Procedure Voorbeeldclausules

Procedure. 1 Indien de werkgever een besluit tot schorsing oplegt of overweegt, stelt de werkgever de werknemer schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte van zijn besluit dan wel voornemen daartoe alsmede van de te volgen procedure. Indien de omstandigheden zodanig zijn dat de schorsing onmiddellijk dient in te gaan handelt de werkgever tijdens de schorsing overeenkomstig het bepaalde in de eerste volzin. 2 De werknemer wordt in de gelegenheid gesteld zich te verweren. Xxxxxxx verweer dient binnen drie weken na de schriftelijke kennisgeving als bedoeld in het eerste lid plaats te vinden. Indien de schorsing onmiddellijk ingaat vindt het verweer op overeenkomstige wijze tijdens de schorsing plaats. 3 De werkgever kan een besluit tot schorsing bestendigen nadat het in het tweede lid bedoelde verweer heeft plaatsgevonden of nadat de werknemer te kennen heeft gegeven van verweer af te zien. Het besluit dient binnen 14 dagen na het verweer genomen te worden en dient schriftelijk en gemotiveerd aan de werknemer kenbaar gemaakt te worden. Hierbij wordt aangegeven op welke wijze de werknemer tegen bedoeld besluit in beroep kan gaan.
Procedure. Zodra een Partij weet heeft van enige aanspraak op schadevergoeding, met inbegrip van een aanspraak op schadevergoeding voortvloeiend uit een claim van een derde partij, waarvoor deze laatste mogelijk verhaal kan hebben op de andere Partij, zal deze Partij de andere Partij daarvan onverwijld in kennis stellen. De kennisgeving zal geschieden door middel van een aangetekend schrijven, waarin de aard van de aanspraak, het bedrag ervan (indien gekend) en de berekeningswijze worden vermeld – dit alles in redelijk detail en met verwijzing naar de wettelijke, regelgevende of contractuele bepalingen waarop de aanspraak gebaseerd zou zijn. In het geval van een aanspraak van een derde partij, zal de Partij die in gebreke is volledig met de verdedigende Partij samenwerken aan een antwoord en verweer zoals redelijk vereist.
Procedure. 1. De werknemer ontvangt een schriftelijke uitnodiging voor het beoordelingsgesprek uiterlijk twee weken van tevoren. 2. Het beoordelingsgesprek met de werknemer wordt gevoerd door degene die direct leidinggeeft aan de werknemer. 3. Indien de werknemer hierom verzoekt kan de werkgever besluiten dat het beoordelingsgesprek uitsluitend wordt gevoerd door degene die belast is met de hoogste dagelijkse leiding. 4. De uitkomst van het beoordelingsgesprek wordt door de werkgever binnen twee weken na het gesprek schriftelijk en gemotiveerd aan de werknemer voorgelegd (in tweevoud). Hierbij wordt de werknemer gewezen op de mogelijkheid tot indiening van bezwaar en de daarvoor geldende termijn.
Procedure. 13.3.1 Werknemers worden na het bereiken van een akkoord tussen werkgever en ondernemingsraad over de invulling van een kaderbepaling in de gelegenheid gesteld zich hier schriftelijk anoniem over uit te spreken. 13.3.2 Voor ingevulde kaderbepalingen die betrekking hebben op een afgebakende groep werknemers, is goedkeuring vereist van de betreffende bepaling door ten minste 60 procent van deze groep werknemers die deelneemt aan de stemming. Voor in werking treding van een ingevulde kaderbepaling die betrekking heeft op alle werknemers dient ten minste 60 procent van de werknemers die aan de stemming deelneemt, in te stemmen. 13.3.3 Indien de ingevulde kaderbepaling(en) betrekking heeft (hebben) op een afgebakende groep werknemers en ook op alle werknemers, dient eerst de afgebakende groep werknemers te worden geraadpleegd conform het bepaalde in lid 2. Indien de vereiste goedkeuring door de afgebakende groep medewerkers niet wordt gehaald, vindt de invulling van de kaderbepaling geen doorgang. 13.3.4 Na goedkeuring van de werknemers doet de werkgever een verzoek tot vangnetdispensatie bij de Commissie CAO-zaken. 13.3.5 De eigen invulling van de kaderbepaling treedt in werking op de afgesproken datum, doch niet eerder dan na verlening van vangnetdispensatie door de Commissie CAO-zaken.
Procedure. 1. Een dispensatieverzoek wordt door de werkgever schriftelijk of per e-mail ingediend bij de Vakraad MITT. Het verzoek dient ten minste te vermelden / te bevatten: a. Naam en adres van de werkgever; b. Dagtekening van het dispensatieverzoek; c. Ondertekening door de werkgever; d. Van welke cao-bepalingen de werkgever wil worden gedispenseerd; e. Een nauwkeurige en gemotiveerde beschrijving van de arbeidsvoorwaarden die, indien het dispensatieverzoek zou worden toegewezen, van toepassing zijn bij de werkgever; f. In geval van een dispensatieverzoek op grond van artikel 4 sub a (bijzondere omstandigheden én een ten minste gelijkwaardige eigen ondernemings-cao), sub b (bijzondere omstandigheden. Dispensatie voor één of slechts enkele bepalingen van de cao) of sub c (nieuwe werkgever) van dit reglement: een nauwkeurige en gemotiveerde toelichting in hoeverre de eigen arbeidsvoorwaarden van de werkgever gelijkwaardig zijn aan die van de xxx XXXX. De toelichting moet een aantal representatieve maatman-vergelijkingen bevatten; g. Een nauwkeurige omschrijving van de feiten en argumenten van de werkgever waarom dispensatie zou moeten worden verleend; h. De periode waarover dispensatie van de cao wordt verzocht; i. Een bewijsstuk waaruit blijkt dat het MO door de werkgever is geïnformeerd over het besluit van de werkgever om een dispensatieverzoek in te dienen en een bewijsstuk waaruit blijkt wat het standpunt van het MO is over het dispensatieverzoek. Indien er bij de werkgever geen MO is ingesteld, dan moet het verzoek een bewijsstuk bevatten waaruit blijkt dat de Personeelsvergadering (als bedoeld in artikel 8.22 van de cao) door de werkgever is geïnformeerd. De werkgever hoeft dit bewijsstuk niet te verstrekken indien sprake is van een dispensatieverzoek op grond van artikel 4 sub e (beoordelingssysteem) en de werkgever op diezelfde grond al gedispenseerd was voor artikel 4.6 van de voorgaande cao MITT; j. In geval van een dispensatieverzoek op grond van artikel 4 sub d van dit reglement (financiële noodzaak): - De jaarrekeningen over de twee jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin dispensatie is verzocht; - Een prognose van de winst- en verliesrekening (1) voor het kalenderjaar waarin dispensatie is verzocht en (2) voor de volgende twee kalenderjaren. In de prognoses moet een gedetailleerde uitsplitsing van kosten worden gegeven uitgaande van twee situaties, namelijk (1) de situatie dat geen dispensatie wordt verleend en (2) de situatie dat wel dispensati...
Procedure. De overdracht van de huurovereenkomst is verboden behoudens uitdrukkelijk, schriftelijk en voorafgaand akkoord van de verhuurder. In dat geval wordt de cedent ontlast van elke toekomstige verplichting, behoudens andersluidende overeenkomst, in het akkoord betreffende de overdracht van de huurovereenkomst. De huurder betekent het plan van overdracht via aangetekend schrijven aan de verhuurder. Het bevat alle identificatiegegevens van de cessionaris, rekening houdend met artikel 200ter, §2 van de Brusselse Huisvestingscode. De verhuurder deelt zijn akkoord of weigering betreffende de overdracht binnen de dertig dagen na ontvangst van het plan mee. Na deze termijn wordt de overdracht als geweigerd beschouwd.
Procedure. In het geval van een rechtszaak tegen u, zullen wij u verdedigen en het proces leiden voor de feiten en schades die binnen de reikwijdte van de garanties van dit contract vallen. U kunt echter wel deelnemen aan onze rechtszaak zolang u een eigen belang kunt rechtvaardigen dat niet onder dit contract valt. Het voorlopig verstrekken van uw verdediging kan niet worden geïnterpreteerd als een erkenning van de garantie en impliceert op geen enkele manier dat wij ermee instemmen om de schade te betalen die niet onder dit contract valt. In dit geval behouden we echter het recht voor om tegen u een rechtszaak in te spannen om een vergoeding van alle bedragen die we voor u hebben betaald of gereserveerd terug te vorderen.
Procedure. 1. De Bemiddelingsinstantie hoort: a. in geval van klachten van een werknemer of een groep van werknemers: de betrokken werknemer(s) en de werknemersvakvereniging(en) die het geschil aanhangig heeft (hebben) gemaakt en, indien de w.v. de klacht ter bemiddeling hebben voorgelegd, de w.v.; b. in geval van verschil van mening tussen werknemersvakvereniging(en) en een werkgever: - de betrokken werkgever; - indien de werkgever is aangesloten bij de w.v.: de betrokken organisatie; - de betrokken werknemersvakvereniging(en); c. in geval van het voornemen bij een of meer werknemersvakverenigingen tot werkstaking of andere acties: de w.v. en de werknemersvakverenigingen. 2. De Bemiddelingsinstantie kan alle ter zake dienende inlichtingen inwinnen en alle personen als getuigen of deskundigen horen, die naar haar oordeel gewenst zijn. Partijen zullen aan verzoeken van de Bemiddelingsinstantie tot het verstrekken van inlichtingen voldoen. Partijen zullen bevorderen dat de personen, welke de Bemiddelingsinstantie als getuigen of deskundigen wenst te horen, aan een daartoe strekkend verzoek gevolg geven. 3. De Bemiddelingsinstantie zal, na van alle daarop betrekking hebbende gegevens kennis te hebben genomen, tussen partijen trachten te bemiddelen. 4. Indien de bemiddelingspogingen binnen twee maanden, nadat de klacht c.q. het verschil van mening c.q. het voornemen aan de Bemiddelingsinstantie is voorgelegd, niet tot resultaat hebben geleid, zal de Bemiddelingsinstantie binnen twee weken na het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn schriftelijk haar oordeel geven. Van vorengenoemde termijn van twee maanden kan worden afgeweken in overleg tussen de Bemiddelingsinstantie en de betrokken partijen. In geval van het voornemen bij een of meer werknemersvakverenigingen tot werkstaking of andere acties zal de Bemiddelingsinstantie er naar streven binnen 4 weken haar bemiddeling te voltooien dan wel schriftelijk haar oordeel te geven. 5. Het schriftelijk oordeel wordt door de Bemiddelingsinstantie toegezonden aan de betrokken partijen alsmede, indien de werkgever is aangesloten bij de w.v., aan zijn organisatie. Publicatie van het oordeel is toegestaan na verloop van een week na ontvangst. Publicatie van een oordeel met betrekking tot het voornemen van een of meer werknemersvakverenigingen en/of haar (hun) leden tot werkstaking of andere acties, is toegestaan direct na ontvangst. De publicatie bevat het volledige oordeel van de Bemiddelingsinstantie, behoudens eventuele d...
Procedure. De Dienst Rechtsbijstand neemt de leiding van alle besprekingen, onderhandelingen en minnelijke regelingen. De verzekerde heeft vrije keuze van deskundigen die worden belast met zijn vertegenwoordiging bij zowel minnelijke als gerechtelijk bevolen expertises. Indien voor het schadegeval geen minnelijke regeling wordt gevonden, duidt de verzekerde vrij de advocaat of elke andere persoon die over de door de toepasselijke wet voor de procedure vereiste kwalificaties beschikt aan, belast met de verdediging van zijn belangen in elke gerechtelijke of administratieve procedure of bij arbitrage. Indien tijdens de procedure de verzekerde van deskundige en/of advocaat verandert, zullen de verplichtingen van de verzekeraar beperkt zijn tot de kosten en honoraria waartoe deze gehouden zou zijn geweest indien de oorspronkelijk aangeduide deskundige en/of advocaat de procedure tot het einde zou hebben geleid. Deze beperking geldt niet in geval van overmacht. Als de verzekeraar oordeelt dat de kosten en de honoraria van de door de verzekerde aangestelde advocaat abnormaal hoog zijn, dan verbindt de verzekerde zich ertoe om, op zijn verzoek, de Raad van de Orde te vragen om het bedrag hiervan vast te stellen.
Procedure. 1. Je kunt een schriftelijk en gemotiveerde klacht indienen bij jouw leidinggevende binnen uiterlijk 10 kalenderdagen na het laatste voorval. Indien je jouw probleem eerst kenbaar hebt gemaakt bij het persoonlijk adviesloket, dan kun je jouw schriftelijk en gemotiveerde klacht indienen bij jouw leidinggevende binnen uiterlijk 10 kalenderdagen na het verstrijken van de 21 kalenderdagen (of eventueel verlengde termijn) zoals benoemd in artikel 1, lid 3. 2. Binnen uiterlijk 10 kalenderdagen na het indienen van jouw klacht vindt er een gesprek plaats tussen jou en je leidinggevende waarin je in de gelegenheid wordt gesteld je klacht mondeling toe te lichten of nadere informatie te geven. Tijdens dit gesprek kun je je laten bijstaan door een begeleider. Je wordt door je leidinggevende uitgenodigd voor dit gesprek. 3. Jouw leidinggevende geeft zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 kalenderdagen na het gesprek als bedoeld in het vorige lid, schriftelijk en gemotiveerd antwoord op jouw klacht. 4. Als je niet tevreden bent met de afhandeling van de klacht en/of het geschil is nog niet opgelost, kun je een vervolgklacht indienen bij de direct bovengeschikte van je leidinggevende. Je dient de vervolgklacht schriftelijk en gemotiveerd in binnen 10 kalenderdagen na ontvangst van het antwoord van de leidinggevende. Je motiveert onder meer waarom het eerder gegeven antwoord je geen voldoening geeft. 5. Binnen uiterlijk 10 kalenderdagen na het indienen van jouw vervolgklacht vindt er een gesprek plaats tussen jou en de bovengeschikte van je leidinggevende waarin je in de gelegenheid wordt gesteld je vervolgklacht mondeling toe te lichten of nadere informatie te geven. Tijdens dit gesprek kun je je laten bijstaan door een begeleider. Je wordt door de bovengeschikte van je leidinggevende uitgenodigd voor dit gesprek. 6. De bovengeschikte van jouw leidinggevende geeft zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 kalenderdagen na het gesprek als bedoeld in het vorige lid, schriftelijk en gemotiveerd antwoord op jouw vervolgklacht. 7. Gaat de klacht over de HR-cyclus (inclusief beoordeling), mantelzorg, flexibel werken of gelijke beloning, dan kun je binnen 10 kalenderdagen na het antwoord van de bovengeschikte van jouw leidinggevende in bezwaar bij de bezwaarcommissie (zie verder: hoofdstuk D, artikel 9).