Taak en bevoegdheden. 5.1 Het bestuur is belast met het besturen van de stichting en als zodanig met het beheer van het vermogen van de stichting. Bij de vervulling van hun taak richten bestuurders zich naar het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie. Voor het beheer van het vermogen van de stichting en de belegging van daartoe beschikbare gelden laat het bestuur zich bijstaan door een of meer vermogensbeheerders en beleggingsadviseurs die te goeder naam en faam bekend staan aan wie het bestuur opdracht geeft om op solide wijze te beleggen. De stichting voert een prudent beleggingsbeleid dat onder meer is gebaseerd op de volgende uitgangspunten a. beleggingen dienen steeds in het risicoprofiel 'defensief' of 'gebalanceerd' te worden gedaan; b. een redelijke spreiding naar aard en risico van de bezittingen en interesses wordt nagestreefd; c. een optimaal rendement wordt verkregen; d. geen belangrijk risico van blijvende vermogensverliezen wordt gelopen. De aan de stichting behorende zaken worden, als zij niet ten kantore van de stichting worden gehouden, in bewaring gegeven bij een ingevolge de Wet Toezicht Kredietwezen geregistreerde instelling. De effecten worden bewaard door een juridisch van de bank of vermogensbeheerder afgescheiden rechtspersoon. Het vermogensbeheer wordt tegen een marktconform tarief uitgevoerd. De vermogensbeheerder geeft conform heersende wet- en regelgeving periodiek inzicht in alle directe en indirecte kosten die samenhangen met het beheer van het vermogen. 5.2 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. 5.3 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de stichting ter zake van deze handelingen. 5.4 Bestuursleden kunnen - behoudens ontheffing door het bestuur - geen directielid of bestuurslid zijn of het lidmaatschap van een toezichthoudend orgaan bekleden van een instelling die eenzelfde of een gelijksoortig doel heeft als de stichting. 5.5 De leden van het bestuur doen opgave van hun relevante functies, waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. Een lid van het bestuur dient melding te doen van zakelijke banden tussen de stichting en een andere rechtspersoon of onderneming waarbij het betreffende bestuurslid - direct dan wel indirect - persoonlijk is betrokken. 5.6 Het bestuur kan in een reglement regels vaststellen omtrent de besluitvorming en de werkwijze van het bestuur, in aanvulling op hetgeen daaromtrent in deze statuten is bepaald. Voorts kan het bestuur in dit reglement een rooster van aftreden opnemen. 5.7 Onverminderd de collectieve verantwoordelijkheid van het bestuur als zodanig, kunnen bevoegdheden van het bestuur worden gedelegeerd aan twee leden van het bestuur voor zover zij gezamenlijk handelen. Uitzondering hierop vormen de voorzitter en de penningmeester. Zij kunnen alleen handelende bevoegdheden, waaronder vertegenwoordiging in en buiten rechte, van het bestuur gedelegeerd krijgen. 5.8 Het bestuur treft een regeling voor de plaatsvervanging van de penningmeester en de secretaris. 5.9 Het bestuur kan functionarissen met algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid aanstellen. Ieder van hen vertegenwoordigt de stichting met inachtneming van de begrenzing aan zijn bevoegdheid gesteld. De titulatuur van deze functionarissen wordt door het bestuur bepaald. 5.10 Bij belet of ontstentenis van een of meer bestuurders is of zijn de andere bestuurders met het gehele bestuur belast. 5.11 Het bestuur zorgt ervoor dat een persoon wordt aangewezen die bij belet of ontstentenis van alle bestuurders of van de enige bestuurder de stichting tijdelijk bestuurt. Onder belet wordt in deze statuten in elk geval verstaan de omstandigheid dat de bestuurder gedurende een periode van meer dan zeven dagen onbereikbaar is door ziekte of andere oorzaken. 5.12 Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij of zij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit desalniettemin door het bestuur genomen en worden de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen schriftelijk in dat besluit vastgelegd.
Appears in 2 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst
Taak en bevoegdheden. 5.1 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting vereniging behoudens die beperkingen die in de statuten worden vermeld.
2. Uit het bestuur wordt, indien gewenst, een dagelijks bestuur gevormd bestaande uit de voor- zitter, secretaris en als zodanig met het beheer van het vermogen penningmeester. Aan dit dagelijks bestuur kan de dagelijkse leiding van de stichting. Bij de vervulling van hun taak richten bestuurders zich naar het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie. Voor het beheer van het vermogen van de stichting en de belegging van daartoe beschikbare gelden laat het bestuur zich bijstaan door een of meer vermogensbeheerders en beleggingsadviseurs die te goeder naam en faam bekend staan aan wie het bestuur opdracht geeft om op solide wijze te beleggen. De stichting voert een prudent beleggingsbeleid dat onder meer is gebaseerd op de volgende uitgangspunten
a. beleggingen dienen steeds in het risicoprofiel 'defensief' of 'gebalanceerd' te vereniging worden gedaan;
b. een redelijke spreiding naar aard en risico van de bezittingen en interesses wordt nagestreefd;
c. een optimaal rendement wordt verkregen;
d. geen belangrijk risico van blijvende vermogensverliezen wordt gelopen. De aan de stichting behorende zaken worden, als zij niet ten kantore van de stichting worden gehouden, in bewaring gegeven bij een ingevolge de Wet Toezicht Kredietwezen geregistreerde instelling. De effecten worden bewaard door een juridisch van de bank of vermogensbeheerder afgescheiden rechtspersoon. Het vermogensbeheer wordt tegen een marktconform tarief uitgevoerd. De vermogensbeheerder geeft conform heersende wet- en regelgeving periodiek inzicht in alle directe en indirecte kosten die samenhangen met het beheer van het vermogenopgedragen.
5.2 Het 3. het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te besluiten doen uitvoeren door commissies die door het bestuur als zodanig worden benoemd, onder nadere goedkeuring van de Algemene Vergadering. Een omschrijving van de samenstelling en de algemene bevoegdheden van commissies, met uitzondering van de commissie van onderzoek, wordt in het Huishoudelijk Reglement gegeven.
4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de Algemene Vergadering bevoegd tot het aangaan sluiten van overeenkomsten tot verkrijginginzake kopen, vervreemding en bezwaring verkopen, verwerven, vervreemden, huren, verhuren of bezwaren van registergoederen.
5.3 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot ; het aangaan sluiten van kredietovereenkomsten en het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
5. Het in gebruik geven van volkstuinen op het eigen complex valt buiten het bepaalde in lid 4.
6. Het bestuur is bevoegd tot het opleggen van boetes en/of andere maatregelen, zich voor een derde sterk maakt nadat de Algemene Vergadering het beleid dienaangaande heeft vastgesteld. Tegen deze boete of zich tot zekerheidstelling voor een schuld maatregel is beroep mogelijk op de Algemene Vergadering.
7. Bestuursbesluiten worden genomen met meerderheid van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging stemmen. Het bestuurslid dat geen lid van de stichting ter zake vereniging is, heeft in bestuursvergaderingen stemrecht. Bij staken van deze handelingenstemmen beslist de voorzitter.
5.4 Bestuursleden kunnen - behoudens ontheffing door het bestuur - geen directielid of bestuurslid zijn of het lidmaatschap van een toezichthoudend orgaan bekleden van een instelling die eenzelfde of een gelijksoortig doel heeft als de stichting.
5.5 De leden van het bestuur doen opgave van hun relevante functies, waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. Een lid van het bestuur dient melding te doen van zakelijke banden tussen de stichting en een andere rechtspersoon of onderneming waarbij het betreffende bestuurslid - direct dan wel indirect - persoonlijk is betrokken.
5.6 Het bestuur kan in een reglement regels vaststellen omtrent de besluitvorming en de werkwijze van het bestuur, in aanvulling op hetgeen daaromtrent in deze statuten is bepaald. Voorts kan het bestuur in dit reglement een rooster van aftreden opnemen.
5.7 Onverminderd de collectieve verantwoordelijkheid van het bestuur als zodanig, kunnen bevoegdheden van het bestuur worden gedelegeerd aan twee leden van het bestuur voor zover zij gezamenlijk handelen. Uitzondering hierop vormen de voorzitter en de penningmeester. Zij kunnen alleen handelende bevoegdheden, waaronder vertegenwoordiging in en buiten rechte, van het bestuur gedelegeerd krijgen.
5.8 Het bestuur treft een regeling voor de plaatsvervanging van de penningmeester en de secretaris.
5.9 Het bestuur kan functionarissen met algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid aanstellen. Ieder van hen vertegenwoordigt de stichting met inachtneming van de begrenzing aan zijn bevoegdheid gesteld8. De titulatuur taakstelling van deze functionarissen bestuursleden wordt door nader geregeld in het bestuur bepaaldHuishoudelijk Reglement.
5.10 Bij belet of ontstentenis van een of meer bestuurders is of zijn de andere bestuurders met het gehele bestuur belast.
5.11 Het bestuur zorgt ervoor dat een persoon wordt aangewezen die bij belet of ontstentenis van alle bestuurders of van de enige bestuurder de stichting tijdelijk bestuurt. Onder belet wordt in deze statuten in elk geval verstaan de omstandigheid dat de bestuurder gedurende een periode van meer dan zeven dagen onbereikbaar is door ziekte of andere oorzaken.
5.12 Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij of zij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit desalniettemin door het bestuur genomen en worden de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen schriftelijk in dat besluit vastgelegd.
Appears in 1 contract
Samples: Statuten
Taak en bevoegdheden. 5.1 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting en als zodanig met het beheer van het vermogen van de stichting. Bij de vervulling van hun taak richten bestuurders zich naar het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie. Voor het beheer van het vermogen van de stichting en de belegging van daartoe beschikbare gelden laat het bestuur zich bijstaan door een of meer vermogensbeheerders en beleggingsadviseurs die te goeder naam en faam bekend staan aan wie het bestuur opdracht geeft om op solide wijze te beleggen. De stichting voert een prudent beleggingsbeleid dat onder meer is gebaseerd op de volgende uitgangspunten
a. beleggingen dienen steeds in het risicoprofiel '’defensief' ’ of '’gebalanceerd' ’ te worden gedaan;
b. een redelijke spreiding naar aard en risico van de bezittingen en interesses wordt nagestreefd;
c. een optimaal rendement wordt verkregen;
d. geen belangrijk risico van blijvende vermogensverliezen wordt gelopen. De aan de stichting behorende zaken worden, als zij niet ten kantore van de stichting worden gehouden, in bewaring gegeven bij een ingevolge de Wet Toezicht Kredietwezen geregistreerde instelling. De effecten worden bewaard door een juridisch van de bank of vermogensbeheerder afgescheiden rechtspersoon. Het vermogensbeheer wordt tegen een marktconform tarief uitgevoerd. De vermogensbeheerder geeft conform heersende wet- en regelgeving periodiek inzicht in alle directe en indirecte kosten die samenhangen met het beheer van het vermogen.
5.2 2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding ver- vreemding en bezwaring van registergoederen.
5.3 3. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de stichting ter zake van deze handelingen.
5.4 4. Bestuursleden kunnen - – behoudens ontheffing door het bestuur - – geen directielid of bestuurslid zijn of het lidmaatschap van een toezichthoudend orgaan bekleden van een instelling die eenzelfde of een gelijksoortig doel heeft als de stichting.
5.5 5. De leden van het bestuur doen opgave van hun relevante functies, waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. Een lid van het bestuur dient melding te doen van zakelijke banden tussen de stichting en een andere rechtspersoon of onderneming waarbij het betreffende bestuurslid - – direct dan wel indirect - – persoonlijk is betrokken.
5.6 6. Het bestuur kan in een reglement regels vaststellen omtrent de besluitvorming en de werkwijze van het bestuur, in aanvulling op hetgeen daaromtrent in deze statuten is bepaald. Voorts kan het bestuur in dit reglement een rooster van aftreden opnemen.
5.7 7. Onverminderd de collectieve verantwoordelijkheid van het bestuur als zodanig, kunnen bevoegdheden bevoegd- heden van het bestuur worden gedelegeerd aan twee leden van het bestuur voor zover zij gezamenlijk handelen. Uitzondering hierop vormen de voorzitter en de penningmeester. Zij kunnen alleen handelende bevoegdheden, waaronder vertegenwoordiging in en buiten rechte, van het bestuur gedelegeerd krijgen.
5.8 8. Het bestuur treft een regeling voor de plaatsvervanging van de penningmeester en de secretaris.
5.9 9. Het bestuur kan functionarissen met algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid aanstellen. Ieder van hen vertegenwoordigt de stichting met inachtneming van de begrenzing aan zijn bevoegdheid gesteld. De titulatuur van deze functionarissen wordt door het bestuur bepaald.
5.10 10. Bij belet of ontstentenis van een of meer bestuurders is of zijn de andere bestuurders met het gehele bestuur belast.
5.11 11. Het bestuur zorgt ervoor dat een persoon wordt aangewezen die bij belet of ontstentenis van alle bestuurders of van de enige bestuurder de stichting tijdelijk bestuurt. Onder belet wordt in deze statuten in elk geval verstaan de omstandigheid dat de bestuurder gedurende een periode van meer dan zeven dagen onbereikbaar is door ziekte of andere oorzaken.
5.12 12. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij of zij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit desalniettemin door het bestuur genomen en worden de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen schriftelijk in dat besluit vastgelegd..
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst
Taak en bevoegdheden. 5.1 Het bestuur is belast met het besturen van de stichting en als zodanig met het beheer van het vermogen van de stichting. Bij de vervulling van hun taak richten bestuurders zich naar het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie. Voor het beheer van het vermogen van de stichting en de belegging van daartoe beschikbare gelden laat het bestuur zich bijstaan door een of meer vermogensbeheerders en beleggingsadviseurs die te goeder naam en faam bekend staan aan wie het bestuur opdracht geeft om op solide wijze te beleggen. De stichting voert een prudent beleggingsbeleid dat onder meer is gebaseerd op de volgende uitgangspunten
a. beleggingen dienen steeds in het risicoprofiel 'defensief' of 'gebalanceerd' te worden gedaan;
b. een redelijke spreiding naar aard en risico van de bezittingen en interesses wordt nagestreefd;
c. een optimaal rendement wordt verkregen;
d. geen belangrijk risico van blijvende vermogensverliezen wordt gelopen. De aan de stichting behorende zaken worden, als zij niet ten kantore van de stichting worden gehouden, in bewaring gegeven bij een ingevolge de Wet Toezicht Kredietwezen geregistreerde instelling. De effecten worden bewaard door een juridisch van de bank of vermogensbeheerder afgescheiden rechtspersoon. Het vermogensbeheer wordt tegen een marktconform tarief uitgevoerd. De vermogensbeheerder geeft conform heersende wet- en regelgeving periodiek inzicht in alle directe en indirecte kosten die samenhangen met het beheer van het vermogen.
5.2 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
5.3 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de stichting ter zake van deze handelingen.
5.4 Bestuursleden kunnen - behoudens ontheffing door het bestuur - geen directielid of bestuurslid zijn of het lidmaatschap van een toezichthoudend orgaan bekleden van een instelling die eenzelfde of een gelijksoortig doel heeft als de stichting.
5.5 De leden van het bestuur doen opgave van hun relevante functies, waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. Een lid van het bestuur dient melding te doen van zakelijke banden tussen de stichting en een andere rechtspersoon of onderneming waarbij het betreffende bestuurslid - direct dan wel indirect - persoonlijk is betrokken.
5.6 Het bestuur kan stelt in een reglement regels vaststellen vast omtrent de besluitvorming en de werkwijze van het bestuur, in aanvulling op hetgeen daaromtrent in deze statuten is bepaald. Voorts kan stelt het bestuur in dit reglement een rooster van aftreden opnemenop.
5.7 Onverminderd de collectieve verantwoordelijkheid van het bestuur als zodanig, kunnen bevoegdheden van het bestuur worden gedelegeerd aan twee leden van het bestuur voor zover zij gezamenlijk handelen. Uitzondering hierop vormen de voorzitter en de penningmeester. Zij kunnen alleen handelende bevoegdheden, waaronder vertegenwoordiging in en buiten rechte, van het bestuur gedelegeerd krijgen.
5.8 Het bestuur treft een regeling voor de plaatsvervanging van de penningmeester en de secretaris.
5.9 Het bestuur kan functionarissen met algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid aanstellen. Ieder van hen vertegenwoordigt de stichting met inachtneming van de begrenzing aan zijn bevoegdheid gesteld. De titulatuur van deze functionarissen wordt door het bestuur bepaald.
5.10 Bij belet of ontstentenis van een of meer bestuurders is of zijn de andere bestuurders met het gehele bestuur belast.
5.11 Het bestuur zorgt ervoor dat een persoon wordt aangewezen die bij belet of ontstentenis van alle bestuurders of van de enige bestuurder de stichting tijdelijk bestuurt. Onder belet wordt in deze statuten in elk geval verstaan de omstandigheid dat de bestuurder gedurende een periode van meer dan zeven dagen onbereikbaar is door ziekte of andere oorzaken.
5.12 Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij of zij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit desalniettemin door het bestuur genomen en worden de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen schriftelijk in dat besluit vastgelegd.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Omscholing Dansers Nederland