Common use of Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen Clause in Contracts

Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen. 1. Bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken is, wordt conform artikel 50, met uitzondering van de stoffelijke schade, alle schade veroorzaakt aan elk verkeersslachtoffer of aan zijn rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, vergoed door de verzekeraar, overeenkomstig artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 met betrekking tot het stelsel van de automatische vergoeding van de schade geleden door zwakke weg- gebruikers en passagiers van motorrijtuigen. Kledijschade wordt evenwel ook vergoed overeenkomstig hetzelfde artikel. Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade. Onder functionele prothesen wordt begrepen de door het slachtoffer gebruikte middelen om lichamelijke gebreken te compenseren. Slachtoffers ouder dan 14 jaar die het ongeval en zijn gevolgen hebben gewild, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen vermeld in de eerste paragraaf. De vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen in het bijzonder, voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet wordt afgeweken. 2. De bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit hoofdstuk, tenzij de bestuurder optreedt als rechthebbende van een slachtoffer dat geen bestuurder was en op voorwaarde dat hij de schade niet opzet-telijk heeft veroorzaakt. 3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrijtuig worden verstaan ieder motorrijtuig met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht. 4. Alle hoofdstukken van de overeenkomst zijn van toepassing, behalve de artikelen artikel 34 §2, artikelen 38 tot 41, artikel 43 §2 en §5, artikel 57 en artikelen 59 tot 61. De verzekeraar heeft een recht van verhaal voor de gevallen die in artikel 18 §3, artikel 47 § 2 en, wat de aan de vervoerde personen uitgekeerde vergoedingen betreft, in 47 §1, 3° en 4° bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van verhaal in alle andere in artikel 3 §2, artikel 4 §4, artikel 6 §5, artikel 18 §3, en artikelen 45 tot 48 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerlijke aansprakelijkheidsregels de aansprakelijkheid van een verzekerde aantoont, en dat in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is. Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 65 (Premievaststelling) wordt de betaling die in uitvoering van artikel 66.1 is gedaan, niet beschouwd als een schadegeval dat aanleiding geeft tot een stijging van de premie, op grond van de regels van de burgerlijke aansprakelijkheid, als geen enkele verzekerde aansprakelijk is. De verzekeraar moet de aansprakelijkheid van de verzekerde bewijzen. 5. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 32 §1 en §2, berust de verplichting tot schadeaangifte bij de verzekeringnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.

Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen. 1. ARTIKEL 36 Bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken iseen of meer motorrijtuigen betrokkenzijn, wordt conform op de plaatsen bedoeld in artikel 502, §1, wordt, met uitzondering van de stoffelijke schadeschade en de schade geleden door de bestuurder van elk van de betrokken motorrijtuigen, alle schade veroorzaakt aan elk verkeersslachtoffer of aan zijn geleden door de slachtoffers en hun hun rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, met inbegrip van de kledijschade, hoofdelijk vergoed door de verzekeraar, verzekeraars overeenkomstig artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 met betrekking tot het stelsel betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. Deze bepaling is ook van de automatische vergoeding van toepassing indien de schade geleden opzettelijk werd veroorzaakt door zwakke weg- gebruikers en passagiers van motorrijtuigen. Kledijschade wordt evenwel ook vergoed overeenkomstig hetzelfde artikelde bestuurder. Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade. Onder functionele prothesen wordt begrepen verstaan: de door het slachtoffer gebruikte middelen om lichamelijke gebreken te compenseren. Slachtoffers die ouder zijn dan 14 jaar die en het ongeval en zijn gevolgen hebben gewild, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen vermeld in de van het eerste paragraaflid. De bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit artikel, tenzij de bestuurder optreedt als rechthebbende van een slachtoffer dat geen bestuurder was en op voorwaarde dat hij de schade niet opzettelijk heeft veroorzaakt. Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrijtuig worden verstaan: ieder voertuig bedoeld in artikel 1 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht. Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen in het bijzonder, voor zover voorzover daarvan in dit hoofdstuk artikel niet wordt afgeweken. 2. De bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit hoofdstuk, tenzij de bestuurder optreedt als rechthebbende van een slachtoffer dat geen bestuurder was en op voorwaarde dat hij de schade niet opzet-telijk heeft veroorzaakt. 3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrijtuig worden verstaan ieder motorrijtuig met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht. 4. Alle hoofdstukken van de overeenkomst zijn van toepassing, behalve de artikelen artikel 34 §2, artikelen 38 tot 41, artikel 43 §2 en §5, artikel 57 en artikelen 59 tot 61. De verzekeraar heeft een recht van verhaal voor de gevallen die in artikel 18 §3, artikel 47 § 2 en, wat de aan de vervoerde personen uitgekeerde vergoedingen betreft, in 47 §1, 3° en 4° bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van verhaal in alle andere in artikel 3 §2, artikel 4 §4, artikel 6 §5, artikel 18 §3, en artikelen 45 tot 48 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerlijke aansprakelijkheidsregels de aansprakelijkheid van een verzekerde aantoont, en dat in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is. Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 65 (Premievaststelling) wordt de betaling die in uitvoering van artikel 66.1 is gedaan, niet beschouwd als een schadegeval dat aanleiding geeft tot een stijging van de premie, op grond van de regels van de burgerlijke aansprakelijkheid, als geen enkele verzekerde aansprakelijk is. De verzekeraar moet de aansprakelijkheid van de verzekerde bewijzen. 5. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 32 §1 en §2, berust de verplichting tot schadeaangifte bij de verzekeringnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.

Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen. 1. Bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken is, wordt conform artikel 50wordt, met uitzondering van de stoffelijke schade, alle schade veroorzaakt aan elk verkeersslachtoffer of aan zijn rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, vergoed door de verzekeraar, maatschappij overeenkomstig artikel 29bis 29 bis van de wet van 21 november 1989 met betrekking tot het stelsel van betreffende de automatische vergoeding van de schade geleden door zwakke weg- gebruikers en passagiers van verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. Kledijschade wordt evenwel ook vergoed overeenkomstig hetzelfde artikel. Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade. Onder functionele prothesen wordt begrepen Xxxxxxxxxxx die een onverschoonbare fout hebben begaan die de door enige oorzaak was van het slachtoffer gebruikte middelen om lichamelijke gebreken te compenseren. Slachtoffers ouder dan 14 jaar die het ongeval en zijn gevolgen hebben gewildongeval, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen vermeld in van het eerste lid. Enkel de eerste paragraafopzettelijke fout van uitzonderlijke ernst, waardoor diegene die ze begaan heeft zonder geldige reden wordt blootgesteld aan een gevaar waarvan hij zich bewust had moeten zijn is onverschoonbaar. De Het bewijs van onverschoonbare fout is niet toegelaten ten aanzien van slachtoffers, jonger dan veertien jaar. Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen motorrijruigen in het bijzonder, voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet wordt afgeweken. 2. De bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit hoofdstuk, tenzij de bestuurder optreedt als rechthebbende van een slachtoffer dat geen bestuurder was en op voorwaarde dat hij de schade niet opzet-telijk heeft veroorzaakt. 3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrijtuig worden verstaan ieder motorrijtuig met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht. 4. Alle hoofdstukken van de overeenkomst zijn van toepassing, toepassing behalve de artikelen artikel 34 §21 tot 3 en 5 tot 8 van hoofdstuk I (Voorwerp en omvang van de verzekering). Wat hoofdstuk VII (Verhaal van de maatschappij) betreft, artikelen 38 tot 41, artikel 43 §2 en §5, artikel 57 en artikelen 59 tot 61. De verzekeraar heeft de maatschappij een recht van rechtvan verhaal voor de gevallen die in artikel 18 §325.1 a), artikel 47 § 2 25.3 b) en, wat de aan de vervoerde personen vervoerdepersonen uitgekeerde vergoedingen betreft, in 47 §1, 3° en 4° 25.3 d) bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van verhaal in alle andere in artikel 3 §2, artikel 4 §4, artikel 6 §5, artikel 18 §3, en artikelen 45 tot 48 25 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerlijke burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregels de aansprakelijkheid van een verzekerde aantoont, en dat dit in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is. Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 65 (Premievaststelling) wordt de betaling die in uitvoering van artikel 66.1 is gedaan, niet beschouwd als een schadegeval dat aanleiding geeft tot een stijging van de premie, op grond van de regels van de burgerlijke aansprakelijkheid, als geen enkele verzekerde aansprakelijk is. De verzekeraar moet de aansprakelijkheid van de verzekerde bewijzen. 5. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 32 §1 en §216, alinea 1, berust de verplichting deverplichting tot schadeaangifte bij de verzekeringnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.

Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen. 1. ) Bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken is, wordt conform op de plaatsen bedoeld in artikel 502, § 1 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, wordt, met uitzondering van de stoffelijke schadeschade en de schade geleden door de bestuurder van elk van de betrokken motorrijtuigen, alle schade veroorzaakt aan elk verkeersslachtoffer of aan zijn geleden door de slachtoffers en hun rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, met inbegrip van de kledijschade, vergoed door de verzekeraar, maatschappij overeenkomstig artikel 29bis 29 bis van de wet hogervermelde wet. Deze bepaling is ook van 21 november 1989 met betrekking tot het stelsel van de automatische vergoeding van toepassing indien de schade geleden opzettelijk werd veroorzaakt door zwakke weg- gebruikers en passagiers van motorrijtuigen. Kledijschade wordt evenwel ook vergoed overeenkomstig hetzelfde artikelde bestuurder. Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade. Onder functionele prothesen wordt begrepen verstaan: de door het slachtoffer gebruikte middelen om lichamelijke gebreken te compenseren. Slachtoffers die ouder zijn dan 14 jaar die en het ongeval en zijn gevolgen hebben gewild, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen vermeld in de van het eerste paragraaflid. De Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen in het bijzonder, voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet wordt afgeweken. 2. ) De bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit hoofdstuk, hoofdstuk tenzij de bestuurder optreedt als rechthebbende van een slachtoffer dat geen bestuurder was en op voorwaarde dat hij de schade niet opzet-telijk opzettelijk heeft veroorzaakt. 3. ) Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrijtuig worden verstaan ieder motorrijtuig met uitzondering gemotoriseerd voortbewegingstoestel die een autonome snelheid kunnen hebben van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen 25 km/u of meer. Alle bromfietsen worden gebrachtook aanzien als motorrijtuig. 4. ) Alle hoofdstukken van de overeenkomst zijn van toepassing, toepassing behalve de artikelen artikel 34 §238, artikelen 38 tot 39, 41, artikel 43 §2 en §56, artikel 57 en artikelen 59 tot 6159. De verzekeraar Wat het Verhaal van de maatschappij betreft, heeft de maatschappij een recht van verhaal voor de gevallen die in artikel 18 §318§3, artikel 47 § 2 47§2 en, wat de aan de vervoerde personen uitgekeerde vergoedingen betreft, in 47 §1, 47§1 3° en 4° bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van verhaal in alle andere in artikel 3 §245, artikel 4 §446, artikel 6 §5, artikel 18 §3, 47 en artikelen 45 tot 48 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerlijke burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregels de aansprakelijkheid van een verzekerde aantoont, en dat dit in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is. Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 65 (Premievaststellinga posteriori personalisatiestelsel) wordt de betaling die in uitvoering van artikel 66.1 1) is gedaan, niet beschouwd als een schadegeval dat aanleiding geeft tot een stijging van op de premiegradenschaal indien, op grond van de regels van de burgerlijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid, als geen enkele verzekerde aansprakelijk is. De verzekeraar maatschappij moet de aansprakelijkheid van de verzekerde bewijzen. 5. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 32 §1 en §232§1, berust de verplichting tot schadeaangifte bij de verzekeringnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.