Loonsverhoging Voorbeeldclausules

Loonsverhoging. De loonmarge is het percentage dat de lonen mogen stijgen bovenop de automatische indexering. Tweejaarlijks krijgen de sociale partners de mogelijkheid om hierover te onderhandelen. De hoogte van het percentage wordt bepaald door de loonnormwet. Deze wet moet voorkomen dat de lonen in België sneller stijgen dan de lonen in onze buurlanden. Voor 2023-2024 bedraagt de loonmarge nul procent. Dit betekent dat we niet konden onderhandelen over een stijging van de lonen bovenop de automatische indexering.
Loonsverhoging. 1. De minimumuurloonbedragen uit de salaristabel in kolom I (functiegroep 1 t/m 3) betreffen het wettelijk minimumloon en worden aangepast in geval van een verhoging van het wettelijk minimumloon.
Loonsverhoging. Op de eerste dag van de eerste loonperiode 2017 worden zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen structureel verhoogd met 2% en 0,5%. Toelichting De loonsverhoging van 2,5% is opgebouwd uit twee delen, te weten 2% structureel en 0,5% structureel. De 0,5% loonsverhoging is bedoeld en gelabeld voor de compensatie voor werknemers in relatie tot de afwikkeling van het rapport van Syntro van 3 december 2014. Het rapport van Syntro was het resultaat van het evaluatieonderzoek dat op grond van protocol III in de cao met de looptijd van 1 oktober 2014 tot en met 30 september 2015 is uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd om te bezien of de invoering van het nieuwe systeem van arbeidstijden en toeslagen per loonperiode 10 2013 conform de bedoeling van cao-partijen inkomens- en kostenneutraal zou zijn. Op de eerste dag van loonperiode 13 2018 worden zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen structureel verhoogd met 1,5%. Op de eerste dag van loonperiode 5 2019 worden zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen structureel verhoogd met 1,75%. Op de eerste dag van loonperiode 1 2020 worden zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen structureel verhoogd met 2,5%. Op de eerste dag van loonperiode 1 2021 worden zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen structureel verhoogd met 2,5%. Op de eerste dag van loonperiode 1 2022 worden zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen structureel verhoogd met 2,5%. Op de eerste dag van loonperiode 1 2023 worden zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen structureel verhoogd met 2,5%. De loonstijging bedraagt in de periode 2020 – 2023 tenminste 2,5% of de stijging van CPI (Consumenten Prijs Index) als deze hoger is. De referteperiode voor de CPI is 1 oktober tot en met 30 september van het voorafgaande jaar.
Loonsverhoging. De tussen cao partijen overeengekomen (structurele) loonsverhoging wordt middels een algemene mededeling/publicatie kenbaar gemaakt. De in bijlage II genoemde salarissen zijn structureel verhoogd met: - 3,5% per 1 juli 2021.
Loonsverhoging. 24 32 Bijdrage aan de vakverenigingen 25 32 Pensioenvoorziening
Loonsverhoging. Op de eerste dag van de eerste loonperiode 2017 worden zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen structureel verhoogd met 2% en 0,5%. Toelichting De loonsverhoging van 2,5% is opgebouwd uit twee delen, te weten 2% structureel en 0,5% structureel. De 0,5% loonsverhoging is bedoeld en gelabeld voor de compensatie voor werknemers in relatie tot de afwikkeling van het rapport van Syntro van 3 december 2014. Het rapport van Syntro was het resultaat van het evaluatieonderzoek dat op grond van protocol III in de cao met de looptijd van 1 oktober 2014 tot en met 30 september 2015 is uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd om te bezien of de invoering van het nieuwe systeem van arbeidstijden en toeslagen per loonperiode 10 2013 conform de bedoeling van cao-partijen inkomens- en kostenneutraal zou zijn.
Loonsverhoging. De salarisschalen en de salarissen worden: • per 1 januari 2015 structureel verhoogd met 1,5% • in juli 2015 vindt een eenmalige uitkering plaats van 0,5% met een bodem van € 400,- • per 1 januari 2016 structureel verhoogd met 1,5% • in juli 2016 vindt een eenmalige uitkering plaats van 0,5% met een bodem van € 125,- De eenmalige uitkering op 1 juli 2015 met een bodem van € 400,- geldt ter compensatie voor het niet doorvoeren van een loonsverhoging in 2014. Deze uitkering geldt voor iedere werknemer in dienst op 1 juli 2015 en werkzaam vanaf 1 maart 2014 op basis van een voltijd dienstverband. Voor een deeltijd dienstverband geldt dit naar rato van het dienstverband. In juli 2016 volgt een eenmalige uitkering van 0,5%. Deze eenmalige uitkering kent een bodembedrag van € 125,- euro bruto. Deze uitkering geldt voor iedere werknemer in dienst op 1 juli 2016 . Voor werknemers met een deeltijd dienstverband geldt deze afspraak naar rato van het dienstverband. De eenmalige uitkeringen worden berekend over twaalf maal het in juni van dat jaar geldende salaris. Voor de werknemer die in de maand juni van de betreffende jaren onbetaald verlof heeft genoten, geldt voor het vaststellen van het maandsalaris een referteperiode van zes maanden.
Loonsverhoging. De werknemer ontvangt de beloning volgens de indeling in de loonschaal. Per 1 juli 2018 worden de salarisschalen en de feitelijke salarissen verhoogd met 2,25%. Per 1 juli 2019 worden de salarisschalen en de feitelijke salaris- sen verhoogd met 2,25%. De loontabel is te vinden in bijlage B. Doelgroepmedewerkers, zoals bepaald in artikel 2.21, verdienen een aange- paste beloning. Deze beloning begint met het wettelijk minimumloon en ein- digt op maximaal 120% van het wettelijk minimumloon. Voor de doelgroepmedewerkers is, naast het bestaande loongebouw, een aparte loonschaal opgenomen. Periodieke verhoging vindt plaats op basis van een beoordeling volgens de beoordelingssystematiek conform bijlage L, waarbij voor de verhoging de periodiek gerealiseerd wordt volgens onderstaand schema.