Common use of Verzekering van het onderpand Clause in Contracts

Verzekering van het onderpand. 20.1 De schuldenaar is verplicht het onderpand op zijn kosten te verzekeren en verzekerd te houden tegen alle schaden ten gevolge van brand, blikseminslag, storm, ontploffing, overstroming, uitstromend water, tegen alle schaden veroor- zaakt door luchtvaartuigen en die als bedoeld in artikel 7:951 van het Burgerlijk Wetboek en voorts tegen alle zodanige andere schaden en risico’s als de kredietgever nodig acht (daaronder begrepen de risico’s van terrorisme en milieu aansprakelijk- heid), en wel gebouwen, bouwwerken en installa- ties naar herbouwwaarde en overige goederen tot een door de kredietgever voldoende geacht bedrag. Indien van toepassing zal de schuldenaar voorts verzekerd zijn tegen huurderving voor een door de kredietgever bepaalde minimale duur. 20.2 Indien achteraf blijkt dat de verzekering niet vol- doende was, dan komt de schade voor rekening van de schuldenaar. 20.3 De schuldenaar dient de kredietgever onmiddel- lijk op de hoogte te brengen zodra de schuldenaar bericht van de verzekeringsmaatschappij krijgt dat de verzekeringsmaatschappij de verzekering vermindert of stopt. 20.4 Indien de schuldenaar schade heeft en een voorstel krijgt van de verzekeringsmaatschappij voor het regelen van de schade, moet de krediet- gever akkoord gaan met dit voorstel. 20.5 Indien de schuldenaar geld krijgt van de verzekeringsmaatschappij, mag de kredietgever besluiten of dit geld gebruikt dient te worden om een deel van de lening terug te betalen, of dat dit geld gebruikt dient te worden om de schade te repareren. Indien er na de reparatie nog geld over is mag de kredietgever besluiten om dit geld te gebruiken om een deel van de lening terug te betalen of dat de schuldenaar het geld krijgt. 20.6 Indien de verzekeringsmaatschappij niet uitbe- taalt bij schade, is dat een zaak tussen de schul- denaar en de verzekeraar. De schuldenaar is 20.7 Xxxxxxx xxx xxxx, verbouw of sloop of andere werkzaamheden, voor zover niet reeds gedekt onder de opstalverzekering, dient het onderpand gedurende de periode van deze werkzaamheden op basis van Construction All Risks (CAR) te zijn verzekerd. 20.8 Verzekering moet plaatshebben bij een verzeke- raar ten genoegen van de kredietgever en onder door de kredietgever goedgekeurde bepalingen. Indien een verzekeraar om wat voor reden dan ook niet langer ten genoegen van de kredietgever is, zal de schuldenaar op eerste verzoek van de kredietgever de verzekeringen afsluiten bij een verzekeraar die wel acceptabel voor de kredietge- ver is. 20.9 De schuldenaar is verplicht het belang van de kre- dietgever bij de verzekering op duidelijke wijze ter kennis van de verzekeraar te brengen en te bevor- deren dat een desbetreffende aantekening op het bewijs van de verzekering wordt gesteld. 20.10 Wordt aan één of meer van de hiervoor vermelde verplichtingen niet binnen een door de kredietge- ver gestelde termijn voldaan, dan is de kredietge- ver tot verzekering op kosten van de schuldenaar bevoegd. 20.11 In geval het onderpand bestaat uit een apparte- mentsrecht en degene die tot verzekering verplicht is, niet of niet volledig voor verzekering overeenkomstig hetgeen in artikel 20.1 omschreven zorg draagt, is de schuldenaar gehouden ten aanzien van het onderpand zodanige (aanvullende) verzekeringen te sluiten dat zijn belangen volgens de normen van artikel 20.1 zijn gedekt. 20.12 Afschriften van bewijzen van verzekering moeten op verzoek van de kredietgever binnen de door de kredietgever gestelde termijn aan haar ter beschikking worden gesteld. Indien de kredietge- ver een dergelijk verzoek heeft gedaan, is de schuldenaar bij hernieuwing van de verzekering verplicht afschriften van de bewijzen van de 20.13 De premies van de in dit artikel bedoelde verzeke- ringen dienen vóór of op de desbetreffende vervaldag te zijn voldaan, bij gebreke waarvan de kredietgever tot betaling voor rekening van de schuldenaar bevoegd is. De schuldenaar is, indien de kredietgever dit verlangt, verplicht de kwitan- ties aan de kredietgever over te leggen. 20.14 De schuldenaar is verplicht bij schade aan het onderpand de kredietgever hiervan zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen acht dagen in kennis te stellen. 20.15 De rechten van de schuldenaar onder de ten aanzien van het onderpand gesloten verzekering(en) zijn aan de kredietgever verpand. Indien op enig moment na ondertekening van de akte de schuldenaar een verzekering voor het onderpand afsluit die nog niet reeds was afgesloten op het moment van ondertekening van de akte, dan zal de schuldenaar steeds en te allen tijde medewerking verlenen aan het vestigen van een nieuw eersterangs pandrecht op de uit die verzekeringsovereenkomst voortvloeiende rechten van de schuldenaar. Indien geen eersterangs pandrecht kan worden gevestigd heeft het pandrecht een zo hoog mogelijke rang.

Verzekering van het onderpand. 20.1 16.1 De schuldenaar is verplicht het onderpand op zijn kosten te verzekeren en verzekerd te houden tegen alle schaden ten gevolge van brand, blikseminslag, storm, ontploffing, overstroming, uitstromend water, tegen alle schaden veroor- zaakt veroorzaakt door luchtvaartuigen en die als bedoeld in artikel 7:951 van het Burgerlijk Wetboek en voorts tegen alle zodanige andere schaden en risico’s als de kredietgever nodig acht (daaronder begrepen de risico’s van terrorisme en milieu aansprakelijk- heid), en wel gebouwen, bouwwerken en installa- ties naar herbouwwaarde en overige goederen tot een door de kredietgever voldoende geacht bedrag. Indien van toepassing zal de schuldenaar voorts verzekerd zijn tegen huurderving voor een door de kredietgever bepaalde minimale duur.tegen 20.2 Indien achteraf blijkt dat de verzekering niet vol- doende was, dan komt de schade voor rekening van de schuldenaar. 20.3 De schuldenaar dient de kredietgever onmiddel- lijk op de hoogte te brengen zodra de schuldenaar bericht van de verzekeringsmaatschappij krijgt dat de verzekeringsmaatschappij de verzekering vermindert of stopt. 20.4 Indien de schuldenaar schade heeft en een voorstel krijgt van de verzekeringsmaatschappij voor het regelen van de schade, moet de krediet- gever akkoord gaan met dit voorstel. 20.5 Indien de schuldenaar geld krijgt van de verzekeringsmaatschappij, mag de kredietgever besluiten of dit geld gebruikt dient te worden om een deel van de lening terug te betalen, of dat dit geld gebruikt dient te worden om de schade te repareren. Indien er na de reparatie nog geld over is mag de kredietgever besluiten om dit geld te gebruiken om een deel van de lening terug te betalen of dat de schuldenaar het geld krijgt. 20.6 Indien de verzekeringsmaatschappij niet uitbe- taalt bij schade, is dat een zaak tussen de schul- denaar en de verzekeraar. De schuldenaar is 20.7 16.2 Xxxxxxx xxx xxxx, verbouw of sloop of andere werkzaamheden, voor zover niet reeds gedekt onder de opstalverzekering, werkzaam­ heden dient het onderpand gedurende de periode van deze werkzaamheden op basis van Construction All Risks (CAR) te zijn verzekerd. 20.8 16.3 Verzekering moet plaatshebben bij een verzeke- raar verzekeraar ten genoegen van de kredietgever geldverstrekker en onder door de kredietgever geldverstrekker goedgekeurde bepalingen. Indien een verzekeraar om wat voor reden dan ook niet langer ten genoegen van de kredietgever is, zal de schuldenaar op eerste verzoek van de kredietgever de verzekeringen afsluiten bij een verzekeraar die wel acceptabel voor de kredietge- ver is.een 20.9 16.4 De schuldenaar is verplicht het belang van de kre- dietgever geldverstrek­ ker bij de verzekering op duidelijke wijze ter kennis van de verzekeraar te brengen en te bevor- deren dat een desbetreffende aantekening op het bewijs van de verzekering wordt gesteld.van 20.10 16.5 Wordt aan één één of meer van de hiervoor vermelde verplichtingen verplich­ tingen niet binnen een door de kredietge- ver geldverstrekker gestelde termijn voldaan, dan is de kredietge- ver geldverstrekker tot verzekering op kosten van de schuldenaar bevoegd. 20.11 16.6 In geval het onderpand bestaat uit een apparte- mentsrecht appartementsrecht of een lidmaatschap van een vereniging of coöperatie en degene die krachtens het reglement of de statuten tot verzekering verplicht is, niet of niet volledig voor verzekering verzeke­ ring overeenkomstig hetgeen het in artikel 20.1 omschreven 16.1 omschrevene zorg draagt, is de schuldenaar gehouden ten aanzien van het onderpand zodanige (aanvullende) verzekeringen te sluiten dat zijn belangen volgens de normen van artikel 20.1 16.1 zijn gedekt. 20.12 16.7 Afschriften van bewijzen van verzekering moeten op verzoek van de kredietgever geldverstrekker binnen de door de kredietgever geldver­ strekker gestelde termijn aan haar ter beschikking worden gesteld. Indien de kredietge- ver geldverstrekker een dergelijk verzoek heeft gedaan, is de schuldenaar bij hernieuwing van de verzekering verplicht afschriften van de bewijzen van dede nieuwe verzekering vóór de ingangsdatum aan haar ter beschikking te stellen. 20.13 16.8 De premies van de in dit artikel bedoelde verzeke- ringen verzekeringen dienen vóór vóór of op de desbetreffende vervaldag te zijn voldaan, bij gebreke waarvan de kredietgever geldverstrekker tot betaling voor rekening van de schuldenaar bevoegd is. De schuldenaar schulde­ naar is, indien de kredietgever geldverstrekker dit verlangt, verplicht de kwitan- ties kwitanties aan de kredietgever geldverstrekker over te leggen. 20.14 16.9 De schuldenaar is verplicht bij schade aan het onderpand de kredietgever geldverstrekker hiervan zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen acht dagen in kennis te stellen. 20.15 De rechten van de schuldenaar onder de ten aanzien van het onderpand gesloten verzekering(en) zijn aan de kredietgever verpand. Indien op enig moment na ondertekening van de akte de schuldenaar een verzekering voor het onderpand afsluit die nog niet reeds was afgesloten op het moment van ondertekening van de akte, dan zal de schuldenaar steeds en te allen tijde medewerking verlenen aan het vestigen van een nieuw eersterangs pandrecht op de uit die verzekeringsovereenkomst voortvloeiende rechten van de schuldenaar. Indien geen eersterangs pandrecht kan worden gevestigd heeft het pandrecht een zo hoog mogelijke rang.

Verzekering van het onderpand. 20.1 De schuldenaar is verplicht het onderpand op zijn kosten te verzekeren en verzekerd te houden tegen alle schaden ten gevolge van brand, blikseminslag, storm, ontploffing, overstroming, uitstromend water, tegen alle schaden veroor- zaakt door luchtvaartuigen en die als bedoeld in artikel 7:951 van het Burgerlijk Wetboek en voorts tegen alle zodanige andere schaden en risico’s als de kredietgever nodig acht (daaronder begrepen de risico’s van terrorisme en milieu aansprakelijk- heid), en wel gebouwen, bouwwerken en installa- ties naar herbouwwaarde en overige goederen tot een door de kredietgever voldoende geacht bedrag. Indien van toepassing zal de schuldenaar voorts verzekerd zijn tegen huurderving voor een door de kredietgever bepaalde minimale duur. 20.2 Indien achteraf blijkt dat de verzekering niet vol- doende was, dan komt de schade voor rekening van de schuldenaar. 20.3 De schuldenaar dient de kredietgever onmiddel- lijk op de hoogte te brengen zodra de schuldenaar bericht van de verzekeringsmaatschappij krijgt dat de verzekeringsmaatschappij de verzekering vermindert of stopt. 20.4 Indien de schuldenaar schade heeft en een voorstel krijgt van de verzekeringsmaatschappij voor het regelen van de schade, moet de krediet- gever akkoord gaan met dit voorstel. 20.5 Indien de schuldenaar geld krijgt van de verzekeringsmaatschappij, mag de kredietgever besluiten of dit geld gebruikt dient te worden om een deel van de lening terug te betalen, of dat dit geld gebruikt dient te worden om de schade te repareren. Indien er na de reparatie nog geld over is mag de kredietgever besluiten om dit geld te gebruiken om een deel van de lening terug te betalen of dat de schuldenaar het geld krijgt. 20.6 Indien de verzekeringsmaatschappij niet uitbe- taalt bij schade, is dat een zaak tussen de schul- denaar en de verzekeraar. De schuldenaar is 20.7 Xxxxxxx xxx xxxx, verbouw of sloop of andere werkzaamheden, voor zover niet reeds gedekt onder de opstalverzekering, dient het onderpand gedurende de periode van deze werkzaamheden op basis van Construction All Risks (CAR) te zijn verzekerd. 20.8 Verzekering moet plaatshebben bij een verzeke- raar ten genoegen van de kredietgever en onder door de kredietgever goedgekeurde bepalingen. Indien een verzekeraar om wat voor reden dan ook niet langer ten genoegen van de kredietgever is, zal de schuldenaar op eerste verzoek van de kredietgever de verzekeringen afsluiten bij een verzekeraar die wel acceptabel voor de kredietge- ver is. 20.9 De schuldenaar is verplicht het belang van de kre- dietgever bij de verzekering op duidelijke wijze ter kennis van de verzekeraar te brengen en te bevor- deren dat een desbetreffende aantekening op het bewijs van de verzekering wordt gesteld. 20.10 Wordt aan één één of meer van de hiervoor vermelde verplichtingen niet binnen een door de kredietge- ver gestelde termijn voldaan, dan is de kredietge- ver tot verzekering op kosten van de schuldenaar bevoegd. 20.11 In geval het onderpand bestaat uit een apparte- mentsrecht en degene die tot verzekering verplicht is, niet of niet volledig voor verzekering overeenkomstig hetgeen in artikel 20.1 omschreven zorg draagt, is de schuldenaar gehouden ten aanzien van het onderpand zodanige (aanvullende) verzekeringen te sluiten dat zijn belangen volgens de normen van artikel 20.1 zijn gedekt.artikel 20.12 Afschriften van bewijzen van verzekering moeten op verzoek van de kredietgever binnen de door de kredietgever gestelde termijn aan haar ter beschikking worden gesteld. Indien de kredietge- ver een dergelijk verzoek heeft gedaan, is de schuldenaar bij hernieuwing van de verzekering verplicht afschriften van de bewijzen van de 20.13 De premies van de in dit artikel bedoelde verzeke- ringen dienen vóór vóór of op de desbetreffende vervaldag te zijn voldaan, bij gebreke waarvan de kredietgever tot betaling voor rekening van de schuldenaar bevoegd is. De schuldenaar is, indien de kredietgever dit verlangt, verplicht de kwitan- ties aan de kredietgever over te leggen. 20.14 De schuldenaar is verplicht bij schade aan het onderpand de kredietgever hiervan zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen acht dagen in kennis te stellen. 20.15 De rechten van de schuldenaar onder de ten aanzien van het onderpand gesloten verzekering(en) zijn aan de kredietgever verpand. Indien op enig moment na ondertekening van de akte de schuldenaar een verzekering voor het onderpand afsluit die nog niet reeds was afgesloten op het moment van ondertekening van de akte, dan zal de schuldenaar steeds en te allen tijde medewerking verlenen aan het vestigen van een nieuw eersterangs pandrecht op de uit die verzekeringsovereenkomst voortvloeiende rechten van de schuldenaar. Indien geen eersterangs pandrecht kan worden gevestigd heeft het pandrecht een zo hoog mogelijke rang.

Verzekering van het onderpand. 20.1 1 De schuldenaar is verplicht en/of de hypotheekgever zal het onderpand bij een verzekeringsmaatschappij die op grond van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf in Nederland het schadeverzekeringsbedrijf mag uitoefenen, op zijn kosten en tot genoegen van de schuldeiser tegen brandschade, blikseminslag, ontploffing, vliegtuigschade en zodanige andere schaden als de schuldeiser zal verlangen, op basis van herbouwwaarde/vervangingswaarde verzekeren en gedurende de looptijd van de geldlening verzekerd houden. 2 Heeft de schuldenaar en/of de hypotheekgever naar het oordeel van de schuldeiser aan bovengenoemde verplichtingen dan wel aan de verplichting tot stipte betaling van de premies, omslagen en andere kosten niet ten volle voldaan, dan zal de schuldeiser bevoegd zijn ten name van de schuldenaar en/of de hypotheekgever of op eigen naam het onderpand te verzekeren, respectievelijk een gesloten verzekering over te sluiten of zijn hypothecair belang te verzekeren en verzekerd te houden tegen alle schaden ten gevolge van brandde premies, blikseminslag, storm, ontploffing, overstroming, uitstromend water, tegen alle schaden veroor- zaakt door luchtvaartuigen omslagen en die als bedoeld in artikel 7:951 van het Burgerlijk Wetboek en voorts tegen alle zodanige andere schaden en risico’s als de kredietgever nodig acht (daaronder begrepen de risico’s van terrorisme en milieu aansprakelijk- heid), en wel gebouwen, bouwwerken en installa- ties naar herbouwwaarde en overige goederen tot een door de kredietgever voldoende geacht bedrag. Indien van toepassing zal de schuldenaar voorts verzekerd zijn tegen huurderving voor een door de kredietgever bepaalde minimale duur. 20.2 Indien achteraf blijkt dat de verzekering niet vol- doende was, dan komt de schade kosten voor rekening van de schuldenaar. 20.3 De schuldenaar dient en/of de kredietgever onmiddel- lijk op de hoogte hypotheekgever te brengen zodra de schuldenaar bericht van de verzekeringsmaatschappij krijgt dat de verzekeringsmaatschappij de verzekering vermindert of stopt. 20.4 Indien de schuldenaar schade heeft en een voorstel krijgt van de verzekeringsmaatschappij voor het regelen van de schade, moet de krediet- gever akkoord gaan met dit voorstel. 20.5 Indien de schuldenaar geld krijgt van de verzekeringsmaatschappij, mag de kredietgever besluiten of dit geld gebruikt dient te worden om een deel van de lening terug te betalen, of dat dit geld gebruikt dient te worden om de schade te repareren. Indien er na de reparatie nog geld over is mag de kredietgever besluiten om dit geld te gebruiken om een deel van de lening terug te betalen of dat de schuldenaar het geld krijgt. 20.6 Indien de verzekeringsmaatschappij niet uitbe- taalt bij schade, is dat een zaak tussen de schul- denaar en de verzekeraarvoldoen. De schuldenaar isen/of de hypotheekgever is verplicht op eerste vordering van de schuldeiser de op grond van het voorgaande betaalde premies, omslagen en andere kosten te voldoen. De vordering die de schuldeiser daardoor verkrijgt op de schuldenaar en/of de hypotheekgever valt onder de dekking van de bij of krachtens de akte verleende zekerheden. 20.7 Xxxxxxx xxx xxxx3 De schuldenaar en/of de hypotheekgever zal de polis of de polissen van verzekering die hij ingevolge lid 1 van dit artikel gehouden is te sluiten en gesloten te houden, verbouw of sloop of andere werkzaamhedenalsmede de premiekwitanties binnen veertien (14) dagen na een daartoe strekkend verzoek aan de schuldeiser ter hand stellen. 4 De verzekeringspenningen die de schuldeiser op grond van het bepaalde in artikel 14 lid 2 onder zich heeft zullen naarmate de (her-)bouw vordert worden uitbetaald. Het bepaalde in artikel 4 is van overeenkomstige toepassing. De schuldeiser behoudt te allen tijde het recht van hypotheek op de ondergrond en het verder verbondene, voor zover niet reeds gedekt onder tenietgegaan. Voor zover de opstalverzekeringschaderegeling met assuradeuren en het aanwijzen van een deskundige om de schade bindend te begroten niet door de schuldeiser zelf geschieden, dient het onderpand gedurende zijn deze onderworpen aan de periode voorafgaande schriftelijke goedkeuring van deze werkzaamheden op basis van Construction All Risks (CAR) te zijn verzekerdde schuldeiser. 20.8 Verzekering moet plaatshebben bij een verzeke- raar 5 Hetgeen hiervoor is bepaald ten genoegen van de kredietgever en onder door de kredietgever goedgekeurde bepalingen. Indien een verzekeraar om wat voor reden dan ook niet langer ten genoegen van de kredietgever is, zal de schuldenaar op eerste verzoek van de kredietgever de verzekeringen afsluiten bij een verzekeraar die wel acceptabel voor de kredietge- ver is. 20.9 De schuldenaar is verplicht het belang van de kre- dietgever bij de verzekering op duidelijke wijze ter kennis van de verzekeraar te brengen en te bevor- deren dat een desbetreffende aantekening op het bewijs aanzien van de verzekering wordt gesteld. 20.10 Wordt aan één of meer van de hiervoor vermelde verplichtingen niet binnen een door de kredietge- ver gestelde termijn voldaanhet onderpand, dan is de kredietge- ver tot verzekering op kosten van de schuldenaar bevoegd. 20.11 In geval zal, indien het onderpand bestaat uit een apparte- mentsrecht en degene die tot verzekering verplicht isappartementsrecht, niet van toepassing zijn, indien en voor zover de naleving daarvan in strijd is met of niet volledig voor verzekering overeenkomstig hetgeen in artikel 20.1 omschreven zorg draagt, onmogelijk is door dwingende wetsbepalingen of bepalingen van het op het appartementsrecht betrekking hebbend reglement. In een dergelijk geval dient de schuldenaar gehouden ten aanzien en/of de hypotheekgever erop toe te zien dat de desbetreffende bepalingen) door de vereniging van het onderpand zodanige (aanvullende) verzekeringen te sluiten dat zijn eigenaars zullen worden nageleefd en de belangen volgens de normen van artikel 20.1 zijn gedekt. 20.12 Afschriften van bewijzen van verzekering moeten op verzoek van de kredietgever binnen de door de kredietgever gestelde termijn aan haar ter beschikking schuldeiser niet zullen worden gesteld. Indien de kredietge- ver een dergelijk verzoek heeft gedaan, is de schuldenaar bij hernieuwing van de verzekering verplicht afschriften van de bewijzen van de 20.13 De premies van de in dit artikel bedoelde verzeke- ringen dienen vóór of op de desbetreffende vervaldag te zijn voldaan, bij gebreke waarvan de kredietgever tot betaling voor rekening van de schuldenaar bevoegd is. De schuldenaar is, indien de kredietgever dit verlangt, verplicht de kwitan- ties aan de kredietgever over te leggengeschaad. 20.14 De schuldenaar is verplicht bij schade aan het onderpand de kredietgever hiervan zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen acht dagen in kennis te stellen. 20.15 De rechten van de schuldenaar onder de ten aanzien van het onderpand gesloten verzekering(en) zijn aan de kredietgever verpand. Indien op enig moment na ondertekening van de akte de schuldenaar een verzekering voor het onderpand afsluit die nog niet reeds was afgesloten op het moment van ondertekening van de akte, dan zal de schuldenaar steeds en te allen tijde medewerking verlenen aan het vestigen van een nieuw eersterangs pandrecht op de uit die verzekeringsovereenkomst voortvloeiende rechten van de schuldenaar. Indien geen eersterangs pandrecht kan worden gevestigd heeft het pandrecht een zo hoog mogelijke rang.

Verzekering van het onderpand. 20.1 De schuldenaar Schuldenaar is verplicht het onderpand Onderpand op zijn kosten kosten x. xx Xxxxxxxxxxxxxxx de hoogst gerangschikte pandhouder van de desbetreffende rechten is en in geval van beslag op zodanig recht de Geldverstrekker het recht heefl om haar toestemming met terugwerkende kracht in te trekken. Bij gebruikmaking van dat recht is de Geldverstrekker niet gehouden tot ongedaanmaking van de reeds door haar ontvangen prestaties onverminderd het recht tot ontvangst van de prestaties die de Huurder aan de Schuldenaar verschuldigd wordt; en b. de Huurinkomsten tenminste even hoog zijn als voor de wijzigingen van Huurovereenkomsten; en c. de juridische en economische positie van de Geldverstrekker tenminste gelijk gebleven is naar het oordeel van de Geldverstrekker. 20.2 te verzekeren en verzekerd te houden tegen alle schaden ten gevolge van brand, blikseminslag, storm, ontploffing, overstroming, uitstromend water, tegen alle schaden veroor- zaakt veroorzaakt door luchtvaartuigen en die als bedoeld in artikel 7:951 van het Burgerlijk Wetboek en voorts tegen alle zodanige andere schaden en risico’s als de kredietgever Geldverstrekker nodig acht (daaronder begrepen de risico’s van terrorisme en milieu aansprakelijk- heidaansprakelijkheid), en wel gebouwen, bouwwerken en installa- ties installaties naar herbouwwaarde en overige goederen tot een door de kredietgever Geldverstrekker voldoende geacht bedrag. Indien van toepassing zal de schuldenaar Schuldenaar voorts verzekerd zijn tegen huurderving voor een door de kredietgever Geldverstrekker bepaalde minimale duur. 20.2 Indien achteraf blijkt dat de verzekering niet vol- doende was, dan komt de schade voor rekening van de schuldenaar. 20.3 De schuldenaar dient de kredietgever onmiddel- lijk op de hoogte te brengen zodra de schuldenaar bericht van de verzekeringsmaatschappij krijgt dat de verzekeringsmaatschappij de verzekering vermindert of stopt. 20.4 Indien de schuldenaar schade heeft en een voorstel krijgt van de verzekeringsmaatschappij voor het regelen van de schade, moet de krediet- gever akkoord gaan met dit voorstel. 20.5 Indien de schuldenaar geld krijgt van de verzekeringsmaatschappij, mag de kredietgever besluiten of dit geld gebruikt dient te worden om een deel van de lening terug te betalen, of dat dit geld gebruikt dient te worden om de schade te repareren. Indien er na de reparatie nog geld over is mag de kredietgever besluiten om dit geld te gebruiken om een deel van de lening terug te betalen of dat de schuldenaar het geld krijgt. 20.6 Indien de verzekeringsmaatschappij niet uitbe- taalt bij schade, is dat een zaak tussen de schul- denaar en de verzekeraar. De schuldenaar is 20.7 Xxxxxxx xxx xxxx, verbouw of sloop of andere werkzaamheden, voor zover niet reeds gedekt onder de opstalverzekering, werkzaamheden dient het onderpand Onderpand gedurende de periode van deze werkzaamheden op basis van Construction All Risks (CAR) te zijn verzekerd. 20.8 Verzekering moet plaatshebben bij een verzeke- raar ten genoegen van de kredietgever en onder door de kredietgever goedgekeurde bepalingen. Indien een verzekeraar om wat voor reden dan ook niet langer ten genoegen van de kredietgever is, zal de schuldenaar op eerste verzoek van de kredietgever de verzekeringen afsluiten bij een verzekeraar die wel acceptabel voor de kredietge- ver is. 20.9 De schuldenaar is verplicht het belang van de kre- dietgever bij de verzekering op duidelijke wijze ter kennis van de verzekeraar te brengen en te bevor- deren dat een desbetreffende aantekening op het bewijs van de verzekering wordt gesteld. 20.10 Wordt aan één of meer van de hiervoor vermelde verplichtingen niet binnen een door de kredietge- ver gestelde termijn voldaan, dan is de kredietge- ver tot verzekering op kosten van de schuldenaar bevoegd. 20.11 In geval het onderpand bestaat uit een apparte- mentsrecht en degene die tot verzekering verplicht is, niet of niet volledig voor verzekering overeenkomstig hetgeen in artikel 20.1 omschreven zorg draagt, is de schuldenaar gehouden ten aanzien van het onderpand zodanige (aanvullende) verzekeringen te sluiten dat zijn belangen volgens de normen van artikel 20.1 zijn gedekt. 20.12 Afschriften van bewijzen van verzekering moeten op verzoek van de kredietgever binnen de door de kredietgever gestelde termijn aan haar ter beschikking worden gesteld. Indien de kredietge- ver een dergelijk verzoek heeft gedaan, is de schuldenaar bij hernieuwing van de verzekering verplicht afschriften van de bewijzen van de 20.13 De premies van 19.7 In het geval de in dit artikel bedoelde verzeke- ringen dienen vóór of op de desbetreffende vervaldag te zijn voldaan, bij gebreke waarvan de kredietgever tot betaling Xxxxxx is aangegaan voor rekening van de schuldenaar bevoegd is. De schuldenaar is, indien de kredietgever dit verlangt, verplicht de kwitan- ties aan de kredietgever over te leggen. 20.14 De schuldenaar is verplicht bij schade aan het onderpand de kredietgever hiervan zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen acht dagen in kennis te stellen. 20.15 De rechten van de schuldenaar onder de ten aanzien van het onderpand gesloten verzekering(en) zijn aan de kredietgever verpand. Indien op enig moment na ondertekening van de akte de schuldenaar een verzekering voor het onderpand afsluit die nog niet reeds was afgesloten op het moment van ondertekening oplevering van het Onderpand, is Schuldenaar verplicht het Onderpand binnen drie maanden te verhuren op commerciële basis waarbij de akteHuurpenningen tenminste zoveel bedragen als Schuldenaar als te verwachten huur heefl aangegeven tijdens het kredietacceptatieproces. In het geval de Geldverstrekker toestemming geefl voor de verbouwing van het Onderpand, dan zal de schuldenaar steeds en te allen tijde medewerking verlenen aan het vestigen van een nieuw eersterangs pandrecht op de uit die verzekeringsovereenkomst voortvloeiende rechten van de schuldenaar. Indien geen eersterangs pandrecht kan worden gevestigd heeft het pandrecht een zo hoog mogelijke rang.is Schuldenaar verplicht

Verzekering van het onderpand. 20.1 1. De schuldenaar en/of de hypotheekgever zal het onderpand bij een verzekeringsmaatschappij die op grond van de Wet op het financieel toezicht in Neder- land het schadeverzekeringsbedrijf mag uitoefenen, op zijn kosten en tot genoegen van de schuldeiser tegen brandschade, blikseminslag, ontploffing, vliegtuigscha- de en zodanige andere schaden als de schuldeiser zal verlangen, op basis van herbouwwaarde verzekeren en gedurende de looptijd van de geldlening verze- kerd houden. Indien de vervangingswaarde van het onderpand hoger is verplicht dan de herbouwwaarde, dient het onderpand op zijn kosten de wijze als hiervoor bedoeld te verzekeren en worden verzekerd te houden tegen alle schaden op basis van die (hogere) vervangingswaarde. 2. Heeft de schuldenaar en/of de hypotheekgever naar het oordeel van de schuldeiser aan bovengenoemde verplichtingen niet ten gevolge van brandvolle voldaan, blikseminslag, storm, ontploffing, overstroming, uitstromend water, tegen alle schaden veroor- zaakt door luchtvaartuigen en die als bedoeld in artikel 7:951 van het Burgerlijk Wetboek en voorts tegen alle zodanige andere schaden en risico’s als de kredietgever nodig acht (daaronder begrepen de risico’s van terrorisme en milieu aansprakelijk- heid), en wel gebouwen, bouwwerken en installa- ties naar herbouwwaarde en overige goederen tot een door de kredietgever voldoende geacht bedrag. Indien van toepassing dan zal de schuldenaar voorts verzekerd zijn tegen huurderving voor een door de kredietgever bepaalde minimale duur. 20.2 Indien achteraf blijkt dat de verzekering niet vol- doende wasschuld- eiser bevoegd zijn, dan komt de schade voor rekening van de schuldenaar. 20.3 De schuldenaar dient en/of de kredietgever onmiddel- lijk hypotheekgever, ten name van de schulde- naar en/of de hypotheekgever of op eigen naam, het onderpand te verzekeren, respectievelijk een gesloten verzekering over te sluiten of zijn hypothecair belang te verzekeren en de hoogte te brengen zodra premies, omslagen en andere kosten voor rekening van de schuldenaar bericht van en/of de verzekeringsmaatschappij krijgt dat de verzekeringsmaatschappij de verzekering vermindert of stopt. 20.4 Indien de schuldenaar schade heeft en een voorstel krijgt van de verzekeringsmaatschappij voor het regelen van de schade, moet de krediet- gever akkoord gaan met dit voorstel. 20.5 Indien de schuldenaar geld krijgt van de verzekeringsmaatschappij, mag de kredietgever besluiten of dit geld gebruikt dient hypotheekgever te worden om een deel van de lening terug te betalen, of dat dit geld gebruikt dient te worden om de schade te repareren. Indien er na de reparatie nog geld over is mag de kredietgever besluiten om dit geld te gebruiken om een deel van de lening terug te betalen of dat de schuldenaar het geld krijgt. 20.6 Indien de verzekeringsmaatschappij niet uitbe- taalt bij schade, is dat een zaak tussen de schul- denaar en de verzekeraarvoldoen. De schuldenaar isen/of de hypotheekgever is verplicht op eerste vordering van de schuldeiser de op grond van het voorgaande betaalde premies, omslagen en andere kosten te voldoen. De vordering die de schuldeiser daardoor verkrijgt op de schuldenaar en/of de hypotheekgever valt onder de dekking van de bij of krachtens de hypotheekakte verleende zekerheden. 20.7 Xxxxxxx xxx xxxx3. De schuldenaar en/of de hypotheekgever zal de polis of de polissen van verzekering die hij ingevolge lid 1 van dit artikel gehouden is te sluiten en gesloten te houden, verbouw of sloop of andere werkzaamhedenalsmede de premiekwitanties binnen veertien (14) dagen na een daartoe strekkend verzoek aan de schuldeiser ter hand stellen. 4. De verzekeringspenningen die de schuldeiser op grond van het bepaalde in artikel 15 lid 2 onder zich heeft zullen naarmate de (her )bouw vordert worden uitbetaald. Het bepaalde in artikel 13 is van overeen- komstige toepassing. De schuldeiser behoudt te allen tijde het recht van hy- potheek op de ondergrond en het verder verbondene, voor zover niet reeds gedekt onder teniet gegaan. Voor zover de opstalverzekeringschaderegeling met assuradeuren en het aanwijzen van een deskundige om de schade bindend te begroten niet door de schuldeiser zelf ge- schieden, dient het onderpand gedurende zijn deze onderworpen aan de periode voorafgaande schriftelijke goedkeuring van deze werkzaamheden op basis van Construction All Risks (CAR) te zijn verzekerdde schuldeiser. 20.8 Verzekering moet plaatshebben bij een verzeke- raar 5. Hetgeen hiervoor is bepaald ten genoegen aanzien van de kredietgever en onder door de kredietgever goedgekeurde bepalingen. Indien een verzekeraar om wat voor reden dan ook niet langer ten genoegen verze- kering van de kredietgever ishet onderpand, zal de schuldenaar op eerste verzoek van de kredietgever de verzekeringen afsluiten bij een verzekeraar die wel acceptabel voor de kredietge- ver is. 20.9 De schuldenaar is verplicht het belang van de kre- dietgever bij de verzekering op duidelijke wijze ter kennis van de verzekeraar te brengen en te bevor- deren dat een desbetreffende aantekening op het bewijs van de verzekering wordt gesteld. 20.10 Wordt aan één of meer van de hiervoor vermelde verplichtingen niet binnen een door de kredietge- ver gestelde termijn voldaanzal, dan is de kredietge- ver tot verzekering op kosten van de schuldenaar bevoegd. 20.11 In geval indien het onderpand bestaat uit een apparte- mentsrecht en degene die tot verzekering verplicht isappartementsrecht, niet van toepas- sing zijn, indien en voor zover de naleving daarvan in strijd is met of niet volledig voor verzekering overeenkomstig hetgeen in artikel 20.1 omschreven zorg draagt, onmogelijk is door dwingende wetsbe- palingen of bepalingen van het op het appartements- recht betrekking hebbend reglement. In een dergelijk geval dient de schuldenaar gehouden ten aanzien en/of de hypotheekgever erop toe te zien dat de desbetref- fende bepaling(en) door de vereniging van het onderpand zodanige (aanvullende) verzekeringen te sluiten dat zijn eigenaars zullen worden nageleefd en de belangen volgens van de normen van artikel 20.1 zijn gedektschuldeiser niet zullen worden geschaad. 20.12 Afschriften van bewijzen van verzekering moeten op verzoek van de kredietgever binnen de door de kredietgever gestelde termijn aan haar ter beschikking worden gesteld6. Indien de kredietge- ver een dergelijk verzoek heeft gedaan, is de schuldenaar bij hernieuwing van de verzekering verplicht afschriften van de bewijzen van de 20.13 De premies van de Onverminderd het bepaalde in dit artikel bedoelde verzeke- ringen dienen vóór zijn de schul- denaar en/of op de desbetreffende vervaldag te zijn voldaan, bij gebreke waarvan hypotheekgever jegens de kredietgever tot betaling schuldeiser aansprakelijk voor rekening de gevolgen van de schuldenaar bevoegd is. De schuldenaar is, indien de kredietgever dit verlangt, verplicht de kwitan- ties aan de kredietgever over te leggeneventuele onder- verzekering. 20.14 De schuldenaar is verplicht bij schade aan het onderpand de kredietgever hiervan zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen acht dagen in kennis te stellen. 20.15 De rechten van de schuldenaar onder de ten aanzien van het onderpand gesloten verzekering(en) zijn aan de kredietgever verpand. Indien op enig moment na ondertekening van de akte de schuldenaar een verzekering voor het onderpand afsluit die nog niet reeds was afgesloten op het moment van ondertekening van de akte, dan zal de schuldenaar steeds en te allen tijde medewerking verlenen aan het vestigen van een nieuw eersterangs pandrecht op de uit die verzekeringsovereenkomst voortvloeiende rechten van de schuldenaar. Indien geen eersterangs pandrecht kan worden gevestigd heeft het pandrecht een zo hoog mogelijke rang.

Verzekering van het onderpand. 20.1 1 De schuldenaar en/of de hypotheekgever zal het onderpand bij een verzekeringsmaatschappij die op grond van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf in Nederland het schadeverzekeringsbedrijf mag 23 uitoefenen, op zijn kosten en tot genoegen van de schuldeiser tegen brandschade, blikseminslag, Algemene Voorwaarden Woninghypotheken ontploffing, vliegtuigschade en zodanige andere schaden als de schuldeiser zal verlangen, op basis van herbouwwaarde verzekeren en gedurende de looptijd van de geldlening verzekerd houden; indien de vervangingswaarde van het onderpand hoger is verplicht dan de herbouwwaarde, dient het onderpand op zijn kosten de wijze als hiervoor bedoeld te verzekeren en worden verzekerd te houden tegen alle schaden op basis van die (hogere) vervangingswaarde. 2 Heeft de schuldenaar en/of de hypotheekgever naar het oordeel van de schuldeiser aan bovengenoemde verplichtingen niet ten gevolge van brandvolle voldaan, blikseminslag, storm, ontploffing, overstroming, uitstromend water, tegen alle schaden veroor- zaakt door luchtvaartuigen en die als bedoeld in artikel 7:951 van het Burgerlijk Wetboek en voorts tegen alle zodanige andere schaden en risico’s als de kredietgever nodig acht (daaronder begrepen de risico’s van terrorisme en milieu aansprakelijk- heid), en wel gebouwen, bouwwerken en installa- ties naar herbouwwaarde en overige goederen tot een door de kredietgever voldoende geacht bedrag. Indien van toepassing dan zal de schuldenaar voorts verzekerd zijn tegen huurderving voor een door de kredietgever bepaalde minimale duur. 20.2 Indien achteraf blijkt dat de verzekering niet vol- doende wasschuldeiser bevoegd zijn, dan komt de schade voor rekening van de schuldenaar. 20.3 De schuldenaar dient en/of de kredietgever onmiddel- lijk op de hoogte te brengen zodra hypotheekgever, ten name van de schuldenaar bericht en/of de hypotheekgever of op eigen naam, het onderpand te verzekeren, respectievelijk een gesloten verzekering over te sluiten of zijn hypothecair belang te verzekeren en de premies, omslagen en andere kosten voor rekening van de verzekeringsmaatschappij krijgt dat schuldenaar en/of de verzekeringsmaatschappij de verzekering vermindert of stopt. 20.4 Indien de schuldenaar schade heeft en een voorstel krijgt van de verzekeringsmaatschappij voor het regelen van de schade, moet de krediet- gever akkoord gaan met dit voorstel. 20.5 Indien de schuldenaar geld krijgt van de verzekeringsmaatschappij, mag de kredietgever besluiten of dit geld gebruikt dient hypotheekgever te worden om een deel van de lening terug te betalen, of dat dit geld gebruikt dient te worden om de schade te repareren. Indien er na de reparatie nog geld over is mag de kredietgever besluiten om dit geld te gebruiken om een deel van de lening terug te betalen of dat de schuldenaar het geld krijgt. 20.6 Indien de verzekeringsmaatschappij niet uitbe- taalt bij schade, is dat een zaak tussen de schul- denaar en de verzekeraarvoldoen. De schuldenaar isen/of de hypotheekgever is verplicht op eerste vordering van de schuldeiser de op grond van het voorgaande betaalde premies, omslagen en andere kosten te voldoen. De vordering die de schuldeiser daardoor verkrijgt op de schuldenaar en/of de hypotheekgever valt onder de dekking van de bij of krachtens de akte verleende zekerheden. 20.7 Xxxxxxx xxx xxxx3 De schuldenaar en/of de hypotheekgever zal de polis of de polissen van verzekering die hij ingevolge lid 1 van dit artikel gehouden is te sluiten en gesloten te houden, verbouw of sloop of andere werkzaamhedenalsmede de premiekwitanties binnen veertien (14) dagen na een daartoe strekkend verzoek aan de schuldeiser ter hand stellen. 4 De verzekeringspenningen die de schuldeiser op grond van het bepaalde in artikel 15 lid 2 onder zich heeft zullen naarmate de (her-)bouw vordert worden uitbetaald. Het bepaalde in artikel 13 is van overeenkomstige toepassing. De schuldeiser behoudt te allen tijde het recht van hypotheek op de ondergrond en het verder verbondene, voor zover niet reeds gedekt onder teniet gegaan. Voor zover de opstalverzekeringschaderegeling met assuradeuren en het aanwijzen van een deskundige om de schade bindend te begroten niet door de schuldeiser zelf geschieden, dient het onderpand gedurende zijn deze onderworpen aan de periode voorafgaande schriftelijke goedkeuring van deze werkzaamheden op basis van Construction All Risks (CAR) te zijn verzekerdde schuldeiser. 20.8 Verzekering moet plaatshebben bij een verzeke- raar 5 Hetgeen hiervoor is bepaald ten genoegen van de kredietgever en onder door de kredietgever goedgekeurde bepalingen. Indien een verzekeraar om wat voor reden dan ook niet langer ten genoegen van de kredietgever is, zal de schuldenaar op eerste verzoek van de kredietgever de verzekeringen afsluiten bij een verzekeraar die wel acceptabel voor de kredietge- ver is. 20.9 De schuldenaar is verplicht het belang van de kre- dietgever bij de verzekering op duidelijke wijze ter kennis van de verzekeraar te brengen en te bevor- deren dat een desbetreffende aantekening op het bewijs aanzien van de verzekering wordt gesteld. 20.10 Wordt aan één of meer van de hiervoor vermelde verplichtingen niet binnen een door de kredietge- ver gestelde termijn voldaanhet onderpand, dan is de kredietge- ver tot verzekering op kosten van de schuldenaar bevoegd. 20.11 In geval zal, indien het onderpand bestaat uit een apparte- mentsrecht en degene die tot verzekering verplicht isappartementsrecht, niet van toepassing zijn, indien en voor zover de naleving daarvan in strijd is met of niet volledig voor verzekering overeenkomstig hetgeen in artikel 20.1 omschreven zorg draagt, onmogelijk is door dwingende wetsbepalingen of bepalingen van het op het appartementsrecht betrekking hebbend reglement. In een dergelijk geval dient de schuldenaar gehouden ten aanzien en/of de hypotheekgever erop toe te zien dat de desbetreffende bepaling(en) door de vereniging van het onderpand zodanige (aanvullende) verzekeringen te sluiten dat zijn eigenaars zullen worden nageleefd en de belangen volgens de normen van artikel 20.1 zijn gedekt. 20.12 Afschriften van bewijzen van verzekering moeten op verzoek van de kredietgever binnen de door de kredietgever gestelde termijn aan haar ter beschikking schuldeiser niet zullen worden gesteld. Indien de kredietge- ver een dergelijk verzoek heeft gedaan, is de schuldenaar bij hernieuwing van de verzekering verplicht afschriften van de bewijzen van de 20.13 De premies van de in dit artikel bedoelde verzeke- ringen dienen vóór of op de desbetreffende vervaldag te zijn voldaan, bij gebreke waarvan de kredietgever tot betaling voor rekening van de schuldenaar bevoegd is. De schuldenaar is, indien de kredietgever dit verlangt, verplicht de kwitan- ties aan de kredietgever over te leggengeschaad. 20.14 De schuldenaar is verplicht bij schade aan het onderpand de kredietgever hiervan zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen acht dagen in kennis te stellen. 20.15 De rechten van de schuldenaar onder de ten aanzien van het onderpand gesloten verzekering(en) zijn aan de kredietgever verpand. Indien op enig moment na ondertekening van de akte de schuldenaar een verzekering voor het onderpand afsluit die nog niet reeds was afgesloten op het moment van ondertekening van de akte, dan zal de schuldenaar steeds en te allen tijde medewerking verlenen aan het vestigen van een nieuw eersterangs pandrecht op de uit die verzekeringsovereenkomst voortvloeiende rechten van de schuldenaar. Indien geen eersterangs pandrecht kan worden gevestigd heeft het pandrecht een zo hoog mogelijke rang.