Vergoedingsgewicht Voorbeeldclausules

Vergoedingsgewicht. Voor het bepalen van het vergoedingsgewicht ten behoeve van de jaarvergoeding geldt voor OPK bij zowel vergoedingsoptie A als B het volgende: 1. Bij het bepalen van het vergoedingsgewicht telt uitsluitend materiaal mee dat als fractie is gedefinieerd in bijlage 2, voor zover dat materiaal op het voor die fractie aangewezen meetpunt voldoet aan de algemene en specifieke kwaliteitseisen zoals in die bijlage neergelegd. 2. Het OPK gewicht ten behoeve van de berekening van de jaarvergoeding wordt voor de fractie OPK bepaald op het meetpunt inzameling. 3. Aangezien bij ingezameld OPK niet eenvoudig onderscheid kan worden gemaakt tussen enerzijds verpakkingen van papier en karton en anderzijds niet-verpakkingen (grafisch papier, o.a. kranten en tijdschriften), zal het OPK-gewicht in een kalenderjaar worden gecorrigeerd met de vergoedingscorrectie OPK. De vergoedingscorrectie OPK op het meetpunt inzameling van de fractie OPK bedraagt 23%. Het vergoedingsgewicht wordt dan als volgt berekend: Vergoedingsgewicht (ton) = 0,23 * OPK gewicht (ton)
Vergoedingsgewicht. Voor het bepalen van het vergoedingsgewicht ten behoeve van de jaarvergoeding glas geldt het volgende: 1. Bij het bepalen van het vergoedingsgewicht telt uitsluitend materiaal mee dat als fractie is gedefinieerd in bijlage 2, voor zover dat materiaal op het voor die fractie aangewezen meetpunt voldoet aan de algemene en specifieke kwaliteitseisen zoals in die bijlage neergelegd. 2. Bij het bepalen van de jaarvergoeding voor bont glas telt als vergoedingsgewicht uitsluitend de fractie mee die voldoet aan de kwaliteitseisen voor de fractie bont glas.
Vergoedingsgewicht. Voor het bepalen van het vergoedingsgewicht ten behoeve van de jaarvergoeding kunststof geldt het volgende: 1. Bij het bepalen van het vergoedingsgewicht telt uitsluitend materiaal mee dat als fractie is gedefinieerd in bijlage 2, voor zover dat materiaal op het voor die fractie aangewezen meetpunt voldoet aan de algemene en specifieke kwaliteitseisen zoals in die bijlage neergelegd. 2. Het vergoedingsgewicht voor elke fractie kunststof wordt bepaald op het meetpunt recycling: a. Indien een gemeente heeft gekozen voor vergoedingsoptie A telt een fractie uitsluitend mee bij het bepalen van een vergoedingsgewicht wanneer de fractie is geleverd aan een recycler en daadwerkelijk is ingebracht in het recyclingproces. b. Indien een gemeente heeft gekozen voor vergoedingsoptie B bestaat het vergoedingsgewicht uit het gewicht van de fracties bij uitweging bij de sorteerder op een geijkte weegbrug. Alleen die fracties die door het verpakkende bedrijfsleven zijn geaccepteerd conform de procedure zoals beschreven in bijlage 2 tellen mee bij het bepalen van het vergoedingsgewicht.
Vergoedingsgewicht. 1. Het vergoedingsgewicht van een fractie wordt bepaald op het meetpunt recycling. 2. De jaarvergoeding metaal van de gemeente wordt berekend door uit te gaan van het gewicht van metalen verpakkingen in het huishoudelijk afval op nationaal niveau (zowel bron- als nagescheiden), zoals bepaald door Nedvang of Stichting Kringloop Blik op basis van gegevens van Rijkswaterstaat, Water, Verkeer en Leefomgeving (zie Monitoringprotocol). Dat gewicht wordt toegerekend aan de verschillende individuele gemeenten op grond van de volgende formule: Vergoedingsgewicht = Gewicht huishoudelijk metalen verpakkingen NL* (aantal inwoners gemeente/aantal inwoners Nederland)
Vergoedingsgewicht. Het vergoedingsgewicht van de fractie wordt bepaald op het meetpunt recycling zoals van toepassing is voor kunststof.

Related to Vergoedingsgewicht

  • Vergoedingsgrenzen Er is geen vergoedingsgrens voor schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels. De vergoedingsgrens voor stoffelijke schade bedraagt 100 miljoen euro per schadegeval. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 3 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.

  • Vergoedingen 1. Prijsopgaven worden steeds gedaan op basis van de op het tijdstip van het aanbod (offerte) geldende prijzen. Indien tussen het moment van het aanbod en het moment van de uitvoering van de Overeenkomst één of meer kostprijsfactoren (waaronder onder meer zijn te verstaan tarieven, lonen, kosten van sociale maatregelen en/of wetten, vracht- en koersnoteringen etc.) een verhoging ondergaan, is Expediteur gerechtigd deze verhoging aan Opdrachtgever in rekening te brengen. De Expediteur dient de wijzigingen te kunnen aantonen. 2. Indien door de expediteur all-in tarieven of forfaitaire (gefixeerde) tarieven worden berekend, moeten in deze tarieven worden beschouwd te zijn begrepen alle kosten die in het algemeen bij normale afwikkeling van de opdracht voor rekening van de Expediteur komen. 3. Tenzij het tegendeel is bedongen, zijn in all-in tarieven en in forfaitaire (gefixeerde) tarieven in ieder geval niet begrepen: rechten, belastingen en heffingen, consulaats- en legalisatiekosten, kosten voor het opmaken van bankgaranties en verzekeringspremies. 4. In geval van omstandigheden die van dien aard zijn dat bij het tot stand komen van de Overeenkomst geen rekening behoefde te worden gehouden met de kans dat zij zich zouden voordoen, die de Expediteur niet kunnen worden toegerekend en die de kosten van de uitvoering van de Diensten aanzienlijk verhogen, heeft de Expediteur aanspraak op bijbetaling. Waar mogelijk pleegt de Expediteur voorafgaand overleg met de Opdrachtgever. Alsdan zal de bijbetaling bestaan uit de extra kosten die de Expediteur heeft moeten maken teneinde de prestatie te verrichten vermeerderd met een extra naar billijkheid vast te stellen vergoeding voor de door de Expediteur te verrichten prestaties. 5. Buitengewone onkosten en hogere arbeidslonen, die ontstaan wanneer Derden krachtens enige bepaling in de desbetreffende overeenkomsten tussen Expediteur en Derden gedurende de avond, de nacht, op zaterdagen of op zon- of feestdagen in het land waar de Dienst wordt verricht, tot laden of lossen overgaan, zijn niet in de overeengekomen prijzen begrepen, tenzij zulks afzonderlijk is bedongen. Zulke kosten moeten dientengevolge door de Opdrachtgever aan de Expediteur worden vergoed. 6. Tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de Expediteur, komen bij onvoldoende laad- en /of lostijd alle daaruit voortvloeiende kosten, zoals overliggelden, wachtkosten enz. voor rekening van de Opdrachtgever, ook dan wanneer de Expediteur het cognossement en/of de charterpartij, waaruit de extra kosten voortvloeien, zonder protest heeft aangenomen. De Expediteur dient zich in te spannen om de kosten te voorkomen.

  • Kostenvergoedingen a. De werknemer kan in aanmerking komen voor de volgende kostenvergoedingen: - woon-werkverkeer (artikel 6.2); - functiegerichte scholing (artikel 6.3), loopbaan- gerichte scholing (artikel 6.4), en maaltijdkosten (artikel 6.7). b. Voorts kunnen door de werkgever een aantal facultatieve kostenvergoedingen toegekend worden. In bijlage 6 zijn de aanbevelingen opgenomen met betrekking tot deze regelingen: - zakelijke kilometers; - telefoon; - verblijf. Deze niet verplichte kostenvergoedingen zullen individueel in de arbeidsovereenkomst worden overeengekomen. Daarbij worden zoveel als mogelijk de richtlijnen gevolgd zoals deze in bijlage 6 zijn op- genomen. De werkgever heeft echter te allen tijde de bevoegdheid om daar van af te wijken. c. De vergoedingen worden maandelijks met het salaris uitbetaald, dan wel rechtstreeks per kas onder overleg- ging van de originele betalingsbewijzen of nota’s, (eventueel) de kilometerstaten en de door de werk- gever voor akkoord getekende opgave. d. Indien de werknemer de functie langer dan 1 maand niet uitoefent, behoudt de werkgever zich het recht voor om de voor de werknemer geldende kosten ver- goeding(en) stop te zetten, zonder dat de werkgever jegens de werknemer gehouden zal zijn tot betaling van enige (schade-) vergoeding. e. Alle kostenvergoedingsregelingen zijn erop gebaseerd dat voor de werkgever, ten aanzien van de vergoedin- gen, geen inhoudingplicht in het kader van de Wet op de Loonbelasting aanwezig is.

  • Andere vergoedingen U vult dit in wanneer u afwijkende vergoedingen heeft afgesproken voor

  • Thuiswerkvergoeding a. De werknemer die anders dan incidenteel thuis werkt, heeft recht op een vergoeding van € 2,00 netto per thuiswerkdag om de dienstbetrekking vanuit thuis goed te kunnen uitvoeren. Onder anders dan incidenteel thuiswerken in dit artikel wordt verstaan: a. de werknemer werkt over een tijde- lijke periode van tenminste één maand minimaal 50% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van twee werkdagen per werkweek of b. de werknemer werkt structureel minimaal 20% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van één werkdag per werkweek. b. Het recht op de (standaard) thuiswerkvergoeding wordt door deugdelijke administratie bijgehouden door de werkgever. c. De werknemer die recht heeft op de in lid a genoemde vergoeding, heeft op een thuiswerkdag geen recht op een kostenvergoeding woon-werkverkeer zoals genoemd in artikel 6.2 van deze cao. De werknemer die op een thuiswerkdag een noodzakelijke dienstreis maakt, heeft aanspraak op een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.

  • Extra vergoedingen De Maatschappij vergoedt bovendien (indien dit blijkt uit het dekkingsoverzicht):

  • Verhuiskostenvergoeding De werknemer die een dienstverband aangaat met een nieuwe werkgever komt op dat moment in aanmerking voor de verhuiskostenvergoeding volgens de arbeidsvoorwaardenregeling indien de nieuwe werkgever een dergelijke vergoeding niet ter beschikking stelt.

  • Kostenvergoeding De werknemer krijgt de kosten, die hij voor de onderneming heeft gemaakt, terug betaald.

  • Wat vergoeden wij? U krijgt van ons een vergoeding voor de betalingsverplichtingen die u heeft als eigenrisicodrager voor de WGA voor uw (ex-)werknemer, als: • deze (ex-)werknemer op de eerste dag van de wachttijd voor de WIA, werknemer in uw bedrijf was; • de eerste dag van de wachttijd voor de WIA, binnen de verzekeringsperiode van de module WGA Eigenrisicodragen ligt.

  • Schadevergoeding De verzekeraar betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding volgens de bepalingen van de overeenkomst. De verzekeraar betaalt, zelfs boven de vergoedingsgrenzen de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding in strafzaken, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingvergoeding moeten aan de verzekeraar worden terugbetaald.