Common use of Voorkeursrecht Clause in Contracts

Voorkeursrecht. 3.4.1 Als aandelen worden uitgegeven, heeft iedere aandeelhouder een voorkeursrecht naar evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van zijn aandelen, onverminderd artikel 3.4.2 en artikel 2:206a lid 1 tweede zin BW. Als een aandeelhouder niet of niet volledig gebruikmaakt van het voorkeursrecht, hebben de overige aandeelhouders op de vrijvallende aandelen een evenredig voorkeursrecht als bedoeld in de vorige zin. Als deze aandeelhouders samen ook niet of niet volledig gebruikmaken van het voorkeursrecht, dan mag de Algemene Vergadering voor de dan vrijvallende aandelen bepalen aan wie die aandelen - eventueel tegen minder gunstige voorwaarden - worden uitgegeven. 3.4.2 De Algemene Vergadering kan per uitgifte het voorkeursrecht beperken of uitsluiten. 3.4.3 Het voorkeursrecht kan niet afzonderlijk worden vervreemd. 3.4.4 Als een voorkeursrecht bestaat, stelt de Algemene Vergadering bij het besluit tot uitgifte vast hoe en tijdens welke periode het voorkeursrecht kan worden uitgeoefend. Deze periode duurt ten minste vier weken vanaf de dag dat de mededeling als bedoeld in artikel 3.4.5 wordt verzonden. 3.4.5 De Vennootschap deelt aan alle aandeelhouders mee dat er een uitgifte met voorkeursrecht zal plaatsvinden en tijdens welke periode dat voorkeursrecht kan worden uitgeoefend. 3.4.6 Dit artikel is van overeenkomstige toepassing als rechten tot het nemen van aandelen worden verleend. Aandeelhouders hebben geen voorkeursrecht als aandelen worden uitgegeven aan iemand die een recht tot het nemen van aandelen uitoefent.

Voorkeursrecht. 3.4.1 Als aandelen Aandelen worden uitgegeven, heeft iedere aandeelhouder Aandeelhouder een voorkeursrecht naar evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van zijn aandelenAandelen. Dit voorkeursrecht is niet van toepassing op: (a) Aandelen die worden uitgegeven aan werknemers van de Vennootschap of van een Groepsmaatschappij; (b) Aandelen die worden uitgegeven tegen inbreng anders dan in geld; en (c) Aandelen die worden uitgegeven aan iemand die een voordien verkregen recht tot het nemen van Aandelen uitoefent. 3.4.2 Als en voor zover het Bestuur daartoe door de Algemene Vergadering is aangewezen, onverminderd artikel 3.4.2 en artikel 2:206a lid 1 tweede zin BW. Als een aandeelhouder niet besluit het Bestuur tot beperking of niet volledig gebruikmaakt uitsluiting van het voorkeursrechtvoorkeursrecht op uit te geven Aandelen met inachtneming van de wettelijke bepalingen. Tenzij bij de aanwijzing anders is bepaald, hebben kan zij niet worden ingetrokken. In dat geval kan de overige aandeelhouders Algemene Vergadering tot intrekking van de aanwijzing besluiten op de vrijvallende aandelen een evenredig voorkeursrecht voorstel van het Bestuur. 3.4.3 Als en voor zover het Bestuur niet is aangewezen als bedoeld in de vorige zin. Als deze aandeelhouders samen ook niet of niet volledig gebruikmaken van het voorkeursrechtartikel 3.4.2, dan mag besluit de Algemene Vergadering voor de dan vrijvallende aandelen bepalen aan wie die aandelen - eventueel tegen minder gunstige voorwaarden - worden uitgegeven. 3.4.2 De Algemene Vergadering kan per uitgifte het voorkeursrecht beperken tot beperking of uitsluiten. 3.4.3 Het voorkeursrecht kan niet afzonderlijk worden vervreemduitsluiting van voorkeursrechten. 3.4.4 Als minder dan een voorkeursrecht bestaat, stelt helft van het geplaatste kapitaal bij de Algemene Vergadering bij het is vertegenwoordigd, vereist een besluit van de Algemene Vergadering tot beperking of uitsluiting voorkeursrechten en een besluit tot uitgifte vast hoe en tijdens welke periode het voorkeursrecht kan worden uitgeoefend. Deze periode duurt ten minste vier weken vanaf de dag dat de mededeling aanwijzen van het Bestuur als bedoeld in artikel 3.4.5 wordt verzonden3.4.2, een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen. 3.4.5 De Vennootschap deelt aan alle aandeelhouders mee Met inachtneming van het bepaalde in artikel 2:96a BW, stelt het orgaan dat er tot uitgifte van Aandelen besluit, bij het nemen van een besluit tot uitgifte van Aandelen, met voorkeursrecht zal plaatsvinden inachtneming van de wettelijke bepalingen, vast op welke wijze en tijdens welke periode dat voorkeursrecht kan in welk tijdvak de voorkeursrechten kunnen worden uitgeoefend. 3.4.6 Dit artikel 3.4 is van overeenkomstige toepassing als op het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen worden verleend. Aandeelhouders hebben geen voorkeursrecht als aandelen worden uitgegeven aan iemand die een recht tot het nemen van aandelen uitoefentXxxxxxxx.

Voorkeursrecht. 3.4.1 Als aandelen worden uitgegeven, Bij uitgifte van Aandelen heeft iedere aandeelhouder Aandeelhouder een voorkeursrecht naar evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van zijn aandelen, onverminderd artikel Aandelen. Dit voorkeursrecht is niet van toepassing op: (a) Aandelen die worden uitgegeven aan werknemers van de Vennootschap of een Groepsmaatschappij; (b) Aandelen die worden uitgegeven tegen inbreng anders dan in geld; en (c) Aandelen uitgegeven aan een persoon die zijn eerder verkregen recht tot het nemen van Xxxxxxxx uitoefent. 3.4.2 en artikel 2:206a lid 1 tweede zin BW. Als een aandeelhouder niet Het Bestuur heeft de bevoegdheid te besluiten tot beperking of niet volledig gebruikmaakt uitsluiting van het voorkeursrecht, hebben de overige aandeelhouders op de vrijvallende aandelen een evenredig voorkeursrecht als bedoeld in de vorige zin. Als deze aandeelhouders samen ook niet of niet volledig gebruikmaken van indien en voor zover het voorkeursrecht, dan mag Bestuur daartoe door de Algemene Vergadering voor een bepaalde duur is aangewezen, met inachtneming van de dan vrijvallende aandelen bepalen aan wie die aandelen - eventueel tegen minder gunstige voorwaarden - daarvoor geldende wettelijke voorschriften. De aanwijzing kan telkens voor bepaalde opvolgende perioden worden uitgegeven. 3.4.2 De Algemene Vergadering verlengd, met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke voorschriften. Tenzij bij de aanwijzing anders is bepaald, kan per uitgifte het voorkeursrecht beperken of uitsluitenzij niet worden ingetrokken. 3.4.3 Het Indien en voor zover het Bestuur niet de bevoegdheid heeft als bedoeld in artikel 3.4.2, kan het voorkeursrecht kan niet afzonderlijk worden vervreemdbeperkt of uitgesloten bij besluit van de Algemene Vergadering genomen op voorstel van het Bestuur. Voor een besluit van de Algemene Vergadering tot het beperken of uitsluiten van voorkeursrechten en voor een besluit tot het aanwijzen van het Bestuur als bedoeld in artikel 3.4.2 is een tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen vereist indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal in de Algemene Vergadering is vertegenwoordigd. 3.4.4 Als een voorkeursrecht bestaatOnverminderd het bepaalde in artikel 2:96a BW, stelt het orgaan van de Algemene Vergadering bij Vennootschap dat het besluit tot uitgifte neemt, bij het nemen van een besluit tot uitgifte van Aandelen vast hoe op welke wijze en tijdens welke periode het voorkeursrecht kan worden uitgeoefend. Deze periode duurt ten minste vier weken vanaf de dag dat de mededeling als bedoeld in artikel 3.4.5 wordt verzonden. 3.4.5 De Vennootschap deelt aan alle aandeelhouders mee dat er een uitgifte met voorkeursrecht zal plaatsvinden en tijdens welke periode dat voorkeursrecht kan welk tijdvak deze voorkeursrechten kunnen worden uitgeoefend. 3.4.6 3.4.5 Dit artikel is van overeenkomstige toepassing als op het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen worden verleend. Aandeelhouders hebben geen voorkeursrecht als aandelen worden uitgegeven aan iemand die een recht tot het nemen van aandelen uitoefentXxxxxxxx.