Arbeidstijd personeelsgroep C Voorbeeldclausules

Arbeidstijd personeelsgroep C. Ten aanzien van de arbeids- en rusttijden is de regelgeving conform de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit (§ 5.16. Podiumkunsten) van toepassing. Het Arbeidstijdenbesluit vormt de basis voor onderstaande: a. Maximum aantal werkuren: De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer: 1. A. ten hoogste 12 uren per dienst onderscheidenlijk per nachtdienst verricht;
Arbeidstijd personeelsgroep C a. Maximum aantal werkuren: De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer: a. ten hoogste 12 uren arbeid per dienst, onderscheidenlijk per nachtdienst, verricht; b. ten hoogste 60 uur per week arbeid verricht; c. in bijzondere omstandigheden ten hoogste 72 uren per week arbeid verricht; d. ten hoogste gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 52 aaneengesloten weken arbeid verricht, en e. een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 11 uren in elke aaneengesloten periode van 24 uren, welke rusttijd 4 maal in elke periode van 4 aaneengesloten weken mag worden ingekort tot ten minste 8 uren. 2. In afwijking van lid 1.a, kan de werkgever de arbeid zodanig organiseren, dat de werknemer ten hoogste 26 maal in elke periode van 52 aaneengesloten weken ten hoogste 14 uren per dienst onderscheidenlijk per nachtdienst arbeid verricht, mits die werknemer na die dienst onderscheidenlijk nachtdienst een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 24 uren. 3. De onder lid 1.d. bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de werknemer arbeid verricht. 4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel lid 1a, b of c, is nietig. b. Voor de inzetbaarheid en planning van podiumassistenten wordt verwezen naar de Bijlage inzetbaarheid en planning podiumassistenten.
Arbeidstijd personeelsgroep C a. Maximum aantal werkuren: De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer: a. ten hoogste 12 uren per dienst onderscheidenlijk per nachtdienst verricht; b. ten hoogste 60 uur per week arbeid verricht; c. in bijzondere omstandigheden ten hoogste 72 uren per week arbeid verricht; d. ten hoogste gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 52 aaneengesloten weken arbeid verricht, en e. een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 11 uren in elke aaneengesloten periode van 24 uren, welke rusttijd 4 maal in elke periode van 4 aaneengesloten weken mag worden ingekort tot ten minste 8 uren.

Related to Arbeidstijd personeelsgroep C

  • Arbeidstijd Lid 1 De arbeidsweek loopt van maandag tot en met zaterdag. Lid 2 Geen arbeid wordt verricht op zondag en algemeen erkende feestdagen. Lid 3 Van het bepaalde in lid 2 kan worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken, de desbetreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten en alleen met instemming van de werknemer. Lid 4 De normale arbeidsduur bedraagt ten hoogste gemiddeld 36 uur, verdeeld over 5 dagen per week, berekend over 3 kalendermaanden. Lid 5 Bij de vaststelling van de tussen werkgever en werknemer overeengekomen arbeidstijd geldt het volgende. De werknemer heeft recht op een werkweek van maximaal 5 dagen. In overleg tussen werkgever en werknemer kan op vrijwillige basis de 4-daagse werkweek gehanteerd worden. Lid 6 De werkgever houdt bij het vaststellen van het arbeidsrooster rekening met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, voor zover dat in redelijkheid van de werkgever gevergd kan worden. Onder persoonlijke omstandigheden wordt onder andere verstaan: zorgtaken voor kinderen, afhankelijke familieleden en naasten, religieuze dagen, alsmede maatschappelijke verantwoordelijkheden door de werknemer gedragen. Lid 7 De dagelijkse arbeid is in de regel gelegen tussen 06.00 uur en 21.00 uur van maandag tot en met vrijdag en van 06.00 uur tot 18.00 uur op zaterdag. Lid 8 De tijd die nodig is voor het opruimen, het ‘afhelp-kwartiertje’ wordt niet tot de arbeidstijd gerekend. Lid 9 De arbeidstijden worden op de volgende wijze onderbroken door rusttijden: a. bij een werkdag van meer den 5 ½ uur: tenminste een ½ uur; b. bij een werkdag van meer dan 8 uur: tenminste ¾ uur, eventueel op te splitsen in een ½ uur en een kwartier: c. rusttijden van minder dan een kwartier (koffie- en theepauzes) worden tot de arbeidstijd gerekend. d. De werkgever organiseert de arbeid van een jeugdige werknemer (onder de 18 jaar) zodanig dat, indien hij meer dan 4,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken door een pauze. De pauze bedraagt ten minste 30 minuten, die zo nodig kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten. Lid 10 Werknemers jonger dan 18 jaar mogen geen arbeid verrichten na 21.00 uur. Lid 11 Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet tot het werken op koopavonden en tot het verrichten van overwerk worden verplicht. Lid 12 De werkgever is verplicht de werknemer ononderbroken zijn werkzaamheden te laten verrichten. Werkgever en werknemer kunnen op verzoek van de werknemer beslissen dat van deze verplichting wordt afgeweken. Een koffie- of theepauze van 15 minuten of langer, geldt niet als onderbreking en evenmin als arbeidstijd.

  • Arbeidstijden 1. Gemiddelde arbeidstijd per week

  • Arbeidsduur 8.1. De arbeidsduur bij een voltijds dienstverband bedraagt 38 uur per week. 8.2. Voor werknemers van tenminste 60 jaar wordt de normale arbeidsduur, berekend op jaarbasis, met 5 werkdagen of diensten verminderd. Bij deeltijd worden deze werkdagen of diensten naar rato toegepast. Bedoelde werkdagen of diensten worden toegekend naast de in artikel 17 lid 1 sub b extra toegekende vakantiedagen voor werknemers van 60 jaar en ouder. 8.3. Aan een verzoek van een werknemer om vermindering of vermeerdering van zijn arbeidsduur binnen de eigen functie, is de werkgever verplicht tegemoet te komen. Indien het verzoek van de werknemer naar oordeel van de werkgever vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen niet gehonoreerd kan worden, zal de werkgever de werknemer hiervan schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen. De werknemer kan tegen deze beslissing bij de Bezwarencommissie in beroep komen. 8.4. De uitspraak van de Bezwarencommissie op het beroep dat wordt ingesteld tegen een afwijzende beslissing van de werkgever om aanpassing van de arbeidsduur heeft het karakter van een bindend advies. 8.5. De werkgever stelt de werktijden, na overleg met de werknemer, vast. 8.6. Indien de werktijden bij rooster worden vastgesteld, dient de werkgever de dagen waarop gewerkt moet worden zo spoedig mogelijk, met inachtneming van artikel 4 lid 2 van de Arbeidstijdenwet, ter kennis te brengen van de betrokken werknemer. Daarbij zijn werkgever en werknemer zich ervan bewust dat op korte termijn wijzigingen in het rooster noodzakelijk kunnen zijn in verband met calamiteiten en/of onvoorziene omstandigheden, waarbij bij dit laatste vooral gedacht moet worden aan afgelastingen en weersomstandigheden. 8.7. De invulling van de normale arbeidsduur van 38 uur per week gemiddeld bij een voltijds dienstverband vindt plaats binnen de volgende bandbreedtes: minimaal 7 uur per dag en minimaal 35 uur per week en maximaal 9 uur per dag en maximaal 45 uur per week waarbij een maximum geldt van gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken. 8.8. In dagdienst wordt als regel gewerkt op de eerste vijf dagen van de week tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.9. Indien de aard van de functie met zich meebrengt dat ook het werken op zaterdag en zondag als normaal kan worden aangeduid, geldt, in afwijking van het in lid 6 bepaalde, dat op alle dagen van de week kan worden gewerkt tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.10. Incidentele afwijkingen van de normale dagelijkse arbeidsduur van een half uur of minder worden geacht deel uit te maken van de normale arbeidsduur. 8.11. De werknemer is in bijzondere gevallen ook gehouden buiten de op het rooster aangegeven uren arbeid te verrichten. 8.12. Indien het belang van de organisatie zich daartegen niet verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, zal de werkgever op verzoek van de werknemer deze in de gelegenheid stellen om ten behoeve van zorgtaken extra verlof op te nemen. Jaarlijks kunnen werkgever en werknemer afspraken maken over de wijze waarop dit verlof opgebouwd c.q. gecompenseerd zal worden. 8.13. Indien het belang van de werkgever zich er niet tegen verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, kan de werkgever de werknemer, onder in onderling overleg te bepalen condities, volgens met het medezeggenschapsorgaan overeengekomen richtlijnen, toestemming verlenen tot thuiswerken of telewerken.

  • Arbeidsduur en arbeidstijden 1. De uitzendonderneming maakt afspraken met de uitzendkracht over het aantal te werken uren per dag/week/periode. 2. De arbeids-, pauze- en rusttijden van de uitzendkracht zoals bedoeld in de Arbeidstijdenwet zijn gelijk aan die bij de opdrachtgever. 3. In overleg met de opdrachtgever en uitzendonderneming, is het de uitzendkracht toegestaan af te wijken van de bij de opdrachtgever geldende arbeidsduur en/of arbeidstijden. Dit kan bij aanvang van de uitzendovereenkomst, dan wel gedurende de uitzendovereenkomst worden overeengekomen. Hierbij geldt dat: x. xx xxxxxxxxx niet de voor de opdrachtgever uiterste grenzen van de wet en/of cao van de opdrachtgever (voor zover deze ruimer is) overschrijdt; b. de pauze- en rusttijden voor de uitzendkracht niet korter zijn dan bij de opdrachtgever.

  • Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 1. Het begin en het einde van het dienstverband moeten bepaald zijn in de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen duur is verstreken, dus zonder dat voorafgaande opzegging vereist is. De aanzegplicht is vermeld in artikel 15 van deze cao. 2. Werkgever en werknemer kunnen een keten van maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd sluiten, die samen niet langer duren dan 36 maanden. Om een nieuwe keten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten te kunnen starten moet er een periode van langer dan 6 maanden tussen twee arbeidsovereenkomsten zijn gelegen. 3. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds worden opgezegd als deze mogelijkheid in de arbeidsovereenkomst is overeengekomen. De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn op deze opzeggingsmogelijkheid van toepassing.