Vervoer over de weg. De uit hoofde van dit contract verzekerde voorwerpen moeten apart, zonder bijlading, worden vervoerd, tenzij de verzekeraar hiervoor van tevoren toestemming heeft gegeven. Het vervoer vindt plaats in een volledig afgesloten, onopvallend voertuig dat is uitgerust met een beschermingsvoorziening tegen onbevoegd gebruik van het voertuig en met een brandblusapparaat met grote capaciteit dat te allen tijde voor de bemanning toegankelijk is. Elk voertuig moet ten minste door twee personen worden bemand; één van hen moet voortdurend in het voertuig aanwezig zijn. In alle gevallen waarin deze personen geen toezicht op het voertuig kunnen houden, moet het voertuig onder de bewaking van politie worden gesteld, of, bij gebreke hiervan, voortdurend op een vooraf door de verzekeraar goedgekeurde wijze worden beveiligd. In het geval dat de verzekerde voorwerpen op een andere plaats worden opgeslagen dan binnen de tentoonstellingsruimte (bij overslagpunten, in opslagruimten, bij verpakkingsbedrijven, of bij houders of bewakers van het voorwerp), moeten deze in een brandkast worden geplaatst of, bij gebreke hiervan, voortdurend worden beveiligd op een vooraf door de verzekeraar goedgekeurde wijze. Kunstwerken die door de lucht, over zee of per spoor worden vervoerd, moeten worden begeleid door een door de verzekerde aangewezen verantwoordelijke persoon, die gedurende het volledige vervoer belast is met het toezicht. Bij gebreke hiervan moet getracht worden aan de waarde, aan de aard van de kunstwerken, alsmede aan de moeilijkheid van het traject aangepaste vormen van toezicht te vinden, die van tevoren door de verzekeraar moeten worden goedgekeurd. Wanneer het vervoer door de verzekerde en/of diens werknemers wordt verricht, wordt diefstal tijdens het vervoer uitsluitend gedekt, indien er sprake is van: − diefstal als gevolg van een het middel van vervoer overkomen ongeval; − diefstal als gevolg van brand; − diefstal met geweldpleging. De verpakking moet zijn aangepast aan de aard van de vervoerde kunstwerken.
Vervoer over de weg. Vervoer over de weg is een complex onderwerp. Er zijn wegen binnen een woonwijk, grotere doorgaande wegen binnen een stad of dorp, provinciale wegen, snelwegen, etc. Op al deze wegen kan een ongeluk gebeuren met een voertuig en/of kan er brand ontstaan. De ernst of het effect van een brand zijn afhankelijk van het soort voertuig en de lading. In de gebouwde omgeving wordt er bij een voertuigbrand van uitgegaan dat er voldoende bluswater is. Dit zal niet automatisch inhouden dat er bij elke verkeersader in een gemeente bluswater aanwezig dient te zijn, maar wel langs of bij wegen die langs/door risicolocaties, kwetsbare gebieden of gebieden die van belang zijn voor een gemeente/provincie lopen. Denk hierbij aan woonwijken, cruciale wegen voor de economie of een weg die langs een school loopt. Op dergelijke locaties is misschien zelfs extra bluswater nodig. Een weg in het gemeentelijk buitengebied zal niet altijd bluswater in de buurt hebben. Er is voor vervoer één cascademodel ontwikkeld dat zowel het ‘gewone vervoer’ over de weg bevat als het vervoer van gevaarlijke stoffen. In bijlage 5 zijn op basis van het HART (Handleiding Risicoanalyse Transport) de scenario’s voor ruimtelijke veiligheid uitgewerkt. Onderstaande scenario’s zijn richtlijnen voor incidenten op de weg. De omgeving, de drukte op de weg en de vervoerde soorten stoffen maken dat een advies kan afwijken van de onderstaande getallen.
Vervoer over de weg. Artikel 11
Vervoer over de weg. Artikel 6
Vervoer over de weg. De verstrekte waarborgen gelden uitsluitend binnen de hierna omschreven grenzen en dit volgens de in de Bij- zondere Voorwaarden vermelde formules:
Vervoer over de weg a) Personenvervoer (CPC 7121 en CPC 7122) AT: nationaliteitsvereiste voor personen en aandeelhouders die gemachtigd zijn om een rechtspersoon of een partnerschap te vertegenwoordigen. DK, HR: nationaliteitsvereiste en ingezetenschap verplicht voor managers. BG, MT: nationaliteitsvereiste.
Vervoer over de weg a) Personenvervoer (CPC 7121, 7122) 1) Geen. 1) Geen.