Woonplaatsbeginsel. 1. Feitelijke vaststelling van de verantwoordelijke Gemeente door middel van toepassing van het woonplaatsbeginsel is in beginsel de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgever. 2. Opdrachtnemer controleert echter ook het woonplaatsbeginsel (door navraag aan Jeugdige en/of gezin) voorafgaande de uitvoering van Jeugdhulp. 3. Indien Opdrachtnemer verneemt dat de woonplaats van Jeugdige en/of gezin niet meer in één van de deelnemende gemeente is, neemt Opdrachtnemer onverwijld contact op via xxxxxxxxx@xxxxx.xx. 4. Het woonplaatsbeginsel wordt toegepast volgens de op dat moment geldende wet- en regelgeving, waaronder de wettelijke bepalingen als genoemd bij de definiëring van woonplaats in artikel 1.1 Jeugdwet. 5. Bij afkeuring van een Verzoek om toewijzing jeugdhulp of declaratie op het woonplaatsbeginsel, draagt Opdrachtgever de zorg om Opdrachtnemer te informeren over de juiste Gemeente waartoe Opdrachtnemer zich kan richten. 6. Bij verhuizing van een Jeugdige naar een Gemeente die wordt vertegenwoordigd door Opdrachtgever, een Gemeente uit Regio WBO, waarbij Jeugdige en gezagsdrager de dienstverlening door Opdrachtnemer willen continueren, honoreert Opdrachtgever de oorspronkelijk afgegeven Verwijzing van jeugdhulp voor de duur waarvoor deze is afgegeven, met een maximum van één jaar en treden Partijen in overleg voor de overheveling van Jeugdhulp naar de andere woonplaats. 7. Indien er wijzigingen zijn omtrent wettelijke bepalingen rondom het woonplaatsbeginsel, conformeren Partijen zich aan de nieuwe regels.
Appears in 3 contracts
Samples: Overeenkomst Pleegzorg en Gezinshuiszorg, Overeenkomst Jeugdhulp, Overeenkomst Jeugdhulp
Woonplaatsbeginsel. 1van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek luidt als volgt (eerste lid): “Een minderjarige volgt de woonplaats van hem die het gezag over hem uitoefent, de onder curatele gestelde die van zijn curator. Feitelijke vaststelling Oefenen beide ouders tezamen het gezag over hun minderjarige kind uit, doch hebben zij niet dezelfde woonplaats, dan volgt het kind de woonplaats van de verantwoordelijke Gemeente ouder bij wie het feitelijk verblijft dan wel laatstelijk heeft verbleven”. Wanneer sprake is van voogdij door middel een GI is het werkelijke verblijf van toepassing de jeugdige bepalend. Xxxxxxx een GI de voogdij heeft over een jeugdige die niet bij zijn ouders verblijft maar in een pleeggezin of in een residentiële instelling, is niet de gemeente waar de ouders van het woonplaatsbeginsel is in beginsel de verantwoordelijkheid kind verblijven, verantwoordelijk voor het inzetten van de Opdrachtgever.
2. Opdrachtnemer controleert echter ook het woonplaatsbeginsel (door navraag aan Jeugdige en/jeugdhulp of gezin) voorafgaande de uitvoering van Jeugdhulp.
3de voogdijmaatregel. Indien Opdrachtnemer verneemt Alle eventueel benodigde hulp voor die jeugdige zal moeten worden georganiseerd en gefinancierd door de gemeente waar de betrokken jeugdige op dat moment werkelijk verblijft; dus de gemeente waar het betrokken pleeggezin woont of waar de betrokken residentiële instelling zich bevindt. Die gemeente (of JGT/ST) kan immers het beste beoordelen wat nodig is te zorgen dat de jeugdige zich in een veilige en stabiele situatie verder kan ontwikkelen. Ten slotte is geregeld dat als de woonplaats van Jeugdige en/of gezin niet meer in één de ouders onbekend is er altijd een verantwoordelijke gemeente is. De plaats van het werkelijk verblijf van de deelnemende gemeente is, neemt Opdrachtnemer onverwijld contact op via xxxxxxxxx@xxxxx.xx.
4. Het woonplaatsbeginsel wordt toegepast volgens de op dat moment geldende wet- en regelgeving, waaronder de wettelijke bepalingen als genoemd bij de definiëring van woonplaats in artikel 1.1 Jeugdwet.
5. Bij afkeuring van een Verzoek om toewijzing jeugdhulp of declaratie jeugdige is dan bepalend op het moment van de hulpvraag. Uitgangspunt is daarbij het bestendige werkelijke verblijf van die jeugdige. De kinderrechter bepaalt wie de maatregel uitvoert. Die zal letten op certificering van de organisatie en of er een contract is met de betreffende regio uitgaande van het woonplaatsbeginsel. Als daar redenen toe zijn, draagt Opdrachtgever kan de zorg om Opdrachtnemer rechter ook bepalen dat een niet gecontracteerde GI de maatregel uitvoert. Dan is de gemeente gehouden die GI te informeren over betalen voor de juiste Gemeente waartoe Opdrachtnemer zich kan richten.
6uitvoering van de maatregel. Bij verhuizing van een Jeugdige Overdracht naar een Gemeente die wordt vertegenwoordigd door Opdrachtgeverandere GI is mogelijk, een Gemeente uit Regio WBO, waarbij Jeugdige en gezagsdrager afhankelijk van het perspectief op het duurzame verblijf van de dienstverlening door Opdrachtnemer willen continueren, honoreert Opdrachtgever de oorspronkelijk afgegeven Verwijzing van jeugdhulp voor de duur waarvoor deze is afgegeven, met een maximum van één jaar en treden Partijen in overleg voor de overheveling van Jeugdhulp naar de andere woonplaatsjeugdige.
7. Indien er wijzigingen zijn omtrent wettelijke bepalingen rondom het woonplaatsbeginsel, conformeren Partijen zich aan de nieuwe regels.
Appears in 1 contract
Samples: Samenwerkingsafspraken