Standaardisatie. De opties die op beurzen worden verhandeld, voldoen aan een aantal standaardvoorwaarden. De standaardisatie heeft betrekking op de contractgrootte, de looptijd, de afloopdatum (expiratiedatum) en de uitoefenprijs. Deze gegevens vormen onderdeel van de contractspecificaties. De koers van de optie (de premie) is het enige variabele element en wordt genoteerd per eenheid onderliggende waarde. De contractgrootte is de hoeveelheid onderliggende waarde waarop één optie betrekking heeft. Dat kan bijvoorbeeld zijn 100 aandelen, de AEX-index of een andere (aandelen)index, USD 10.000 of een andere valuta, etc. De looptijd van een optie is de maximale termijn waarbinnen de optie een recht vertegenwoordigt. Na de expiratie heeft de optie geen waarde meer. Er worden opties verhandeld met verschillende looptijden. Dat kan bijvoorbeeld een maand zijn, maar ook een aantal jaren. De uitoefenprijs is de prijs waar tegen de houder van de optie de onderliggende waarde bij uitoefening van de optie mag kopen of verkopen; de uitoefenprijs wordt genoteerd per eenheid van de onderliggende waarde. De laatste handelsdag van een optie is de laatste dag waarop handel in aflopende optieseries mogelijk is. In Amsterdam is dit bij voorbeeld de derde vrijdag van de afloopmaand, behalve wanneer deze derde vrijdag geen handelsdag is. In dat geval verschuift de laatste handelsdag naar de handelsdag voorafgaande aan deze derde vrijdag. Nadat de handel in aflopende series is gestopt, is uitoefening van het recht tot koop respectievelijk verkoop vaak nog een aantal uren moge- lijk. Dit kan per bank en per beurs verschillen. Het uiterste tijdstip van verkoop en het uiterste tijdstip waarop u kunt aangeven of u uw optie wilt uitoefenen is doorgaans vastgelegd in de overeenkomst die u bent aangegaan met uw bank. De bank geeft een eventuele uitoefening van een optie door aan de clearing. Iedere instelling bepaalt zelf hoeveel eerder Cliënten orders voor uitoefening en voor transacties in aflopende series mogen opgeven. Onder normale omstandigheden zal een optieserie die eenmaal is genoteerd verhandelbaar blijven tot de afloopdatum. Beurzen kunnen evenwel openingstransacties in deze series verbieden of beperken.
Standaardisatie. De futures die op de diverse Beurzen worden verhandeld, zijn gestandaardiseerd. Dat wil zeggen dat de specificaties van de futures door de betref- fende Beurs zijn voorgeschreven en dat daar niet van kan worden afgeweken. De standaardisatie heeft onder andere betrekking op de contractgrootte, de looptijd, de expiratiedatum, de munteenheid en de leverings- of afrekeningscondities. Deze contract- specificaties van de futures worden door de Beurzen gepubliceerd. De koers van de future is het enige variabele element.
Standaardisatie. De kracht van logistieke bedrijven is de flexibiliteit om in te spelen op de wensen van klanten. Maar deze kracht is tegelijkertijd ook een zwakte: standaardisatie van processen is vaak ver te zoeken, maar wel een belangrijke voorwaarde voor automatisering of robotisering. Bijkomend probleem is dat de kennis over de eigen processen vaak beperkt is, waardoor ook onduidelijk blijft wat de mogelijkheden van robots zijn. Pilotprojecten moeten uitwijzen in hoeverre standaardisatie van processen nodig is met de huidige generatie robots die flexibeler is dan voorheen. Extra tools of stappenplannen en informatie in de vorm van best practices kunnen bedrijven helpen om processen te analyseren en optimaliseren en vervolgens de mogelijkheden van robots in kaart te brengen. Een groot probleem bij robotisering van logistieke processen is de grote diversiteit in goederen. Niet alle producten zijn verpakt in gemakkelijk hanteerbare, rechthoekige dozen. En soms is het noodzakelijk, bijvoorbeeld in e-commerce, om losse artikelen te kunnen oppakken en verplaatsen. Soms kan maar 80 procent van de producten met robots worden verwerkt. Pilotprojecten kunnen helpen om het aandeel van het assortiment dat met robots kan worden verwerkt verder te vergroten. Daarnaast kunnen ze worden gebruikt voor onderzoek naar de mogelijkheden om robots te combineren met manuele oplossingen: robots kunnen dan het merendeel van het assortiment verwerken, mensen de resterende artikelen waarmee robots geen raad weten.
Standaardisatie. Gegevens kunnen enkel in het systeem van een andere zorg- verlener hergebruikt worden wanneer de techniek gestandaar- diseerd is en dezelfde taal gebruikt wordt om patiëntgegevens uit te wisselen. Het wetsvoorstel Elektronische gegevensuit- wisseling in de zorg (Wegiz) stelt het elektronisch uitwisselen van gegevens tussen zorgverleners voor specifieke gegeven- suitwisselingen onderling verplicht. Eerst maakt VWS samen met sector(en) en leveranciers de benodigde afspraken over standaarden voor taal en techniek, daarna gaat de wettelijke verplichting in.
a. Gegevens worden eenmalig geregistreerd en sectorover- stijgend meervoudig gebruikt om administratieve lasten te verminderen. Dit vereist een verandering in de werkproces- sen van zorgprofessionals en ondersteunende systemen.
b. Bij het uitwisselen van gegevens en het ontwikkelen van nieuwe informatiestandaarden wordt, waar mogelijk, gebruik gemaakt van (open) internationale informatie- standaarden. Dit komt de interoperabiliteit en daarmee kwaliteit van zorg ten goede en helpt tegen verdere vendor lock-in.
c. De gestandaardiseerde (open) API-strategie van Nictiz wordt in 2022 door VWS vastgesteld in samenspraak met het veld en leveranciers, en is leidend in de wijze van open- stelling van systemen.
d. Het Informatieberaad Zorg laat in 2023 in kaart brengen welke gegevenssets aanpassing behoeven of aanvullend nodig zijn om de doelgroepen zoals benoemd in dit akkoord de juiste zorg op de juiste plaats op het juiste moment met de juiste informatie te bieden.
e. Stimuleert de doorontwikkeling van informatiestandaarden en belegt gedurende de IZA-periode het houderschap van informatiestandaarden. Hiermee ontstaat een interoperabel stelsel van standaarden dat als basis dient voor het herge- bruik van zorgdata voor zowel primair als secundair gebruik.
f. Per prioritaire gegevensuitwisseling op de Meerjarenagenda Wegiz laat VWS de implementatiekosten in beeld brengen
Standaardisatie. Om de kosten van het beheer op een aanvaardbaar niveau te houden, zijn er binnen de regeling afspraken gemaakt over standaardisatie van de werkstations, netwerk- en randapparatuur . Bij de start van de regeling is gekozen voor standaard hardware en een eenduidige technische ICT architectuur die voor alle gemeenten richtinggevend is. Voor de aanschaf van de apparatuur zal conform de geldende aanbestedingsregels raamcontracten worden afgesloten met leveranciers. De leverancier zal geselecteerd worden via een aanbesteding, waarna ICT NML zelf een contract afsluit met de geselecteerde partij zodat de deelnemers dit niet meer zelf hoeven te doen. Nieuwe apparatuur zal altijd binnen deze raamcontracten worden aangeschaft. In Bijlage 3 is een overzicht van de ICT architectuur en de gekozen standaarden opgenomen. Om de standaardisatie te bewaken en zo de kosten van het beheer op een aanvaardbaar niveau te houden, is het opnemen cq. aanschaffen van nieuwe apparatuur in de netwerkomgeving ter beoordeling van de regeling. Aanschaf verloopt altijd via de regeling, maar zal wel invulling moeten geven aan de functionele behoefte van de deelnemende gemeenten.