Besluit op het dispensatieverzoek. 1. De dispensatiecommissie kan het dispensatieverzoek geheel of gedeeltelijk toewijzen indien, naar het oordeel van de dispensatiecommissie, is voldaan aan een van de gronden als bedoeld in artikel 4 van dit reglement. De dispensatiecommissie kan nadere voorwaarden verbinden aan een toewijzing van een dispensatieverzoek.
2. Indien het dispensatieverzoek geheel of gedeeltelijk wordt toegewezen, bepaalt de dispensatiecommissie voor welke periode de werkgever wordt gedispenseerd. Deze periode van dispensatie is maximaal gelijk aan de looptijd van de cao-bepaling(en) waarvoor dispensatie wordt verleend, maar kan korter zijn indien de dispensatiecommissie dat bepaalt. Indien sprake is van een dispensatie op grond van artikel 4 lid 1 sub a van dit reglement (Bijzondere omstandigheden en een ten minste gelijkwaardige eigen ondernemings-cao), dan is deze periode van dispensatie in ieder geval niet langer dan de looptijd van de eigen ondernemings-cao van de werkgever.
3. De dispensatiecommissie moet het dispensatieverzoek afwijzen indien, naar het oordeel van de dispensatiecommissie, niet voldaan is aan de gronden als bedoeld in artikel 4 van dit reglement.
4. De dispensatiecommissie moet het dispensatieverzoek voorleggen aan de Vakraad MITT indien de dispensatiecommissie geen unaniem besluit kan nemen op het dispensatieverzoek. In dat geval geldt het bepaalde in artikel 5 lid 4 van dit reglement.
5. Het dispensatieverzoek wordt afgewezen indien de Vakraad MITT (in plaats van de dispensatiecommissie) op grond van artikel 5 lid 4 of lid 5 of artikel 6 lid 4 van dit reglement moet besluiten over het dispensatieverzoek, maar de Vakraad MITT geen besluit kan nemen omdat de stemmen staken.
Besluit op het dispensatieverzoek. 1. Cao-partijen kunnen het dispensatieverzoek geheel of gedeeltelijk toewijzen indien, naar het oordeel van cao-partijen, is voldaan aan een van de gronden als bedoeld in artikel 4 van dit reglement. Cao-partijen kunnen nadere voorwaarden verbinden aan een toewijzing van een dispensatieverzoek.
2. Indien het dispensatieverzoek geheel of gedeeltelijk wordt toegewezen, bepalen cao-partijen voor welke periode de werkgever wordt gedispenseerd. Deze periode van dispensatie is maximaal gelijk aan de looptijd van de cao-bepaling(en) waarvoor dispensatie wordt verleend, maar kan korter zijn indien cao-partijen dat bepalen. Indien sprake is van een dispensatie op grond van artikel 4 lid 1 sub a van dit reglement (Bijzondere omstandigheden en een ten minste gelijkwaardige eigen ondernemings-cao), dan is deze periode van dispensatie in ieder geval niet langer dan de looptijd van de eigen ondernemings-cao van de werkgever.
3. Cao-partijen moeten het dispensatieverzoek afwijzen indien, naar het oordeel van cao-partijen, niet voldaan is aan de gronden als bedoeld in artikel 4 van dit reglement.