Common use of Resultatenuitkering Clause in Contracts

Resultatenuitkering. 1. De werkgever zal aan het einde van ieder boekjaar aan de werknemer, die op het tijdstip van de uitkering in dienst is en wiens arbeidsovereenkomst in dat boekjaar tenminste twee aaneengesloten maanden heeft geduurd, een door de werkgever te bepalen resultatenuitkering toekennen. Voor die werknemers voor wie de arbeidsovereenkomst ten minste een vol boekjaar heeft geduurd, zal de resultatenuitkering minimaal gelijk zijn aan 1/4 van het schaalsalaris bij een betalingsperiode van 4 weken vermeld onder salarisgroep II bij 0-periodieken, geldende per 1 maart van het boekjaar. De werkgever zal tot het doen van deze uitkering niet verplicht zijn indien hij aan het Technisch Overleg - in deze uitmakende de instantie als bedoeld in artikel 7:619 lid 2 BW - schriftelijk verklaart dat de bedrijfsresultaten tot het doen van deze uitkering geen aanleiding geven. De werkgever zal deze verklaring doen staven door een schriftelijke verklaring van een registeraccountant (RA) of een administratieconsulent (AA). 2. Ingeval in een onderneming voorzieningen zijn getroffen inzake winstdelings- of gratificatieregelingen, wordt de uitkering bedoeld in lid 1 geacht hiermee te zijn verrekend c.q. daarin te zijn begrepen.

Resultatenuitkering. 1. De werkgever zal aan het einde van ieder boekjaar aan de werknemerwerkne- mer, die op het tijdstip van de uitkering in dienst is en wiens arbeidsovereenkomst arbeids- overeenkomst in dat boekjaar tenminste twee aaneengesloten maanden maan- den heeft geduurd, een door de werkgever te bepalen resultatenuitkering toekennen. Voor die werknemers voor wie Als de arbeidsovereenkomst ten minste min- ste een vol boekjaar heeft geduurd, zal de resultatenuitkering uitkering minimaal gelijk zijn aan 1/4 1⁄4 van het schaalsalaris bij een betalingsperiode van 4 weken vermeld onder salarisgroep II bij 0-periodieken, geldende per 1 maart van het boekjaar. De werkgever zal tot het doen van deze uitkering niet verplicht zijn indien hij aan het Technisch Overleg - de Vaste Commissie – in deze uitmakende de instantie als bedoeld in artikel 7:619 – 2e lid 2 BW - B.W. – schriftelijk verklaart dat de bedrijfsresultaten tot het doen van deze uitkering geen aanleiding geven. De werkgever zal deze verklaring verkla- ring doen staven door een schriftelijke verklaring van een registeraccountant register- accountant (RA) of een administratieconsulent administratie-consulent (AA). 2. Ingeval in een onderneming voorzieningen zijn getroffen inzake winstdelings- of gratificatieregelingenwinstdelings-, gratificatie- en premiespaarregelingen, wordt de uitkering uitke- ring bedoeld in lid 1 1, met eerstgenoemde uitkeringen geacht hiermee te zijn verrekend c.q. geacht daarin te zijn begrepen.

Resultatenuitkering. 1. De werkgever zal aan het einde van ieder boekjaar aan de werknemer, die op het tijdstip van de uitkering in dienst is en wiens arbeidsovereenkomst in dat boekjaar tenminste twee aaneengesloten maanden heeft geduurd, een door de werkgever te bepalen resultatenuitkering toekennen. Voor die werknemers voor wie de arbeidsovereenkomst ten minste een vol boekjaar heeft geduurd, zal de resultatenuitkering minimaal gelijk zijn aan 1/4 van het schaalsalaris bij een betalingsperiode van 4 weken vermeld onder salarisgroep II bij 0-periodieken, geldende per 1 maart van het boekjaar. De werkgever zal tot het doen van deze uitkering niet verplicht zijn indien hij aan het Technisch Overleg - in de Vaste Commissie -in deze uitmakende de instantie als bedoeld in artikel 7:619 - 2e lid 2 BW - B.W.- schriftelijk verklaart dat de bedrijfsresultaten tot het doen van deze uitkering geen aanleiding geven. De werkgever zal deze verklaring doen staven door een schriftelijke verklaring van een registeraccountant (RA) of een administratieconsulent (AA). 2. Ingeval in een onderneming voorzieningen zijn getroffen inzake winstdelings- of gratificatieregelingen, wordt de uitkering bedoeld in lid 1 geacht hiermee te zijn verrekend c.q. daarin te zijn begrepen.

Resultatenuitkering. 1. De werkgever zal aan het einde van ieder boekjaar aan de werknemer, die op het tijdstip van de uitkering in dienst is en wiens arbeidsovereenkomst in dat boekjaar tenminste twee aaneengesloten aaneengeslo- ten maanden heeft geduurd, een door de werkgever te bepalen resultatenuitkering toekennen. Voor die werknemers voor wie de wiede arbeidsovereenkomst ten minste een vol boekjaar heeft geduurd, zal de resultatenuitkering minimaal gelijk zijn aan 1/4 van het schaalsalaris bij een betalingsperiode van 4 weken vermeld onder salarisgroep II bij 0-periodieken, geldende per 1 maart van het boekjaar. De werkgever zal tot het doen van deze uitkering niet verplicht zijn indien hij aan het Technisch Overleg - – in deze uitmakende de instantie als bedoeld in artikel 7:619 lid 2 BW - – schriftelijk verklaart dat de bedrijfsresultaten tot het doen van deze uitkering geen aanleiding geven. De werkgever zal deze verklaring doen staven door een schriftelijke verklaring van een registeraccountant registeraccoun- tant (RA) of een administratieconsulent (AA). 2. Ingeval in een onderneming voorzieningen zijn getroffen inzake winstdelings- of gratificatieregelingengratificatieregelin- gen, wordt de uitkering bedoeld in lid 1 geacht hiermee te zijn verrekend c.q. daarin te zijn begrepen.