Toepasselijke EG richtlijnen. De EIA richtlijn (85/337/EG) gewijzigd bij richtlijn 97/11/EG en 2003/35/EG: Environmental Impact Assessment. Deze richtlijn is van toepassing op de milieueffectenbeoordeling van openbare en particuliere projecten die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor het milieu. Onder projecten worden bouwwerken, ingrepen in de natuur en landschappen en ook ontginningen van bodemschatten verstaan. Voor projecten die een aanzienlijk milieueffect kunnen hebben, door hun aard, omvang of ligging, moeten de lidstaten de nodige maatregelen treffen om een beoordeling van hun effecten op te tekenen, alvorens een vergunning wordt verleend. Bij de milieueffectenbeoordeling worden de directe en indirecte effecten van een project op passende wijze geïdentificeerd, beschreven en beoordeeld naar de volgende factoren: • mens, dier en plant; • bodem, water, lucht, klimaat en landschap; • materiële goederen en het culturele erfgoed; • de samenhang tussen de in het eerste, tweede en derde genoemde factoren; De SEA richtlijn (2001/42/EG)3: Protocol on Strategic Environmental Assessment. Het doel van de SEA richtlijn is om te garanderen dat mogelijke milieu-impacten van bepaalde plannen of projecten geïdentificeerd zijn vooraleer ze toegelaten worden, en in overweging worden genomen bij een eventuele uitvoering ervan. Dit gebeurt aan de hand van een milieu-beoordeling waarvoor de SEA systematische gebruiken/regels opstelt. SEA zal verplicht zijn voor een brede waaier aan plannen en projecten (vb. bosgrond, energie, industrie, transport, afval management, toerisme, landgebruik), die significante milieu-effecten kunnen veroorzaken. De richtlijn voorziet ook een extensieve publieke participatie in het beslissingsproces van de regering over verschillende ontwikkelingssectoren. De Europese richtlijn (2001/77/EG) van 27 september 2001 over de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt. Deze richtlijn heeft als doel 12 % van het bruto binnenlandse energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen te onttrekken tegen 2010 en in het bijzonder het aandeel elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen tegen 2010 op te voeren tot 22 % van het totale elektriciteitsverbruik voor de gehele unie. Voor wat België betreft ligt de doelstelling voor het aandeel van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen op 6 % tegen 2010. Ondertussen heeft de Europese Commissie op 23 januari 2008 een energie- en klimaatpakket voorgesteld waarbij de nieuw...