Afspraken over aantal zaterdagen en toeslagpercentage. Uitgangspunten voor het vaststellen van het aantal te werken zaterdagen en hierover te betalen toeslagpercentage in een kalenderjaar zijn:
a. De CAO-verplichting (1 keer per 3, 4 of 6 weken).
b. De individuele afspraak die met de medewerker is gemaakt en vastgelegd over een eventueel hoger aantal te werken zaterdagen dan de voor de medewerker geldende CAO-verplichting.
c. De individuele afspraak die met de medewerker is gemaakt over het binnen de grenzen van
A) en B) daadwerkelijk te werken aantal zaterdagen per jaar. Hierbij kan vooraf ingecalcu- leerd worden dat de medewerker één of meer zaterdagen als vakantie of ADV zal opnemen. Voorwaarde is dat de medewerker daarbij niet onder de minimumgrens (zie staffel 1 hier- onder) zakt, dat is immers de overeengekomen CAO- of individuele verplichting. Het is dus aan te bevelen dat met de medewerker een zo realistisch mogelijke afspraak over het aantal te werken zaterdagen wordt gemaakt. Het veiligst is om hierbij uit te gaan van het minimum te werken aantal zaterdagen per jaar, zie staffel hieronder. Hiermee wordt voor- komen dat aan het eind van het jaar een negatieve afrekening voor de medewerker plaats vindt omdat er op basis van een te hoog aantal te werken zaterdagen teveel toeslag is uitbetaald. Indien de medewerker dit wenst kan hij echter ook kiezen voor het berekenen van de ploegen- toeslag op basis van het, bij zijn of haar CAO- of individuele afspraak horend, maximum te werken aantal zaterdagen per jaar óf een tussen het minimum en maximum liggend aantal. Het, bij de distributiecentra in gebruik zijnde, roostermodel van waaruit de ploegentoeslag wordt berekend kan voor beide opties gebruikt worden. De staffel die uit bovenstaande uitgangspunten voortvloeit is als volgt: Elke week 75% 42 52 *) 1 x per 2 weken 75% 23 26 1 x per 3 weken 65% 15 17 1 x per 4 weken 55% 11 13 1 x per 5 weken 45% 9 10 1 x per 6 weken 35% **) **) * ) Voor meerdaagse parttimers geldt: Op grond van het absolute aantal zaterdagen dat er in een kalenderjaar zit is 52 het maximum, we gaan er hierbij echter van uit dat de medewerker 10 zaterdagen niet zal werken. Dan resteren maximaal 42 zaterdagen dat er gewerkt zal (kunnen) worden. Indien de verwachting is dat er méér zaterdagen vakantie/ADV opgenomen zal worden is het verstandig dit al in de ploegentoeslagberekening mee te nemen. ** )Op basis van de CAO-afspraak dat medewerkers die vóór 19 juli 1999 in dienst zijn gekomen niet kunnen worden verplicht een rooster te accepteren wa...