Schouwing van voertuigen. De spoorwegonderneming controleert naar best vermogen, volgens de geldende richtlijnen, de wagens bij het plaatsen op de dienstvoorziening op gebreken en schade. Overzicht van de beschadigde wagens en tanks worden door de SO gecommuniceerd aan de dispatching Spoor van STANDIC. De wagens worden duidelijk gemerkt en kunnen noch geladen, noch gelost worden, noch in de nabijheid gebracht van de tanks van de terminal. Wanneer bij het afhalen van de wagens door medewerkers van de spoorwegonderneming schade wordt vastgesteld aan de lading of aan de wagens wordt deze schade tegensprekelijk onderzocht door beide partijen om vast te tellen of het om recente schade gaat die mogelijk tijdens de bewegingen op de terminal kan zijn ontstaan Etiketten die kunnen voorkomen op de voertuigen zijn opgenomen in bijlage. STANDIC garandeert dat op het overdrachtspunt de technische wagoncontrole uitgevoerd kan worden aan beide zijden van het spoor middels toegankelijke looppaden.
Schouwing van voertuigen. Schouwing dient aan te vangen 2 uur voor vertrek ten laatste. De Spoorwegonderneming controleert naar best vermogen, volgens de geldende richtlijnen, de wagens bij het plaatsen op de spoorfaciliteiten van de Dienstvoorziening op gebreken en schade. Wanneer bij het afhalen van de wagens door medewerkers van de Spoorwegonderneming schade wordt vastgesteld aan de lading of aan de wagens wordt deze schade geacht reeds aanwezig te zijn bij voor behandeling op de spooraansluiting van Dienstvoorziening, tenzij de Spoorwegonderneming het tegendeel bewijst. Alle containers die worden aangeleverd op de spoorfaciliteit van Dienstvoorziening moeten voldoen aan de ISO normen (vorm + cornercastings), dienen correct gelabeld te zijn indien van toepassing. Deuren dienen correct gesloten te zijn en alle hendels vastgedraaid in de kammen van de container. Eventuele opmerkingen dienen zo snel mogelijk gemeld te worden aan de Dienstvoorziening, zodat deze in voorkomend geval actie kan ondernemen. Xxxxxx schriftelijk te bevestigen voor afrekening kosten extra moves en/of assistentie. Etiketten die kunnen voorkomen op de voertuigen zijn opgenomen in bijlage. Etiketten worden niet aangebracht door de Dienstvoorziening. De Dienstvoorziening bevestigt dat op het overdrachtspunt de technische wagoncontrole uitgevoerd kan worden aan beide zijden van het spoor. Aandacht voor knelgevaar bij Spoor 1 en Spoor 6 (positie spoorkraan).
Schouwing van voertuigen. De Spoorwegonderneming controleert naar best vermogen, volgens de geldende richtlijnen, de wagens voor het plaatsen op de Dienstvoorziening op gebreken en schade. Overzicht van de beschadigde wagens en containers worden door de SO gecommuniceerd aan de administratief bediende Spoor van de Dienstvoorziening. Wanneer bij het afhalen van de wagens door medewerkers van de Spoorwegonderneming schade wordt vastgesteld aan de lading of aan de wagens dient de Dienstvoorziening te worden gecontacteerd en zal er gezamenlijk bepaald worden of het over recente schade gaat die door de Dienstvoorziening werd veroorzaakt.