Common use of Vervaltermijnen Clause in Contracts

Vervaltermijnen. 20.1 Voorzover niet uitdrukkelijk schriftelijk is overeengekomen, vervalt alle aansprakelijkheid 5 jaar na het tijdstip waarop de overeenkomst, op welke wijze dan ook, is beëindigd. 20.2 De opdrachtgever dient het installatiebedrijf, nadat een gebrek is ontdekt, binnen bekwame tijd, als bedoeld in art. 6:89 BW op de hoogte te stellen van dit gebrek en haar in de gelegenheid te stellen dit te herstellen. Laat de opdrachtgever dit na, dan kan op dit gebrek geen beroep meer worden gedaan. 20.3 Het vorderingsrecht uit hoofde van een gebrek vervalt door verloop van twee jaren na de schriftelijke en met redenen omklede ingebrekestelling. 20.4 Wanneer een rechtsvordering uit hoofde van toerekenbare tekortkoming meer dan vijf jaar na oplevering en/of beëindiging van de overeenkomst wordt ingesteld, leidt dit tot niet-ontvankelijkheid. 20.5 De opdracht wordt geacht te zijn geëindigd op de dag dat de installatie is opgeleverd of wordt geacht opgeleverd te zijn. Wanneer de overeenkomst wordt ontbonden dan wordt de opdracht geacht te zijn geëindigd op het moment waarop de ontbinding plaatsvindt.

Vervaltermijnen. 20.1 1. Voorzover niet uitdrukkelijk schriftelijk is overeengekomen, vervalt alle aansprakelijkheid 5 jaar na het tijdstip waarop de overeenkomst, op welke wijze dan ook, is beëindigd. 20.2 2. De opdrachtgever dient het installatiebedrijf, nadat een gebrek is ontdekt, binnen bekwame tijd, als bedoeld in art. 6:89 BW op de hoogte te stellen van dit gebrek en haar in de gelegenheid te stellen dit te herstellen. Laat de opdrachtgever dit na, dan kan op dit gebrek geen beroep meer worden gedaan. 20.3 3. Het vorderingsrecht uit hoofde van een gebrek vervalt door verloop van twee jaren na de schriftelijke en met redenen omklede ingebrekestelling. 20.4 4. Wanneer een rechtsvordering uit hoofde van toerekenbare tekortkoming meer dan vijf jaar na oplevering en/of beëindiging van de overeenkomst wordt ingesteld, leidt dit tot niet-ontvankelijkheid. 20.5 5. De opdracht wordt geacht te zijn geëindigd op de dag dat de installatie is opgeleverd of wordt geacht opgeleverd te zijn. Wanneer de overeenkomst wordt ontbonden dan wordt de opdracht geacht te zijn geëindigd op het moment waarop de ontbinding plaatsvindt.

Vervaltermijnen. 20.1 Voorzover Voor zo ver niet uitdrukkelijk schriftelijk is overeengekomen, vervalt alle aansprakelijkheid 5 jaar na het tijdstip waarop de overeenkomst, op welke wijze dan ook, is beëindigd. 20.2 De opdrachtgever dient het installatiebedrijf, nadat een gebrek is ontdekt, binnen bekwame tijd, als bedoeld in art. 6:89 BW op de hoogte te stellen van dit gebrek en haar in de gelegenheid te stellen dit te herstellen. Laat de opdrachtgever dit na, dan kan op dit gebrek geen beroep meer worden gedaan. 20.3 Het vorderingsrecht uit hoofde van een gebrek vervalt door verloop van twee jaren na de schriftelijke en met redenen omklede ingebrekestelling. 20.4 Wanneer een rechtsvordering uit hoofde van toerekenbare tekortkoming meer dan vijf jaar na oplevering en/of beëindiging van de overeenkomst wordt ingesteld, leidt dit tot niet-ontvankelijkheid. 20.5 De opdracht wordt geacht te zijn geëindigd op de dag dat de installatie is opgeleverd of wordt geacht opgeleverd te zijn. Wanneer de overeenkomst wordt ontbonden dan wordt de opdracht geacht te zijn geëindigd op het moment waarop de ontbinding plaatsvindt.

Vervaltermijnen. 20.1 Voorzover Wanneer niet uitdrukkelijk schriftelijk is overeengekomen, vervalt alle aansprakelijkheid 5 jaar na het tijdstip waarop de overeenkomst, op welke wijze dan ook, is beëindigd. 20.2 De opdrachtgever dient het installatiebedrijf, nadat een gebrek is ontdekt, binnen bekwame tijd, als bedoeld in art. 6:89 BW op de hoogte te stellen van dit gebrek en haar in de gelegenheid te stellen dit te herstellen. Laat de opdrachtgever dit na, dan kan op dit gebrek geen beroep meer worden gedaan. 20.3 Het vorderingsrecht uit hoofde van een gebrek vervalt door verloop van twee jaren na de schriftelijke en met redenen omklede ingebrekestelling. 20.4 Wanneer een rechtsvordering uit hoofde van toerekenbare tekortkoming meer dan vijf jaar na oplevering en/of beëindiging van de overeenkomst wordt ingesteld, leidt dit tot niet-ontvankelijkheid. 20.5 De opdracht wordt geacht te zijn geëindigd op de dag dat de installatie is opgeleverd of wordt geacht opgeleverd te zijn. Wanneer de overeenkomst wordt ontbonden dan wordt de opdracht geacht te zijn geëindigd op het moment waarop de ontbinding plaatsvindt.