BLIJVENDE FUNCTIONELE INVALIDITEIT (RUBRIEK B). In geval van blijvende functionele invaliditeit van een verzekerde wordt de uitkering vastgesteld op een per- centage van het voor blijvende functionele invaliditeit verzekerde bedrag. Indien de verzekerde vóór de vaststelling van de blij- vende functionele invaliditeit overlijdt anders dan ten gevolge van het ongeval dat de invaliditeit veroor- zaakte, dan blijft het recht op uitkering voor blijvende functionele invaliditeit bestaan. De hoogte van deze uitkering wordt door de maatschappij bepaald aan de hand van de op grond van medische rapporten verwachte graad van blijvende functionele invaliditeit, waarvan sprake zou zijn geweest in geval de verze- kerde niet zou zijn overleden.