst van het boekjaar wat een geval van niet-naleving inhoudt van de wettelijke en statutaire bepalingen betreffende de bestemming van het resultaat. Het niet toevoegen van deze dotatie houdt een geval van niet-naleving van de wettelijke en statutaire bepalingen in betreffende de resultaatverwerking. Met uitzondering van deze weglating, stemt de resultaatverwerking, die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen. Wij dienen u geen andere verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn gedaan of genomen.

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be

RESULTAATVERWERKING. In toepassing van artikel 3:75, §1, 8° WVV (art. 144, §1, 8° W. Venn.) is de commissaris ertoe gehouden een vermelding op te nemen die aangeeft “of de resultaatverwerking die aan de algemene vergadering wordt voorgelegd, in overeenstemming is met de statuten en met dit Wetboek”. Het begrip “Wetboek” dient in ruime zin te worden begrepen, zijnde het WVV en het KB/WVV. Overeenkomstig paragraaf 90 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) dient de commissaris een vermelding over zijn vaststellingen op te nemen in de sectie “Andere vermeldingen”. Overeenkomstig de bijkomende norm (herziene versie 2020) dient de commissaris, indien hij kennis heeft van een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten of van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking, dit te bespreken met het bestuursorgaan. Indien het bestuursorgaan in gebreke blijft om hieraan een passend gevolg te geven, wat betekent dat niet is voldaan aan de wettelijke of statutaire bepalingen, of indien de vastgestelde toestand materieel niet kan worden gecorrigeerd, dient de commissaris dit te vermelden in de sectie “Andere vermeldingen”. In het kader van een NV, zal de commissaris bijvoorbeeld in geval van een voornemen of beslissing tot uitkering van vermogen dat hoger ligt dan het voor uitkering vatbaar vermogen in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.) de gevallen vermelden waarin het netto-actief, zoals dat blijkt uit de jaarrekening, is gedaald of ten gevolge van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, indien dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd. Inzake de opdracht van de commissaris in het kader van een interimdividend (art. 7:213 WVV) verwijzen we naar, supra, sectie 1.3.2. (G.6). en naar de technische nota ter zake van het IBR. (0) In het kader van een BV of CV dient eveneens elke winstuitkering beoordeeld te worden in functie van de instandhouding van het vermogen van de vennootschap. In dit geval spreken we over de nettoactieftest (art. 5:142 en 6:115, §1, WVV) en de liquiditeitstest (art. 5:143 en 6:116, §1 WVV). We verwijzen naar, supra, sectie 1.3.2. (G.7) en naar de twee ontwerpnormen van het IBR. (0) Het bestuursorgaan van de BV (CV) heeft met de invoering van het WVV de ‘ultieme’ verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke uitkering. Het bestuursorgaan dient dan ook een liquiditeitstest uit te voeren vóór de effectieve uitkering en kan de facto, desgevallend, besluiten, op basis van de liquiditeitstest, om een beslissing van de algemene vergadering, niet uit te voeren. De liquiditeitstest en de bestuurdersaansprakelijkheid die hieraan wordt gekoppeld, creëren dus een inherent spanningsveld wanneer uit de nettoactieftest blijkt dat er tot uitkering kan worden overgegaan, maar het bestuursorgaan op basis van de liquiditeitstest van mening is dat de uitkering de liquiditeit van de vennootschap in het gedrang kan brengen. Daarom is het aangewezen dat het bestuursorgaan niet wacht tot de algemene vergadering beslist tot uitkering alvorens de liquiditeitstest uit te voeren, maar deze test al voorbereidt voorafgaand aan de algemene vergadering waar de uitkering op de agenda staat. Het is immers moeilijk denkbaar dat het bestuursorgaan bij het voorleggen van de jaarrekening en de winstbestemming aan de algemene vergadering (een bevoegdheid die exclusief aan het bestuursorgaan toebehoort), niet reeds een analyse van de liquiditeitspositie van de vennootschap zou hebben gemaakt naar aanleiding van het voorstel. (0) Dat houdt in dat ook de commissaris een “voorafgaande” liquiditeitstest zal betrekken in het kader van zijn controlewerkzaamheden. Indien hij, rekening houdende met de omstandigheden die hij op dat ogenblik kent, tot de conclusie komt dat de daadwerkelijke uitkering, volgens de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, na de uitkering niet in staat zal blijven haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van ten minste twaalf maanden te rekenen van de datum van de uitkering, dan dient hij de impact daarvan te beoordelen op zijn vermelding inzake de resultaatsverwerking (vermits er in dat geval naar alle waarschijnlijkheid ook niet tot een positieve nettoactieftest kan worden besloten) en, in voorkomend geval, de continuïteitsveronderstelling. Ter herinnering vermelden we dat onder nettoactief moet worden verstaan het totaalbedrag van de activa, verminderd met de voorzieningen, de schulden en, behoudens in uitzonderlijke gevallen te vermelden en te motiveren in de toelichting bij de jaarrekening, de nog niet afgeschreven bedragen van de oprichtings- en uitbreidingskosten en de kosten voor onderzoek en ontwikkeling. Het gaat hier niet alleen over de uitkering van de resultaten zoals dividenden en tantièmes, maar eveneens de gelijkgestelde verrichtingen zoals o.m. de inkoop eigen aandelen, de financiële steunverlening of het scheidingsaandeel. Het betreft eveneens de terugbetaling van de eerdere inbrengen in geld of in natura behalve indien zij statutair onbeschikbaar werden gesteld. Een ander voorbeeld, met betrekking tot het geval waarin geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd wat in strijd is met de wettelijke bepalingen, is hieronder opgenomen. Op dezelfde wijze dient de commissaris, wanneer hij in het eerste deel van zijn verslag een aangepast oordeel tot uitdrukking heeft gebracht, de impact hiervan op de resultaatverwerking te beoordelen. Aangezien de wisselwerking tussen het verslag over de jaarrekening en het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” geenszins automatisch is, dient de commissaris de impact van een aangepast oordeel op de overeenstemming tussen de voorgelegde resultaatverwerking en de statuten en het WVV te beoordelen. Zo zal de commissaris zijn vermelding aanpassen bijvoorbeeld in het geval waarin, vanwege de elementen die aan de basis liggen van het aangepaste oordeel, de dividenduitkering van een NV buitensporig zou worden in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.). In de voorbeelden opgenomen in secties 3.1.2. en 3.1.3. wordt verondersteld dat het aangepaste oordeel gevolgen heeft voor de vermelding met betrekking tot de resultaatverwerking terwijl het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.4. ervan uitgaat dat er geen impact is. Het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.5. gaat uit van de twee mogelijke varianten. Tot slot, wanneer de commissaris vaststelt dat de bepalingen van de statuten of van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking niet zijn nageleefd, zal hij één enkele sectie kunnen opstellen die zowel de resultaatverwerking als de naleving van de bepalingen van het WVV en de statuten behandelt. In deze rubriek wordt een voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” opgenomen dat uitsluitend rekening houdt met de volgende omstandigheden en de door de commissaris toegepaste oordeelsvorming: De vennootschap heeft winst geboekt en de wettelijke reserve heeft nog niet het niveau van 10% van het maatschappelijk kapitaal bereikt; De commissaris stelt vast en oordeelt dat het feit dat geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd geen impact van materieel belang op het getrouw beeld heeft, maar wel een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten en van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking inhoudt. WAARSCHUWING: Alvorens gebruik te maken van het hiernavolgend voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen”, wordt de lezer van dit boek verzocht na te gaan of het voorbeeld van toepassing is in de concrete situatie, dit is nadat rekening is gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. VOORBEELD VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV _________ OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP __ ________20__ In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van [naam van de vennootschap en rechtsvorm] (de “Vennootschap”) ... (0) … gedurende __ opeenvolgende boekjaren. Verslag over de jaarrekening (0) Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor voor… (182192) … … (201) … van de Vennootschap. Verantwoordelijkheden van de commissaris In het kader van onze opdracht opdracht… (182192) … … (201) … alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen. Aspecten betreffende het jaarverslag Na het uitvoeren uitvoeren… (182192) … … (201) … geen afwijking van materieel belang te melden. Vermelding betreffende de sociale balans De sociale balans balans… (182192) … … (201) … in de loop van onze opdracht. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid Ons bedrijfsrevisorenkantoor bedrijfsrevisorenkantoor… (182192) … … (201) … tegenover de Vennootschap. [In voorkomend geval, vermelding inzake de honoraria met betrekking tot de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle, aan te passen naargelang van de omstandigheden (0)]. Andere vermeldingen Onverminderd Onverminderd… (182192) … … (201) … wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. De vennootschap is niet overgegaan tot de verplichte dotatie aan de wettelijke reserve ten belope van 5% van de winst van het boekjaar wat een geval van niet-naleving inhoudt van de wettelijke en statutaire bepalingen betreffende de bestemming van het resultaat. Het niet toevoegen van deze dotatie houdt een geval van niet-naleving van de wettelijke en statutaire bepalingen in betreffende de resultaatverwerking. Met uitzondering van deze weglating, stemt de resultaatverwerking, die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen. Wij dienen u geen andere verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn gedaan of genomen.

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be

RESULTAATVERWERKING. In toepassing van artikel 3:75, §1, 8° WVV (art. 144, §1, 8° W. Venn.) is de commissaris ertoe gehouden een vermelding op te nemen die aangeeft “of de resultaatverwerking die aan de algemene vergadering wordt voorgelegd, in overeenstemming is met de statuten en met dit Wetboek”. Het begrip “Wetboek” dient in ruime zin te worden begrepen, zijnde het WVV en het KB/WVV. Overeenkomstig paragraaf 90 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) dient de commissaris een vermelding over zijn vaststellingen op te nemen in de sectie “Andere vermeldingen”. Overeenkomstig de bijkomende norm (herziene versie 2020) dient de commissaris, indien hij kennis heeft van een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten of van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking, dit te bespreken met het bestuursorgaan. Indien het bestuursorgaan in gebreke blijft om hieraan een passend gevolg te geven, wat betekent dat niet is voldaan aan de wettelijke of statutaire bepalingen, of indien de vastgestelde toestand materieel niet kan worden gecorrigeerd, dient de commissaris dit te vermelden in de sectie “Andere vermeldingen”. In het kader van een NV, zal de commissaris bijvoorbeeld in geval van een voornemen of beslissing tot uitkering van vermogen dat hoger ligt dan het voor uitkering vatbaar vermogen in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.) de gevallen vermelden waarin het netto-actief, zoals dat blijkt uit de jaarrekening, is gedaald of ten gevolge van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, indien dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd. Inzake de opdracht van de commissaris in het kader van een interimdividend (art. 7:213 WVV) verwijzen we naar, supra, sectie 1.3.2. (G.6). en naar de technische nota ter zake van het IBR. (0) In het kader van een BV of CV dient eveneens elke winstuitkering beoordeeld te worden in functie van de instandhouding van het vermogen van de vennootschap. In dit geval spreken we over de nettoactieftest (art. 5:142 en 6:115, §1, WVV) en de liquiditeitstest (art. 5:143 en 6:116, §1 WVV). We verwijzen naar, supra, sectie 1.3.2. (G.7) en naar de twee ontwerpnormen van het IBR. (0) Het bestuursorgaan van de BV (CV) heeft met de invoering van het WVV de ‘ultieme’ verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke uitkering. Het bestuursorgaan dient dan ook een liquiditeitstest uit te voeren vóór de effectieve uitkering en kan de facto, desgevallend, besluiten, op basis van de liquiditeitstest, om een beslissing van de algemene vergadering, niet uit te voeren. De liquiditeitstest en de bestuurdersaansprakelijkheid die hieraan wordt gekoppeld, creëren dus een inherent spanningsveld wanneer uit de nettoactieftest blijkt dat er tot uitkering kan worden overgegaan, maar het bestuursorgaan op basis van de liquiditeitstest van mening is dat de uitkering de liquiditeit van de vennootschap in het gedrang kan brengen. Daarom is het aangewezen dat het bestuursorgaan niet wacht tot de algemene vergadering beslist tot uitkering alvorens de liquiditeitstest uit te voeren, maar deze test al voorbereidt voorafgaand aan de algemene vergadering waar de uitkering op de agenda staat. Het is immers moeilijk denkbaar dat het bestuursorgaan bij het voorleggen van de jaarrekening en de winstbestemming aan de algemene vergadering (een bevoegdheid die exclusief aan het bestuursorgaan toebehoort), niet reeds een analyse van de liquiditeitspositie van de vennootschap zou hebben gemaakt naar aanleiding van het voorstel. (0) Dat houdt in dat ook de commissaris een “voorafgaande” liquiditeitstest zal betrekken in het kader van zijn controlewerkzaamheden. Indien hij, rekening houdende met de omstandigheden die hij op dat ogenblik kent, tot de conclusie komt dat de daadwerkelijke uitkering, volgens de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, na de uitkering niet in staat zal blijven haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van ten minste twaalf maanden te rekenen van de datum van de uitkering, dan dient hij de impact daarvan te beoordelen op zijn vermelding inzake de resultaatsverwerking (vermits er in dat geval naar alle waarschijnlijkheid ook niet tot een positieve nettoactieftest kan worden besloten) en, in voorkomend geval, de continuïteitsveronderstelling. Ter herinnering vermelden we dat onder nettoactief moet worden verstaan het totaalbedrag van de activa, verminderd met de voorzieningen, de schulden en, behoudens in uitzonderlijke gevallen te vermelden en te motiveren in de toelichting bij de jaarrekening, de nog niet afgeschreven bedragen van de oprichtings- en uitbreidingskosten en de kosten voor onderzoek en ontwikkeling. Het gaat hier niet alleen over de uitkering van de resultaten zoals dividenden en tantièmes, maar eveneens de gelijkgestelde verrichtingen zoals o.m. de inkoop eigen aandelen, de financiële steunverlening of het scheidingsaandeel. Het betreft eveneens de terugbetaling van de eerdere inbrengen in geld of in natura behalve indien zij statutair onbeschikbaar werden gesteld. Een ander voorbeeld, met betrekking tot het geval waarin geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd wat in strijd is met de wettelijke bepalingen, is hieronder opgenomen. Op dezelfde wijze dient de commissaris, wanneer hij in het eerste deel van zijn verslag een aangepast oordeel tot uitdrukking heeft gebracht, de impact hiervan op de resultaatverwerking te beoordelen. Aangezien de wisselwerking tussen het verslag over de jaarrekening en het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” geenszins automatisch is, dient de commissaris de impact van een aangepast oordeel op de overeenstemming tussen de voorgelegde resultaatverwerking en de statuten en het WVV te beoordelen. Zo zal de commissaris zijn vermelding aanpassen bijvoorbeeld in het geval waarin, vanwege de elementen die aan de basis liggen van het aangepaste oordeel, de dividenduitkering van een NV buitensporig zou worden in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.). In de voorbeelden opgenomen in secties 3.1.2. en 3.1.3. wordt verondersteld dat het aangepaste oordeel gevolgen heeft voor de vermelding met betrekking tot de resultaatverwerking terwijl het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.4. ervan uitgaat dat er geen impact is. Het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.5. gaat uit van de twee mogelijke varianten. Tot slot, wanneer de commissaris vaststelt dat de bepalingen van de statuten of van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking niet zijn nageleefd, zal hij één enkele sectie kunnen opstellen die zowel de resultaatverwerking als de naleving van de bepalingen van het WVV en de statuten behandelt. In deze rubriek wordt een voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” opgenomen dat uitsluitend rekening houdt met de volgende omstandigheden en de door de commissaris toegepaste oordeelsvorming: De vennootschap heeft winst geboekt en de wettelijke reserve heeft nog niet het niveau van 10% van het maatschappelijk kapitaal bereikt; De commissaris stelt vast en oordeelt dat het feit dat geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd geen impact van materieel belang op het getrouw beeld heeft, maar wel een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten en van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking inhoudt. WAARSCHUWING: Alvorens gebruik te maken van het hiernavolgend voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen”, wordt de lezer van dit boek verzocht na te gaan of het voorbeeld van toepassing is in de concrete situatie, dit is nadat rekening is gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. VOORBEELD VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV _________ OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP __ ________20__ In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van [naam van de vennootschap en rechtsvorm] (de “Vennootschap”) ... (0) … gedurende __ opeenvolgende boekjaren. Verslag over de jaarrekening (0) Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor … (182201) … van de Vennootschap. Verantwoordelijkheden van de commissaris In het kader van onze opdracht … (182201) … alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen. Aspecten betreffende het jaarverslag Na het uitvoeren … (182201) … geen afwijking van materieel belang te melden. Vermelding betreffende de sociale balans De sociale balans … (182201) … in de loop van onze opdracht. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid Ons bedrijfsrevisorenkantoor … (182201) … tegenover de Vennootschap. [In voorkomend geval, vermelding inzake de honoraria met betrekking tot de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle, aan te passen naargelang van de omstandigheden (0)]. Andere vermeldingen Onverminderd … (182201) … wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. De vennootschap is niet overgegaan tot de verplichte dotatie aan de wettelijke reserve ten belope van 5% van de winst van het boekjaar wat een geval van niet-naleving inhoudt van de wettelijke en statutaire bepalingen betreffende de bestemming van het resultaat. Het niet toevoegen van deze dotatie houdt een geval van niet-naleving van de wettelijke en statutaire bepalingen in betreffende de resultaatverwerking. Met uitzondering van deze weglating, stemt de resultaatverwerking, die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen. Wij dienen u geen andere verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn gedaan of genomen.

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be

RESULTAATVERWERKING. In toepassing van artikel 3:75, §1, 8° WVV (art. 144, §1, 8° W. Venn.) is de commissaris ertoe gehouden een vermelding op te nemen die aangeeft “of de resultaatverwerking die aan de algemene vergadering wordt voorgelegd, in overeenstemming is met de statuten en met dit Wetboek”. Het begrip “Wetboek” dient in ruime zin te worden begrepen, zijnde het WVV en het KB/WVV. Overeenkomstig paragraaf 90 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) dient de commissaris een vermelding over zijn vaststellingen op te nemen in de sectie “Andere vermeldingen”. Overeenkomstig de bijkomende norm (herziene versie 2020) dient de commissaris, indien hij kennis heeft van een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten of van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking, dit te bespreken met het bestuursorgaan. Indien het bestuursorgaan in gebreke blijft om hieraan een passend gevolg te geven, wat betekent dat niet is voldaan aan de wettelijke of statutaire bepalingen, of indien de vastgestelde toestand materieel niet kan worden gecorrigeerd, dient de commissaris dit te vermelden in de sectie “Andere vermeldingen”. In het kader van een NV, zal de commissaris bijvoorbeeld in geval van een voornemen of beslissing tot uitkering van vermogen dat hoger ligt dan het voor uitkering vatbaar vermogen in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.) de gevallen vermelden waarin het netto-actief, zoals dat blijkt uit de jaarrekening, is gedaald of ten gevolge van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, indien dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd. Inzake de opdracht van de commissaris in het kader van een interimdividend (art. 7:213 WVV) verwijzen we naar, supra, sectie 1.3.2. (G.6). en naar de technische nota ter zake van het IBR. (0) In het kader van een BV of CV dient eveneens elke winstuitkering beoordeeld te worden in functie van de instandhouding van het vermogen van de vennootschap. In dit geval spreken we over de nettoactieftest (art. 5:142 en 6:115, §1, WVV) en de liquiditeitstest (art. 5:143 en 6:116, §1 WVV). We verwijzen naar, supra, sectie 1.3.2. (G.7) en naar de twee ontwerpnormen van het IBR. (0) Het bestuursorgaan van de BV (CV) heeft met de invoering van het WVV de ‘ultieme’ verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke uitkering. Het bestuursorgaan dient dan ook een liquiditeitstest uit te voeren vóór de effectieve uitkering en kan de facto, desgevallend, besluiten, op basis van de liquiditeitstest, om een beslissing van de algemene vergadering, niet uit te voeren. De liquiditeitstest en de bestuurdersaansprakelijkheid die hieraan wordt gekoppeld, creëren dus een inherent spanningsveld wanneer uit de nettoactieftest blijkt dat er tot uitkering kan worden overgegaan, maar het bestuursorgaan op basis van de liquiditeitstest van mening is dat de uitkering de liquiditeit van de vennootschap in het gedrang kan brengen. Daarom is het aangewezen dat het bestuursorgaan niet wacht tot de algemene vergadering beslist tot uitkering alvorens de liquiditeitstest uit te voeren, maar deze test al voorbereidt voorafgaand aan de algemene vergadering waar de uitkering op de agenda staat. Het is immers moeilijk denkbaar dat het bestuursorgaan bij het voorleggen van de jaarrekening en de winstbestemming aan de algemene vergadering (een bevoegdheid die exclusief aan het bestuursorgaan toebehoort), niet reeds een analyse van de liquiditeitspositie van de vennootschap zou hebben gemaakt naar aanleiding van het voorstel. (0) Dat houdt in dat ook de commissaris een “voorafgaande” liquiditeitstest zal betrekken in het kader van zijn controlewerkzaamheden. Indien hij, rekening houdende met de omstandigheden die hij op dat ogenblik kent, tot de conclusie komt dat de daadwerkelijke uitkering, volgens de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, na de uitkering niet in staat zal blijven haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van ten minste twaalf maanden te rekenen van de datum van de uitkering, dan dient hij de impact daarvan te beoordelen op zijn vermelding inzake de resultaatsverwerking (vermits er in dat geval naar alle waarschijnlijkheid ook niet tot een positieve nettoactieftest kan worden besloten) en, in voorkomend geval, de continuïteitsveronderstelling. Ter herinnering vermelden we dat onder nettoactief moet worden verstaan het totaalbedrag van de activa, verminderd met de voorzieningen, de schulden en, behoudens in uitzonderlijke gevallen te vermelden en te motiveren in de toelichting bij de jaarrekening, de nog niet afgeschreven bedragen van de oprichtings- en uitbreidingskosten en de kosten voor onderzoek en ontwikkeling. Het gaat hier niet alleen over de uitkering van de resultaten zoals dividenden en tantièmes, maar eveneens de gelijkgestelde verrichtingen zoals o.m. de inkoop eigen aandelen, de financiële steunverlening of het scheidingsaandeel. Het betreft eveneens de terugbetaling van de eerdere inbrengen in geld of in natura behalve indien zij statutair onbeschikbaar werden gesteld. Een ander voorbeeld, met betrekking tot het geval waarin geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd wat in strijd is met de wettelijke bepalingen, is hieronder opgenomen. Op dezelfde wijze dient de commissaris, wanneer hij in het eerste deel van zijn verslag een aangepast oordeel tot uitdrukking heeft gebracht, de impact hiervan op de resultaatverwerking te beoordelen. Aangezien de wisselwerking tussen het verslag over de jaarrekening en het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” geenszins automatisch is, dient de commissaris de impact van een aangepast oordeel op de overeenstemming tussen de voorgelegde resultaatverwerking en de statuten en het WVV te beoordelen. Zo zal de commissaris zijn vermelding aanpassen bijvoorbeeld in het geval waarin, vanwege de elementen die aan de basis liggen van het aangepaste oordeel, de dividenduitkering van een NV buitensporig zou worden in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.). In de voorbeelden opgenomen in secties 3.1.2. en 3.1.3. wordt verondersteld dat het aangepaste oordeel gevolgen heeft voor de vermelding met betrekking tot de resultaatverwerking terwijl het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.4. ervan uitgaat dat er geen impact is. Het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.5. gaat uit van de twee mogelijke varianten. Tot slot, wanneer de commissaris vaststelt dat de bepalingen van de statuten of van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking niet zijn nageleefd, zal hij één enkele sectie kunnen opstellen die zowel de resultaatverwerking als de naleving van de bepalingen van het WVV en de statuten behandelt. In deze rubriek wordt een voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” opgenomen dat uitsluitend rekening houdt met de volgende omstandigheden en de door de commissaris toegepaste oordeelsvorming: De vennootschap heeft winst geboekt en de wettelijke reserve heeft nog niet het niveau van 10% van het maatschappelijk kapitaal bereikt; De commissaris stelt vast en oordeelt dat het feit dat geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd geen impact van materieel belang op het getrouw beeld heeft, maar wel een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten en van het WVV met betrekking tot de resultaatverwerking inhoudt. WAARSCHUWING: Alvorens gebruik te maken van het hiernavolgend voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen”, wordt de lezer van dit boek verzocht na te gaan of het voorbeeld van toepassing is in de concrete situatie, dit is nadat rekening is gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. VOORBEELD VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV _________ OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP __ ________20__ In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van [naam van de vennootschap en rechtsvorm] (de “Vennootschap”) ... (0) … gedurende __ opeenvolgende boekjaren. Verslag over de jaarrekening (0) Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor … (182) … … (192) …van de Vennootschap. Verantwoordelijkheden van de commissaris In het kader van onze opdracht … (182) … … (192) …alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen. Aspecten betreffende het jaarverslag Na het uitvoeren … (182) … … (192) …geen afwijking van materieel belang te melden. Vermelding betreffende de sociale balans De sociale balans … (182) … … (192) …in de loop van onze opdracht. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid Ons bedrijfsrevisorenkantoor … (182) … … (192) …tegenover de Vennootschap. [In voorkomend geval, vermelding inzake de honoraria met betrekking tot de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle, aan te passen naargelang van de omstandigheden (0)]. Andere vermeldingen Onverminderd … (182) … … (192) …wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. De vennootschap is niet overgegaan tot de verplichte dotatie aan de wettelijke reserve ten belope van 5% van de winst van het boekjaar wat een geval van niet-naleving inhoudt van de wettelijke en statutaire bepalingen betreffende de bestemming van het resultaat. Het niet toevoegen van deze dotatie houdt een geval van niet-naleving van de wettelijke en statutaire bepalingen in betreffende de resultaatverwerking. Met uitzondering van deze weglating, stemt de resultaatverwerking, die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen. Wij dienen u geen andere verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn gedaan of genomen.

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be

RESULTAATVERWERKING. In toepassing van artikel 3:75144, §§ 1, 8° WVV (art. 144, §1, 8° W. Venn.) van het Wetboek van vennootschappen is de commissaris ertoe gehouden een vermelding op te nemen die aangeeft “of de resultaatverwerking die aan de algemene vergadering wordt voorgelegd, in overeenstemming is met de statuten en met dit Wetboek”. Het begrip “WetboekWetboek van vennootschappen” dient in ruime zin te worden begrepen, zijnde het WVV en Wetboek van vennootschappen alsook het KB/WVVkoninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen. Overeenkomstig paragraaf 90 54 van de bijkomende norm (herziene versie 2020herzien in 2018) dient de commissaris een vermelding over zijn vaststellingen op te nemen in de sectie “Andere vermeldingen”. Overeenkomstig de bijkomende norm (herziene versie 2020herzien in 2018) dient de commissaris, indien hij kennis heeft van een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten of van het WVV Wetboek van vennootschappen met betrekking tot de resultaatverwerking, dit te bespreken met het bestuursorgaan. Indien het bestuursorgaan in gebreke blijft om hieraan een passend gevolg te geven, wat betekent dat niet is voldaan aan de wettelijke of statutaire bepalingen, of indien de vastgestelde toestand materieel niet kan worden gecorrigeerd, dient de commissaris dit te vermelden in de sectie “Andere vermeldingen”. In het kader van een NV, Zo bijvoorbeeld zal de commissaris bijvoorbeeld in geval de gevallen van een voornemen of beslissing tot uitkering van vermogen dat hoger ligt dan het voor uitkering vatbaar vermogen buitensporige dividenduitkeringen in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.) van het Wetboek van vennootschappen vermelden, zijnde de gevallen vermelden waarin het netto-actief, zoals dat blijkt uit de jaarrekening, is gedaald of ten gevolge van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, indien dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd. Inzake de opdracht van de commissaris in het kader van een interimdividend (art. 7:213 WVV) verwijzen we naar, supra, sectie 1.3.2. (G.6). en naar de technische nota ter zake van het IBR. (0) In het kader van een BV of CV dient eveneens elke winstuitkering beoordeeld te worden in functie van de instandhouding van het vermogen van de vennootschap. In dit geval spreken we over de nettoactieftest (art. 5:142 en 6:115, §1, WVV) en de liquiditeitstest (art. 5:143 en 6:116, §1 WVV). We verwijzen naar, supra, sectie 1.3.2. (G.7) en naar de twee ontwerpnormen van het IBR. (0) Het bestuursorgaan van de BV (CV) heeft met de invoering van het WVV de ‘ultieme’ verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke uitkering. Het bestuursorgaan dient dan ook een liquiditeitstest uit te voeren vóór de effectieve uitkering en kan de facto, desgevallend, besluiten, op basis van de liquiditeitstest, om een beslissing van de algemene vergadering, niet uit te voeren. De liquiditeitstest en de bestuurdersaansprakelijkheid die hieraan wordt gekoppeld, creëren dus een inherent spanningsveld wanneer uit de nettoactieftest blijkt dat er tot uitkering kan worden overgegaan, maar het bestuursorgaan op basis van de liquiditeitstest van mening is dat de uitkering de liquiditeit van de vennootschap in het gedrang kan brengen. Daarom is het aangewezen dat het bestuursorgaan niet wacht tot de algemene vergadering beslist tot uitkering alvorens de liquiditeitstest uit te voeren, maar deze test al voorbereidt voorafgaand aan de algemene vergadering waar de uitkering op de agenda staat. Het is immers moeilijk denkbaar dat het bestuursorgaan bij het voorleggen van de jaarrekening en de winstbestemming aan de algemene vergadering (een bevoegdheid die exclusief aan het bestuursorgaan toebehoort), niet reeds een analyse van de liquiditeitspositie van de vennootschap zou hebben gemaakt naar aanleiding van het voorstel. (0) Dat houdt in dat ook de commissaris een “voorafgaande” liquiditeitstest zal betrekken in het kader van zijn controlewerkzaamheden. Indien hij, rekening houdende met de omstandigheden die hij op dat ogenblik kent, tot de conclusie komt dat de daadwerkelijke uitkering, volgens de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, na de uitkering niet in staat zal blijven haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van ten minste twaalf maanden te rekenen van de datum van de uitkering, dan dient hij de impact daarvan te beoordelen op zijn vermelding inzake de resultaatsverwerking (vermits er in dat geval naar alle waarschijnlijkheid ook niet tot een positieve nettoactieftest kan worden besloten) en, in voorkomend geval, de continuïteitsveronderstelling. Ter herinnering vermelden we dat onder nettoactief moet worden verstaan het totaalbedrag van de activa, verminderd met de voorzieningen, de schulden en, behoudens in uitzonderlijke gevallen te vermelden en te motiveren in de toelichting bij de jaarrekening, de nog niet afgeschreven bedragen van de oprichtings- en uitbreidingskosten en de kosten voor onderzoek en ontwikkeling. Het gaat hier niet alleen over de uitkering van de resultaten zoals dividenden en tantièmes, maar eveneens de gelijkgestelde verrichtingen zoals o.m. de inkoop eigen aandelen, de financiële steunverlening of het scheidingsaandeel. Het betreft eveneens de terugbetaling van de eerdere inbrengen in geld of in natura behalve indien zij statutair onbeschikbaar werden gesteld. Een ander voorbeeld, met betrekking tot het geval waarin geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd wat in strijd is met de wettelijke bepalingen, is hieronder opgenomen. Op dezelfde wijze dient de commissaris, wanneer hij in het eerste deel van zijn verslag een aangepast oordeel tot uitdrukking heeft gebracht, de impact hiervan op de resultaatverwerking te beoordelen. Aangezien de wisselwerking tussen het verslag over de jaarrekening en het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” geenszins automatisch is, dient de commissaris de impact van een aangepast oordeel op de overeenstemming tussen de voorgelegde resultaatverwerking en de statuten en het WVV Wetboek van vennootschappen te beoordelen. Zo zal de commissaris zijn vermelding aanpassen bijvoorbeeld in het geval waarin, vanwege de elementen die aan de basis liggen van het aangepaste oordeel, de dividenduitkering van een NV buitensporig zou worden in de zin van artikel 7:212 WVV (art. 617 W. Venn.)van het Wetboek van vennootschappen. In de voorbeelden opgenomen in secties 3.1.2. en 3.1.3. wordt verondersteld dat het aangepaste oordeel gevolgen heeft voor de vermelding met betrekking tot de resultaatverwerking terwijl het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.4. ervan uitgaat dat er geen impact is. Het voorbeeld opgenomen in sectie 3.1.5. gaat uit van de twee mogelijke varianten. Tot slot, wanneer de commissaris vaststelt dat de bepalingen van de statuten of van het WVV Wetboek van vennootschappen met betrekking tot de resultaatverwerking niet zijn nageleefd, zal hij één enkele sectie kunnen opstellen die zowel de resultaatverwerking als de naleving van de bepalingen van het WVV Wetboek van vennootschappen en de statuten behandelt. In deze rubriek wordt een voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” opgenomen dat uitsluitend rekening houdt met de volgende omstandigheden en de door de commissaris toegepaste oordeelsvorming: De vennootschap heeft winst geboekt en de wettelijke reserve heeft nog niet het niveau van 1010 % van het maatschappelijk kapitaal bereikt; De commissaris stelt vast en oordeelt dat het feit dat geen dotatie aan de wettelijke reserve werd toegevoegd geen impact van materieel belang op het getrouw beeld heeft, maar wel een geval van niet-naleving van de bepalingen van de statuten en van het WVV Wetboek van vennootschappen met betrekking tot de resultaatverwerking inhoudt. WAARSCHUWING: Alvorens gebruik te maken van het hiernavolgend voorbeeld van het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen”, wordt de lezer van dit boek verzocht na te gaan of het voorbeeld van toepassing is in de concrete situatie, dit is nadat rekening is gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. VOORBEELD VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV _________ OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP __ ________20__ In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van [naam van de vennootschap en rechtsvormvennootschap___] (de “Vennootschapvennootschap”) ... (0) … gedurende __ opeenvolgende boekjaren. Verslag over de jaarrekening (0) Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor … (182169) … van de Vennootschapvennootschap. Verantwoordelijkheden van de commissaris In het kader van onze opdracht ons mandaat … (182169) … alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen. Aspecten betreffende het jaarverslag Na het uitvoeren … (182169) … geen afwijking van materieel belang te melden. Vermelding betreffende de sociale balans De sociale balans … (182169) … in de loop van onze opdracht. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid Ons bedrijfsrevisorenkantoor … (182169) … tegenover de Vennootschapvennootschap. [In voorkomend geval, vermelding inzake de honoraria met betrekking tot de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle, aan te passen naargelang van de omstandigheden (0)]. Andere vermeldingen Onverminderd … (182169) … wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. De vennootschap is niet overgegaan tot de verplichte dotatie aan de wettelijke reserve ten belope van 55 % van de winst van het boekjaar wat een geval van niet-naleving inhoudt van de wettelijke en statutaire bepalingen betreffende de bestemming van het resultaat. Het niet toevoegen van deze dotatie houdt een geval van niet-naleving van de wettelijke en statutaire bepalingen in betreffende de resultaatverwerking. Met uitzondering van deze weglating, stemt de resultaatverwerking, die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen. Wij dienen u geen andere verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn gedaan of genomen.

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be