Common use of Vaststelling vakantie Clause in Contracts

Vaststelling vakantie. 1. Met instemming van de OR/PVT stelt de werkgever vast in welke periode (groepen) werknemers hun aaneengesloten vakantie van minimaal twee weken dienen op te nemen. 2. De werkgever kan uiterlijk in januari van het betreffende jaar een collectieve aaneengesloten vakantieperiode van maximaal 4 weken vaststellen. Indien aanwezig is hiertoe de instemming van de OR/PVT vereist. 3. De werknemer dient in de gelegenheid gesteld te worden per vakantiejaar ten minste twee weken aaneengesloten vakantie op te nemen. 4. De werkgever kan per vakantiejaar 21,6 uur (drie dagen) van het aantal toe te kennen vakantie-uren per werknemer aanwijzen als verplichte vakantie-uren. 5. Tijdig voor het einde van het dienstverband, te weten uiterlijk aan het begin van de opzegtermijn, bepaalt de werkgever na overleg met de werknemer, of de nog resterende vakantie-uren door werknemer zullen worden opgenomen dan wel aan hem zullen worden uitbetaald. 6. De werknemer die werkt op basis van een rooster dient vakantie-uren aan te vragen uiterlijk twee dagen en vier weken vóór het rooster in gaat. 7. De werknemer dient aanvragen voor vakantie schriftelijk aan de werkgever te richten. Afwijzingen van verzoeken door de werkgever worden schriftelijk gemotiveerd vastgelegd binnen twee weken. 8. Vakantierechten in enig vakantiejaar opgebouwd dienen zoveel mogelijk in het vakantiejaar te worden genoten/opgenomen. De aanspraak op het wettelijk vastgestelde minimumaantal vakantiedagen per jaar vervalt zes maanden na afloop van het kalenderjaar, waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. De werkgever draagt er zorg voor dat werknemers deze wettelijke vakantiedagen kunnen opnemen binnen deze vervaltermijn.

Appears in 11 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collective Labor Agreement (Cao)

Vaststelling vakantie. 1. Met instemming van De werkgever stelt in overleg met de OR/, c.q. PVT stelt de werkgever vast in welke periode (groepen) werknemers hun aaneengesloten vakantie van minimaal twee weken dienen op te nemen. 2. De werkgever kan uiterlijk in januari van het betreffende jaar een collectieve aaneengesloten vakantieperiode van maximaal 4 weken vaststellen. Indien aanwezig Bij werkgevers waar een personeelsvertegenwoordiging is hiertoe de gekozen, is instemming van de OR/PVT of OR vereist. 3. De werknemer dient in de gelegenheid gesteld te worden per vakantiejaar ten minste tenminste twee weken aaneengesloten vakantie op te nemen. 4. De werkgever kan per vakantiejaar 21,6 uur (drie dagen) van het aantal toe te kennen vakantie-uren per werknemer aanwijzen als verplichte vakantie-uren. 5. Tijdig voor het einde van het dienstverband, te weten uiterlijk aan het begin van de opzegtermijn, bepaalt de werkgever na overleg met de werknemer, of de nog resterende vakantie-uren door werknemer zullen worden opgenomen dan wel aan hem zullen worden uitbetaald. 6. De werknemer die werkt op basis van een rooster dient vakantie-uren aan te vragen uiterlijk twee dagen en vier weken vóór het rooster in gaat. 7. De werknemer dient aanvragen voor vakantie schriftelijk aan de werkgever te richten. Afwijzingen van verzoeken door de werkgever worden schriftelijk gemotiveerd vastgelegd binnen twee weken. 8. Vakantierechten in enig vakantiejaar opgebouwd dienen zoveel mogelijk in het vakantiejaar te worden genoten/opgenomen. De aanspraak op het wettelijk vastgestelde minimumaantal minimum aantal vakantiedagen per jaar vervalt zes maanden na afloop van het kalenderjaar, waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. De werkgever draagt er zorg voor dat werknemers deze wettelijke vakantiedagen kunnen opnemen binnen deze vervaltermijn.

Appears in 5 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Vaststelling vakantie. 1. Met instemming van De werkgever stelt in overleg met de OR/, c.q. PVT stelt de werkgever vast in welke periode (groepen) werknemers hun aaneengesloten vakantie van minimaal twee weken dienen op te nemen. 2. De werkgever kan uiterlijk in januari van het betreffende jaar een collectieve aaneengesloten vakantieperiode van maximaal 4 weken vaststellen. Indien aanwezig Bij werkgevers waar een personeelsvertegenwoordiging is hiertoe de gekozen, is instemming van de OR/PVT of OR vereist. 3. De werknemer dient in de gelegenheid gesteld te worden per vakantiejaar ten minste tenminste twee weken aaneengesloten vakantie op te nemen. 4. De werkgever kan per vakantiejaar 21,6 uur (drie dagen) van het aantal toe te kennen vakantie-uren per werknemer aanwijzen als verplichte vakantie-uren. 5. Tijdig voor het einde van het dienstverband, te weten uiterlijk aan het begin van de opzegtermijn, bepaalt de werkgever na overleg met de werknemer, of de nog resterende vakantie-uren door werknemer zullen worden opgenomen dan wel aan hem zullen worden uitbetaalduitbe- taald. 6. De werknemer die werkt op basis van een rooster dient vakantie-vakantie- uren aan te vragen uiterlijk twee dagen en vier weken vóór het rooster in gaat. 7. De werknemer dient aanvragen voor vakantie schriftelijk aan de werkgever te richten. Afwijzingen van verzoeken door de werkgever worden schriftelijk gemotiveerd vastgelegd binnen twee weken. 8. Vakantierechten in enig vakantiejaar opgebouwd dienen zoveel mogelijk in het vakantiejaar te worden genoten/opgenomen. De aanspraak op het wettelijk vastgestelde minimumaantal vakantiedagen minimum aantal vakantie- dagen per jaar vervalt zes maanden na afloop van het kalenderjaar, waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. De werkgever draagt er zorg voor dat werknemers deze wettelijke vakantiedagen kunnen opnemen binnen deze vervaltermijn.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Vaststelling vakantie. 1. Met instemming van De werkgever stelt in overleg met de OR/, c.q. PVT stelt de werkgever vast in welke periode (groepen) werknemers hun aaneengesloten vakantie van minimaal twee weken dienen op te nemen. 2. De werkgever kan uiterlijk in januari van het betreffende jaar een collectieve aaneengesloten vakantieperiode van maximaal 4 weken vaststellen. Indien aanwezig Bij werkgevers waar een personeelsvertegenwoordiging is hiertoe de gekozen, is instemming van de OR/PVT of OR vereist. 3. De werknemer dient in de gelegenheid gesteld te worden per vakantiejaar ten minste tenminste twee weken aaneengesloten vakantie op te nemen. 4. De werkgever kan per vakantiejaar 21,6 uur (drie dagen) van het aantal toe te kennen vakantie-uren per werknemer aanwijzen als verplichte vakantie-uren. 5. Tijdig voor het einde van het dienstverband, te weten uiterlijk aan het begin van de opzegtermijn, bepaalt de werkgever na overleg met de werknemer, of de nog resterende vakantie-uren door werknemer zullen worden opgenomen dan wel aan hem zullen worden uitbetaald. 6. De werknemer die werkt op basis van een rooster dient vakantie-uren aan te vragen uiterlijk twee dagen en vier weken vóór het rooster in gaat. 7. De werknemer dient aanvragen voor vakantie schriftelijk aan de werkgever te richten. Afwijzingen van verzoeken door de werkgever worden schriftelijk gemotiveerd vastgelegd binnen twee weken. 8. Vakantierechten in enig vakantiejaar opgebouwd dienen zoveel mogelijk in het vakantiejaar te worden genoten/opgenomen. De aanspraak op het wettelijk vastgestelde minimumaantal minimum aantal vakantiedagen per jaar vervalt zes maanden na afloop van het kalenderjaar, waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. De werkgever draagt er zorg voor dat werknemers deze wettelijke vakantiedagen kunnen opnemen binnen deze vervaltermijn.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst