Algemene uitgangspunten verloonde tijd Voorbeeldclausules

Algemene uitgangspunten verloonde tijd a. Voor het bepalen van de verloonde tijd wordt onderscheid gemaakt tussen twee regelingen: - maxflex-regeling (maximering flexibiliteit) - dienstblokken Nadere uitwerking van de regelingen is opgenomen in artikel 2.1.8 (maxflex-regeling) en
Algemene uitgangspunten verloonde tijd a. Voor het bepalen van de verloonde tijd wordt onderscheid gemaakt tussen twee regelingen: – maxflex-regeling (maximering flexibiliteit) – dienstblokken Nadere uitwerking van de regelingen is opgenomen in artikel 2.1.8 (maxflex-regeling) en 2.1.9 (dienstblokken). b. Een werknemer werkt op een dag in de maxflex-regeling of in dienstblokken. Een werknemer kan dus niet op één dag in de maxflex-regeling werken en ook nog in dienstblokken werken. c. De werkgever dient de begin- en eindtijdtijd van de maxflex-regeling en van de afzonderlijke dienstblokken voorafgaand aan de dienst te registreren en aan de werknemer kenbaar te maken. Daarbij moet tevens aangegeven worden of de werknemer de betreffende dag in de maxflex- regeling of in dienstblokken werkt. Indien de werknemer pas op de dag zelf wordt opgeroepen vanwege piek en/of ziek en/of vanwege incidentele werkzaamheden die zich op de dag zelf aandienen en de werknemer wordt daartoe opgeroepen, dan dient de begin- en eindtijd en het type dienst bij de toepassing zowel de maxflex-regeling als de dienstblokken voorafgaand aan de dienst aan de werknemer kenbaar gemaakt te worden en door werkgever te worden geregistreerd. Registratie van de begin- en eindtijden en het kenbaar maken hiervan door werkgever dient eveneens op de dag van de uitvoering te geschieden indien werknemer werkzaamheden verricht in het kader van een extra dienstblok als bedoeld in artikel 2.1.9. De wijze van registratie is vormvrij. d. Alle vooraf aantoonbaar aan werknemer bekend gemaakte diensten zijn in beginsel het uitgangs- punt voor de verloonde tijd. Afwijkingen op begin- en eindtijden van de dienst gebaseerd op de afwijkingen op basis van de BCT-gegevens, en zowel in positieve als in negatieve zin, zijn bepalend voor de daadwerkelijke verloning. Het gestelde in artikel 3.12.2 is onverkort van toepassing. e. Werkgever bepaalt op welke conform artikel 2.1.2. vastgestelde standplaats de dienst aanvangt en op welke conform artikel 2.1.2 vastgestelde standplaats de dienst eindigt. f. De tijd benodigd met het reizen van het woonadres naar het vestigingsadres, zijnde standplaats, van werkgever en vice versa is geen verloonde tijd. Indien werkgever vraagt om het voertuig naar het vestigingsadres te brengen, staat het de werknemer vrij om daar geen gehoor aan te geven. Indien werknemer door werkgever aantoonbaar verplicht wordt het voertuig terug te komen brengen naar het vestigingsadres, dan is de werknemer gehouden daar gehoor aan te geven en...