TECHNISCHE RICHTLIJNEN BIJ DE PRAKTIJKTEST Voorbeeldclausules

TECHNISCHE RICHTLIJNEN BIJ DE PRAKTIJKTEST. Bij de uitvoering van de praktijktest dienen volgende technische richtlijnen in acht genomen te worden: - de toleranties uit hoofdstuk 15 van bundel 32 zijn altijd van toepassing; - de opmeter legt zijn praktijktest af met een bepaald type meettoestel (Gedo, Amberg, …). Hij mag zelf de meetconfiguratie kiezen; - tijdens de opmetingen moet de nauwkeurigheid van de opmeting verzekerd worden (zie ook hoofdstuk 4.3.4.2 UITVOERING OPMETINGEN); - de opmeter moet gebruik maken van de gegeven referentiepunten. Deze referentiepunten kunnen zowel grondpunten als stiftbouten zijn. (zie ook hoofdstuk 4.3.3 GEGEVENS TER BESCHIKKING GESTELD DOOR INFRABEL); - de opmeter dient de bestanden te creëren zoals beschreven onder hoofdstuk 4.3.4.3 VERWERKING OPGEMETEN DATA (.geo bestand, .ver bestand, controlelijst) en rekening houdende met de hier beschreven technische richtlijnen; - het .geo en .ver bestand moeten specifiek gecreëerd zijn voor de WinALC van Xxxxxxx & Xxxxxxx; - de opmeter moet de toegepaste tekenconventies en werkrichting in de door hem afgeleverde bestanden aan de operator van de onderstopmachine kunnen meedelen; - het .geo en .ver bestand moeten synchroon lopen over de volledige lengte van het op te meten spoor; - in het kader van deze praktijktest dient het .geo bestand geen 30 meter aan te vangen opwaarts van de plaats van het effectieve werk en dit in tegenstelling tot reële werven; - in het .ver bestand dienen hef- en schuifwaardes aangeleverd te worden om de 2,5 m. In het geval van singulier opgemeten punten met een tussenafstand van ongeveer 2,5 m moeten de hef- en schuifwaardes aangeleverd worden ter hoogte van de meetpunten zelf. Er mag dus niet geïnterpoleerd worden om een exacte tussenafstand van 2,5 m te bekomen; - er dient een horizontale en verticale overgang (ramping) in de data verwerkt te worden op volgende plaatsen: - aan de uiteinden van vaste punten (overwegen, wissels, …) in de richting van het lopend spoor. De toleranties uit hoofdstuk 15 van bundel 32 – Kwaliteitsniveau 1 "NEW" mogen hierbij niet "overschreden worden. De maximale uit te werken waarde in de overgang bedraagt 20 mm (zowel horizontaal als verticaal). - de aan de onderstopmachine aangeleverde hefwaardes moeten minimum ongeveer 10 à 15 mm bedragen (uitgezonderd in de overgangen); - er mag geen scheluwte kunnen ontstaan ten gevolge van afgeleverde data; - waar nodig mogen overgangen gecreëerd worden om mechanisch realiseerbare data te kunnen afleveren en om scheluwte te vermi...

Related to TECHNISCHE RICHTLIJNEN BIJ DE PRAKTIJKTEST

  • Wat zijn de gevolgen voor verzekerden die al arbeidsongeschikt zijn? Is een verzekerde arbeidsongeschikt op het moment dat we de verzekering aanpassen? Dan blijven de bestaande voorwaarden voor hem van kracht. De nieuwe voorwaarden gelden pas als hij niet meer arbeidsongeschikt is. De nieuwe premie gaat wel in op het moment dat we de verzekering aanpassen.

  • Wat zijn de gevolgen voor de vergoeding als iemand aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde? Is een derde aansprakelijk voor de arbeidsongeschiktheid van een verzekerde en gaat u de schade op hem verhalen? Dan zullen we onze vergoeding voor de loondoorbetaling verlagen met het door u verhaalde loon. Gaat u het loon niet verhalen, dan kunnen we de vergoeding voor deze verzekerde verminderen met het bedrag dat u had kunnen verhalen als u dat wel had gedaan. Dit bedrag stellen we zelf vast.

  • Toepasselijk recht, klachten en geschillen Op de voorwaarden Risicoverdeling Cascoschade is Nederlands recht van toepassing. Bij ons staat het belang van de klant voorop. Hebt u toch een klacht, dan kunt u dit melden bij onze Driver Desk (036 – 547 4466). U kunt uw klacht ook schriftelijk indienen bij Athlon t.a.v. Directie, Xxxxxxx 00000, 0000 XX XXXXXX. Athlon streeft ernaar klachten naar tevredenheid af te handelen. Xxxx u desondanks ontevreden? Dan is de Rechtbank te Amsterdam bij uitsluiting bevoegd kennis te nemen van geschillen voortvloeiende uit of verband houdende met deze voorwaarden.

  • Beschikbaarheid Artikel 12 -

  • Wie kunnen bij een medische handeling aanwezig zijn? Als wij een medische handeling uitvoeren zorgen wij ervoor dat dit buiten het zicht en gehoor van anderen gebeurt. Anderen zijn niet: • de zorgverlener die de handeling verricht en degenen van wie de medewerking bij de uitvoering van de handeling noodzakelijk is; • uw vertegenwoordiger, tenzij de zorgverlener vindt dat de aanwezigheid van de vertegenwoordiger niet past bij goede zorgverlening. Wanneer wij van plan zijn om bij een medische handeling of een gesprek een stagiaire aanwezig te laten zijn, dan vragen wij u daarvoor voorafgaand toestemming.

  • Wat doet u als iemand aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde? Is een derde aansprakelijk voor de arbeidsongeschiktheid van een medewerker? Xxx heeft u het wettelijke recht om het netto deel van de WGA-uitkering op deze persoon te verhalen. Dit geldt ook voor de redelijke kosten die u maakt voor de re-integratie van uw medewerker. Is de arbeidsongeschiktheid van een verzekerde veroorzaakt door een aansprakelijke derde, dan moet u dat binnen een maand aan ons melden. Ook moet u ons laten weten of u de schade gaat verhalen. Gaat u de schade verhalen, dan informeert u ons over de voortgang en het resultaat van uw verhaalsactie. Gaat u de schade niet verhalen, dan stelt u ons in staat om de vergoedingen die we aan u hebben betaald op de aansprakelijke derde te verhalen, zonder ons daarin te belemmeren. Gaan we verhalen, dan verhalen we alleen de vergoedingen die we zelf betaald hebben. We kunnen de re-integratiekosten die u maakt niet verhalen.

  • Kunnen wij de prijzen van de zorgverlening aanpassen? Wij kunnen elk jaar de prijzen van de zorgverlening aanpassen aan in ieder geval de loon- en prijsontwikkelingen ("indexeren") en wettelijke tarieven.

  • Wat doet een verzekerde bij schade? De verzekerde werkt mee aan de afhandeling van de schade. • De verzekerde geeft ons alle informatie die nodig is om de omvang de schade vast te stellen. • De verzekerde helpt ons de betaalde schade vergoeding op een ander terug te halen. • De verzekerde doet aangifte bij de politie bij een (mogelijk) strafbaar feit. • De verzekerde meldt het ons als hij betrokken wordt bij een strafproces of tuchtprocedure. • De verzekerde geeft alle verzekeringen op die deze schade verzekeren.

  • Arbeidsduur en werktijden 1. De arbeidsduur volgens dienstrooster bedraagt op jaarbasis gemiddeld 37,5 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters, zoals bedoeld in protocol 1, bedraagt de gemiddelde jaarlijkse arbeidsduur 36 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters zoals bedoeld in protocol 2 bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 33,6 uur per week, verdeeld over 7 dagen per week, op jaarbasis. a) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in dagdienst tussen 07.00 uur en 18.00 uur op de eerste 5 werkdagen van de week. b) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in 2-ploegendienst als regel tussen 04.00 uur en 24.00 uur, behoudens in geval met een dag- respectievelijk ochtend- en nachtdienst wordt gewerkt. c) De werktijden volgens dienstrooster voor de werknemers in 3-ploegendienst worden zodanig vastgesteld, dat tussen het einde en het begin van de dienstroosters een ononderbroken rustperiode van tenminste 36 uur bestaat, waarvan 24 uur op zondag, die geacht wordt te lopen van 00.00 uur - 24.00 uur. d) Werknemers kunnen in geval van gewetensbezwaren de werkgever verzoeken om vrijgesteld te worden van de verplichting om roostermatig zondagsarbeid te verrichten. Werkgever zal in dat geval de werknemer niet verplichten tot het verrichten van genoemde zondagsarbeid, doch een ander tijdstip bepalen waarop deze arbeid wordt verricht. a) Een dienstrooster mag niet in strijd zijn met de bestaande wetgeving en het in dit artikel bepaalde. b) De werkgever zal, indien daarbij meer dan negen werknemers zijn betrokken, niet tot invoering van een andere werktijdenregeling overgaan dan in overleg met de vakbonden, onverminderd de bevoegdheid van de OR hierover overleg te plegen met de werkgever. c) Indien de nieuwe werktijdenregeling echter tot gevolg heeft dat arbeid op een zondag moet worden verricht, zal de werkgever overleg plegen met de vakbonden. 4. De werkgever kan voor chauffeurs, portiers, bewakingspersoneel en voor werknemers werkzaam in de energiediensten een regeling vaststellen die afwijkt van hetgeen in dit artikel en in artikel 10 is bepaald. In dat geval zal zij dit doen in overleg met de vakbonden. 5. De in lid 1 bedoelde gemiddelde arbeidstijd wordt geëffectueerd overeenkomstig de in bijlage 4 nader vastgestelde bepalingen.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. 2. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in de nacht (meer dan 1 uur tussen 00.00 en 06.00 uur). Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. Bestaande afspraken gemaakt met werknemers die voorheen onder de CAO Goederenvervoer Nederland vielen, worden gerespecteerd. 3. Teneinde bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers en die werknemers meer inzicht te geven daarin zal het Sectorinstituut Transport en Logistiek het gebruik van employability- en loopbaanscans en een vitaliteitsprogramma nader promoten. Werknemers kunnen 1x per 3 jaar gebruik maken van deze instrumenten.