Boedelvorderingen. Curatoren hebben in verslagperiode 5 nog geen bedragen uitgekeerd aan (voormalig) werknemers die woonachtig zijn in het buitenland en aan een aantal (voormalig) stagiaires die niet onder het (Nederlandse) sociaal verzekeringsstel- sel/de loongarantieregeling vallen (zie punt 2). De verwach- ting is dat dit in volgende verslagperioden alsnog zal gaan gebeuren. Voor het overige zijn de boedelvorderingen nog niet volledig bekend, er wordt overleg gevoerd met diverse verhuurders over het moment van oplevering. Waar moge- lijk worden de winkelpanden eerder opgeleverd dan aan het eind van de opzegtermijn om zo de boedelvorderingen zoveel mogelijk te beperken. Curatoren hebben in verslagperiode 6 voor een bedrag van € 178,75 aan werknemers uitgekeerd, waarvan na onderzoek is vastgesteld dat die een boedelvordering hebben (zie voor de achterliggende redenen punt 2). In de periode na faillissement hebben er diverse betalingen op de rekeningen van de gefailleerde vennootschappen plaatsgevonden. Per geval hebben de curatoren beoor- deeld of de betreffende betaling is aan te merken als een zogenaamde ‘onmiskenbare vergissing’ zoals bedoeld in de jurisprudentie. In dergelijke gevallen dient er tot terug- betaling te worden overgegaan zonder dat de afwikkeling van het faillissement behoeft te worden afgewacht. Voor veel gevallen geldt echter dat deze niet zijn te kwalificeren als een ‘onmiskenbare vergissing’ zodat er geen grond bestaat om het bedrag direct terug te betalen. Tot en met de 8e verslagperiode zijn door het UWV boe- delvorderingen ingediend wegens overgenomen loonver- plichtingen ter hoogte van in totaal € 1.969.594,67. Tot en met de 6e verslagperiode zijn door overige credi- teuren 7 boedelvorderingen ingediend, onder andere ter zake huur. In verslagperiode 7 is de inventarisatie van de vorderin- gen van verhuurders afgerond en zijn deze vorderingen ook verwerkt in de crediteurenlijst. In totaal zijn 49 vorde- ringen ter hoogte van in totaal € 179.031,74 op de lijst van (nog niet erkende) boedelvorderingen geplaatst.
Appears in 1 contract
Samples: Faillissementsverslag
Boedelvorderingen. Curatoren hebben in verslagperiode 5 nog geen bedragen uitgekeerd aan (voormalig) werknemers die woonachtig zijn in het buitenland en aan een aantal (voormalig) stagiaires die niet onder het (Nederlandse) sociaal verzekeringsstel- selverzekeringsstelsel/de loongarantieregeling vallen (zie punt 2). De verwach- ting verwachting is dat dit in volgende verslagperioden alsnog zal gaan gebeuren. Voor het overige zijn de boedelvorderingen nog niet volledig bekend, er wordt overleg gevoerd met diverse verhuurders over het moment van oplevering. Waar moge- lijk mogelijk worden de winkelpanden eerder opgeleverd dan aan het eind van de opzegtermijn om zo de boedelvorderingen boedelvorde- ringen zoveel mogelijk te beperken. Curatoren hebben in verslagperiode 6 voor een bedrag van € 178,75 aan werknemers uitgekeerd, waarvan na onderzoek is vastgesteld dat die een boedelvordering hebben (zie voor de achterliggende redenen punt 2). In de periode na faillissement hebben er diverse betalingen op de rekeningen van de gefailleerde vennootschappen plaatsgevonden. Per geval hebben de curatoren beoor- deeld of de betreffende betaling is aan te merken als een zogenaamde ‘onmiskenbare vergissing’ zoals bedoeld in de jurisprudentie. In dergelijke gevallen dient er tot terug- betaling te worden overgegaan zonder dat de afwikkeling van het faillissement behoeft te worden afgewacht. Voor veel gevallen geldt echter dat deze niet zijn te kwalificeren als een ‘onmiskenbare vergissing’ zodat er geen grond bestaat om het bedrag direct terug te betalen. Tot en met de 8e 7e verslagperiode zijn door het UWV boe- delvorderingen ingediend wegens overgenomen loonver- plichtingen ter hoogte van in totaal € 1.969.594,67. Tot en met de 6e verslagperiode zijn door overige credi- teuren 7 boedelvorderingen ingediend, onder andere ter zake huur. In verslagperiode 7 is de inventarisatie van de vorderin- gen vorderingen van verhuurders afgerond en zijn deze vorderingen ook verwerkt in de crediteurenlijst. In totaal zijn 49 vorde- ringen vorderingen ter hoogte van in totaal € 179.031,74 op de lijst van (nog niet erkende) boedelvorderingen geplaatst.
Appears in 1 contract
Samples: Faillissementsverslag
Boedelvorderingen. Curatoren hebben in verslagperiode 5 nog geen bedragen uitgekeerd aan (voormalig) werknemers die woonachtig zijn in het buitenland en aan een aantal (voormalig) stagiaires die niet onder het (Nederlandse) sociaal verzekeringsstel- selverzekeringsstelsel/de loongarantieregeling vallen (zie punt 2). De verwach- ting verwachting is dat dit in volgende verslagperioden alsnog zal gaan gebeuren. Voor het overige zijn de boedelvorderingen nog niet volledig bekend, er wordt overleg gevoerd met diverse verhuurders over het moment van oplevering. Waar moge- lijk mogelijk worden de winkelpanden eerder opgeleverd dan aan het eind van de opzegtermijn om zo de boedelvorderingen boedelvorde- ringen zoveel mogelijk te beperken. Curatoren hebben in verslagperiode 6 voor een bedrag van € 178,75 aan werknemers uitgekeerd, waarvan na onderzoek is vastgesteld dat die een boedelvordering hebben (zie voor de achterliggende redenen punt 2). In de periode na faillissement hebben er diverse betalingen op de rekeningen van de gefailleerde vennootschappen plaatsgevonden. Per geval hebben de curatoren beoor- deeld of de betreffende betaling is aan te merken als een zogenaamde ‘onmiskenbare vergissing’ zoals bedoeld in de jurisprudentie. In dergelijke gevallen dient er tot terug- betaling te worden overgegaan zonder dat de afwikkeling van het faillissement behoeft te worden afgewacht. Voor veel gevallen geldt echter dat deze niet zijn te kwalificeren als een ‘onmiskenbare vergissing’ zodat er geen grond bestaat om het bedrag direct terug te betalen. Tot en met de 8e 6e verslagperiode zijn door het UWV boe- delvorderingen ingediend wegens overgenomen loonver- plichtingen ter hoogte van in totaal € 1.969.594,67. Tot en met de 6e verslagperiode zijn door overige credi- teuren 7 boedelvorderingen ingediend, onder andere ter zake huur. In verslagperiode 7 is de inventarisatie van de vorderin- gen van verhuurders afgerond en zijn deze vorderingen ook verwerkt in de crediteurenlijst. In totaal zijn 49 vorde- ringen ter hoogte van in totaal € 179.031,74 op de lijst van (nog niet erkende) boedelvorderingen geplaatst.
Appears in 1 contract
Samples: Faillissementsverslag
Boedelvorderingen. Curatoren hebben in verslagperiode 5 nog geen bedragen bedra- gen uitgekeerd aan (voormalig) werknemers die woonachtig woon- achtig zijn in het buitenland en aan een aantal (voormaligvoor- malig) stagiaires die niet onder het (Nederlandse) sociaal verzekeringsstel- selverzekeringsstelsel/de loongarantieregeling vallen (zie punt 2). De verwach- ting verwachting is dat dit in volgende verslagperioden verslag- perioden alsnog zal gaan gebeuren. Voor het overige zijn de boedelvorderingen nog niet volledig bekend, er wordt overleg gevoerd met diverse verhuurders over het moment van oplevering. Waar moge- lijk mogelijk worden de winkelpanden eerder opgeleverd dan aan het eind van de opzegtermijn om zo de boedelvorderingen zoveel mogelijk te beperken. Curatoren hebben in verslagperiode 6 voor een bedrag van € 178,75 aan werknemers uitgekeerd, waarvan na onderzoek is vastgesteld dat die een boedelvordering hebben (zie voor de achterliggende redenen punt 2). In de periode na faillissement hebben er diverse betalingen op de rekeningen van de gefailleerde vennootschappen plaatsgevonden. Per geval hebben de curatoren beoor- deeld of de betreffende betaling is aan te merken als een zogenaamde ‘onmiskenbare vergissing’ zoals bedoeld in de jurisprudentie. In dergelijke gevallen dient er tot terug- betaling te worden overgegaan zonder dat de afwikkeling van het faillissement behoeft te worden afgewacht. Voor veel gevallen geldt echter dat deze niet zijn te kwalificeren als een ‘onmiskenbare vergissing’ zodat er geen grond bestaat om het bedrag direct terug te betalen. Tot en met de 8e 5e verslagperiode zijn door het UWV boe- delvorderingen boedelvorderingen ingediend wegens overgenomen loonver- plichtingen loonverplichtingen ter hoogte van in totaal € 1.969.594,67. Tot en met de 6e 5e verslagperiode zijn door overige credi- teuren 7 crediteuren 6 boedelvorderingen ingediend, onder andere ter zake huur. In verslagperiode 7 is de inventarisatie van de vorderin- gen van verhuurders afgerond en zijn deze vorderingen ook verwerkt in de crediteurenlijst. In totaal zijn 49 vorde- ringen ter hoogte van in totaal € 179.031,74 op de lijst van (nog niet erkende) boedelvorderingen geplaatst.
Appears in 1 contract
Samples: Faillissementsverslag