Wateroverlast Voorbeeldclausules

Wateroverlast. 17.1 Schade door het onvoorzien binnendringen van regen, sneeuw, hagel, smelt- of rioolwater. Onder deze dekking valt niet: 17.1.1 Schade door grond- en rioolwater met een andere oorzaak dan neerslag. 17.1.2 Schade door neerslag die binnenkomt door openstaande deuren en ramen. 17.1.3 Schade door vochtdoorlating van muren en vloeren. 17.1.4 Schade door constructiefouten of slecht onderhoud van de bedrijfsruimte.
Wateroverlast. Regelmatig worden bewoners van nieuwbouwwoningen geconfronteerd met wateroverlast in de tuin en soms nog vervelender, water in de berging. Bij hevige regenval kan wateroverlast ontstaan. Die overlast ontstaat in het algemeen vaak in gebieden met slecht waterdoorlatende grond en bij tuinen welke volledig zijn voorzien van bestrating. Om wateroverlast bij uw woning in ieder geval zoveel mogelijk tegen te gaan of zoveel mogelijk te beperken, zult u zelf afdoende maatregelen moeten nemen. Wij adviseren u dringend om bij de aanleg en inrichting van uw tuin, advies in te winnen bij een deskundige.
Wateroverlast. Schade door water dat uw woning in stroomt en dat komt uitsluitend door hevige plaatselijke regenval. Met hevige plaatselijke regenval bedoelen we: Er is minstens 40 millimeter regen in 24 uur of 53 millimeter in 48 uur of 67 millimeter in 72 uur gevallen op en/of nabij de plaats waar de schade is ontstaan.
Wateroverlast a. Schade door water dat uw woning in stroomt en dat komt uitsluitend door hevige plaatselijke regenval. Met hevige plaatselijke regenval bedoelen we: b. Er is minstens 40 millimeter regen in 24 uur of 53 millimeter in 48 uur of 67 millimeter in 72 uur gevallen op en/of nabij de plaats waar de schade is ontstaan. c. Schade door water dat onverwacht de woning binnenstroomt doordat het riool verstopt is. d. Schade door onvoorziene lekkage van: 1. de waterleiding 2. of het sanitair 3. of de sprinklerinstallatie 4. of de verwarmingsinstallatie 5. of de airconditioninginstallatie 6. of uit andere apparaten die altijd op de waterleiding zijn aangesloten. e. Het knappen van een waterleiding en/of een leiding van een daarop aangesloten toestel, als gevolg van vorst. f. Water dat onvoorzien is weggestroomd uit uw aquarium, waterbed of toestel dat is aangesloten op de waterleiding. We betalen ook voor de inhoud van het aquarium en vergoeden maximaal g. Ook waterschade die is ontstaan door een gebrek van uw inboedel zelf.
Wateroverlast. Naast voorzieningen als wadi’s, groenvoorzieningen en tuinen zijn zaksloten de inzijgmogelijk- heden voor de berging van hemelwater. Reclamant stelt dat voor vertraging van afvoer en een optimale inzijging de hoogteligging van de uitstroom van zaksloten medebepalend is en voor omwonenden van de Klumper van wezenlijk belang. In de meest oostelijk zaksloot is de hoogte voor uitstroom vastgesteld en volgens berekeningen zal dit niet tot overlast bij omwonenden mogen leiden. Reclamant deelt deze overtuiging niet. Door de te verwachten verschillen in maaihoogte tussen de aangrenzende erven en die van het plan is de kans op wateroverlast volgens de neerslagprognoses reëel. Voor het volgen van de effecten van neerslag en maatre- gelen welke hiervoor worden genomen heeft het plaatsen van peilbuizen extra informatie voor een goed beheer van voorzieningen in dit kader.
Wateroverlast. Reclamant vreest voor wateroverlast, het weer wordt extremer en leidt tot een overschot aan hemelwater. Hoosbuien met een neerslag van 60 mm of meer komt vaker voor, terwijl in de reactienota op de inspraakreacties is opgenomen dat in het plan De Esch piekbuien van 40 mm of meer geborgd kunnen worden. Verder is van belang dat het plangebied volgens reclamant beduidend hoger is gelegen en de toename van de verharding in het plangebied leidt tot meer wateroverlast bij zijn woning. Doordat er op de es wordt gebouwd, infiltreert het hemelwater niet in de bodem en komt daarmee versneld tot afvoer richting de woning van reclamant aan de Maatweg. Verder blijkt uit de rapportage van de projectonwikkelaar dat er niet waterbestendig wordt ge- bouwd. De projectontwikkelaar neemt niet voldoende maatregelen om de versnelde afvoer voor elke toename van verhard oppervlak te compenseren. Reclamant wenst een schriftelijke garantie dat er geen wateroverlast ontstaat door het plan De Esch.
Wateroverlast. Wateroverlast Rijnland Wateroverlast AGV
Wateroverlast. Wateroverlast in uw tuin of in de berging is helaas niet altijd te voorkomen. Om wateroverlast bij uw getransformeerde Stadsvilla tegen te gaan of zoveel mogelijk te beperken dient u zelf de juiste maatregelen te treffen. Wij adviseren u hierover, bij de aanleg en inrichting van uw xxxx, advies in te winnen bij een deskundige. Houdt bij het ontwerp en de aanleg van uw tuin in ieder geval rekening met: • zorg voor voldoende afschot van de bestrating vanaf de Stadsvilla naar het achterpad of en zorg voor voldoende infiltratie koffers in de binnentuin; • het wel of niet aanbrengen van waterdichte/doorlatende bestrating; • eventueel te nemen maatregelen in de grond; • vrijhouden van ‘stroken grond’ rondom de Stadsvilla; • (on)mogelijkheden met belasting van de grond door (zwaar) transport; • onderhoud aan eventueel aanwezige drainages e.d.; • neem hiervoor afdoende maatregelen. Xxx Xxxxxx is niet verantwoordelijk noch aansprakelijk voor de wijze waarop u (in eigen beheer) uw tuin aanlegt c.q. uw tuin laat aanleggen.
Wateroverlast a. Indien er sprake is van wateroverlast in het gebied van één der partijen of van beide partijen dan wordt het betreffende calamiteiten(bestrijding)plan in werking gesteld en wordt overeenkomstig dat plan gehandeld. Hierbij worden, zo nodig, de belangen afgewogen met de overige op ieders boezem afwaterende beheersgebieden. b. In geval van wateroverlast en/of om grotere wateroverlast op de boezem of polder van één der partijen te voorkomen, kan de ene partij de andere een verzoek doen om de waterafvoer te ver- minderen, dan wel meer water te mogen afvoeren naar het gebied van de andere partij. c. Partijen hebben een inspanningsverplichting om zoveel mogelijk aan dit verzoek te voldoen. d. Indien het peil op de boezem het in het Rijnlandse calamiteitenbestrijdingplan ‘Kwantiteit op- pervlaktewater’ genoemde maalpeil bereikt, kan Rijnland een maalstop instellen. e. AGV zal, indien er wateroverlast is of dreigt op de boezem van Rijnland, op verzoek, Rijnland informatie verschaffen omtrent de situatie in de polders van AGV en de status van de gemalen.

Related to Wateroverlast

  • Afval Een ieder die zich op de jachthaven/jachtwerf bevindt, is gehouden afvalstoffen gescheiden te deponeren in de daarvoor geëigende depots of inzamelpunten. Bijzondere afvalstoffen/stortmateriaal worden niet door de jachthaven/jachtwerf ingenomen. Ter verwijdering van de stoffen genoemd in artikel 3, onder 3 dient men de aanwijzingen te volgen van de havenmeester/werfbaas. Ingeval van overtreding is de havenmeester/werfbaas gerechtigd om op kosten van de veroorzaker de verontreinigingsstoffen te (doen) verwijderen.

  • Ontploffing Onder schade door ontploffing wordt verstaan gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtneming van het hierna bepaalde. Is de ontploffing ontstaan binnen een, al dan niet gesloten vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen en dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds vóór de ontploffing aanwezig waren, dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan, dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de drukken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden. Is dit niet het geval of is de ontploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn geweest van gassen of dampen, welke door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare gas of dampvormige stoffen, of een mengsel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht. In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van verzekerde zaken door ontploffing is tevens gedekt de schade aan de verzekerde voorwerpen, welke als een gevolg van die vernieling moet worden aangemerkt. In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van andere zaken door ontploffing is mede gedekt de schade aan de verzekerde voorwerpen, welke als gevolg van de naburigheid van die vernieling moet worden aangemerkt.

  • Overlijdensuitkering a. Indien de werknemer komt te overlijden wordt, naast de uitbetaling van het salaris tot en met de dag van overlijden, een uitkering ineens toegekend, gelijk aan 3/12e jaarsalaris netto uit te keren aan: - de partner als bedoeld in artikel 1.1; - indien deze partner reeds overleden is, de minder- jarige kinderen tot wie de overledene in familie- rechtelijke betrekking stond en bij ontstentenis van dezen, degene met wie de werknemer in gezins- verband leefde en in wiens kosten van bestaan hij grotendeels voorzag. b. Indien de werknemer arbeidsongeschikt is vooraf- gaand aan het overlijden, wordt bij de bepaling van de overlijdensuitkering uitgegaan van het (volledige) 1/12e jaarsalaris uitgekeerd in de maand voorafgaand aan de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. c. Indien de werknemer voorafgaand aan het overlijden verlof geniet, wordt bij de vaststelling van de over- lijdensuitkering uitgegaan van het (volledige) maand- salaris in de maand voorafgaand aan de aanvang van de verlofperiode. d. Voor dit artikel worden de rechten van gehuwde werk- nemers en die van de partner als bedoeld in artikel 1.1 gelijkgesteld. e. Wanneer er geen belanghebbenden zijn als bedoeld in voorgaande leden, kan in bijzondere gevallen de in lid a bedoelde uitkering worden uitbetaald aan de persoon of personen die daarvoor naar het oordeel van de werkgever naar billijkheid in aanmerking komen. f. De overlijdensuitkering, bedoeld in lid a, wordt ver- minderd met het bedrag van de uitkering dat aan de belanghebbenden ter zake van het overlijden van de werknemer toekomt krachtens de Ziektewet, uit hoofde van de WIA (artikel 7.4) of de WAO (artikel 53) of een wettelijk voorgeschreven arbeidsongeschikt- heidsverzekering.