Slotbepalingen 1. Op elke overeenkomst en alle daaruit tussen partijen voortvloeiende rechtsverhoudingen is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. 2. Partijen zullen niet eerder een beroep doen op de rechter dan nadat zij zich optimaal hebben ingespannen om het geschil in onderling overleg te beslechten. 3. Voor zover de wet daarvan onder de gegeven omstandigheden van het geval niet dwingend afwijkt, wordt uitsluitend de bevoegde rechter binnen het arrondissement van de vestigingsplaats van Mega-Schutting aangewezen om van gerechtelijke geschillen kennis te nemen.
Begripsbepalingen In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:
Overgangsbepalingen De werkgever garandeert de werknemer zijn individuele rechten voortvloeiend uit: a Titel V van het Rechtspositie Besluit Onderwijspersoneel (Staatsblad 1985, 110) zoals dat luidde op 1 augustus 1993; het Sociaal BeleidsKader behorende bij de operatie gericht op Schaalvergroting, Taakverdeling en Concentratie (SBK-STC 1986-1990); dan wel
Dekkingsuitbreidingen Tegen voorlegging van bewijsstukken nemen wij alle hierna opgesomde kosten ten laste als zij rechtstreeks voortvloeien uit een verzekerde gebeurtenis en gemaakt zijn als goede huisvader.
AFWIJKENDE BEPALINGEN KLEINVERBRUIKAANSLUITINGEN In afwijking van artikel 10 lid 2 zijn Klanten met een Kleinverbruikaansluiting een opzegvergoeding verschuldigd conform de Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen.
Prijswijzigingen 1. Als binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst maar nog vóór aanvang van de educatieve dienst een prijswijziging optreedt, zal deze geen invloed hebben op de overeengekomen prijs. 2. U heeft recht op ontbinding van de overeenkomst als ná drie maanden na het sluiten van de overeenkomst, maar nog vóór aanvang van de educatieve dienst de prijs wordt verhoogd. 3. Lid 1 en 2 zijn niet van toepassing op prijswijzigingen die uit de wet voortvloeien.
Aanvullende begripsomschrijvingen In deze Bijzondere Voorwaarden verstaan wij onder:
Retourzendingen Retourzendingen worden alleen geaccepteerd indien dit is overeengekomen.
Bijzondere Beloningen 1. Een bijzondere beloning kan worden toegekend aan een werknemer, die zich onderscheiden heeft door: a. het betonen van buitengewone inzet; b. het bewijzen van diensten in buitengewone omstandigheden; c. het voorkomen of verminderen van een gevaar door bijzondere oplettendheid, tegenwoordigheid van geest of persoonlijke moed; d. het voorstellen van verbeteringen, die naar het oordeel van de werkgever praktische waarde voor het bedrijf hebben. 2. Deze beloningen bestaan uit: a. een geldbedrag of een andere vorm van waardering; b. een buitengewone salarisverhoging. a. Aan de werknemer wordt bij het bereiken van een diensttijd van 12½ jaar een gratificatie ter grootte van 25% van het bruto functieloon per maand bruto uitgekeerd, bij een diensttijd van 25 jaar wordt een gratificatie ter grootte van 100% van het bruto functieloon per maand netto uitgekeerd en bij een diensttijd van 40 jaar wordt een gratificatie ter grootte van 100% van het bruto functieloon per maand netto uitgekeerd. Uitbetaling vindt plaats binnen de geldende fiscale wetgeving. Indien de werknemer gebruik maakt van de mogelijkheid om de pensioenuitkering te combineren met werken in deeltijd, kan als grondslag voor de berekening van de jubileumuitkering niet zonder meer het laatste functieloon per maand worden gehanteerd. In dat geval zal de grondslag zo moeten worden berekend dat deze een reële afspiegeling vormt van het functieloon en het aantal dienstjaren gelegen vóór het moment van arbeidsduurvermindering en het functieloon en de dienstjaren gelegen ná de arbeidsduurvermindering. b. Voor de bepaling van het aantal dienstjaren dat een werknemer in dienst is van de werkgever, komt eveneens in aanmerking: • het aantal jaren doorgebracht bij een ander openbaar vervoerbedrijf in Nederland; • het aantal jaren in de eerste periode doorgebracht, indien een werknemer voor de tweede maal in dienst is getreden. Voor de vaststelling van een dienstjubileum, dient het laatste dienstverband tenminste 10 jaar onafgebroken te hebben bestaan. c. De werknemer die als gevolg van een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid een WIA uitkering ontvangt en aangepaste werkzaamheden verricht, wordt ter bepaling van de hoogte van de gratificatie geacht te ontvangen een bedrag dat gelijk is aan het volle functieloon van de oorspronkelijke functie (trendmatig aangepast) die geldt vóór toekenning van de WIA uitkering, waarin hij 100% werkzaam was bij de werkgever. Eventuele anciënniteiten worden meegeteld. a. Aan de werknemer die vervroegd van zijn ouderdomspensioenregeling gebruik wenst te maken en die voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zijn jubileum als vermeld in lid 3 zou hebben bereikt, wordt bij zijn uitdiensttreding een uitkering toegekend. b. De in onder 4 a) bedoelde uitkering bedraagt: • voor werknemers, die bij het einde van het dienstverband minder dan 25 jaren in dienst zijn geweest, voor elk vol dienstjaar 1/25 van de in lid 3 bedoelde uitkering; • voor werknemers, die bij het einde van het dienstverband meer dan 25, doch minder dan 40 jaren in dienst zijn geweest, voor elk vol dienstjaar na het 25e 1/15 van de in lid 3 bedoelde uitkering;
Verbodsbepalingen 18.1 Het is de aanvrager en de verbruiker verboden: a. door middel van de binneninstallatie via het net van het bedrijf hinder of schade te veroorzaken voor het bedrijf of andere verbruikers; b. door of vanwege het bedrijf aangebrachte verzegelingen te verbreken of te doen verbreken; c. handelingen te verrichten of te doen verrichten, waardoor de omvang van de levering niet of niet juist kan worden vastgesteld, dan wel een situatie te scheppen, waardoor het normaal functioneren van de meetinrichting(en), de eventuele warmte en/of koudewisselaar of (andere) apparatuur van het bedrijf wordt verhinderd of het van kracht zijnde tarievenblad van het bedrijf niet of niet juist kan worden toegepast; d. een net van het bedrijf te gebruiken voor aarding van elektrische installaties, toestellen, bliksemafleiders en dergelijke; e. water aan de circulatie in het stadsverwarmingssysteem te onttrekken; f. (vloei-)stoffen toe te voegen aan het water in het stadsverwarmingssysteem. 18.2 Het is de verbruiker verboden zonder schriftelijke toestemming van het bedrijf de geleverde warmte en/of koude en/of het geleverde warm tapwater anders dan ten behoeve van het eigen perceel te gebruiken. Het bedrijf kan aan een dergelijke toestemming voorwaarden verbinden. 18.3 Indien wordt vastgesteld dat circulatiewater verloren is gegaan, zal, behoudens in geval van overmacht, de verloren gegane hoeveelheid water alsmede de daarin aanwezige warmte en/of koude aan de verbruiker in rekening worden gebracht. Alle schade die het bedrijf door dit verloren gaan mocht lijden, zal door de verbruiker aan het bedrijf worden vergoed, waarbij artikel 20, lid 7 van overeenkomstige toepassing is.