Toepasselijk recht, klachten en geschillen Op de voorwaarden Risicoverdeling Cascoschade is Nederlands recht van toepassing. Bij ons staat het belang van de klant voorop. Hebt u toch een klacht, dan kunt u dit melden bij onze Driver Desk (036 – 547 4466). U kunt uw klacht ook schriftelijk indienen bij Athlon t.a.v. Directie, Xxxxxxx 00000, 0000 XX XXXXXX. Athlon streeft ernaar klachten naar tevredenheid af te handelen. Xxxx u desondanks ontevreden? Dan is de Rechtbank te Amsterdam bij uitsluiting bevoegd kennis te nemen van geschillen voortvloeiende uit of verband houdende met deze voorwaarden.
Wie kunnen bij een medische handeling aanwezig zijn? Als wij een medische handeling uitvoeren zorgen wij ervoor dat dit buiten het zicht en gehoor van anderen gebeurt. Anderen zijn niet: • de zorgverlener die de handeling verricht en degenen van wie de medewerking bij de uitvoering van de handeling noodzakelijk is; • uw vertegenwoordiger, tenzij de zorgverlener vindt dat de aanwezigheid van de vertegenwoordiger niet past bij goede zorgverlening. Wanneer wij van plan zijn om bij een medische handeling of een gesprek een stagiaire aanwezig te laten zijn, dan vragen wij u daarvoor voorafgaand toestemming.
Klachten en geschillen Wanneer u tevreden bent met de door ons geleverde zorg, dan kunt u dat ook aan ons laten weten.
Reparatiekosten en schadebedrag Wij vergoeden de schade en reparatiekosten naar Nederlandse maatstaven.
Vragen, klachten en geschillen 16.1 Indien de contractant een vraag of klacht heeft over de totstandkoming of uitvoering van een leveringsovereenkomst of de bedragen die de leverancier voor de netbeheerder factureert (daaronder niet begrepen de afwijzing van een voorgestelde betalingsregeling), dient hij deze eerst aan de leverancier voor te leggen. In de kwaliteitscriteria als bedoeld in artikel 2, lid 2 is omschreven hoe de contractant een vraag of klacht moet voorleggen en binnen welke termijn hij een reactie van de leverancier op de vraag of klacht zal ontvangen. 16.2 Indien een klacht niet naar tevredenheid van beide partijen is opgelost alsmede ingeval van afwijzing van een voorgestelde betalingsregeling als bedoeld in artikel 12, lid 11-, kan het resterende geschil zowel door de contractant als door de leverancier worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Energie (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx) of aan de bevoegde rechter in Nederland. 16.3 Wanneer de contractant ervoor kiest een geschil voor te leggen aan de Geschillencommissie, dan is de leverancier aan deze keuze gebonden. Een geschil dient schriftelijk bij de Geschillencommissie aanhangig te zijn gemaakt uiterlijk drie maanden nadat de klacht aan de leverancier is voorgelegd. Voor gevallen als bedoeld in artikel 7, lid 2 geldt een termijn van tien kalenderdagen. 16.4 Wanneer de leverancier ervoor kiest een geschil te laten behandelen door de Geschillencommissie, doet hij de contractant daartoe schriftelijk een voorstel. De leverancier kondigt daarbij aan dat hij het geschil aanhangig zal maken bij de bevoegde rechter als de contractant niet binnen vijf weken schriftelijk laat weten in te stemmen met behandeling van het geschil door de Geschillencommissie. Indien de leverancier, in het geval de contractant het verzoek heeft afgewezen of niet binnen de termijn van vijf weken heeft geantwoord, het geschil niet binnen twee maanden aanhangig heeft gemaakt bij de bevoegde rechter, kan de contractant het geschil alsnog voor behandeling voorleggen aan de Geschillencommissie. 16.5 De Geschillencommissie doet uitspraak onder de voorwaarden zoals deze zijn vastgesteld in het Reglement Geschillencommissie Energie. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor de behandeling van een geschil is een bescheiden vergoeding verschuldigd. Indien de Geschillencommissie oordeelt dat de klacht van de contractant gegrond is, dan moet de leverancier de contractant laatstbedoeld bedrag vergoeden.
Inschakelen van derden of onderaannemers 5.1. Verwerker mag in het kader van deze verwerkersovereenkomst gebruik maken van derden onder voorwaarde dat deze vooraf worden gemeld aan Verwerkingsverantwoordelijke. Verwerkingsverantwoordelijke mag bezwaar maken indien het gebruik van een specifieke gemelde derde onaanvaardbaar voor haar is. 5.2. Verwerker zorgt er in ieder geval voor dat deze derden schriftelijk ten minste dezelfde plichten op zich nemen als tussen Verwerkingsverantwoordelijke en Verwerker zijn overeengekomen. 5.3. Verwerker staat in voor een correcte naleving van de plichten uit deze Verwerkersovereenkomst door deze derden en is bij fouten van deze derden zelf aansprakelijk voor alle schade alsof zij zelf de fout(en) heeft begaan.
Deelnemerschap 2.1 Deelnemer in de zin van deze overgangsregeling is de (gewezen) werknemer die a) vóór 1 januari 1996 een tijdelijk partnerpensioen heeft opgebouwd uit hoofde van het pensioenreglement van het inmiddels geliquideerde Pensioenfonds Campagne, welk reglement in 2003 is overgenomen door het Fonds; en b) een ex-partner heeft. 2.2 Het deelnemerschap vangt aan op 1 april 2016. 2.3 Het deelnemerschap eindigt: a) op de datum van overlijden van de (gewezen) deelnemer; b) op de pensioendatum.
Klachten- en geschillenregeling Mijn patiënten kunnen met klachten over mij of mijn behandeling terecht bij mij of bij (naam en contactgegevens klachtenfunctionaris): Link naar website:
Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).
Technische en beroepsbekwaamheid Selectiecriteria zoals vermeld in de aanbestedingsstukken