Common use of Schatting van de schade Clause in Contracts

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § A. omschreven zijn. Niettemin : a) wordt, voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdt: • 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) Gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaal, de schatting als volgt: 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» bestaat, dat door een erkende instelling is afgegeven, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronder. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van deze

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* goederen gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § A. 21.A omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) 1. wordt, voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, in a. enkel het deel van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de het sleetpercentage dat volgende percentages overschrijdt: • – 20 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, storm en hagel of sneeuwdruk», • sneeuw- en ijsdruk; – 30 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) b. de totale slijtage* slijtage in geval van een aansprakelijkheidsverzekering.; b) Gebeurt2. gebeurt, voor elektrische elektrisch en/of elektronisch materiaal, de schatting als volgt: 1) a. in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch elek- trisch en/of elektronisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* slijtage wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. 0096-8096B0000.01-01102015 Voor de installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «‘Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» ’ bestaat, dat door een erkende instelling is afgegeven, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* slijtage in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in de tabel hieronder. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* slijtage waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) b. in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekeningbere- kening, wanneer ze 30 % bereikt.. Tabel van conventionele slijtage voor de elektrische en elektronische toestellen: Aard van de elektrische en elektronische toestellen en installaties Jaarlijkse slijtage Coëfficiënt (Per begonnen jaar) Maximumslijtage Voor de toestellen en installaties waarvoor een attest van gelijkvor- migheid met de reglementering van de verzekeraars is uitgereikt 1) . Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) . Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) . Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet vermogenstransformatoren, ondergedom- pelde condensatoren, onderbrekingsapparaten, niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelbordenschakel- borden, bedieningskasten, meet- en controletoestellencontroletoestel- len, enz ...enz.) 5 % 50 % 4) . Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet niet-wederopgebouwde of niet niet-wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* waarde voor het gebouw* gebouw en van de verkoopwaarde* verkoopwaarde voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. A en B. B blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden Bijzondere Voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten afgesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* goederen wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - – in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezedeze lokalen; – in de andere gevallen: de huurwaarde ervan. E. Bij een schadegeval waarbij een van de door dit contract gedekte aansprakelijkheden, zowel contractueel als extra- contractueel betrokken is, betaalt Baloise Insurance de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding ten belope van het verzekerde bedrag. Baloise Insurance betaalt eveneens de interest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende de burgerrechtelijke rechtsvorderingen, alsook de honoraria en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alléén voor zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van een belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De dadingen met het Openbaar Ministerie, de gerechtelijke geldboeten, de minnelijke of administratieve schikkingen, alsook de kosten van strafvervol- gingen zijn niet ten laste van Baloise Insurance. Voor de risico’s die niet beantwoorden aan de criteria van eenvoudig risico, in de zin van de Belgische wetgeving, worden de in artikel 146 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen bedoelde interesten en kosten integraal door de verzekeraar gedragen, voor zover het geheel van de schadeloosstellingen, de interesten en kosten, per verzekering- nemer en per schadegeval, het verzekerde totaalbedrag niet overschrijdt. Boven het verzekerde totaalbedrag worden de interesten en kosten ten laste genomen ten belope van: 0096-8096B0000.01-01102015 – 495.787,05 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.478.935,25 EUR; – 495.787,05 EUR plus 20 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag wanneer dit tussen 2.478.935,25 EUR en 12.394.676,24 EUR ligt; – 2.478.935,25 EUR + 10 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 12.394.676,24 EUR met een maxi- mumbedrag van 9.915.740,99 EUR als interesten en kosten en 9.915.740,99 EUR reddingskosten. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dit van november 1992, te weten 113,77 (op basis 100 in 1988). Het indexcijfer dat bij een schadegeval zal worden toegepast is dit van de maand die de maand van het overkomen van het schadegeval voorafgaat. De voorgaande bepaling onder E is niet van toepassing op de huurderaansprakelijkheid en op de aansprakelijkheid van de gebruiker.

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 18 § A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, voor a. Voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, wordt als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdt: • 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) b. Gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaalelektronische toestellen, de schatting als volgt: 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd vermindert met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «“Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» ” bestaat, dat afgegeven door een erkende instelling is afgegeveninstelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronderde onderstaande tabel. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was;; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling . Tabel van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaardeconventionele slijtage* voor de roerende goederen. C. De bepalingen elektrische en elektronische toestellen: Aard van de paragrafen A. elektrische en B. blijven elektronische toestellen en installaties Jaarlijkse slijtage coëfficiënt (per begonnen jaar) Maximum slijtage voor de toestellen en installaties waar-voor een attest van toepassing zelfs indien gelijkvormigheid met de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata Reglementering van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezeverzekeraars is uitgereikt.

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren goederen gebeurt de schattingen schatting op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § A. 31.A omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) 1. wordt, voor de verzekerde goederen, andere anders dan elektrische en/of elektronische toestellen, als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokkenin mindering gebracht: 1) de totale slijtage* a. enkel het deel van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de het sleetpercentage dat volgende percentages overschrijdt: • – 20 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • sneeuw- en ijsdruk; – 30 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) b. de totale slijtage* slijtage in geval van een aansprakelijkheidsverzekering.. De slijtage die in mindering wordt gebracht is enkel van toepassing op de waarde van het te vervangen goed of op de waarde van de te vervangen onderdelen en niet op andere kosten zoals o.a. werkuren, huurkosten, verplaatsingskosten; b) Gebeurt, 2. gebeurt voor elektrische en/of elektronisch materiaal, elektronische toestellen de schatting als volgt: 1) a. in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* slijtage wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «‘Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» ’ bestaat, dat afgegeven door een erkende instelling is afgegeveninstelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* slijtage in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronderde onderstaande tabel. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* slijtage waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was;; 0096-8096B0000.03-01012022 2) b. in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt.. Tabel van conventionele slijtage voor elektrische en elektronische toestellen: 1) . Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) . Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) . Statische vermogenstransformatoren, ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet condensatoren, onderbrekingsapparaten, niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...enz.) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van deze

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* goederen gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § 5, A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) a. wordt, voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* slijtage van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* slijtage de volgende percentages overschrijdt: • - 20 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • - 30 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* slijtage in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) Gebeurtb. gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaal, de schatting als volgt: 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* slijtage wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» installaties bestaat, dat door een erkende instelling is afgegeven, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* slijtage in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronder. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* slijtage waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. Tabel van conventionele slijtage voor de elektrische en elektronische toestellen: AARD VAN DE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN EN INSTALLATIES JAARLIJKSE SLIJTAGE CO FFICI NT (per begonnen jaar) MAXIMUM SLIJTAGE voor de toe- stellen en instal- laties waarvoor een attest van gelijkvormigheid met de Regle- mentering van de verzekeraars is uitgereikt. 1) Elektronische toestellen, toe- stellen, toestellen die ioniserende ionise- rende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde vermogenstrans- formatoren, ondergedom- pelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskastenbedienings- kasten, meet- en controletoestellencontrole- toestellen, enz ...enz.) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* goederen wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezedeze lokalen, - in de andere gevallen: de huurwaarde ervan. E. Bij een schadegeval waarbij een van de door dit contract gedekte aansprakelijkheden, zowel contractueel als extracontractueel betrokken is, betaalt de maatschappij de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding tot beloop van het verzekerd bedrag. De maatschappij betaalt eveneens de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende de burgerrechtelijke rechtsvorderingen, alsook de honoraria en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar all n voor zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De dadingen met het Openbaar Ministerie, de gerechtelijke geldboeten, de minnelijke of administratieve schikkingen, alsook de kosten van strafvervolgingen zijn niet ten laste van de maatschappij. Voor de risico's die niet beantwoorden aan de criteria van eenvoudig risico, in de zin van de Belgische wetgeving, worden de in artikel 82 van de wet op de landverzekering bedoelde interesten en kosten integraal door de verzekeraar gedragen, voor zover het geheel van de schadeloosstellingen, de interesten en kosten, per verzekeringnemer en per schadegeval, het verzekerd totaal bedrag niet overschrijdt. Boven het verzekerde totaalbedrag worden de intresten en kosten ten laste genomen tot beloop van: - 495.787,05 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.478.935,25 EUR ; - 495.787,05 EUR plus 20 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag wanneer dit tussen 2.478.935,25 wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde voor het gebouw en van de verkoopwaarde voor de roerende goederen. EUR en 12.394.676,24 EUR ligt ; - 2.478.935,25 EUR + 10 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 12.394.676,24 EUR met een maximumbedrag van 9.915.740,99 EUR als intresten en kosten en 9.915.740,99 EUR reddingskosten. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dit van november 1992, te weten 113,77 (op basis 100 in 1988). Het indexcijfer dat bij schadegeval zal worden toegepast is dit van de maand die de maand van het overkomen van het schadegeval voorafgaat. Huidige paragraaf E is niet van toepassing op de huurderaansprakelijkheid en op de aansprakelijkheid van de gebruiker.

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen schat- tingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, a. Wordt voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellentoe- stellen*, wordt als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdt: • - 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm*, hagel of sneeuwdruk», • - 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) b. Gebeurt, voor elektrische elektrisch en/of elektronisch materiaalmaterieel, de schatting als volgt: 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde nieuw- waarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd vermindert met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage slijtage* alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid gelijk- vormigheid van de elektrische installaties met de «« Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installatiesinstallaties » bestaat, dat door een erkende instelling is afgegeven, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronder. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde*, wordt de slijtage slijtage* alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van deze

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § 5, A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) a. wordt, voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdtoverschrijdt : • 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) Gebeurtb. gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaal, de schatting als volgt: 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 30% bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» installaties bestaat, dat door een erkende instelling is afgegeven, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronder. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. . Tabel van conventionele slijtage* voor de elektrische en elektronische toestellen: Aard van de elektrische en elektronische toestellen en installaties 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines Jaarlijkse slijtage coëfficiënt (per begonnen jaar) 10 % Maximum slijtage voor de toestellen en installaties waar-voor een attest van gelijkvormigheid met de Reglementering van de verzekeraars is uitgereikt. 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van deze

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* goederen gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § 19 A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, voor a. Voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, wordt als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* slijtage van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* slijtage de volgende percentages overschrijdt: • - 20 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • - 30 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* slijtage in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) b. Gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaalelektronische toestellen, de schatting als volgt: 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd vermindert met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* slijtage wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «'Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» ' bestaat, dat afgegeven door een erkende instelling is afgegeveninstelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* slijtage in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronderde onderstaande tabel. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* slijtage waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling . Tabel van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* conventionele slijtage voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. elektrische en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezeelektronische toestellen:

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* goederen gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § A. 5.A omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) a. wordt, voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) . de totale slijtage* slijtage van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* slijtage de volgende percentages overschrijdt: • - 20 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen veroorzaakt door «stormxxxxx, hagel of sneeuwdruk», • ; - 30 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) . de totale slijtage* slijtage in geval van aansprakelijkheidsverzekering.; b) Gebeurtb. gebeurt, voor elektrische elektrisch en/of elektronisch materiaal, de schatting als volgt: 1) . in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* slijtage wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische elek- trische installaties met de «Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» installaties bestaat, dat door een erkende instelling is afgegeven, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* slijtage in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in de tabel hieronder. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* slijtage waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) . in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt.. Tabel van conventionele slijtage voor de elektrische en elektronische toestellen: Aard van de elektrische en elektronische toestellen en installaties Jaarlijkse slijtage coëfficiënt (per begonnen jaar) Maximumslijtage voor de toestellen en installaties waarvoor een attest van gelijkvormigheid met de Reglementering van de verzekeraars is uitgereikt 1) . Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) . Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) . Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet vermogenstransformatoren, ondergedom- pelde condensatoren, onderbrekingsapparaten, niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelbordenschakelbor- den, bedieningskastenbedienings-kasten, meet- en controletoestellen, enz ...enz.) 5 % 50 % 4) . Elektrische leidingen 2,5 % 40 %% 0096-7712B0000.01-01062012 B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet niet-wederopgebouwde of niet niet-wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* waarde voor het gebouw* gebouw en van de verkoopwaarde* verkoopwaarde voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. A en B. B blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden Bijzondere Voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* goederen wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - − in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezedeze lokalen; − in de andere gevallen: de huurwaarde ervan. E. Bij een schadegeval waarbij een van de door dit contract gedekte aansprakelijkheden, zowel contractueel als extra-contractueel betrokken is, betaalt Baloise de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding ten belope van het verzekerd bedrag. Baloise betaalt eveneens de interest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende de burgerrechtelijke rechtsvorderingen, alsook de honoraria en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alléén voor zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De dadingen met het Openbaar Ministerie, de gerechtelijke geldboeten, de minnelijke of administratieve schikkingen, alsook de kosten van strafvervolgingen zijn niet ten laste van Baloise. Voor de risico’s die niet beantwoorden aan de criteria van eenvoudig risico, in de zin van de Belgische wetgeving, worden de in artikel 82 van de wet op de landverzekering bedoelde interesten en kosten integraal door de verzekeraar gedragen, voor zover het geheel van de schadeloosstellingen, de interesten en kosten, per verzekeringnemer en per schadegeval, het verzekerd totaal bedrag niet overschrijdt. Boven het verzekerde totaalbedrag worden de interesten en kosten ten laste genomen ten belope van: − 495.787,05 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.478.935,25 EUR; − 495.787,05 EUR plus 20 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag wanneer dit tussen 2.478.935,25 EUR en 12.394.676,24 EUR ligt; − 2.478.935,25 EUR + 10 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 12.394.676,24 EUR met een maximumbedrag van 9.915.740,99 EUR als interesten en kosten en 9.915.740,99 EUR reddingskosten. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dit van november 1992, te weten 113,77 (op basis 100 in 1988). Het indexcijfer dat bij schadegeval zal worden toegepast is dit van de maand die de maand van het overkomen van het schadegeval voorafgaat. Huidige paragraaf E is niet van toepassing op de huurderaansprakelijkheid en op de aansprakelijkheid van de gebruiker.

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, a. Wordt voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen*, als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdtoverschrijdt : • 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) b. Gebeurt, voor elektrische elektrisch en/of elektronisch materiaalmaterieel, de schatting als volgt: 1) . in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd vermindert met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage slijtage* alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» installaties bestaat, dat door een erkende instelling is afgegeven, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronder. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) . in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling . Tabel van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaardeconventionele slijtage* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. elektrische en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaardeelektronische toestellen*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van deze:

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 19 § A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, voor a. Voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, wordt als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdt: • 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) b. Gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaalelektronische toestellen, de schatting als volgtvolgt : 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd vermindert met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» bestaat, dat afgegeven door een erkende instelling is afgegeveninstelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronderde onderstaande tabel. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische vermogenstransformatoren, ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellencontrole- toestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van deze

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § 5, A. omschreven zijn. Niettemin : a) a. wordt, voor de verzekerde goederen*, andere dan elektrische het elektrisch en/of elektronische toestellenelektronisch materieel*, als de verzekering in nieuwwaarde nieuwwaarde* afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokkenafgetrokken : 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed goed* of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdtoverschrijdt : • 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm*, hagel hagel*, sneeuw- of sneeuwdruk»ijsdruk, • 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) Gebeurtb. gebeurt, voor elektrische het elektrisch en/of elektronisch materiaalmaterieel*, de schatting als volgtvolgt : 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde nieuwwaarde* van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaalmaterieel*, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde*, wordt de slijtage slijtage* alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» installaties bestaat, dat door een erkende instelling is afgegeven, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronder. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, eventueel forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde*, wordt de slijtage slijtage* alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. . Tabel van conventionele slijtage* voor het elektrisch en elektronisch materieel* : Aard van de elektrische en elektronische toestellen* en installaties 1) Elektronische toestellen*, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines Jaarlijkse SLIJTAGE* COËFFICIËNT (per begonnen jaar) 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaardeMaximum slijtage* voor de roerende goederen. C. De bepalingen toestellen en installaties waar- voor een attest van gelijkvormigheid met de Reglementering van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten verzekeraars is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezeuitgereikt. 80 %

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 19 § A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, voor Voor de verzekerde goederen*, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen*, wordt als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdt: • ▪ 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm*, hagel of sneeuwdruk», • sneeuwdruk ▪ 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) Gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaalelektronische toestellen*, de schatting als volgt: 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage slijtage* alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «” Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» ” bestaat, dat door een erkende instelling is afgegeven, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronder. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage slijtage* alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling . Tabel van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaardeconventionele slijtage* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. elektrische en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederenelektronische toestellen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van deze:

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 19 § A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, wordt als de verzekering in nieuwwaarde nieuw- waarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) . de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdt: • — 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «stormxxxxx, hagel of sneeuwdruk», • — 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) . de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) Gebeurtgebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaalelektronische toestellen, de schatting als volgt: 1) . in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch elek- trisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «“Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» ” bestaat, dat afgegeven door een erkende instelling is afgegeveninstelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronderde onderstaande tabel. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) . in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekeningbereke- ning, wanneer ze 30 % bereikt. Tabel van conventionele slijtage* voor de elektrische en elektronische toestellen: AARD VAN DE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN EN INSTALLATIES JAARLIJKSE SLIJTAGE COËFFICIËNT (per begonnen jaar) MAXIMUM SLIJTAGE voor de toestellen en installaties waarvoor een attest van gelijk- vormigheid met de Reglementering van de verzekeraars is uitgereikt. 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische vermogenstransformatoren, ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelbordenschakelbor- den, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...enz.) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 %% 21.19.008/10 05/18 B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering ver- zekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling herstel- ling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - — in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezedeze lokalen, — in de andere gevallen: de huurwaarde ervan. E. Bij een schadegeval waarbij één van de door dit contract gedekte aansprakelijkheden, zowel contractueel als extracontrac- tueel betrokken is, betaalt de Maatschappij* de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding tot beloop van het verzekerde bedrag. De Maatschappij betaalt eveneens de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende de burgerrechtelijke rechtsvorderingen, alsook de honoraria en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alléén voor zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De dadingen met het Openbaar Ministerie, de gerechtelijke geldboeten, de minnelijke of administratieve schikkingen, alsook de kosten van strafvervolgingen zijn niet ten laste van de Maatschappij*. Voor de risico’s die niet beantwoorden aan de criteria van eenvoudig risico, in de zin van de Belgische wetgeving, worden de in artikel 82 van de wet op de landverzekering bedoelde interesten en kosten integraal door de verzekeraar gedragen, voor zover het geheel van de schadeloosstellingen, de interesten en kosten, per Verzekeringsnemer en per schadegeval, het verzekerd totaal bedrag niet overschrijdt. Boven het verzekerde totaalbedrag worden de intresten en kosten ten laste genomen tot beloop van: — 495.787,05 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.478.935,25 EUR ; — 495.787,05 EUR plus 20 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag wanneer dit tussen 2.478.935,25 EUR en 12.394.676,24 EUR ligt ; — 2.478.935,25 EUR + 10 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 12.394.676,24 EUR met een maximumbe- drag van 9.915.740,99 EUR als intresten en kosten en 9.915.740,99 EUR reddingskosten. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dit van novem- ber 1992, te weten 113,77 (op basis 100 in 1988). Het indexcijfer dat bij schadegeval zal worden toegepast is dit van de maand die de maand van het overkomen van het scha- degeval voorafgaat. Huidige paragraaf E is niet van toepassing op de huurderaansprakelijkheid en op de aansprakelijkheid van de gebruiker.

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren goederen gebeurt de schattingen schatting op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § A. 41.A omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, 1. wordt voor de verzekerde goederen, andere anders dan elektrische en/of elektronische toestellen, als de in geval van verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokkenin mindering gebracht: 1) de totale slijtage* a. enkel het deel van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de het sleetpercentage dat volgende percentages overschrijdt: • – 20 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • sneeuw- en ijsdruk; – 30 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) b. de totale slijtage* slijtage in geval van een aansprakelijkheidsverzekering.. De slijtage die in mindering wordt gebracht is enkel van toepassing op de waarde van het te vervangen goed of op de waarde van de te vervangen onderdelen en niet op andere kosten zoals o.a. werkuren, huurkosten, verplaatsingskosten; b) Gebeurt, 2. gebeurt voor elektrische en/of elektronisch materiaalelektronische toestellen, de schatting als volgt: 1) a. in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* slijtage wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «‘Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» ’ bestaat, dat afgegeven door een erkende instelling is afgegeveninstelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* slijtage in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronderde onderstaande tabel. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* slijtage waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was;; 0096-8094B0000.03-01012022 2) b. in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. 1. Tabel van conventionele slijtage voor elektrische en elektronische toestellen: Aard van de elektrische en elektronische toestellen en installaties Jaarlijks slijtagecoëfficiënt (per begonnen jaar) Maximumslijtagevoor de toestellen en installaties waarvoor een attest van gelijkvormigheid met de reglementering van deverzekeraars is uitgereikt Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) % Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) % Statische vermogenstransformatoren, ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet condensatoren, onderbrekingsapparaten, niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...enz.) 5 % 50 % 4) % Elektrische leidingen 2,5 % 40 %% De slijtage die in mindering wordt gebracht, is enkel van toepassing op de waarde van het te vervangen goed of op de waarde van de te vervangen onderdelen en niet op andere kosten zoals o.a. werkuren, huurkosten, verplaatsingskosten. B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet niet-wederopgebouwde of niet niet-wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* waarde voor het gebouw* gebouw en van de verkoopwaarde* verkoopwaarde voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. A en B. B blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden Bijzondere Voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten afgesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* goederen wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - – in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezedeze lokalen; – in de andere gevallen: de huurwaarde ervan. E. Bij een schadegeval waarbij een van de door deze polis gedekte aansprakelijkheden, zowel contractueel als buitencontractueel, betrokken is, betaalt Baloise de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding ten belope van het verzekerde bedrag. Baloise betaalt eveneens de interest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende de burgerrechtelijke rechtsvorderingen, net als de honoraria en kosten van de advocaten en deskundigen, maar alléén voor zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van een belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De dadingen met het Openbaar Ministerie, de gerechtelijke geldboeten, de minnelijke of administratieve schikkingen, net als de kosten van strafvervolgingen zijn niet ten laste van Baloise. 0096-8094B0000.03-01012022 Voor de risico’s die niet beantwoorden aan de criteria van eenvoudig risico, in de zin van de Belgische wetgeving, worden de in artikel 146 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen bedoelde interesten en kosten integraal door Baloise gedragen, voor zover het geheel van de schadeloosstellingen, de interesten en kosten, per verzekeringnemer en per schadegeval, het verzekerde totaalbedrag niet overschrijdt. Boven het verzekerde totaalbedrag worden de interesten en kosten ten laste genomen ten belope van: – 495.787,05 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.478.935,25 EUR; – 495.787,05 EUR plus 20 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag wanneer dit tussen 2.478.935,25 EUR en 12.394.676,24 EUR ligt; – 2.478.935,25 EUR plus 10 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 12.394.676,24 EUR met een maximumbedrag van 9.915.740,99 EUR als interesten en kosten en 9.915.740,99 EUR reddingskosten. Die bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de CPI-index. Het basisindexcijfer is dit van november 1992, te weten 113,77 (op basis 100 in 1988). Het indexcijfer dat bij een schadegeval zal worden toegepast is dit van de maand die de maand van het zich voordoen van het schadegeval voorafgaat. De voorgaande bepaling onder E is niet van toepassing op de huurdersaansprakelijkheid en op de aansprakelijkheid van de gebruiker.

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § Art. 1.20.2 A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, voor 1. Voor de verzekerde goederen*, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen*, als wordt: - indien de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van slijtage* op de schatting dag van de schade altijd afgetrokken: 1) 30% van de nieuwwaarde* van het gebouw* of van de nieuwwaarde* van het materieel* overschrijdt, niet de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd beschadigde goed of deel ervan wanneer die afgetrokken, doch slechts het gedeelte van de slijtage* de volgende percentages overschrijdt: • 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) dat het vermelde percentage over- treft. - de totale slijtage* afgetrokken in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) 2. Gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaalelektronische toestellen*, de schatting als volgt: 1) : - in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde nieuwwaarde* van door evenwaardig even- waardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde*, wordt de slijtage slijtage* alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties gelijkvormig- heid met de «“Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» ” bestaat, dat afgegeven door een erkende instelling is afgegeveninstelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronderde onderstaande tabel. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) ; - in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstellingherstel- ling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde*, wordt de slijtage slijtage* alleen toegepast, volgens bovenstaande boven- staande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. Tabel van conventionele slijtage* voor de elektrische en elektronische toestellen*: AARD VAN DE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN EN INSTALLATIES JAARLIJKSE SLIJTAGE* COËFFICIËNT (per begonnen jaar) MAXIMUM SLIJTAGE* voor de toestellen en installa- ties waarvoor een attest van gelijkvormigheid met de Re- glementering van de verzeke- raars is uitgereikt. 1) Elektronische toestellen*, toestellen die ioniserende ionise- rende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 10% 80 80% 2) Draaiende machines 7,5 7,5% 50 50% 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet vermogenstransformatoren, onderge- dompelde condensatoren, onderbrekingsapparaten, niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelbordenscha- kelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellencontroletoe- stellen, enz ...enz.) 5 5% 50 50% 4) Elektrische leidingen 2,5 2,5% 40 40% B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen goederen* wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte ge- deelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaardeverkoop- waarde* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen Bijzondere Voorwaarden bepa- len dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw weder- opbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - : 1. in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezedeze lokalen, 2. in de andere gevallen: de huurwaarde ervan.

Schatting van de schade. A. A Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* goederen gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § A. 5.A omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) a wordt, voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, als de verzekering in nieuwwaarde nieuw- waarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) 1 de totale slijtage* slijtage van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* slijtage de volgende percentages overschrijdt: • - 20 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen veroorzaakt door «stormxxxxx, hagel of sneeuwdruk», • ; - 30 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) 2 de totale slijtage* slijtage in geval van aansprakelijkheidsverzekering.; b) Gebeurtb gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaal, de schatting als volgt: 1) 1 in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* slijtage wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» installaties bestaat, dat door een erkende erken- de instelling is afgegeven, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* slijtage in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronder. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan slijtage waar- aan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) 2 in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd ver- minderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, ,volgens bovenstaande berekeningbereke- ning, wanneer ze 30 % bereikt. 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling . Tabel van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* conventionele slijtage voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. elektrische en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezeelektronische toestellen:

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 19 § A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, voor a. Voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, wordt als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdt: • 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) b. Gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaalelektronische toestellen, de schatting als volgtvolgt : 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd vermindert met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» bestaat, dat afgegeven door een erkende instelling is afgegeveninstelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronderde onderstaande tabel. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische vermogenstransformatoren, ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellencontrole- toestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezedeze lokalen, - in de andere gevallen: de huurwaarde ervan.

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 19 § A. omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, voor a. Voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische elektro- nische toestellen, wordt als de verzekering verze- kering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd be- schadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende vol- gende percentages overschrijdt: •  20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», •  30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) b. Gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaalelektronische toestellen, de schatting als volgt: 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd vermindert met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «Reglementering “Re- glementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» ” bestaat, dat afgege- ven door een erkende instelling is afgegeveninstelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronderde onderstaande tabel. Voor draaiende machines en transformatoren transformato- ren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding aanlei- ding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande boven- staande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. bereikt Tabel van conventionele slijtage* voor de elektrische en elektronische toestellen: Aard van de elektrische en elektronische toestellen en installaties 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengenvoortbren- gen, kantoormachines Jaarlijkse slijtage coëfficiënt (per begonnen jaar) 10 % Maximum slijtage voor de toestellen en instal- laties waarvoor een attest van gelijkvormigheid met de Reglementering van de verzekeraars is uitgereikt. 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaarde* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van deze

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § A. omschreven zijn. Niettemin : a) wordt, a. Wordt voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen*, wordt als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken: 1) de totale slijtage* van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* de volgende percentages overschrijdtoverschrijdt : • 20 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • 30 % van de nieuwwaarde* voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) de totale slijtage* in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) b. Gebeurt, voor elektrische elektrisch en/of elektronisch materiaalmaterieel, de schatting als volgt: 1) in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd vermindert met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage slijtage* alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» installaties bestaat, dat door een erkende instelling is afgegeven, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronder. Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt. 1) Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) Statische ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...) 5 % 50 % 4) Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling . Tabel van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet wederopgebouwde of niet wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* voor het gebouw* en van de verkoopwaardeconventionele slijtage* voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. elektrische en B. blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaardeelektronische toestellen*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van deze:

Schatting van de schade. A. Voor de vaststelling van de schade aan de verzekerde goederen* goederen gebeuren de schattingen op de dag van het schadegeval, op dezelfde grondslagen als die welke in artikel 5 § A. 19.A omschreven zijn. Niettemin Niettemin: a) wordt, voor a. Voor de verzekerde goederen, andere dan elektrische en/of elektronische toestellen, wordt als de verzekering in nieuwwaarde afgesloten is, van de schatting van de schade altijd afgetrokken:in 1) . de totale slijtage* slijtage van ieder beschadigd verzekerd goed of deel ervan wanneer die slijtage* slijtage de volgende percentages overschrijdt: • − 20 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen veroorzaakt door «storm, hagel of sneeuwdruk», • ; − 30 % van de nieuwwaarde* nieuwwaarde voor de schadegevallen betreffende andere waarborgen; 2) . de totale slijtage* slijtage in geval van aansprakelijkheidsverzekering. b) b. Gebeurt, voor elektrische en/of elektronisch materiaalelektronische toestellen, de schatting als volgt: 1) . in geval van volledige vernieling, wordt de schade geraamd op basis van de nieuwwaarde van door evenwaardig elektrisch en/of elektronisch materiaal, verminderd met de slijtage*. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast wanneer ze 30 % bereikt. Die slijtage* slijtage wordt forfaitair berekend voor de hieronder vermelde voorwerpen vanaf de datum waarop het vernielde voorwerp de fabriek heeft verlaten of vanaf de datum van het plaatsen van de installaties. Voor de elektrische installaties waarvoor op de datum van het schadegeval een attest van gelijkvormigheid van de elektrische installaties met de «‘Reglementering van de verzekeraars inzake elektrische installaties» ’ bestaat, dat afgegeven door een erkende instelling is afgegeveninstelling, wordt de aldus berekende forfaitaire slijtage* slijtage in alle gevallen beperkt tot een deel van de vervangingswaarde, zoals aangegeven in tabel hieronderde onderstaande tabel. 0096-7710B0000.01-01062012 Voor draaiende machines en transformatoren geeft de volledige herwikkeling tussen de datum van het verlaten van de fabriek en de datum van het schadegeval aanleiding tot een vermindering met de helft van de slijtage* slijtage waaraan het toestel op de datum van de herwikkeling onderhevig was; 2) . in geval van gedeeltelijke vernieling wordt de schade geraamd op basis van de kostprijs van de herstelling, verminderd met de slijtage*, forfaitair berekend zoals hierboven vermeld. De vergoeding mag niet meer bedragen dan die welke zou voortvloeien uit de volledige vernieling van het toestel. Als de verzekering afgesloten is in nieuwwaarde, wordt de slijtage alleen toegepast, volgens bovenstaande berekening, wanneer ze 30 % bereikt.. Tabel van conventionele slijtage voor de elektrische en elektronische toestellen: Aard van de elektrische en elektronische toestellen en installaties Jaarlijkse slijtage Coëfficiënt (Per begonnen jaar) Maximumslijtage Voor de toestellen en installaties waarvoor een attest van gelijkvormigheid met de reglementering van de verzekeraars is uitgereikt 1) . Elektronische toestellen, toestellen die ioniserende stralen voortbrengen, kantoormachines 10 % 80 % 2) . Draaiende machines 7,5 % 50 % 3) . Statische vermogenstransformatoren, ondergedompelde condensatoren Onderbrekingsapparaten Niet condensatoren, onderbrekingsapparaten, niet elders geklasseerde elektrische toestellen (schakelborden, bedieningskasten, meet- en controletoestellen, enz ...enz.) 5 % 50 % 4) . Elektrische leidingen 2,5 % 40 % B. Bij gebrek aan gehele of gedeeltelijke wederopbouw of wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen wordt het bedrag van de schade van het niet niet-wederopgebouwde of niet niet-wedersamengestelde gedeelte van die goederen geschat op basis van de werkelijke waarde* waarde voor het gebouw* gebouw en van de verkoopwaarde* verkoopwaarde voor de roerende goederen. C. De bepalingen van de paragrafen A. A en B. B blijven van toepassing zelfs indien de bijzondere voorwaarden Bijzondere Voorwaarden bepalen dat de verzekering gesloten is volgens de nieuwwaarde*. D. De onbruikbaarheid van onroerende goederen* goederen wordt bepaald naar rata van de normale duur van de wederopbouw of herstelling van de werkelijk beschadigde lokalen rekening houdend met: - − in geval van verhuring: de met de lasten verhoogde effectieve huur van dezedeze lokalen; − in de andere gevallen: de huurwaarde ervan. E. Bij een schadegeval waarbij een van de door dit contract gedekte aansprakelijkheden, zowel contractueel als extra-contractueel betrokken is, betaalt Baloise de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding tot beloop van het verzekerd bedrag. Baloise betaalt eveneens de interest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende de burgerrechtelijke rechtsvorderingen, alsook de honoraria en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alléén voor zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De dadingen met het Openbaar Ministerie, de gerechtelijke geldboeten, de minnelijke of administratieve schikkingen, alsook de kosten van strafvervolgingen zijn niet ten laste van Baloise. Voor de risico’s die niet beantwoorden aan de criteria van eenvoudig risico, in de zin van de Belgische wetgeving, worden de in artikel 82 van de Wet op de landverzekering bedoelde interesten en kosten integraal door de verzekeraar gedragen, voor zover het geheel van de schadeloosstellingen, de interesten en kosten, per verzekeringnemer en per schadegeval, het verzekerd totaal bedrag niet overschrijdt. Boven het verzekerde totaalbedrag worden de intresten en kosten ten laste genomen ten belope van: − 495.787,05 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.478.935,25 EUR; 0096-7710B0000.01-01062012 − 495.787,05 EUR plus 20 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag wanneer dit tussen 2.478.935,25 EUR en 12.394.676,24 EUR ligt; − 2.478.935,25 EUR + 10 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 12.394.676,24 EUR met een maximumbedrag van 9.915.740,99 EUR als interesten en kosten en 9.915.740,99 EUR reddingskosten. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen. Het basisindexcijfer is dit van november 1992, te weten 113,77 (op basis 100 in 1988). Het indexcijfer dat bij schadegeval zal worden toegepast is dit van de maand die de maand van het overkomen van het schadegeval voorafgaat. Huidige paragraaf E is niet van toepassing op de huurdersaansprakelijkheid en op de aansprakelijkheid van de gebruiker.