Vaststelling en betaling van de verzekerde prestatie Voorbeeldclausules

Vaststelling en betaling van de verzekerde prestatie. Na de definitieve vaststelling van de graad van ongeschiktheid en op basis van deze graad, betalen wij* het hierboven vermelde verzekerde kapitaal geheel of gedeeltelijk uit aan de verzekerde*. Dikwijls kan onze adviserende geneesheer de blijvende graad van ongeschiktheid echter niet snel definitief vaststellen. In dat geval betalen wij*, wanneer dit gerechtvaardigd is, een bedrag bij wijze van provisie. Dit bedrag is gelijk aan de helft van het kapitaal dat overeenstemt met de vermoedelijke ongeschiktheid. Achteraf brengen wij* dat voorschot in mindering van de definitieve vergoeding. Hoe wij* de uitkering berekenen, leest u* in de tabel hieronder: Voor het deel van ongeschiktheid tussen 1 tot 25 % het verzekerde kapitaal Voor het deel van ongeschiktheid tussen 26 tot en met 50% het dubbel van het verzekerde kapitaal Voor het deel van ongeschiktheid tussen 51 tot en met 100% het drievoud van het verzekerde kapitaal Wanneer een ongeval* een hospitalisatie van minstens 24 uren vergt, dan heeft de verzekerde* recht op de vergoeding hierboven vermelde vergoeding: per hospitalisatiedag en gedurende maximum 365 dagen. Is de verzekerde* alleenstaand? Of woont de verzekerde* uitsluitend met kinderen jonger dan 14 jaar die ten laste zijn? Dan wordt de vergoeding voor de hospitalisatie verhoogd met 100%, zonder dat deze verhoging 25 EUR per dag kan overschrijden. De bedragen die rechthebbenden krijgen op basis van de waarborgen ‘Overlijden’, ‘Blijvende Ongeschiktheid*’ of ‘Tijdelijke ongeschiktheid* met hospitalisatie’ worden betaald bovenop de eventuele tegemoetkomingen van een openbare of privé-verzekeraar en/of de schadevergoeding toegekend in het kader van een vordering in burgerrechtelijke aansprakelijkheid.
Vaststelling en betaling van de verzekerde prestatie. Binnen 15 dagen na de definitieve vaststelling van de invaliditeitsgraad, betalen wij het verzekerde kapitaal geheel of gedeeltelijk uit aan de verzekerde. Indien echter, één jaar na het ongeval, onze adviserend geneesheer van oordeel is dat de definitieve . vaststelling nog niet mogelijk is, betalen wij een voorschot gelijk aan de helft van het kapitaal dat overeenstemt met de vermoedelijke invaliditeit. De uitkering wordt als volgt berekend : − op basis van het verzekerde kapitaal, voor het gedeelte van de invaliditeit tot 25 %; − voor het gedeelte van de invaliditeit tussen 26 % en 50 % inbegrepen, op basis van het dubbel van het verzekerde kapitaal; − voor het gedeelte van de invaliditeit tussen 51 % en 100 % inbegrepen, op basis van het drievoud van het verzekerde kapitaal. Wanneer het slachtoffer op het ogenblik van het ongeval 75 jaar is of ouder, wordt de vergoeding met 50 % verminderd.
Vaststelling en betaling van de verzekerde prestatie. Binnen 15 dagen na de overhandiging van het consolidatieverslag en van alle bewijsstukken, betalen wij aan de verzekerde een vergoeding voor economische schade berekend volgens de rechtspraak van de Belgische hoven en rechtbanken inzake Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid. Van de aldus berekende schadevergoeding wordt, als vrijstelling, een schadevergoeding die overeenstemt met een invaliditeit van 15 % afgetrokken. Indien echter, één jaar na het ongeval, de economische schade nog niet definitief vastgesteld kan worden, betalen wij, rekening gehouden met de vrijstelling, een provisie die van de definitieve vergoeding zal worden afgetrokken. De hiervoor onder B.1. "Waarborg overlijden” en B.2. "Waarborg blijvende invaliditeit” vermelde vergoedingen en terugbetalingen, worden aan de rechthebbenden uitbetaald na aftrek van de tussenkomst van de derde betalers.
Vaststelling en betaling van de verzekerde prestatie. Binnen 15 dagen volgend op de overhandiging van het consolidatieverslag en van alle verrechtvaardigende stukken, betalen wij een vergoeding voor de economische schade uit aan de verzekerde berekend volgens de rechtspraak van de Belgische hoven en rechtbanken inzake Burgerrechtelijke aansprakelijkheid. Van de aldus berekende schadevergoeding wordt, als vrijstelling, een schadevergoeding die overeenstemt met een invaliditeit van 15% afgetrokken. De vergoeding wordt begrensd tot 495.787,05 EUR met inbegrip van de begrafeniskosten. Indien echter, één jaar na het ongeval, de economische schade nog niet definitief vastgesteld kan worden, betalen wij, rekening gehouden met de vrijstelling, een provisie die van de definitieve vergoeding zal worden afgetrokken. De hiervoor onder A.”Waarborg overlijden” en B. “Waarborg blijvende invaliditeit” vermelde vergoedingen en terugbetalingen, worden aan de rechthebbenden uitbetaald na aftrek van de tussenkomst van de derde betalers.