DIENSTVERLENING DOOR DE CHAUFFEUR Voorbeeldclausules

DIENSTVERLENING DOOR DE CHAUFFEUR. Qua dienstverlening verwachten we van de chauffeur dat hij: • de auto op een zo gunstig mogelijke plaats parkeert; • uitstapt en aanbelt (of zich meldt bij de balie) bij aankomst op de instaplocatie en op uw verzoek ook op de uitstaplocatie; • zich kenbaar maakt als deeltaxichauffeur en de naam noemt van de mee te nemen klant; • altijd (eerst) u als klant aanspreekt, ook als er begeleiding bij is; • u vraagt om uw klantenpas te laten zien; • u begeleidt van de instaplocatie naar de taxi, en van de taxi naar de uitstaplocatie; • helpt bij het in- en uitstappen; • helpt met de bagage; • controleert of de juiste persoon instapt; • klanten met een visuele beperking informeert over het soort voertuig, de te gebruiken deur, het al dan niet aanwezig zijn van medepassagiers, de rijrichting van het voertuig en het ritverloop; • uw klantbijdrage int, en eventueel wisselgeld teruggeeft; • zorgt voor orde en rust in het voertuig; • erop toeziet dat in het voertuig nooit gerookt wordt, geen alcohol wordt gebruikt en niet wordt gegeten; • zorgt dat er geen luide muziek wordt afgespeeld of, op uw verzoek, helemaal geen muziek; • zorgt voor veilig en comfortabel vervoer; • zich aan de verkeersregels houdt en verkeers- drempels rustig en beheerst passeert; • toeziet op het gebruik van veiligheidsgordels; • zorgt voor het in- en uitrijden en vastzetten van een rolstoel, scootmobiel, rollator en kinderzitjes; • controleert of de rolstoel of scootmobiel veilig vastzetbaar is. • er op toe ziet dat klanten met een scootmobiel een overstap maken naar een zitplaats; • materiaal om een rolstoel vast te zetten veilig opbergt.

DIENSTVERLENING DOOR DE CHAUFFEUR. De chauffeur levert bij de uitvoering van de rit de volgende dienstverlening: ▪ hij heeft een service gerichte- en klantvriendelijke instelling, kennis (of ervaring) met omgang met de doelgroepen, goede sociale vaardigheden, een goede kennis van wegen, straten en openbare gebouwen binnen het vervoergebied en een goede mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in de Nederlandse taal; ▪ tijdens het vervoer is de chauffeur herkenbaar aan een uniform naamplaatje dat voorzien is van het logo van het vervoersysteem. ▪ Chauffeurs van rolstoelvoertuigen dienen tenminste in het bezit te zijn van een erkend diploma Levensreddend handelen. ▪ de chauffeur heeft tenminste een cursus sociale vaardigheden gevolgd. ▪ De chauffeur heeft kennis van de code Veilig Vervoer Rolstoelinzittenden ▪ Bij aankomst bij het vertrekadres wordt door de chauffeur uitgestapt en, indien de reiziger zich in een woning of gebouw bevindt, aangebeld. ▪ De chauffeur wacht vanaf het moment van aanbellen bij het vertrekadres maximaal 5 minuten . ▪ Indien de reiziger niet binnen de genoemde maximale wachttijd zijn aanwezigheid heeft kenbaar gemaakt, mag de chauffeur zonder reiziger vertrekken. ▪ De chauffeur helpt de reiziger desgewenst vanaf de deur tot in het voertuig en vice versa; ▪ De chauffeur helpt de reiziger bij de in- en uitstap. ▪ De chauffeur helpt de reiziger bij het dragen van eventuele bagage. ▪ De chauffeur rijdt scootmobielen het voertuig in en uit. ▪ De chauffeur zorgt voor het vastzetten van rolstoel en scootmobiel. ▪ De chauffeur is verantwoordelijk voor het feit dat de reiziger een veiligheidsgordel gebruikt. Gebruikt de reiziger deze niet, dan mag de chauffeur onder geen beding met de reiziger in het voertuig wegrijden. ▪ Op de plaats van bestemming begeleidt de chauffeur op identieke wijze als bij de instap de reiziger tot aan de deur van zijn bestemming;