Verandering bodemsamenstelling. In het MER wordt gesteld dat enkel in de eerder intensief ontgonnen zones zoals Buiten Ratel (sector 2br) en Kwintebank (sector 2kb) significante veranderingen van sedimentkarakteris- tieken werden waargenomen. Momenteel is er evenwel geen intensieve ontginning meer op de Buiten Ratel en de Kwintebank. In de laatste synthese constateert Xxxxxxx et al. (2020) deze significante veranderingen ook voor controlezone 1 en controlezone 4 sector 4c. Er wordt verondersteld dat de achtergrond voor die verandering locatie-specifiek is, en gerelateerd is aan: (1) een veranderende geolo- gische gelaagdheid; (2) het concentreren van grove fracties door screening; en (3) de ver- wijdering van een toplaag die initieel rijk was aan schelpenmateriaal. Wyns et al. (2020) tonen op basis van sedimentinformatie van de biologische monitoring de complexiteit van sedi- mentveranderingen aan. In controlezone 1 blijken de volgende fenomenen zich voor te doen:
(1) een toename aan fijn materiaal door overvloei; (2) voortdurende omwoeling van sediment tijdens ontginning, maar ook (3) vergroving door blootleggen van een oudere geologische laag in combinatie met (4) screening. Voor sector 4c werd een algemene daling in mediane korrel- grootte aangetoond. Er werd geconcludeerd dat wijzigingen in sedimentsamenstelling ge- relateerd zijn aan: (1) de lokale geologische context en (2) de aard, frequentie en intensiteit van ontginning. Voor sector 4a en 4c tonen Xxx Xxxxxxx et al. (2020b) en Kint et al. (2023) bijkomend een afname van CaCO3 en een aanrijking aan organisch materiaal in het nabije veld aan. In het MER wordt aangegeven dat de zandwinningsactiviteiten voor de verschillende scena- rio’s geen verhoging van effecten inhouden ten opzichte van de bestaande toestand. Zoals hierboven beschreven, wordt op basis van de monitoring toch duidelijk aangetoond dat intensifiëring van extractie leidt tot een grotere kans op verandering. Er moet echter beklem- toond worden dat met de instelling van het nieuwe referentieniveau geologische veran- deringen worden vermeden, waarbij grote sedimentveranderingen (conform KRMS-milieudoel D6.2) in het nabije veld beperkt zouden moeten zijn. Sedimentveranderingen in het verre veld zijn minder éénduidig vast te stellen (zie verder).
Verandering bodemsamenstelling. In het MER wordt gesteld dat enkel in de intensief ontgonnen zones zoals Buiten Ratel en Kwintebank significante veranderingen van sedimentkarakteristieken werden waargenomen. Momenteel is er evenwel geen intensieve ontginning meer op de Buiten Ratel en de Kwintebank. In de laatste synthese constateert Xxxxxxx et al. (2020) deze significante veranderingen ook voor controlezone 1 en controlezone 4 sector 4c. Er wordt verondersteld dat de achtergrond voor die verandering locatie-specifiekis, en gerelateerdis aan: (1) een veranderende geologische gelaagdheid;