Richtingsplan. In het richtingsplan worden de uitgangspunten voor de inrichting van de organisatie vastgelegd. Het plan bestaat uit een missie en visie, bestuurlijke uitgangspunten, uitgangspunten voor de inrichting van de nieuwe organisatie, en financiële uitgangspunten. Het gezamenlijk opstellen en daarna bestuurlijk vaststellen van dit richtingsplan heeft als doel heldere kaders te stellen voor fase 2.
Richtingsplan. Eén van de eerste stappen om te komen tot een nieuwe omgevingsdienst, is het opstellen van het richtingsplan. Dit richtingsplan heeft tot doel de kaders te scheppen waarbinnen de nieuwe omgevingsdienst gaat functioneren. Het is uitdrukkelijk niet bedoeld om hierin te beschrijven hoe processen, functies enz. ingericht en ingevuld moeten worden. Alle uiteindelijke uitgangspunten moeten op enige manier toetsbaar zijn. Er zijn uitgangspunten die een harde randvoorwaarde zijn voor de oprichting van de Omgevingsdienst Utrecht. Dit wordt dan expliciet aangegeven. De belangrijkste onderdelen van het richtingsplan zijn: • De missie en visie; • De bestuurlijke uitgangspunten; • De uitgangspunten voor de inrichting van de nieuwe organisatie; • De financiële uitgangspunten. Voor de nieuwe omgevingsdienst zijn een missie en visie nodig. Deze missie en visie vormen het uitgangspunt voor de overige onderdelen in het richtingsplan. De missie en visie bepalen het algehele doel van de nieuwe omgevingsdienst. Bij dit onderdeel wordt uitgewerkt wat de deelnemers als eigenaren willen bereiken met- en borgen binnen de nieuwe omgevingsdienst. De regievoerders hebben in augustus en september 2023 de eerste gesprekken gevoerd over mogelijke uitgangspunten. De uitkomsten van deze gesprekken zijn input bij de uitwerking van de bestuurlijke uitgangspunten. Gezamenlijk wordt gewerkt aan een set van bestuurlijke uitgangspunten. Een voorbeeld van zo'n uitgangspunt zou kunnen zijn: ‘Omgevingsdienst Utrecht is robuust volgens de criteria uit het IBP-VTH'. Of ‘Omgevingsdienst Utrecht biedt bij aanvang dezelfde producten en diensten aan als het geheel van de producten en diensten van de huidige omgevingsdiensten’. Het gaat hierbij ook over vragen over de invloed van verschillende typen gemeenten (landelijk/stedelijk, bouw/geen bouw, groot/klein) en de invulling van het opdrachtgeverschap en eigenaarschap. Het antwoord op die vragen resulteert in uitgangspunten voor de inrichting van de bestuurlijke samenwerking. Een uitgangspunt zou kunnen zijn dat iedere gemeente tot zijn recht komt in de bestuurlijke structuur en voldoende invloed heeft op de door de gemeente afgenomen taken. Een deel van de uitgangspunten zal worden verwerkt in de concepttekst van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Utrecht. Bij dit onderdeel worden uitgangspunten voor de inrichting van de organisatie uitgewerkt. Het gaat bijvoorbeeld om uitgangspunten voor de organisatie- en sturingsstructuur. Voor alle thema...