Betaling op Werkdagen Voorbeeldclausules

Betaling op Werkdagen. Indien een betaaldatum met betrekking tot de Obligaties geen Werkdag is, zal de Obligatiehouder geen recht hebben op betaling tot de eerstvolgende Werkdag, noch recht hebben op enige interest of ander bedrag met betrekking tot dergelijke uitgestelde betaling. Het interestbedrag dat dan op de Obligaties betaalbaar is, zal blijven worden berekend op basis van de oorspronkelijke Interest Betaaldatum en niet op basis van de eerstvolgende Werkdag.
Betaling op Werkdagen. Wanneer betaling dient te worden gedaan door overschrijving naar een rekening op naam, wordt een betaalinstructie gegeven voor uitkering op de Vervaldatum of, indien dat geen Werkdag is, voor uitkering op de eerstvolgende Werkdag. Obligatiehouders hebben geen recht op rente of een andere betaling voor vertraagde ontvangst van het verschuldigde bedrag na de Vervaldatum, indien de Vervaldatum geen Werkdag is.

Related to Betaling op Werkdagen

  • Betaling koopsom De betaling van de koopsom en de verrekening van de lasten vinden plaats bij de Levering.

  • Terugbetaling van premie Behalve bij opzegging wegens opzet de verzekeraar te misleiden, wordt bij tussentijdse opzegging de lopende premie naar billijkheid verminderd.

  • Uitbetaling Wij betalen zo snel mogelijk nadat wij alle gegevens hebben ontvangen die nodig zijn om de schade te beoordelen.

  • Betaling aan derden Wij mogen andere (rechts)personen rechtstreeks betalen en/of schikkingen met hen aangaan.

  • Betalingstermijn 1. Tenzij anders is overeengekomen, dient de opdrachtgever de prijs en de overige krachtens de overeenkomst verschuldigde bedragen te betalen binnen 30 dagen na factuurdatum, zonder zich op enige korting, verrekening of opschorting te kunnen beroepen. De betaling dient evenwel op de door leverancier aangegeven wijze plaats te vinden indien de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Indien niet tijdig is betaald is de opdrachtgever in verzuim zonder dat ingebrekestelling door de leverancier is vereist. 2. De leverancier is gerechtigd bij een overeengekomen aflevering in gedeelten, na aflevering van het eerste gedeelte, naast de betaling van dit gedeelte tevens de betaling te vragen van de voor de gehele levering gemaakte kosten zoals die van zetwerk, litho’s en proeven. 3. De opdrachtgever is te allen tijde en ongeacht de overeengekomen betalingscondities, gehouden op eerste verzoek van de leverancier gehele of gedeeltelijke vooruitbetaling te doen en/of zekerheid te stellen voor de voldoening van de krachtens de overeenkomst aan de leverancier te betalen bedragen. De aangeboden zekerheid zal zodanig moeten zijn, dat de vordering met de eventueel daarop vallende rente en kosten behoorlijk gedekt is en dat de leverancier daarop zonder moeite verhaal zal kunnen nemen. Een eventueel later onvoldoende geworden zekerheid zal op eerste verzoek van de leverancier tot een voldoende zekerheid aangevuld dienen te worden. Indien en zolang de opdrachtgever met de door de leverancier verlangde gehele of gedeeltelijke vooruitbetaling en/of zekerheidstelling in gebreke blijft, is de leverancier bevoegd zijn leveringsplicht op te schorten. 4. Indien de opdrachtgever niet tijdig betaalt als in lid 1 van dit artikel bedoeld, is deze wegens de vertraging in de voldoening van het door hem verschuldigde bedrag vanaf de 31e dag na factuurdatum over dit bedrag de wettelijke handelsrente, of zo van toepassing, de wettelijke rente verschuldigd. De leverancier is bevoegd een twaalfde deel van deze rente in rekening te brengen over elke maand of gedeelte van een maand waarin de opdrachtgever zijn verplichting tot betaling niet volledig is nagekomen 5. Bij niet tijdige betaling als in lid 1 van dit artikel bedoeld, is de opdrachtgever naast het verschuldigde bedrag en de daarop verschenen rente, gehouden tot een volledige vergoeding van zowel buitengerechtelijke als gerechtelijke incassokosten, daaronder begrepen de kosten voor advocaten, deurwaarders en incassobureaus. De buitengerechtelijke kosten worden gesteld op ten minste 15% van de hoofdsom met rente zulks met een minimum van € 100,00 onverminderd de de opdrachtgever niet het recht zijn betalingsverplichtingen jegens de leverancier op te schorten en/of te verrekenen met betalingsverplichtingen van de leverancier jegens de opdrachtgever. 9. De leverancier is gerechtigd alle vorderingen op de opdrachtgever te verrekenen met iedere schuld die de leverancier aan de opdrachtgever, dan wel aan met de opdrachtgever gelieerde (rechts-)personen, mocht hebben. 10. Alle vorderingen van de leverancier op de opdrachtgever zijn onmiddellijk opeisbaar in de navolgende gevallen: a) indien na het sluiten van de overeenkomst aan de leverancier omstandigheden ter kennis komen die hem goede grond geven te vrezen dat de opdrachtgever niet aan zijn verplichtingen zal voldoen, zulks geheel ter beoordeling van de leverancier; b) indien de leverancier de opdrachtgever gevraagd heeft zekerheid te stellen voor de nakoming als bedoeld in lid 3 van dit artikel en deze zekerheid uitblijft dan wel onvoldoende is; c) in geval van het aanvragen van faillissement of surseance van betaling van de opdrachtgever, liquidatie c.q. overlijden of faillissement van de opdrachtgever of – voor zover de opdrachtgever een natuurlijke persoon betreft – het op de opdrachtgever van toepassing worden van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP).

  • Terugbetaling Bij het eindigen van de verzekering heeft verzekeringnemer recht op terugbetaling van de premie over de periode waarvoor de verzekering niet meer van kracht is, onder aftrek van administratiekosten.

  • Waarborgsom en tussentijdse betaling 10.1 Het horecabedrijf kan van de klant verlangen dat deze onder het horecabedrijf een waarborgsom deponeert. Ontvangen waarborgsommen worden deugdelijk geadministreerd, dienen uitsluitend tot zekerheid voor het horecabedrijf en gelden uitdrukkelijk niet als reeds gerealiseerde omzet. Tot meerdere zekerheid van het hore- cabedrijf kan deze van de klant verlangen zijn medewerking te verlenen aan het verstrekken van de benodigde gegevens, waaronder het maken van een afdruk of kopie van de creditcard van de klant, teneinde de waarborg- som en de mogelijkheid tot het uitwinnen daarvan zo veel als mogelijk zeker te stellen. 10.2 Het horecabedrijf kan steeds tussentijds betaling verlangen van reeds verleende horecadiensten. 10.3 Het horecabedrijf mag zich verhalen op het ingevolge de voorgaande bepalingen gedeponeerde bedrag ter zake al datgene wat de klant uit welken hoofde ook aan hem verschuldigd is. Het overschot dient door het horecabe- drijf onverwijld aan de klant te worden terugbetaald.

  • Betalingen en betalingstermijn De Nieuwe Meerpaal mag bij het aangaan van de overeenkomst een aanbetaling tot 50% van het overeengekomen bedrag verlangen.

  • Loondoorbetaling bij ziekte 5.1.1 Voor werknemers die ziek zijn geworden geldt in beginsel een loondoorbetalingsplicht van twee jaar. Tijdens het eerste jaar van ziekte betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 100 procent van het laatstverdiende brutoloon dat aan de werknemer zou zijn uitbetaald, indien de werknemer niet ziek zou zijn. Tijdens het tweede ziektejaar betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 70 procent van het totale laatstverdiende brutoloon. 5.1.2 Bij succesvolle re-integratie in het tweede ziektejaar ontvangt de werknemer met terugwerkende kracht over de periode dat de werknemer inspanning heeft verricht voor de re-integratie een aanvulling in het tweede ziektejaar van 20 procent van het laatstverdiende brutoloon. Er is sprake van een succesvolle re-integratie als de werknemer twee maanden gere-integreerd is tegen minimaal 50 procent van het brutoloon. De peildatum voor de bepaling van de hoogte van het brutoloon is de laatste dag van het eerste ziektejaar. 5.1.3 Als het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) oordeelt dat de werkgever zich onvoldoende heeft ingespannen om de werknemer te re-integreren of het re-integratieverslag niet tijdig heeft ingediend, kan de loondoorbetalingsverplichting worden verlengd met maximaal een jaar. Gedurende deze verlengde periode vult de werkgever het wettelijk verplichte brutoloon van 70 procent uit artikel 7:629 BW aan tot 100 procent van het brutoloon. 5.1.4 De werkgever kan het doorbetalen van brutoloon bij ziekte opschorten, zolang de werknemer de controlevoorschriften van de werkgever en/of arbodienst niet of onvoldoende naleeft of onvoldoende meewerkt aan zijn re-integratie of weigert passende arbeid te verrichten. 5.1.5 Als het UWV instemt met een gezamenlijk verzoek van de werkgever en werknemer om de wachttijd voor de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) te verlengen, zal de werkgever 100 procent van het brutoloon van de werknemer doorbetalen voor een periode van maximaal vier maanden.

  • De betaling / Niet-tijdige betaling 1. De Ouder betaalt op basis van een Schriftelijke factuur en uiterlijk op de factuur vermelde betalingsdatum. Een eventueel beroep op een gestelde borg staat gelijk aan een betaling. De factuur wordt kosteloos verstrekt. 2. Indien een Ouder betaalt aan een door de Ondernemer aangewezen derde geldt dit voor de Ouder als bevrijdende betaling. De aanwijzing door de Ouder van een derde die voor het doen van betalingen dient zorg te dragen, staat niet aan de aansprakelijkheid van de Ouder voor (tijdige) betaling in de weg. Een eventuele betaling door een derde voor de Ouder geldt wel als een bevrijdende betaling door die Ouder. 3. Bij gebreke van volledige en tijdige betaling is de Ouder van rechtswege in verzuim. 4. De Ondernemer zendt na het verstrijken van de betalingsdatum een Schriftelijke betalingsherinnering en geeft de Ouder de gelegenheid binnen 14 dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering alsnog te betalen. Verder waarschuwt de Ondernemer de Ouder in deze betalingsherinnering voor de opzeggingsbevoegdheid van de Ondernemer op grond van 10 lid 3 sub a. Deze betalingsherinnering moet minimaal 14 dagen vóór de datum waarop die bevoegdheid ontstaat zijn verzonden. 5. Als na het verstrijken van de termijn genoemd in de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, brengt de ondernemer rente in rekening vanaf het verstrijken van de in de factuur genoemde uiterste betalingsdatum. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente. 6. Door de Ondernemer gemaakte buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld van de Ouder af te dwingen, kunnen aan de Ouder in rekening worden gebracht. De hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten is onderworpen aan wettelijke grenzen. 7. Een gedane betaling strekt in de eerste plaats ter voldoening van de verschuldigde kosten en rente en vervolgens ter voldoening van de oudst openstaande schulden.