Common use of Zekerheidstelling Clause in Contracts

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende lid is bepaald, is de opdrachtgever gerechtigd om van de aannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de aannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tot en met het zesde lid van deze paragraaf. 3. De waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de aannemingssom en de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 4. Indien de opdrachtgever voornemens is de bankgarantie in te roepen geeft hij de aannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, in een door de aannemer binnen tien werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 5. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine gebreken als bedoeld in § 9, zevende lid, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever is niet gerechtigd om van de aannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, aan de aannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn geworden. 8. Indien de opdrachtgever hetgeen de aannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever het de aannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer gerechtigd om van de opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 6 contracts

Samples: Uniforme Administratieve Voorwaarden Voor De Uitvoering Van Werken 2012 (Uav 2012), Uniforme Administratieve Voorwaarden Voor De Uitvoering Van Werken en Van Technische Installatiewerken 2012 (Uav 2012), Uniforme Administratieve Voorwaarden Voor De Uitvoering Van Werken en Van Technische Installatiewerken 2012

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf 38-1 De Opdrachtnemer is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende lid is bepaald, is de opdrachtgever gerechtigd om van de aannemer verplicht zekerheid te bedingen dat deze zekerheid stelt stellen voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit met betrekking tot de overeenkomst; indien door realisatie van het Werk en voor de aannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt nakoming van zijn verplichtingen met betrekking tot de realisatie van het bepaalde in het derde tot en met het zesde lid van deze paragraaf. 3Meerjarig Onderhoud. De waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de aannemingssom en de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantiebankgarantie1).bankgarantie.(2) De waarde van de zekerheid is in de Basisovereenkomst vermeld. Op de bankgarantie is Nederlands recht van toepassing. 1) Een Model zekerheidstelling is als bijlage B opgenomen bij deze UAV-GC 2005. 4. 38-2 Indien de opdrachtgever Opdrachtgever voornemens is de bankgarantie zekerheid in te roepen roepen, geeft hij de aannemer Opdrachtnemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever Opdrachtgever is gerechtigd de bankgarantie zekerheid in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, Bouw dan wel de Raad van Deskundigen anders beslist in een door de aannemer Opdrachtnemer binnen tien werkdagen 14 dagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschilde Opdrachtgever schriftelijk mededeelt dat tussen Partijen een geschil is ontstaan en dat geschil, met toepassing van § 47, wordt opgelost in eerste aanleg anders beslistdie zin dat de Opdrachtgever niet is gerechtigd de zekerheid in te roepen. 5. 38-3 De zekerheid die is gesteld voor de nakoming van de verplichtingen met betrekking tot de realisatie van het Werk, blijft van kracht tot het tijdstip waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwden met de feitelijke datum van oplevering, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine gebreken als bedoeld in § 9, zevende lid24 lid 7, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer Opdrachtnemer deze gebreken heeft hersteld. Indien § 27 van toepassing is en in het bestek de Vraagspecificatie een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, 27 lid 78 is geconstateerd dat de aannemer Opdrachtnemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. 38-4 Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwdfeitelijke datum van oplevering, of indien in de Vraagspecificatie een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de die onderhoudstermijn, is de aannemer Opdrachtnemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken. De opdrachtgever Opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling oorspronkelijk gestelde zekerheid terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 38-5 De zekerheid die is gesteld voor de nakoming van de verplichtingen met betrekking tot de realisatie van het Meerjarig Onderhoud, blijft van kracht tot aan het einde van de Meerjarige Onderhoudsperiode, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine tekortkomingen als bedoeld in § 30 lid 7, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de Opdrachtnemer deze tekortkomingen heeft hersteld. Na afloop van de Meerjarige Onderhoudsperiode is de Opdrachtnemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende tekortkomingen. De opdrachtgever Opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijk gestelde zekerheid terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 38-6 De Opdrachtgever is niet gerechtigd om van de aannemer Opdrachtnemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom in de Basisovereenkomst vastgelegde prijs geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is ook sprake indienindien een door de Opdrachtnemer krachtens § 33 lid 3 verzochte prestatieverklaring niet met bekwame spoed wordt afgegeven of een betaling waarop de Opdrachtnemer krachtens een afgegeven prestatieverklaring recht heeft, na verloop van 14 dagen sedert de termijn van § 40dag waarop zij uiterlijk had moeten geschieden, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, aan de aannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn geworden.niet heeft plaatsgevonden. Compare versie concept 2020/2005 tervisielegging 8. 38-7 Indien de opdrachtgever Opdrachtgever hetgeen de aannemer Opdrachtnemer volgens de overeenkomst Overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer Opdrachtnemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever Opdrachtgever het de aannemer hem toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer Opdrachtnemer gerechtigd om van de opdrachtgever Opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever Opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, Opdrachtnemer bevoegd hetzij de uitvoering van het werk Werkzaamheden te schorsen, schorsen hetzij het werk in onvoltooide staat de Overeenkomst te beëindigenontbinden. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk dan wel de beëindiging in onvoltooide staat ontbinding is het bepaalde in § 14 16 van overeenkomstige toepassing. 38-8 Indien de Opdrachtnemer voornemens is de door de Opdrachtgever gestelde zekerheid in te roepen, geeft hij de Opdrachtgever daarvan bij aangetekende brief kennis. Op De Opdrachtnemer is gerechtigd de zekerheid in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw dan wel de Raad van Deskundigen anders beslist in een door de Opdrachtgever binnen 14 dagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken de Opdrachtnemer schriftelijk mededeelt dat tussen Partijen een geschil. is ontstaan en dat geschil, met toepassing van § 47, wordt opgelost in die zin dat de Opdrachtnemer niet is gerechtigd de zekerheid is hetgeen in het vierde lid is gesteld van overeenkomstige toepassingte roepen.

Appears in 2 contracts

Samples: Contract Agreement, Uav Gc 2020

Zekerheidstelling. 111.1. Het bepaalde in deze paragraaf Convoi is altijd gerechtigd, voordat zij tot uitvoering van toepassingOvereenkomsten of (af)levering overgaat of daarmee doorgaat, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende lid is bepaaldOpdrachtgever te vorderen, is de opdrachtgever gerechtigd om van de aannemer te bedingen dat deze zij binnen een redelijke termijn zekerheid stelt voor de nakoming van zijn al haar verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de aannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tot en met het zesde lid van deze paragraaf. 3jegens Convoi. De waarde inhoudelijke beoordeling en goedkeuring van de zekerheid zekerheidstelling is gelijk voorbehouden aan 5% Convoi. Weigert Opdracht- gever het verschaffen van (passende) zekerheidstelling dan kan Convoi de uitvoering van de aannemingssom Overeenkomst en de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 4alle (eventueel) andere Overeenkomsten opschorten totdat zekerheidstelling heeft plaatsgevonden. Indien de opdrachtgever voornemens zekerheid niet op de uiterste door Convoi aangegeven dag is verschaft, heeft Convoi het recht de bankgarantie in Overeenkomsten(en) te roepen geeft hij ontbinden, zonder dat Convoi gehouden is tot enige schadevergoeding. Ontbinding van de aannemer daarvan bij aangetekende brief kennisOvereenkomst door Convoi, laat onverlet alle aanspraken van Convoi op Opdrachtgever ter zake van schadevergoeding. 11.2. De opdrachtgever Convoi is gerechtigd de bankgarantie in te roepenzaken, tenzij de Raad documenten en gelden van Arbitrage Opdrachtgever voor de Bouw, in een door de aannemer binnen tien werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 5. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine gebreken als bedoeld in § 9, zevende lid, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn diens rekening komende gebreken. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling en risico terug te geven nadat hij met houden totdat de vervangende zekerheid vorderingen van Convoi op Opdrachtgever die zij heeft ingestemd danwel zal verkrijgen, uit welke hoofde ook, geheel zijn voldaan. Alle zaken, documenten en deze gelden van Opdrachtgever die Convoi uit welke hoofde dan ook, onder zich heeft ontvangenen/of zal verkrijgen, strekken haar tot vuistpand van haar vorderingen die zij ten laste van Opdrachtgever heeft en/of zal verkrijgen. 7. De opdrachtgever is niet gerechtigd om van de aannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, aan de aannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn geworden. 8. Indien de opdrachtgever hetgeen de aannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever het de aannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer gerechtigd om van de opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 2 contracts

Samples: Algemene Leveringsvoorwaarden, Algemene Leveringsvoorwaarden

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever aannemer gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de aannemer onderaannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tweede tot en met het zesde vierde lid van deze paragraafdit artikel. 32. De Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de met de onderaannemer overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 43. Indien de opdrachtgever aannemer voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever aannemer is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de BouwBouwbedrijven in Nederland, in een door de aannemer onderaannemer binnen tien 10 werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de aannemer opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het werk van kleine gebreken als bedoeld de onderaannemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer onderaannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken5. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever aannemer is niet gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer onderaannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenuitgevoerd. 86. Indien de opdrachtgever aannemer hetgeen de aannemer onderaannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer onderaannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever aannemer het de aannemer onderaannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer onderaannemer gerechtigd om van de opdrachtgever aannemer genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever aannemer in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer onderaannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer onderaannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde derde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 2 contracts

Samples: Construction Contract, Voorwaarden Voor Levering Van Materialen en Werken in Onderaanneming

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende lid is bepaald, is de opdrachtgever gerechtigd om van de aannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de aannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tot en met het zesde lid van deze paragraaf. 3. De waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de aannemingssom en de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 4. Indien de opdrachtgever voornemens is de bankgarantie in te roepen geeft hij de aannemer daarvan bij aangetekende brief kennisken- nis. De opdrachtgever is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de BouwBouwbedrijven in Nederland, in een door de aannemer binnen tien werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 5. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine gebreken als bedoeld in § 9, zevende lid, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever is niet gerechtigd om van de aannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, aan de aannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn geworden. 8. Indien de opdrachtgever hetgeen de aannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever het de aannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer gerechtigd om van de opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde lid is gesteld van overeenkomstige over- eenkomstige toepassing.

Appears in 2 contracts

Samples: Uniforme Administratieve Voorwaarden Voor De Uitvoering Van Werken 1989 (Uav 1989), Uniforme Administratieve Voorwaarden Voor De Uitvoering Van Werken 1989 (Uav 1989)

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever aannemer gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de aannemer onderaannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tot en met het zesde lid van deze paragraaf., 32. De Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de met de onderaannemer overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 43. Indien de opdrachtgever aannemer voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever aannemer is gerechtigd gerech- tigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, in een door de aannemer binnen tien werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist.voor 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de aannemer opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het werk van kleine gebreken als bedoeld de onderaannemer worden geconsta- teerd die niet aan oplevering van het totale werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer onderaannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken5. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever aannemer is niet gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen overeen- gekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer onderaannemer minder wordt betaald be- taald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn geworden.het 86. Indien de opdrachtgever aannemer hetgeen de aannemer onderaannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer onderaannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever aannemer het de aannemer onderaannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer onderaannemer gerechtigd om van de opdrachtgever aan- nemer genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.in

Appears in 1 contract

Samples: Onder Aannemingsovereenkomst

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf 1 De Opdrachtnemer is verplicht zekerheid te stellen voor de nako- ming van toepassing, tenzij zijn verplichtingen met betrekking tot de realisatie van het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende lid is bepaald, is de opdrachtgever gerechtigd om van de aannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt Werk en voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit met betrek- king tot de overeenkomst; indien door de aannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt realisatie van het bepaalde in het derde tot en met het zesde lid van deze paragraaf. 3Meerjarig Onderhoud. De waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de aannemingssom en de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie 1). De waarde van de zekerheid is in de Basisovereenkomst vermeld. Op de bankgarantie is Nederlands recht van toepassing. 4. 1) Een Model zekerheidstelling is als bijlage B opgenomen bij deze UAV-GC 2005. 2 Indien de opdrachtgever Opdrachtgever voornemens is de bankgarantie zekerheid in te roepen roe- pen, geeft hij de aannemer Opdrachtnemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever Opdrachtgever is gerechtigd de bankgarantie zekerheid in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, Bouw dan wel de Raad van Deskundigen anders beslist in een door de aannemer binnen tien werkdagen Opdrachtnemer bin- nen 14 dagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving kennis- geving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslistgeschil. 5. 3 De zekerheid die is gesteld voor de nakoming van de verplichtin- gen met betrekking tot de realisatie van het Werk, blijft van kracht tot het tijdstip waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwden met de feitelijke datum van oplevering, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine gebreken als bedoeld in § 9, zevende lid24 lid 7, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer Opdracht- nemer deze gebreken heeft hersteld. Indien § 27van toepassing is en in het bestek de Vraagspecificatie een onderhoudstermijn is voorgeschrevenvoorgeschre- ven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, 27 lid 7 is geconstateerd dat de aannemer Opdrachtnemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. 4 Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwdfeitelijke datum van oplevering, of indien in de Vraagspecificatie een onderhoudstermijn is voorgeschrevenvoorgeschre- ven, na afloop van de die onderhoudstermijn, is de aannemer Opdrachtnemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken. De opdrachtgever Opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling oorspron- kelijk gestelde zekerheid terug te geven nadat hij met de vervangende vervan- gende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever is niet gerechtigd om van de aannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, aan de aannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn geworden. 8. Indien de opdrachtgever hetgeen de aannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever het de aannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer gerechtigd om van de opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Contract Agreement

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever aannemer gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de aannemer onderaannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tweede tot en met het zesde vierde lid van deze paragraafdit artikel. 32. De Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de aannemingssom en de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie.aan 43. Indien de opdrachtgever aannemer voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever aannemer is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de BouwBouwbedrijven in Nederland, in een door de aannemer onderaannemer binnen tien 10 werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de aannemer opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het werk van kleine gebreken als bedoeld de onderaannemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer onderaannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken5. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever aannemer is niet gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer onderaannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenuitgevoerd. 86. Indien de opdrachtgever aannemer hetgeen de aannemer onderaannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer onderaannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever aannemer het de aannemer onderaannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer onderaannemer gerechtigd om van de opdrachtgever aannemer genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever aannemer in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer onderaannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer onderaannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde derde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Subcontractor Agreement

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever aannemer gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de aannemer onderaannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tweede tot en met het zesde vierde lid van deze paragraafdit artikel. 32. De Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de met de onderaannemer overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 43. Indien de opdrachtgever aannemer voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever aannemer is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de BouwBouwbedrijven in Nederland, in een door de aannemer onderaannemer binnen tien 10 werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de aannemer opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het werk van kleine gebreken als bedoeld de onderaannemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer onderaannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken5. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever aannemer is niet gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer onderaannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenuitgevoerd. 86. Indien de opdrachtgever aannemer hetgeen de aannemer onderaannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer onderaannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever aannemer het de aannemer onderaannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer onderaannemer gerechtigd om van de opdrachtgever aannemer genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever aannemer in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer onderaannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer onderaannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde derde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing. 7. Onderaannemer/leverancier (hierna: “onderaannemer”) ziet hierbij uitdrukkelijk en integraal af van zijn opschortingsrechten alsmede het retentierecht, hoe ook genaamd en op welke grondslag dan ook.

Appears in 1 contract

Samples: Leveringsvoorwaarden en Voorwaarden Voor Onderaannemingen

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever aannemer gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien voorvloeien uit de overeenkomst; indien Indien door de aannemer onderaannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tweede tot en met het zesde vierde lid van deze paragraafdit artikel. 32. De Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de met de onderaannemer overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 43. Indien de opdrachtgever aannemer voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever aannemer is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de BouwBouwbedrijven in Nederland, in een door de aannemer onderaannemer binnen tien 10 werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de aannemer opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het werk van kleine gebreken als bedoeld de onderaannemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer onderaannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken5. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever aannemer is niet gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer onderaannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenuitgevoerd. 86. Indien de opdrachtgever aannemer hetgeen de aannemer onderaannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer onderaannemer gegronde redenen reden heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever aannemer het de aannemer onderaannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer onderaannemer gerechtigd om van de opdrachtgever aannemer genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever aannemer in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer onderaannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer onderaannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde derde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Onder Aannemingsovereenkomst

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever aannemer gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit verplichtingen 2. Tenzij anders is overeengekomen is de overeenkomst; indien door de aannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tot en met het zesde lid van deze paragraaf. 3. De waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de aannemingssom en met de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie.onderaannemer overeengekomen 43. Indien de opdrachtgever aannemer voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever aannemer is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, in een door de aannemer onderaannemer binnen tien 10 werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de aannemer opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is van kleine daarbij gebreken als bedoeld in § 9, zevende lid, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel onderaannemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van de voor zijn rekening komende gebrekenhet 5. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever aannemer is niet gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer onderaannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenuitgevoerd. 86. Indien de opdrachtgever aannemer hetgeen de aannemer onderaannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer onderaannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever aannemer het de aannemer onderaannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer onderaannemer gerechtigd om van de opdrachtgever aannemer genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever aannemer in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer onderaannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer onderaannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde derde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Modelovereenkomst Van Onderaanneming

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever aannemer gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit verplichtingen 2. Tenzij anders is overeengekomen is de overeenkomst; indien door de aannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tot en met het zesde lid van deze paragraaf. 3. De waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de met de onderaannemer overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie.worden 43. Indien de opdrachtgever aannemer voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever aannemer is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, in een door de aannemer onderaannemer binnen tien 10 werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist.bedoelde 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de aannemer opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het werk van kleine gebreken als bedoeld de onderaannemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer onderaannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken5. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever aannemer is niet gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer onderaannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenuitgevoerd. 86. Indien de opdrachtgever aannemer hetgeen de aannemer onderaannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer onderaannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever het de aannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer gerechtigd om van de opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.de

Appears in 1 contract

Samples: Algemene Voorwaarden Van Levering/Onderaanneming

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever aannemer gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de aannemer onderaannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tot en met het zesde lid van deze paragraaf., 32. De Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de met de onderaannemer overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 43. Indien de opdrachtgever aannemer voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever aannemer is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de BouwBouwbedrijven in Nederland, in een door de aannemer binnen tien werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist.onderaannemer binnen 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de aannemer opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het werk van kleine gebreken als bedoeld de onderaannemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer onderaannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken5. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever aannemer is niet gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer onderaannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn geworden.het 86. Indien de opdrachtgever aannemer hetgeen de aannemer onderaannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer onderaannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever aannemer het de aannemer onderaannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer onderaannemer gerechtigd om van de opdrachtgever aannemer genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever aannemer in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer onderaannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer onderaannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde derde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Onder Aannemingsovereenkomst

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever aannemer gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de aannemer onderaannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tweede tot en met het zesde vierde lid van deze paragraafdit artikel. 32. De Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de met de onderaannemer overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 43. Indien de opdrachtgever aannemer voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever aannemer is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, in een door de aannemer onderaannemer binnen tien 10 werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de aannemer opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het werk van kleine gebreken als bedoeld de onderaannemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer onderaannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken5. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever aannemer is niet gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer onderaannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenuitgevoerd. 86. Indien de opdrachtgever aannemer hetgeen de aannemer onderaannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer onderaannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever aannemer het de aannemer onderaannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer onderaannemer gerechtigd om van de opdrachtgever aannemer genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever aannemer in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer onderaannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer onderaannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde derde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Onder Aanneming

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever aannemer gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; : indien door de aannemer onderaannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tweede tot en met het zesde vierde lid van deze paragraafdit artikel. 32. De Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% 55 van de met de onderaannemer overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 43. Indien de opdrachtgever aannemer voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever aannemer is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad raad van Arbitrage voor de BouwBouwbedrijven in Nederland, in een door de aannemer onderaannemer binnen tien 10 werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de aannemer opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het werk van kleine gebreken als bedoeld de onderaannemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer onderaannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken5. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever aannemer is niet gerechtigd om van de aannemer onderaannemer te bedingen bededingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer onderaannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenuitgevoerd. 86. Indien de opdrachtgever aannemer hetgeen de aannemer onderaannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer onderaannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever aannemer het de aannemer onderaannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer onderaannemer gerechtigd om van de opdrachtgever aannemer genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever aannemer in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer onderaannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer onderaannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde derde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Onder Aanneming

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever Aannemer gerechtigd om van de aannemer Onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien voort vloeien uit de overeenkomstOvereenkomst; indien door de aannemer Onderaannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tweede tot en met het zesde vierde lid van deze paragraafdit artikel. 32. De Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de met Onderaannemer overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 43. Indien de opdrachtgever Xxxxxxxx voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer Onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever Aannemer is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, in een door de aannemer binnen tien werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het werk aan Aannemer opgedragen Werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het Werk van kleine gebreken als bedoeld Onderaannemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale Werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer Onderaannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 65. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever Aannemer is niet gerechtigd om van de aannemer Onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer Onderaannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk Werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenuitgevoerd. 8. Indien de opdrachtgever hetgeen de aannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever het de aannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer gerechtigd om van de opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Onderaannemingsvoorwaarden

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever Opdrachtgever gerechtigd om van de aannemer Onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de aannemer Onderaannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tweede tot en met het zesde vierde lid van deze paragraafdit artikel. 32. De Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de met Onderaannemer overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 43. Indien de opdrachtgever Opdrachtgever voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer Onderaannemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever Opdrachtgever is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de BouwBouwbedrijven in Nederland, in een door de aannemer Onderaannemer binnen tien 10 werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 54. De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan Opdrachtgever opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het werk van kleine gebreken als bedoeld Onderaannemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer Onderaannemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 65. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. De opdrachtgever Opdrachtgever is niet gerechtigd om van de aannemer Onderaannemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer Onderaannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenuitgevoerd. 8. Indien de opdrachtgever hetgeen de aannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever het de aannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer gerechtigd om van de opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Algemene Voorwaarden

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf 38-1 De Opdrachtnemer is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. Met inachtneming van hetgeen in het zevende lid is bepaald, is de opdrachtgever gerechtigd om van de aannemer verplicht zekerheid te bedingen dat deze zekerheid stelt stellen voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit met betrekking tot de overeenkomst; indien door realisatie van het Werk en voor de aannemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt nakoming van zijn verplichtingen met betrekking tot de realisatie van het bepaalde in het derde tot en met het zesde lid van deze paragraaf. 3Meerjarig Onderhoud. De waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de aannemingssom en de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantiebankgarantie.(2) De waarde van de zekerheid is in de Basisovereenkomst vermeld. Op de bankgarantie is Nederlands recht van toepassing. 4. 38-2 Indien de opdrachtgever Opdrachtgever voornemens is de bankgarantie zekerheid in te roepen roepen, geeft hij de aannemer Opdrachtnemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever Opdrachtgever is gerechtigd de bankgarantie zekerheid in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, in een door de aannemer Opdrachtnemer binnen tien werkdagen 14 dagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig de Opdrachtgever schriftelijk mededeelt dat tussen Partijen een geschil is ontstaan en dat geschil, met toepassing van § 47, wordt opgelost in die zin dat de Opdrachtgever niet is gerechtigd de zekerheid in te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslistroepen. 5. 38-3 De zekerheid die is gesteld voor de nakoming van de verplichtingen met betrekking tot de realisatie van het Werk, blijft van kracht tot het tijdstip waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwden met de feitelijke datum van oplevering, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine gebreken als bedoeld in § 9, zevende lid24 lid 7, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer Opdrachtnemer deze gebreken heeft hersteld. Indien § 27 van toepassing is en in het bestek de Vraagspecificatie een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, 27 lid 8 is geconstateerd dat de aannemer Opdrachtnemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. 38-4 Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwdfeitelijke datum van oplevering, of indien in de Vraagspecificatie een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de die onderhoudstermijn, is de aannemer Opdrachtnemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken. De opdrachtgever Opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling oorspronkelijk gestelde zekerheid terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 38-5 De zekerheid die is gesteld voor de nakoming van de verplichtingen met betrekking tot de realisatie van het Meerjarig Onderhoud, blijft van kracht tot aan het einde van de Meerjarige Onderhoudsperiode, met dien verstande dat, indien sprake is van kleine tekortkomingen als bedoeld in § 30 lid 7, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de Opdrachtnemer deze tekortkomingen heeft hersteld. Na afloop van de Meerjarige Onderhoudsperiode is de Opdrachtnemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende tekortkomingen. De opdrachtgever Opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijk gestelde zekerheid terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 38-6 De Opdrachtgever is niet gerechtigd om van de aannemer Opdrachtnemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom in de Basisovereenkomst vastgelegde prijs geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is ook sprake indienindien een door de Opdrachtnemer krachtens § 33 lid 3 verzochte prestatieverklaring niet met bekwame spoed wordt afgegeven of een betaling waarop de Opdrachtnemer krachtens een afgegeven prestatieverklaring recht heeft, na verloop van 14 dagen sedert de termijn van § 40dag waarop zij uiterlijk had moeten geschieden, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, aan de aannemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenniet heeft plaatsgevonden. 8. 38-7 Indien de opdrachtgever Opdrachtgever hetgeen de aannemer Opdrachtnemer volgens de overeenkomst Overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer Opdrachtnemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever Opdrachtgever het de aannemer hem toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer Opdrachtnemer gerechtigd om van de opdrachtgever Opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever Opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, Opdrachtnemer bevoegd hetzij de uitvoering van het werk Werkzaamheden te schorsen, schorsen hetzij het werk in onvoltooide staat de Overeenkomst te beëindigenontbinden. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk dan wel de beëindiging in onvoltooide staat ontbinding is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde lid is gesteld 16 van overeenkomstige toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Uav Gc 2020

Zekerheidstelling. 1. Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders bepaalt. 2. 12.1 Met inachtneming van hetgeen in het zevende vijfde lid is bepaald, is de opdrachtgever gerechtigd om van de aannemer opdrachtnemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst; indien door de aannemer opdrachtnemer zekerheid dient te worden gesteld, geldt het bepaalde in het derde tweede tot en met het zesde vierde lid van deze paragraafdit artikel. 3. De 12.2 Tenzij anders is overeengekomen is de waarde van de zekerheid is gelijk aan 5% van de met de opdrachtnemer overeengekomen aannemingssom en dient de zekerheid dient te worden gesteld in de vorm van een bankgarantie. 4. 12.3 Indien de opdrachtgever voornemens is de bankgarantie in te roepen roepen, geeft hij de aannemer opdrachtnemer daarvan bij aangetekende brief kennis. De opdrachtgever is gerechtigd de bankgarantie in te roepen, tenzij de Raad van Arbitrage voor de BouwBouwbedrijven in Nederland, in een door de aannemer opdrachtnemer binnen tien 10 werkdagen na de verzending van de in dit lid bedoelde kennisgeving aanhangig te maken spoedgeschil, in eerste aanleg anders beslist. 5. 12.4 De zekerheid blijft van kracht tot het tijdstip waarop het aan de opdrachtgever opgedragen werk als opgeleverd wordt beschouwd, beschouwd met dien verstande dat, indien sprake is daarbij gebreken in het werk van kleine gebreken als bedoeld de opdrachtnemer worden geconstateerd die niet aan oplevering van het totale werk in § 9, zevende lidde weg staan, de zekerheid van kracht blijft tot het tijdstip waarop de aannemer opdrachtnemer deze gebreken heeft hersteld. Indien in het bestek een onderhoudstermijn is voorgeschreven, blijft de zekerheid van kracht tot overeenkomstig § 11, zesde lid, is geconstateerd dat de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. 6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd, of indien een onderhoudstermijn is voorgeschreven, na afloop van de onderhoudstermijn, is de aannemer gerechtigd vervangende zekerheid te stellen tot een bedrag dat in redelijkheid is gemoeid met herstel van de voor zijn rekening komende gebreken. De opdrachtgever is gehouden de oorspronkelijke zekerheidstelling terug te geven nadat hij met de vervangende zekerheid heeft ingestemd en deze heeft ontvangen. 7. 12.5 De opdrachtgever is niet gerechtigd om van de aannemer opdrachtnemer te bedingen dat deze zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen indien is overeengekomen dat de aannemingssom geheel of ten dele wordt ingehouden. Van een zodanige inhouding is sprake indien, de termijn van § 40, zesde lid, eerste zin, buiten beschouwing gelaten, indien aan de aannemer opdrachtnemer minder wordt betaald dan overeenkomt met de som der waarden van het werk dat reeds is uitgevoerd en van de goedgekeurde nog onverwerkte bouwstoffen, die eigendom van de opdrachtgever zijn gewordenuitgevoerd. 8. Indien de opdrachtgever hetgeen de aannemer volgens de overeenkomst toekomt, niet of niet tijdig betaalt, of de aannemer gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de opdrachtgever het de aannemer toekomende niet of niet tijdig zal betalen, is de aannemer gerechtigd om van de opdrachtgever genoegzame zekerheid te verlangen. Indien de opdrachtgever in gebreke blijft met het stellen van de door de aannemer verlangde genoegzame zekerheid, is de aannemer bevoegd, hetzij de uitvoering van het werk te schorsen, hetzij het werk in onvoltooide staat te beëindigen. Met betrekking tot de schorsing respectievelijk de beëindiging in onvoltooide staat is het bepaalde in § 14 van overeenkomstige toepassing. Op de in dit lid bedoelde zekerheid is hetgeen in het vierde lid is gesteld van overeenkomstige toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Algemene Inkoop en Onderaannemingsvoorwaarden