Ventilatie-installatie Voorbeeldclausules

Ventilatie-installatie. De ventilatie-installatie wordt door de installateur aangebracht conform de geldende normen en voorschriften.
Ventilatie-installatie. Algemene ruimten
Ventilatie-installatie. De trappenhuizen worden geventileerd op basis van Natuurlijke toe-en afvoer. Op de begane grond worden toevoerroosters voorzien en op het dak een dakuitlaat. De niet-openbare stallingsgarage wordt geventileerd op basis van natuurlijke toevoer en mechanische afvoer.
Ventilatie-installatie. Per woning wordt een mechanisch balansventilatiesysteem aangebracht. De ventilatie wordt gerealiseerd door de lucht via instortkanalen mechanisch toe- en af te voeren door middel van een balansventilatie unit met warmteterugwinning(WTW). Dit houdt in dat de verse toevoerlucht d.m.v. een warmtewisselaar door de ‘vervuilde’ afvoerlucht wordt voorverwarmd. De unit is tevens uitgerust met een luchtvochtigheidssensor. Hierdoor zal de unit automatisch meer gaan ventileren wanneer er bijvoorbeeld gedoucht of gekookt wordt. Deze unit wordt bediend met een afstandsbediening. Op het ventilatiesysteem kan geen wasemkap aangesloten worden, u bent verplicht om een recirculatiekap toe te passen. Bij de woningen direct onder het hellende dak worden de kanalen niet ingestort maar boven het verlaagde plafond geplaatst. In de woonkamer zal tegen de nok een koof gemaakt worden. In de slaapkamers zullen wandventielen toegepast worden. Voor de toevoer van verse lucht wordt er een uitloop op het dak geplaatst. Bij een aantal woningen is dit niet mogelijk, hier wordt een rooster in de gevel aangebracht.
Ventilatie-installatie. De woningen worden voorzien van een ventilatie- systeem met een mechanische ventilatietoevoer en mechanische ventilatieafvoer door middel van een ventilatie-unit. Er is sprake van warmteterugwinning (WTW); een warmtewisselaar zorgt ervoor dat er warmte-uitwisseling plaatsvindt tussen beide geschei- den luchtstromen. De koude buitenlucht wordt dan voorverwarmd met de warmte van de uitgaande lucht. De ventilatie-unit wordt aangebracht in de technische ruimte. Hierin zitten twee ventilatoren. Een ventilator zuigt de gebruikte lucht in de woning aan en voert deze naar buiten af. De andere ventilator zuigt verse lucht aan vanuit de achtergevel middels een kanaal dat boven de dakrand uitsteekt of een gevelroos- ter met een kanaal dat over de vliering loopt voor de bouwnummers B1, B2, C2 en C3 en blaast deze vervolgens in de woning. De verzinkte plaatstalen kanalen worden opgenomen in de betonvloer van het bovenliggende plafond en/of de leidingkokers. De kanalen worden in de technische ruimte (deels) uitgevoerd als zichtleidingen. De volgende ruimten worden voorzien van een afzuigpunt: • Keukenruimte (twéé afzuigpunten, niet bestemd voor de afzuigkap) • Toiletruimte(n) (één afzuigpunt) • Badruimte (één afzuigpunt) • Nabij de plaatsingsruimte wasmachine (één afzuig- punt) De verblijfsruimten worden voorzien van een of meerdere inblaaspunten en in sommige gevallen ook een afzuigventiel, e.e.a. volgens de berekeningen van de installateur. Op de tekening staan de inblaas- en afzuigmonden indicatief aangegeven.
Ventilatie-installatie. De woningen worden voorzien van een ventilatiesysteem bestaande uit natuurlijke toevoer en mechanische afvoer. De MV-installatie hangt in de technische ruimte. De luchttoevoer geschiedt via zelfregelende roosters in de gevel. Deze zijn boven de kozijnen opgenomen in de gevelconstructie. De afzuigpunten bevinden zich in de volgende ruimten: toilet, badkamer opstelplaats wasmachine en keuken. Het kanalensysteem van metalen buizen wordt ingestort in de betonvloer. De ventilatorunit kan worden bediend met een hoofd- bediening, die in de woonkamer wordt opgehangen. Naast de hoofdbediening wordt een losse radiografische bediening meegeleverd. De hoofdbediening is voorzien van een CO2-detector en regelt − afhankelijk van de concentratie CO2 in de woonkamer − de mate van afzuiging. Op de regelunit is het ook mogelijk om de ventilator handmatig aan te zetten in een beperkt aantal voorgeprogrammeerde standen. De keuken wordt voorzien van een zogenaamde recirculatiekap.
Ventilatie-installatie. De gemeenschappelijke verkeersruimten worden mechanisch geventileerd. De stallingsgarage is een ‘gesloten’ garage en wordt voorzien van een mechanische ventilatie installatie. De ventilatie bestaat uit natuurlijke luchttoevoer via een muur- en/of vloerrooster in de opbouw op het parkeerdek. De mechanische afzuiging wordt geregeld via ventilatoren opgesteld in de stallingsgarage. De afblaas vindt plaats via de schacht van blok E en mondt uit via een dakkap op het dak. De individuele bergingen in de stallingsgarage en de scootmobielruimten worden natuurlijk geventileerd.
Ventilatie-installatie. Per appartement wordt een mechanisch balansventilatiesysteem aangebracht. De ventilatie wordt gerealiseerd door de lucht via instortkanalen mechanisch toe- en af te voeren door middel van een balansventilatie unit met warmteterugwinning. Deze unit wordt bediend met een afstandsbediening. Voor de keuken en de badkamer(s) wordt een afstandsbediening geleverd. Het wijzigen van de ventilatieventielen in de verblijfsruimten is niet mogelijk. De ventielen worden door de installateur ingeregeld. Het is beslist niet toegestaan een afzuigkap met geïntegreerde motor aan te sluiten op het afzuigkanaal. Er dient gebruik te worden gemaakt van een recirculatiekap.
Ventilatie-installatie. Zowel de gemeenschappelijke verkeersruimten als de individuele bergingen in de niet openbare garage hebben een natuurlijke ventilatie. Met uitzondering van de algemene ruimte en bergingen van Blok 3, hier vindt mechanische ventilatie plaats. De niet openbare garage(s) is een open garage en is daardoor voorzien van een natuurlijke lucht toe- en afvoer via inductieventilatoren. De individuele bergingen in de niet openbare garage worden ook op natuurlijke wijze geventileerd.
Ventilatie-installatie. Per woning wordt een mechanisch balansventilatiesysteem aangebracht. De ventilatie wordt gerealiseerd door de lucht via instortkanalen mechanisch toe- en af te voeren door middel van een balansventilatie unit met warmteterugwinning. Dit houdt in dat de verse toevoerlucht d.m.v. een warmtewisselaar door de ‘vervuilde’ afvoerlucht wordt voorverwarmd. Deze unit wordt bediend met een afstandsbediening.