Vaststellen van het signaalniveau van de kabelaansluiting Voorbeeldclausules

Vaststellen van het signaalniveau van de kabelaansluiting. Het signaalniveau van de kabelaansluiting wordt vastgesteld op het AOP. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van een selectieve meetontvanger, spectrum analyzer of meetinstrument dat specifiek geconstrueerd is voor het meten van televisiesignalen. Het AOP wordt verbonden met het meetinstru- ment. Dit geschiedt met een coaxiaal meetsnoer met een hoogfrequent dichtheid van minimaal 75 dB. Het signaalniveau wordt gemeten van die tv-zender(s) waarvan aangenomen wordt dat deze last heeft (hebben) van interferentie. In de selectieve meetontvanger of spectrum analyzer is de juiste band- breedte het meten van AM gemoduleerde tv-signalen aanwezig. Als dit niet het geval is, wordt de daarvoor geëigende omrekenfactor gebruikt. De minimumwaarde voor de kabelsignalen is in de norm EN 50083-7 gesteld op 60 dBµV. Deze waarde wordt met 3 dBµV/m verlaagd als er op het betreffende kabeltelevisienetwerk wordt gepland op basis van een zogenaamd 8-MHz raster conform EN50083-7.

Related to Vaststellen van het signaalniveau van de kabelaansluiting