DAGELIJKSE ONAFGEBROKEN RUSTTIJD. De werknemer heeft recht op een dagelijkse onafgebroken rusttijd van ten minste 11 uur in een periode van 24 uur. In afwijking van de arbeidstijdenwet is het niet toegestaan deze rusttijd in te korten.
DAGELIJKSE ONAFGEBROKEN RUSTTIJD. 1. De werknemer heeft recht op een dagelijkse onafgebroken rusttijd van ten minste 11 uur in een periode van 24 uur. Deze rusttijd mag 1 keer per periode van 7 maal 24 uur door de werkgever tot 8 uur worden ingekort.
DAGELIJKSE ONAFGEBROKEN RUSTTIJD. De dagelijkse rust is: – ten minste 11 uur bij diensten die eindigen voor 2.00 uur; – ten minste 14 uur na nachtdiensten die eindigen op of na 2.00 uur; – ten minste 48 uur na een reeks nachtdiensten. De werkgever kan één keer in een periode van 7 x 24 uur de dagelijkse rusttijd beperken tot minimaal 8 uur. De ATW staat dit toe als – dit in het belang is van een behoorlijke dienstuitvoering of de veiligheid; – de situatie waarin dit nodig is niet was te voorzien of door andere maatregelen was te voorkomen (zie ATW, art. 1.6.3).