Vervroeging van de pensioendatum. 1. De (gewezen) deelnemer kan het ouderdomspensioen binnen de flexperiode op een vroeger tijdstip dan de richtpensioendatum laten ingaan. 2. De wetgever stelt de voorwaarde dat de (gewezen) deelnemer vanaf het tijdstip van vervroeging geen inkomsten ontvangt uit arbeid of uit andere inkomensgenererende activiteiten, of een arbeidsgerelateerde uitkering ontvangt, indien het pensioen ingaat voor een bepaalde leeftijd. Indien de (gewezen) deelnemer het ouderdomspensioen binnen de flexperiode op een vroeger tijdstip laat ingaan dan die leeftijd, geldt deze door de wetgever gestelde voorwaarde. 3. Gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden. 4. Voor de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer voor wie conform artikel 29 van dit pensioenreglement in verband met arbeidsongeschiktheid premievrije pensioenopbouw en risicodekking is verleend, wordt per de vervroegde pensioendatum een premievrij ouderdomspensioen vastgesteld. 5. Bij gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging vervallen de (voor zover nog aanwezige) aanspraken op partnerpensioen, wezenpensioen en Anwhiaatpensioen op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen. 6. Bij gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging stopt de premievrije pensioenopbouw en risicodekking wegens arbeidsongeschiktheid. 7. Indien van de mogelijkheid van vervroeging van de pensioendatum gebruik wordt gemaakt, wordt het premievrije ouderdomspensioen aan de hand van de in de tabel, die staat vermeld in bijlage 2, vermelde factoren voor ouderdomspensioen herrekend naar een direct op de vervroegde pensioendatum ingaand ouderdomspensioen. 8. De periode van vervroeging dient in volle maanden te worden vastgesteld en bedraagt tenminste zes maanden. Bij een vervroeging naar de eerste dag van de maand waarin recht ontstaat op een AOW-uitkering geldt de termijn van tenminste zes maanden niet. 9. De (gewezen) deelnemer die het voornemen heeft om van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik te maken, dient dit voornemen schriftelijk uiterlijk zes maanden voor de gewenste pensioendatum bij het pensioenfonds te melden. 10. De (gewezen) deelnemer die van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik wil maken, dient dit schriftelijk uiterlijk voor de door het pensioenfonds opgegeven datum bij het pensioenfonds te melden, met daarbij de schriftelijke bevestiging van zijn werkgever of de werkgever als omschreven in artikel 1 van dit pensioenreglement dat de arbeidsovereenkomst uiterlijk op de gewenste pensioendatum eindigt, tenzij de wetgever dat niet als voorwaarde stelt. 11. De (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer voor wie conform artikel 29 van dit pensioenreglement in verband met arbeidsongeschiktheid premievrije pensioenopbouw en risicodekking is verleend en die het ouderdomspensioen wenst te vervroegen, dient dit voornemen schriftelijk uiterlijk zes maanden voor de gewenste pensioendatum bij het pensioenfonds te melden. De (gedeeltelijk) (arbeidsongeschikte) (gewezen) deelnemer die van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik wil maken dient dit schriftelijk uiterlijk voor de door het pensioenfonds opgegeven datum bij het pensioenfonds te melden met daarbij de schriftelijke bevestiging van de uitkeringsinstantie en/of zijn werkgever of de werkgever als omschreven in artikel 1 van dit pensioenreglement dat de uitkering en/of arbeidsovereenkomst uiterlijk op de gewenste pensioendatum eindigt, tenzij de wetgever dat niet als voorwaarde stelt. 12. Indien de wetgever aan de vervroeging voorwaarden stelt, verschaft de (gewezen) deelnemer of de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer die het ouderdomspensioen op een vroeger tijdstip wil laten ingaan, het pensioenfonds voorafgaand aan de gewenste pensioendatum een door hem ondertekende schriftelijke verklaring die door het pensioenfonds is opgesteld. De (gedeeltelijk) (arbeidsongeschikte) (gewezen) deelnemer verschaft daarbij de schriftelijke bevestiging van de uitkeringsinstantie en/of zijn werkgever of de werkgever als omschreven in artikel 1 van dit pensioenreglement dat de uitkering en/of arbeidsovereenkomst uiterlijk op de gewenste pensioendatum eindigt.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Vervroeging van de pensioendatum. 1. 1 De (gewezen) deelnemer kan het ouderdomspensioen binnen de flexperiode op een vroeger tijdstip dan de richtpensioendatum laten ingaan.
2. De wetgever stelt de voorwaarde dat de (gewezen) deelnemer vanaf het tijdstip van vervroeging geen inkomsten ontvangt uit arbeid of uit andere inkomensgenererende activiteiten, of een arbeidsgerelateerde uitkering ontvangt, indien het pensioen ingaat voor een bepaalde leeftijd. Indien de (gewezen) deelnemer het ouderdomspensioen binnen de flexperiode op een vroeger tijdstip laat ingaan dan die leeftijd, geldt deze door de wetgever gestelde voorwaarde.
3. 2 Gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden.
4. 3 Voor de deelnemer wordt per de vervroegde pensioendatum conform het artikel 'Beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum' van dit pensioenreglement een tijdsevenredig ouderdomspensioen vastgesteld.
4 Voor de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer voor aan wie conform het artikel 29 ‘Vrijstelling van dit pensioenreglement premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid’ door de verzekeraar in verband met arbeidsongeschiktheid premievrije pensioenopbouw vrijstelling van premiebetaling is verleend en risicodekking is verleenddie het ouderdomspensioen wenst te vervroegen, wordt conform het artikel 'Beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de pensioendatum' van dit pensioenreglement per de vervroegde pensioendatum een premievrij ouderdomspensioen vastgesteld. In het in het onderhavige artikel genoemde geval dient in de leden 3 en 5 in plaats van het woord ‘tijdsevenredig’ gelezen te worden ‘premievrij’. De aanspraken op ouderdomspensioen welke na de vervroegde pensioendatum uit hoofde van de verleende vrijstelling van premiebetaling worden opgebouwd gaan in op de richtpensioendatum.
5. Bij gebruikmaking van 5 Voor de mogelijkheid van vervroeging vervallen deelnemer komt de (voor zover nog aanwezige) aanspraken aanspraak op partnerpensioen, wezenpensioen en Anwhiaatpensioen op arbeidsongeschiktheidspensioen per de ingangsdatum van het ouderdomspensioenvervroegde pensioendatum te vervallen.
6. Bij gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging stopt de premievrije pensioenopbouw en risicodekking wegens arbeidsongeschiktheid.
7. 6 Indien van de mogelijkheid van vervroeging van de pensioendatum gebruik wordt gemaaktgemaakt wordt, wordt het premievrije bereikte tijdsevenredige ouderdomspensioen aan de hand van de in de tabel, die staat vermeld in bijlage 2, hierna volgende tabel vermelde factoren voor ouderdomspensioen herrekend naar een direct op de vervroegde pensioendatum ingaand ouderdomspensioen.
8. De periode van vervroeging dient in volle maanden te worden vastgesteld en bedraagt tenminste ten minste zes maanden. Bij een vervroeging naar de eerste dag van de maand waarin recht ontstaat op een AOW-uitkering geldt de termijn van tenminste zes maanden niet.
9. De (gewezen) deelnemer die het voornemen heeft om van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik te maken, dient dit voornemen schriftelijk uiterlijk zes maanden voor de gewenste pensioendatum bij het pensioenfonds te melden.
10. De (gewezen) deelnemer die van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik wil maken, dient dit schriftelijk uiterlijk voor de door het pensioenfonds opgegeven datum bij het pensioenfonds te melden, met daarbij de schriftelijke bevestiging van zijn werkgever of de werkgever als omschreven in artikel 1 van dit pensioenreglement dat de arbeidsovereenkomst uiterlijk op de gewenste pensioendatum eindigt, tenzij de wetgever dat niet als voorwaarde stelt.
11. De (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer voor wie conform artikel 29 van dit pensioenreglement in verband met arbeidsongeschiktheid premievrije pensioenopbouw en risicodekking is verleend en die het ouderdomspensioen wenst te vervroegen, dient dit voornemen schriftelijk uiterlijk zes maanden voor de gewenste pensioendatum bij het pensioenfonds te melden. De (gedeeltelijk) (arbeidsongeschikte) (gewezen) deelnemer die van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik wil maken dient dit schriftelijk uiterlijk voor de door het pensioenfonds opgegeven datum bij het pensioenfonds te melden met daarbij de schriftelijke bevestiging van de uitkeringsinstantie en/of zijn werkgever of de werkgever als omschreven in artikel 1 van dit pensioenreglement dat de uitkering en/of arbeidsovereenkomst uiterlijk op de gewenste pensioendatum eindigt, tenzij de wetgever dat niet als voorwaarde stelt.
12. Indien de wetgever aan de vervroeging voorwaarden stelt, verschaft de (gewezen) deelnemer of de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer die het ouderdomspensioen op een vroeger tijdstip wil laten ingaan, het pensioenfonds voorafgaand aan de gewenste pensioendatum een door hem ondertekende schriftelijke verklaring die door het pensioenfonds is opgesteld. De (gedeeltelijk) (arbeidsongeschikte) (gewezen) deelnemer verschaft daarbij de schriftelijke bevestiging van de uitkeringsinstantie en/of zijn werkgever of de werkgever als omschreven in artikel 1 van dit pensioenreglement dat de uitkering en/of arbeidsovereenkomst uiterlijk op de gewenste pensioendatum eindigt.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Vervroeging van de pensioendatum. 1. De (gewezen) deelnemer kan het er voor kiezen zijn ouderdomspensioen binnen de flexperiode op een vroeger tijdstip geheel of gedeeltelijk eerder dan de richtpensioendatum laten ingaan.
2. De wetgever stelt de voorwaarde dat de (gewezen) deelnemer vanaf het tijdstip van vervroeging geen inkomsten ontvangt uit arbeid of uit andere inkomensgenererende activiteiten, of een arbeidsgerelateerde uitkering ontvangt, indien het pensioen ingaat voor een bepaalde leeftijd. Indien de (gewezen) deelnemer het ouderdomspensioen binnen de flexperiode op een vroeger tijdstip laat ingaan dan die leeftijd, geldt deze door de wetgever gestelde voorwaarde.
3. Gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden.
4. Voor de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer voor wie conform artikel 29 van dit pensioenreglement in verband met arbeidsongeschiktheid premievrije pensioenopbouw en risicodekking is verleend, wordt per de vervroegde pensioendatum een premievrij ouderdomspensioen vastgesteld.
5. Bij gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging vervallen de (voor zover nog aanwezige) aanspraken op partnerpensioen, wezenpensioen en Anwhiaatpensioen op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen.
6. Bij gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging stopt de premievrije pensioenopbouw en risicodekking wegens arbeidsongeschiktheid.
7. Indien van de mogelijkheid van vervroeging van de pensioendatum gebruik wordt gemaaktpensioenrichtdatum in te laten gaan, wordt het premievrije ouderdomspensioen aan de hand van de in de tabel, die staat vermeld in bijlage 2, vermelde factoren voor ouderdomspensioen herrekend naar een direct op de vervroegde pensioendatum ingaand ouderdomspensioen.
8. De periode van vervroeging dient in volle maanden te worden vastgesteld en bedraagt tenminste zes maanden. Bij een vervroeging naar echter niet eerder dan de eerste dag van de maand waarin de 55-jarige leeftijd wordt bereikt. Voor een arbeidsongeschikte deelnemer met recht ontstaat op premievrije pensioenopbouw op grond van artikel 7.1 is vervroeging mogelijk met dien verstande dat de premievrije pensioenopbouw op de vervroegde pensioendatum wordt beëindigd.
2. Vervroeging kan plaatsvinden over een periode bepaald in hele maanden, teruggerekend vanaf de pensioenrichtdatum. Indien vervroegd wordt naar een pensioendatum gelegen meer dan tien jaar vóór de voor de betreffende (gewezen) deelnemer geldende AOW-uitkering geldt leeftijd, dient de termijn van tenminste zes maanden niet.
9dienstbetrekking geheel of gedeeltelijk in verband met pensionering te worden beëindigd. De (gewezen) deelnemer die op de vervroegde pensioeningangsdatum meer dan tien jaar jonger is dan de voor hem of haar geldende AOW-leeftijd dient te verklaren dat hij of zij het voornemen heeft om arbeidsproces zal verlaten voor het deel dat het ouderdomspensioen vervroegd is ingegaan en dat hij of zij niet voornemens is die arbeid weer te hervatten.
3. Bij vervroeging wordt het ouderdomspensioen verlaagd. Bij vervroeging van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik te maken, dient dit voornemen schriftelijk uiterlijk zes maanden voor de gewenste pensioendatum bij wijzigt het pensioenfonds te melden.
10. De (gewezen) deelnemer die van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik wil maken, dient dit schriftelijk uiterlijk voor de door het pensioenfonds opgegeven datum bij het pensioenfonds te melden, met daarbij de schriftelijke bevestiging van zijn werkgever of de werkgever als omschreven in artikel 1 van dit pensioenreglement dat de arbeidsovereenkomst uiterlijk op de gewenste pensioendatum eindigt, tenzij de wetgever dat niet als voorwaarde stelt.
11. De (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer voor wie conform artikel 29 van dit pensioenreglement in verband met arbeidsongeschiktheid premievrije pensioenopbouw en risicodekking is verleend en die het ouderdomspensioen wenst te vervroegen, dient dit voornemen schriftelijk uiterlijk zes maanden voor de gewenste pensioendatum bij het pensioenfonds te melden. De (gedeeltelijk) (arbeidsongeschikte) (gewezen) deelnemer die van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik wil maken dient dit schriftelijk uiterlijk voor de door het pensioenfonds opgegeven datum bij het pensioenfonds te melden met daarbij de schriftelijke bevestiging van de uitkeringsinstantie partner- en/of zijn werkgever of de werkgever als omschreven wezenpensioen niet.
4. De tarieven voor vervroeging van het ouderdomspensioen worden jaarlijks vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 6.1, lid 4, en zijn in bijlage 4 bij dit pensioenreglement opgenomen.
5. Indien er sprake is van deeltijdpensionering (vervroegde ingang van een deel van het ouderdomspensioen) gelden aanvullende bepalingen welke zijn opgenomen in artikel 6.6 van dit pensioenreglement dat de uitkering en/of arbeidsovereenkomst uiterlijk op de gewenste pensioendatum eindigt, tenzij de wetgever dat niet als voorwaarde steltpensioenreglement.
126. Indien de wetgever aan de vervroeging voorwaarden stelt, verschaft de (gewezen) deelnemer of de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer die Het verevend deel van het ouderdomspensioen dat op grond van artikel 8.4 is toegekend aan een vroeger tijdstip wil laten ingaangewezen partner, het pensioenfonds voorafgaand aan de gewenste pensioendatum een door hem ondertekende schriftelijke verklaring die door het pensioenfonds is opgesteld. De (gedeeltelijk) (arbeidsongeschikte) (gewezen) deelnemer verschaft daarbij de schriftelijke bevestiging van de uitkeringsinstantie en/of zijn werkgever of de werkgever als omschreven gaat eveneens vervroegd in artikel 1 van dit pensioenreglement dat de uitkering en/of arbeidsovereenkomst uiterlijk en wordt op de gewenste pensioendatum eindigtovereenkomstige wijze verlaagd.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Vervroeging van de pensioendatum. 1. De (gewezen) deelnemer kan het ouderdomspensioen binnen de flexperiode op een vroeger tijdstip dan de richtpensioendatum laten ingaan, onder de voorwaarde dat hij of zij vanaf dat tijdstip geen arbeidsovereenkomst met de werkgever heeft.
2. De wetgever stelt de voorwaarde dat de (gewezen) gewezen deelnemer vanaf het tijdstip van vervroeging geen inkomsten ontvangt uit arbeid of uit andere inkomensgenererende activiteiten, of een arbeidsgerelateerde uitkering ontvangt, indien het pensioen ingaat voor een bepaalde leeftijd. Indien de (gewezen) gewezen deelnemer het ouderdomspensioen binnen de flexperiode op een vroeger tijdstip laat ingaan dan die leeftijd, geldt deze door de wetgever gestelde voorwaarde.
3. Gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging is onherroepelijk en kan slechts éénmalig gedaan worden.
4. Voor de deelnemer wordt per de vervroegde pensioendatum conform artikel 21 van dit pensioenreglement een tijdsevenredig ouderdomspensioen vastgesteld. Voor de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer voor wie conform artikel 29 van dit pensioenreglement in verband met arbeidsongeschiktheid premievrije pensioenopbouw en risicodekking vrijstelling van premiebetaling is verleend, wordt per de vervroegde pensioendatum een premievrij ouderdomspensioen vastgesteld.
5. Bij gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging vervallen de (voor zover nog aanwezige) aanspraken op partnerpensioen, partnerpensioen en wezenpensioen en Anwhiaatpensioen op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen.
6. Bij gebruikmaking van de mogelijkheid van vervroeging stopt de premievrije pensioenopbouw en risicodekking vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid.
7. Indien van de mogelijkheid van vervroeging van de pensioendatum gebruik wordt gemaakt, wordt het bereikte tijdsevenredige of premievrije ouderdomspensioen aan de hand van de in de tabel, die staat vermeld in bijlage 2, vermelde factoren voor ouderdomspensioen herrekend naar een direct op de vervroegde pensioendatum ingaand ouderdomspensioen.
8. De periode van vervroeging dient in volle maanden te worden vastgesteld en bedraagt tenminste zes maanden. Bij een vervroeging naar de eerste dag van de maand waarin recht ontstaat op een AOW-uitkering geldt de termijn van tenminste zes maanden niet.
9. De (gewezen) deelnemer die het voornemen heeft om van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik te maken, dient dit voornemen schriftelijk uiterlijk zes maanden voor de gewenste pensioendatum bij het pensioenfonds te melden.
10. De (gewezen) deelnemer die van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik wil maken, dient dit schriftelijk uiterlijk voor de door het pensioenfonds opgegeven datum bij het pensioenfonds te melden, met daarbij de schriftelijke bevestiging van zijn werkgever of de werkgever als omschreven in artikel 1 van dit pensioenreglement dat de arbeidsovereenkomst uiterlijk op de gewenste pensioendatum eindigt, tenzij de wetgever dat niet als voorwaarde stelt.
11. De (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer voor wie conform artikel 29 van dit pensioenreglement in verband met arbeidsongeschiktheid premievrije pensioenopbouw en risicodekking vrijstelling van premiebetaling is verleend en die het ouderdomspensioen wenst te vervroegen, dient dit voornemen schriftelijk uiterlijk zes maanden voor de gewenste pensioendatum bij het pensioenfonds te melden. De (gedeeltelijk) (arbeidsongeschikte) (gewezen) deelnemer die van de in lid 1 genoemde mogelijkheid van vervroeging gebruik wil maken dient dit schriftelijk uiterlijk voor de door het pensioenfonds opgegeven datum bij het pensioenfonds te melden met daarbij de schriftelijke bevestiging van de uitkeringsinstantie en/of zijn werkgever of de werkgever als omschreven in artikel 1 van dit pensioenreglement dat de uitkering en/of arbeidsovereenkomst uiterlijk op de gewenste pensioendatum eindigt, tenzij de wetgever dat niet als voorwaarde stelt.
12. Indien de wetgever aan de vervroeging voorwaarden stelt, verschaft de (gewezen) deelnemer of de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte (gewezen) deelnemer die het ouderdomspensioen op een vroeger tijdstip wil laten ingaan, het pensioenfonds voorafgaand aan de gewenste pensioendatum een door hem ondertekende schriftelijke verklaring die door het pensioenfonds is opgesteld. De (gedeeltelijk) (arbeidsongeschikte) (gewezen) deelnemer verschaft daarbij de schriftelijke bevestiging van de uitkeringsinstantie en/of zijn werkgever of de werkgever als omschreven in artikel 1 van dit pensioenreglement dat de uitkering en/of arbeidsovereenkomst uiterlijk op de gewenste pensioendatum eindigt.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement