Criteria van de Operationele veiligheidsbeperking Voorbeeldclausules

Criteria van de Operationele veiligheidsbeperking. De Operationele veiligheid betekent de capaciteit van een elektrisch distributiesysteem om een normale operationele modus te behouden of te bewaren of om terug te keren naar dergelijke modus en is gekarakteriseerd door zijn thermische beperkingen, de beperkingen opgelegd door de spanning en het kortsluitingsvermogen. Ongeacht de criteria die hier worden voorgesteld om de operationele veiligheid van het distributienet te kaderen, dient elke distributienetgebruiker steeds alle aansluitvoorwaarden te respecteren, waaronder de elementen beschreven in het hoofdstuk Technische conformiteit van de installatie in deze Bijlage. De invulling van deze criteria d.m.v. technische grenzen is uiteraard onafhankelijk van de oorzaak die de operationele veiligheid in het gedrang brengt. In die zin zijn de aansluitvoorwaarden van de DNB eveneens gebaseerd op diezelfde operationele grenzen. In een noodsituatie, als de operationele veiligheid of de betrouwbaarheid van het elektriciteitsdistributienet in acuut gevaar is of dreigt te komen, kan de DNB alle uitzonderlijke en tijdelijke maatregelen nemen die hij nodig acht met het oog op de veiligheid, de betrouwbaarheid, kwaliteit en beschibaarheid van het elektriciteitsdistributienet, of om verdere schade te voorkomen. Bij het hanteren van deze criteria in het kader van flexibiliteit, dient echter een zekere marge gehanteerd te worden om nog steeds het normale gedrag te kunnen ondersteunen. Deze veiligheidsmarge moet de DNB toelaten om tijdig gealarmeerd te worden en de nodige corrigerende acties te opzetten vooraleer de normale operationele modus verlaten wordt. Tevens kunnen maatregelen worden bepaald die garanderen dat de criteria worden gerespecteerd. De technische grenzen die gehanteerd worden kunnen verschillend zijn naargelang de operationele modus waarin het netwerk zich bevindt. Naast de veiligheid van personen, worden deze Operationele veiligheidsbeperkingen in het kader van de flexibiliteit als volgt gedefinieerd: • Het kortsluitingsvermogen in elk punt van het distributienet mag niet hoger zijn dan de constructieve beperkingen van de uitrusting. • Het vermogen uitgewisseld op het TNB-DNB interconnectiepunt is compatibel met de beperkingen van de TNB. • De stroom die door de uitrusting loopt, mag niet hoger zijn dan de constructieve mogelijkheden van de uitrusting, en voornamelijk: o In een net in normale operationele modus, komt het te beschouwen constructieve vermogen van de uitrusting overeen met de cyclische norma...