Algemene eisen. 1. Producten van oorsprong uit een van de partijen komen bij invoer in een andere partij in aanmerking voor de bepalingen van de over- eenkomst bij indiening van een van de volgende bewijzen van oor- sprong: a) een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan een model in bijlage IV bij dit aanhangsel is opgenomen; b) in de in artikel 18, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur op een factuur, pakbon of ander handelsdocument waarin de producten voldoende nauwkeurig zijn omschreven om ze te kun- nen identificeren (hierna “oorsprongsverklaring” genoemd); de tekst van de oorsprongsverklaring is opgenomen in bijlage III bij dit aan- hangsel. 2. Niettegenstaande lid 1 komen oorsprongsproducten in de zin van deze regels in de in artikel 27 bedoelde gevallen in aanmerking voor de bepalingen van deze overeenkomst zonder dat een van de in lid 1 bedoelde bewijzen van oorsprong hoeft te worden voorgelegd. 3. Onverminderd lid 1 kunnen de partijen overeenkomen dat voor de onderlinge preferentiële handel de in lid 1, punten a) en b), genoemde bewijzen van oorsprong worden vervangen door attesten van oorsprong die zijn opgesteld door in een elektronische databank geregistreerde exporteurs overeenkomstig de interne wetgeving van de partijen. Het gebruik van attesten van oorsprong die zijn opgesteld door in een elektronische databank geregistreerde exporteurs dat door twee of meer toepassende overeenkomstsluitende partijen is overeengekomen, mag het gebruik van diagonale cumulatie met andere toepassende overeen- komstsluitende partijen niet belemmeren. 4. Voor de toepassing van lid 1 kunnen de partijen overeenkomen om een systeem op te zetten waarmee de in lid 1, punten a) en b), genoemde bewijzen van oorsprong elektronisch kunnen worden afgege- ven en/of ingediend. ▼M92 5. Voor de toepassing van artikel 7, indien artikel 8, lid 4, van toepassing is, moet de exporteur die is gevestigd in een toepassende overeenkomstsluitende partij die een bewijs van oorsprong afgeeft of vraagt om afgifte van een bewijs van oorsprong op basis van een ander bewijs van oorsprong waarvoor is afgezien van de eis om de in artikel 8, lid 3, bedoelde vermelding op te nemen, alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden voor toepassing van cu- mulatie is voldaan en moet hij alle relevante documenten aan de dou- aneautoriteiten kunnen voorleggen.
Appears in 2 contracts
Samples: Overeenkomst Tussen De Europese Economische Gemeenschap en De Zwitserse Bondsstaat, Overeenkomst Tussen De Europese Economische Gemeenschap en De Zwitserse Bondsstaat
Algemene eisen. 1. Producten van oorsprong uit een van de partijen komen bij invoer in een andere partij in aanmerking voor de bepalingen van de over- eenkomst overeenkomst bij indiening van een van de volgende bewijzen van oor- sprongoorsprong:
a) een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan een model in bijlage IV bij dit aanhangsel is opgenomen;
b) in de in artikel 18, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur op een factuur, pakbon of ander handelsdocument waarin de producten voldoende nauwkeurig zijn omschreven om ze te kun- nen kunnen identificeren (hierna “"oorsprongsverklaring” " genoemd); de tekst van de oorsprongsverklaring is opgenomen in bijlage III bij dit aan- hangselaanhangsel.
2. Niettegenstaande lid 1 komen oorsprongsproducten in de zin van deze regels in de in artikel 27 bedoelde gevallen in aanmerking voor de bepalingen van deze de overeenkomst zonder dat een van de in lid 1 bedoelde bewijzen van oorsprong hoeft te worden voorgelegd.
3. Onverminderd lid 1 kunnen de partijen overeenkomen dat voor de onderlinge preferentiële handel de in lid 1, punten onder a) en b), genoemde bewijzen van oorsprong worden vervangen door attesten van oorsprong die zijn opgesteld door in een elektronische databank geregistreerde exporteurs overeenkomstig de interne wetgeving van de partijen. Het gebruik van attesten van oorsprong die zijn opgesteld door in een elektronische databank geregistreerde exporteurs dat door twee of meer toepassende overeenkomstsluitende partijen is overeengekomen, mag het gebruik van diagonale cumulatie met andere toepassende overeen- komstsluitende overeenkomstsluitende partijen niet belemmeren.
4. Voor de toepassing van lid 1 kunnen de partijen overeenkomen om een systeem op te zetten waarmee de in lid 1, punten onder a) en b), genoemde bewijzen van oorsprong elektronisch kunnen worden afgege- ven afgegeven en/of ingediend. ▼M92.
5. Voor de toepassing van Met het oog op artikel 7, indien artikel 8, lid 4, 4 van toepassing is, moet de exporteur die is gevestigd in een toepassende overeenkomstsluitende partij die een bewijs van oorsprong afgeeft of vraagt om afgifte van een bewijs van oorsprong op basis van een ander bewijs van oorsprong waarvoor is afgezien van de eis om de in artikel 8, lid 3, bedoelde vermelding op te nemen, alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden voor toepassing van cu- mulatie cumulatie is voldaan en moet hij alle relevante documenten aan de dou- aneautoriteiten douaneautoriteiten kunnen voorleggen.
Appears in 1 contract
Samples: Associatieovereenkomst
Algemene eisen. 1. Producten van oorsprong uit een van de partijen komen bij invoer in een andere partij in aanmerking voor de bepalingen van de over- eenkomst bij indiening van een van de volgende bewijzen van oor- sprong:
a) een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan een model in bijlage IV bij dit aanhangsel is opgenomen;
b) in de in artikel 18, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur op een factuur, pakbon of ander handelsdocument waarin de producten voldoende nauwkeurig zijn omschreven om ze te kun- nen identificeren (hierna “oorsprongsverklaring” genoemd); de tekst van de oorsprongsverklaring is opgenomen in bijlage III bij dit aan- hangsel.
2. Niettegenstaande lid 1 komen oorsprongsproducten in de zin van deze regels in de in artikel 27 bedoelde gevallen in aanmerking voor de bepalingen van deze de overeenkomst zonder dat een van de in lid 1 bedoelde be- doelde bewijzen van oorsprong hoeft te worden voorgelegd.
3. Onverminderd lid 1 kunnen de partijen overeenkomen dat voor de onderlinge preferentiële handel de in lid 1, punten onder a) en b), genoemde bewijzen van oorsprong worden vervangen door attesten van oorsprong die zijn opgesteld door in een elektronische databank geregistreerde exporteurs overeenkomstig de interne wetgeving van de partijen. Het gebruik van attesten van oorsprong die zijn opgesteld door in een elektronische databank geregistreerde exporteurs dat door twee of meer toepassende overeenkomstsluitende partijen is overeengekomen, mag het gebruik van diagonale cumulatie met andere toepassende overeen- komstsluitende partijen niet belemmeren.
4. Voor de toepassing van lid 1 kunnen de partijen overeenkomen om een systeem op te zetten waarmee de in lid 1, punten onder a) en b), genoemde bewijzen van oorsprong elektronisch kunnen worden afgege- ven en/of ingediend. ▼M92M6
5. Voor de toepassing van artikel 7, indien artikel 8, lid 4, 4 van toepassing toe- passing is, moet de exporteur die is gevestigd in een toepassende overeenkomstsluitende over- eenkomstsluitende partij die een bewijs van oorsprong afgeeft of vraagt om afgifte van een bewijs van oorsprong op basis van een ander bewijs van oorsprong waarvoor is afgezien van de eis om de in artikel 8, lid 3, bedoelde vermelding op te nemen, alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden voor toepassing van cu- mulatie cumulatie is voldaan en moet hij alle relevante documenten aan de dou- aneautoriteiten douaneautori- teiten kunnen voorleggen.
Appears in 1 contract