Common use of Doel en middelen Clause in Contracts

Doel en middelen. 1. De Stichting stelt zich ten doel, het bevorderen van de vakbekwaamheid en het sociaal beleid in de waterbouwbranche in zijn totaliteit, alsmede het beheren van het daartoe benodigde vermogen zoals dat is omschreven in artikel 3 van deze statuten. 2. De stichting tracht dit te bereiken door: a. Het bevorderen van de kwaliteit, organisatie en uitvoering van de vak- en beroepsopleidingen in de waterbouw. b. Het bevorderen van kwalitatief en kwantitatief voldoende instroom van werk- nemers in de waterbouw. Hieronder valt ook het verbeteren van het imago van de bedrijfstak en van het beroep van de werknemer. c. Het bevorderen van de opleiding, bij-, om- en nascholing van werkgevers en werknemers in de Waterbouw. Bij de werknemers gaat het om scholing ter ver- betering van hun employability/inzetbaarheid, bij werkgevers om scholing die betrekking heeft op de arbeidsverhouding werkgever/werknemer. Hieronder valt ook: - het onderzoeken van actuele technologische en voor de waterbouw relevante algemene en maatschappelijke ontwikkelingen in het belang van het op peil houden van kennis van werkgevers en werknemers, het behoud van werkge- legenheid en het verhogen van de employability/inzetbaarheid van werkne- mers; - het voorkomen van uitval/uitstroom en het bevorderen van doorstroom van werknemers in verschillende functies en beroepen binnen de waterbouwsector. d. Het bevorderen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid en van goede arbeidsomstandigheden in de waterbouw. e. Het bevorderen van onderzoekactiviteiten op het gebied van arbeidsvoorwaar- den, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, werkmethoden en technieken, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid en sociale zekerheid in de waterbouw, inclusief het bevorderen van de resultaten van de onderzoekingen door publicaties, vergaderingen en bijeenkomsten. f. Het ontwikkelen en implementeren van beleid ten behoeve van het uitvoeren van projecten op het gebied van: - arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, arbeidsom- standigheden, veiligheid en gezondheid; Waaronder het ontwikkelen, imple- menteren evalueren en onderhouden van het functiewaarderingssysteem Waterbouw; - sociale zekerheid, waaronder preventie en re-integratie van werkzoekenden en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten afkomstig uit de waterbouw; - medezeggenschap, participatie, personeelsvertegenwoordigingen en onderne- mingsraden als vormen van overleg op ondernemingsniveau in de waterbouw. g. Het bevorderen van kennis bij werknemers en werkgevers, alsmede het bevor- deren van ontwikkelingen in bedrijven, over sectorrelevante onderwerpen op het terrein van arbeidsvoorwaarden, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werk- gelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid, sociale zekerheid (w.o. preventie, re-integratie, werkgelegen- heidsprojecten). Hieronder valt ook het geven van voorlichting, onder meer middels brochures, publicaties, bijeenkomsten, via helpdesks en internet en door het inzetten van vakbondsconsulenten. h. Het bevorderen van een goede toepassing van en afstemming op de wet- en regelgeving op sociaal-economisch terrein binnen de waterbouw. i. Het coördineren, voorbereiden en financieren van het geformaliseerde overleg tussen sociale partners (met uitzondering van het CAO-overleg zelf). j. Het bevorderen van een eenduidige uitleg en toepassing van de bepalingen en het voorkomen van geschillen over de uitleg en toepassing van de CAO. Hieronder valt ook het voeren van juridische procedures en afhandelen van arbeidsgeschillen, voor zover dat tot doel heeft het verkrijgen van een eendui- dige interpretatie. k. Het bevorderen van een kwalitatief goede inzet van arbeid door de ondersteu- ning van werknemers en werkgevers in de waterbouw bij persoonlijke proble- men l. Het (deels) bekostigen van activiteiten van werkgevers en werknemers die voortvloeien uit de in de CAO opgenomen overlegverplichtingen op onderne- mingsniveau, zoals het afsluiten van sociale plannen in het kader van reorgani- saties bij bedrijven in de waterbouw. m. Het (deels) bekostigen van verlof van werknemers voor het bijwonen van con- gressen en vakgroepsbestuursvergaderingen van hun vakorganisaties n. De vervaardiging, uitgifte en verzending van CAO-boekjes ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de waterbouwsector. o. Het stimuleren van sociaal beleid in de waterbouwbranche, ten aanzien van de volgende ontwikkelingen: * het moderniseren van de CAO waaronder wordt verstaan het bevorderen van leeftijdsbewust personeelsbeleid onder andere door middel van een CAO á la carte; * voorlichting aan werkgevers op het gebied van medezeggenschap; * het ontwikkelen en/of implementeren van beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten die gericht zijn op de bevordering van arbeidsom- standigheden, arbeidsmarkt, arbeids- en rusttijden, beloning en arbeid en zorg in de bedrijfstak. * het financieren van de kosten verbonden aan het coördineren voorbereiden en ondersteunen van het geformaliseerde overleg (met uitzondering van het CAO- overleg) tussen sociale partners, dat ten goede komt aan de gehele bedrijfstak. p. Het simuleren van beleid met betrekking tot scholing, training, vorming en loopbaanontwikkeling in de Waterbouwbranche. Dit wordt ondermeer gestalte gegeven door het inhoud te geven aan “Erkenning Verworven Competenties”. q. Het verlenen van financiële tegemoetkomingen in de kosten van de opleiding en her- en omscholing van jeugdigen en volwassenen ten behoeve van CAO- functies in de Waterbouw zoals omschreven in de CAO bedrijfstakeigen Regelingen (hierna: de BTER CAO). r. Aan bedrijven die leerlingen, die een opleiding volgen als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, of praktikanten die hun waterbouwopleiding voltooien, in dienst hebben een financiële tegemoetkoming verlenen in de kos- ten van deze personen. 3. Het bestuur van de Stichting kan aan het ter beschikking stellen van geldmiddelen voorwaarden, zoals genoemd in artikel 1A van het huishoudelijk reglement, ver- binden.

Doel en middelen. 1. De Stichting stelt zich ten doel, het bevorderen van de vakbekwaamheid en het sociaal beleid in de waterbouwbranche in zijn totaliteit, alsmede het beheren van het daartoe benodigde vermogen zoals dat is omschreven in artikel 3 van deze statuten. 2. De stichting tracht dit te bereiken door: a. Het bevorderen van de kwaliteit, organisatie en uitvoering van de vak- en beroepsopleidingen in de waterbouwwaterbouw . b. Het bevorderen van kwalitatief en kwantitatief voldoende instroom van werk- nemers werknemers in de waterbouw. Hieronder valt ook het verbeteren van het imago van de bedrijfstak en van het beroep van de werknemer. c. Het bevorderen van de opleiding, bij-, om- en nascholing van werkgevers en werknemers in de Waterbouw. Bij de werknemers gaat het om scholing ter ver- betering verbetering van hun employability/inzetbaarheid, bij werkgevers om scholing die betrekking heeft op de arbeidsverhouding werkgever/werknemer. Hieronder valt ook: - het onderzoeken van actuele technologische en voor de waterbouw relevante algemene en maatschappelijke ontwikkelingen in het belang van het op peil houden van kennis van werkgevers en werknemers, het behoud van werkge- legenheid werkgelegenheid en het verhogen van de employability/inzetbaarheid van werkne- merswerknemers; - het voorkomen van uitval/uitstroom en het bevorderen van doorstroom van werknemers in verschillende functies en beroepen binnen de waterbouwsector. d. Het bevorderen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid en van goede arbeidsomstandigheden in de waterbouw. e. Het bevorderen van onderzoekactiviteiten op het gebied van arbeidsvoorwaar- denarbeidsvoorwaarden, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, werkmethoden en technieken, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid en sociale zekerheid in de waterbouw, inclusief het bevorderen van de resultaten van de onderzoekingen door publicaties, vergaderingen en bijeenkomsten. f. Het ontwikkelen en implementeren van beleid ten behoeve van het uitvoeren van projecten op het gebied van: - arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, arbeidsom- standighedenarbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid; Waaronder het ontwikkelen, imple- menteren implementeren evalueren en onderhouden van het functiewaarderingssysteem Waterbouw; - sociale zekerheid, waaronder preventie en re-integratie van werkzoekenden en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten afkomstig uit de waterbouw; - medezeggenschap, participatie, personeelsvertegenwoordigingen en onderne- mingsraden ondernemingsraden als vormen van overleg op ondernemingsniveau in de waterbouw. g. Het bevorderen van kennis bij werknemers en werkgevers, alsmede het bevor- deren bevorderen van ontwikkelingen in bedrijven, over sectorrelevante onderwerpen op het terrein van arbeidsvoorwaarden, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werk- gelegenheidwerkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid, sociale zekerheid (w.o. preventie, re-integratie, werkgelegen- heidsprojectenwerkgelegenheidsprojecten). Hieronder valt ook het geven van voorlichting, onder meer middels brochures, publicaties, bijeenkomsten, via helpdesks en internet en door het inzetten van vakbondsconsulenten. h. Het bevorderen van een goede toepassing van en afstemming op de wet- en regelgeving op sociaal-economisch terrein binnen de waterbouw. i. Het coördineren, voorbereiden en financieren van het geformaliseerde overleg tussen sociale partners (met uitzondering van het CAO-overleg zelf). j. Het bevorderen van een eenduidige uitleg en toepassing van de bepalingen en het voorkomen van geschillen over de uitleg en toepassing van de CAO. Hieronder valt ook het voeren van juridische procedures en afhandelen van arbeidsgeschillen, voor zover dat tot doel heeft het verkrijgen van een eendui- dige eenduidige interpretatie. k. Het bevorderen van een kwalitatief goede inzet van arbeid door de ondersteu- ning ondersteuning van werknemers en werkgevers in de waterbouw bij persoonlijke proble- menproblemen l. Het (deels) bekostigen van activiteiten van werkgevers en werknemers die voortvloeien uit de in de CAO opgenomen overlegverplichtingen op onderne- mingsniveauondernemingsniveau, zoals het afsluiten van sociale plannen in het kader van reorgani- saties reorganisaties bij bedrijven in de waterbouw. m. Het (deels) bekostigen van verlof van werknemers voor het bijwonen van con- gressen congressen en vakgroepsbestuursvergaderingen van hun vakorganisaties n. De vervaardiging, uitgifte en verzending van CAO-boekjes ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de waterbouwsector. o. Het stimuleren van sociaal beleid in de waterbouwbranche, ten aanzien van de volgende ontwikkelingen: * - het moderniseren van de CAO waaronder wordt verstaan het bevorderen van leeftijdsbewust personeelsbeleid onder andere door middel van een CAO á a la carte; * - voorlichting aan werkgevers op het gebied van medezeggenschap; * - het ontwikkelen en/of implementeren van beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten die gericht zijn op de bevordering van arbeidsom- standighedenarbeidsomstandigheden, arbeidsmarkt, arbeids- en rusttijden, beloning en arbeid en zorg in de bedrijfstak. * - het financieren van de kosten verbonden aan het coördineren voorbereiden en ondersteunen van het geformaliseerde overleg (met uitzondering van het CAO- CAO-overleg) tussen sociale partners, dat ten goede komt aan de gehele bedrijfstak. p. Het simuleren van beleid met betrekking tot scholing, training, vorming en loopbaanontwikkeling in de Waterbouwbranche. Dit wordt ondermeer onder meer gestalte gegeven door het inhoud te geven aan “Erkenning Verworven Competenties”. q. Het verlenen van financiële tegemoetkomingen in de kosten van de opleiding en her- en omscholing van jeugdigen en volwassenen ten behoeve van CAO- functies in de Waterbouw zoals omschreven in de CAO bedrijfstakeigen Regelingen (hierna: de BTER CAO).; r. Aan bedrijven die leerlingen, die een opleiding volgen als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, of praktikanten die hun waterbouwopleiding voltooien, in dienst hebben een financiële tegemoetkoming verlenen in de kos- ten kosten van deze personen. 3. Het bestuur van de Stichting kan aan het ter beschikking stellen van geldmiddelen voorwaarden, zoals genoemd in artikel 1A van het huishoudelijk reglement, ver- bindenverbinden.

Doel en middelen. 1. De Stichting stichting stelt zich ten doel, het bevorderen van de vakbekwaamheid en het sociaal beleid in de waterbouwbranche sector waterbouw in zijn totaliteit, alsmede het beheren van het daartoe benodigde vermogen vermogen, zoals dat is omschreven in artikel 3 van deze statuten. 2. De stichting tracht dit te bereiken door: a. Het bevorderen van de kwaliteit, organisatie en uitvoering van de vak- en beroepsopleidingen in de waterbouw.; b. Het bevorderen van kwalitatief en kwantitatief voldoende instroom van werk- nemers werknemers in de waterbouw. Hieronder valt ook het verbeteren van het imago van de bedrijfstak en van het beroep van de werknemer.; c. Het bevorderen van de opleiding, bij-, om- en nascholing van werkgevers en werknemers in de Waterbouwwaterbouw. Bij de werknemers gaat het om scholing ter ver- betering verbetering van hun employability/inzetbaarheid, bij werkgevers om scholing die betrekking heeft op de arbeidsverhouding werkgever/tussen werkgever en werknemer. Hieronder valt ook: - het onderzoeken van actuele technologische en voor de waterbouw relevante algemene en maatschappelijke ontwikkelingen in het belang van het op peil houden van kennis van werkgevers en werknemers, het behoud van werkge- legenheid werkgelegenheid en het verhogen van de employability/inzetbaarheid van werkne- merswerknemers; en - het voorkomen van uitval/uitstroom en het bevorderen van doorstroom van werknemers in verschillende functies en beroepen binnen de waterbouwsector. d. Het bevorderen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid en van goede arbeidsomstandigheden in de waterbouw.; e. Het bevorderen van onderzoekactiviteiten op het gebied van arbeidsvoorwaar- denarbeidsvoorwaarden, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, werkmethoden en technieken, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid en sociale zekerheid in de waterbouw, inclusief het bevorderen van de resultaten van de onderzoekingen door publicaties, vergaderingen en bijeenkomsten.; f. Het ontwikkelen en implementeren van beleid ten behoeve van het uitvoeren van projecten op het gebied van: - arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, arbeidsom- standighedenarbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid; Waaronder het ontwikkelen, imple- menteren implementeren evalueren en onderhouden van het functiewaarderingssysteem WaterbouwFunctiewaarderingssysteem Waterbouw (FUWA); - sociale zekerheid, waaronder preventie en re-integratie van werkzoekenden en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten afkomstig uit de waterbouw; en - medezeggenschap, participatie, personeelsvertegenwoordigingen en onderne- mingsraden ondernemingsraden als vormen van overleg op ondernemingsniveau in de waterbouw. g. Het bevorderen van kennis bij werknemers en werkgevers, alsmede het bevor- deren bevorderen van ontwikkelingen in bedrijven, over sectorrelevante onderwerpen op het terrein van arbeidsvoorwaarden, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werk- gelegenheidwerkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid, sociale zekerheid (w.o. waaronder preventie, re-integratie, werkgelegen- heidsprojectenwerkgelegenheidsprojecten). Hieronder valt ook het geven van voorlichting, onder meer middels brochures, publicaties, bijeenkomsten, via helpdesks en internet en door het inzetten van vakbondsconsulenten.; h. Het bevorderen van een goede toepassing van en afstemming op de wet- en regelgeving op sociaal-economisch sociaaleconomisch terrein binnen de waterbouw.; i. Het coördineren, voorbereiden en financieren van het geformaliseerde overleg tussen sociale partners (met uitzondering van het CAO-overleg collectieve arbeidsovereenkomst (hierna te noemen: cao)-overleg zelf).; j. Het bevorderen van een eenduidige uitleg en toepassing van de bepalingen en het voorkomen van geschillen over de uitleg en toepassing van de CAOcao . Hieronder valt ook het voeren van juridische procedures en afhandelen van arbeidsgeschillen, voor zover dat tot doel heeft het verkrijgen van een eendui- dige eenduidige interpretatie.; k. Het bevorderen van een kwalitatief goede inzet van arbeid door de ondersteu- ning ondersteuning van werknemers en werkgevers in de waterbouw bij persoonlijke proble- menproblemen; l. Het (deels) bekostigen van activiteiten van werkgevers en werknemers die voortvloeien uit de in de CAO cao opgenomen overlegverplichtingen op onderne- mingsniveauondernemingsniveau, zoals het afsluiten van sociale plannen in het kader van reorgani- saties reorganisaties bij bedrijven in de waterbouw.; m. Het (deels) bekostigen van verlof van werknemers voor het bijwonen van con- gressen congressen en vakgroepsbestuursvergaderingen van hun vakorganisaties n. De vervaardiging, uitgifte en verzending van CAO-boekjes cao -boekjes ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de waterbouwsector.; o. Het stimuleren van sociaal beleid in de waterbouwbranchesector waterbouw, ten aanzien van de volgende ontwikkelingen: * - het moderniseren van de CAO cao waaronder wordt verstaan het bevorderen van leeftijdsbewust personeelsbeleid onder andere door middel van een CAO á cao à la carte; * - voorlichting aan werkgevers op het gebied van medezeggenschap; * - het ontwikkelen en/of implementeren van beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten die gericht zijn op de bevordering van arbeidsom- standighedenarbeidsomstandigheden, arbeidsmarkt, arbeids- en rusttijden, beloning en arbeid en zorg in de bedrijfstak. * ; en - het financieren van de kosten verbonden aan het coördineren voorbereiden en ondersteunen van het geformaliseerde overleg (met uitzondering van het CAO- cao- overleg) tussen sociale partners, dat ten goede komt aan de gehele bedrijfstak; - het verstrekken van (overbruggings)kredieten aan stichtingen welke bijdragen aan het doel van de stichting zoals hierboven in lid 1 genoemd. p. Het simuleren van beleid met betrekking tot scholing, training, vorming en loopbaanontwikkeling in de Waterbouwbranchesector waterbouw. Dit wordt ondermeer onder meer gestalte gegeven door het inhoud te geven aan “Erkenning Verworven Competenties”.; q. Het verlenen van financiële tegemoetkomingen in de kosten van de opleiding en her- en omscholing van jeugdigen en volwassenen ten behoeve van CAO- functies cao -functies in de Waterbouw zoals omschreven in de CAO cao bedrijfstakeigen Regelingen (hiernahierna te noemen: de BTER CAOcao ).; en r. Aan bedrijven die leerlingen, die een opleiding volgen als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, of praktikanten die hun waterbouwopleiding voltooien, in dienst hebben een financiële tegemoetkoming verlenen in de kos- ten kosten van deze personen. 3. Het bestuur van de Stichting stichting kan aan het ter beschikking stellen van geldmiddelen voorwaarden, zoals genoemd in artikel 1A 2 van het huishoudelijk reglement, ver- bindenverbinden.

Doel en middelen. 1. De Stichting stelt zich ten doel, het bevorderen middelen van de vakbekwaamheid en het sociaal beleid in onderhavige regeling kunnen uitsluitend worden gebruikt ter bestrijding van de waterbouwbranche in zijn totaliteitkosten van de werknemersorganisaties, alsmede het beheren van het daartoe benodigde vermogen zoals dat is omschreven in artikel 3 van deze statuten. 2. De stichting tracht dit te bereiken doorverbonden aan: a. Het bevorderen bevordering van de kwaliteit, organisatie en uitvoering van de vak- en beroepsopleidingen in de waterbouw.Grafimediabranche en vakvoorlichting; b. Het bevorderen van kwalitatief en kwantitatief voldoende instroom van werk- nemers in de waterbouw. Hieronder valt ook het verbeteren van het imago van de bedrijfstak en van het beroep van de werknemer. c. Het bevorderen van de opleiding, bij-, om- bij- en nascholing van werkgevers en werknemers in de WaterbouwGrafimediabranche. Bij de werknemers Het gaat het om scholing ter ver- betering verbetering van hun employability/inzetbaarheid, bij werkgevers employability/ inzetbaarheid maar ook om scholing die betrekking heeft op de arbeidsverhouding werkgever/werknemer. Hieronder valt ook: - het onderzoeken van actuele technologische en voor de waterbouw relevante algemene en maatschappelijke ontwikkelingen in het belang van het op peil houden van kennis van werkgevers en werknemers, het behoud van werkge- legenheid en het verhogen van de employability/inzetbaarheid van werkne- mers; - het voorkomen van uitval/uitstroom en het bevorderen van doorstroom van werknemers in verschillende functies en beroepen binnen de waterbouwsector.Grafimediabranche; c. deelname in paritaire organen, waarin de samenwerking in het belang van de bedrijfstak tot uitdrukking komt, te weten de ROGB, opleidings- en andere instanties; d. Het het (deels) bekostigen van activiteiten van werknemers die voortvloeien uit de in de Grafimedia cao opgenomen overlegmogelijkheden op ondernemingsniveau, zoals bijvoorbeeld het afsluiten van sociale plannen in het kader van reorganisaties bij bedrijven in de Grafimediabranche; e. het bevorderen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid en van goede arbeidsomstandigheden in de waterbouw. e. Het bevorderen van onderzoekactiviteiten op het gebied van arbeidsvoorwaar- den, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, werkmethoden en technieken, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid en sociale zekerheid in de waterbouw, inclusief het bevorderen van de resultaten van de onderzoekingen door publicaties, vergaderingen en bijeenkomsten.Grafimediabranche; f. Het ontwikkelen en implementeren van beleid ten behoeve van het uitvoeren van projecten op het gebied van: - arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, arbeidsom- standigheden, veiligheid en gezondheid; Waaronder het ontwikkelen, imple- menteren evalueren en onderhouden van het functiewaarderingssysteem Waterbouw; - sociale zekerheid, waaronder preventie en re-integratie van werkzoekenden en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten afkomstig uit de waterbouw; - medezeggenschap, participatie, personeelsvertegenwoordigingen en onderne- mingsraden als vormen van overleg op ondernemingsniveau in de waterbouw. g. Het bevorderen van kennis bij werknemers en werkgeverswerknemers, alsmede het bevor- deren bevorderen van ontwikkelingen in bedrijven, over sectorrelevante onderwerpen op het terrein van arbeidsvoorwaarden, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werk- gelegenheidwerkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid, sociale zekerheid (w.o. preventie, re-integratie, werkgelegen- heidsprojectenwerkgelegenheidsprojecten). Hieronder valt ook het geven van voorlichting, onder meer middels brochures, publicaties, bijeenkomsten, via helpdesks en internet en internet; g. vergoedingen aan officieel door het inzetten de vakvereniging aangewezen onbezoldigde functionarissen, die taken uitoefenen krachtens de statuten of reglementen van vakbondsconsulentende vakvereniging; h. internationale vakbondsactiviteiten. h. Het bevorderen 2. De middelen van een goede toepassing de onderhavige regeling worden gevormd door: a. de jaarlijks door de werkgevers te betalen premie van en afstemming op 0,10% van het loon zoals bedoeld in artikel 3 van dit reglement; b. de wet- en regelgeving op sociaal-economisch terrein binnen opbrengst van de waterbouwbelegde middelen van de stichting; c. alle andere baten die aan de stichting mochten toevallen. i. Het coördineren, voorbereiden en financieren van het geformaliseerde overleg tussen sociale partners (met uitzondering van het CAO-overleg zelf). j. Het bevorderen van een eenduidige uitleg en toepassing van de bepalingen en het voorkomen van geschillen over de uitleg en toepassing van de CAO3. Hieronder valt ook het voeren van juridische procedures en afhandelen van arbeidsgeschillen, voor zover dat tot doel heeft het verkrijgen van een eendui- dige interpretatie. k. Het bevorderen van een kwalitatief goede inzet van arbeid door de ondersteu- ning van werknemers en werkgevers in de waterbouw bij persoonlijke proble- men l. Het (deels) bekostigen van activiteiten van werkgevers en werknemers De kosten die voortvloeien uit de in de CAO opgenomen overlegverplichtingen op onderne- mingsniveau, zoals het afsluiten van sociale plannen in het kader van reorgani- saties bij bedrijven in de waterbouw. m. Het (deels) bekostigen van verlof van werknemers voor het bijwonen van con- gressen en vakgroepsbestuursvergaderingen van hun vakorganisaties n. De vervaardiging, uitgifte en verzending van CAO-boekjes worden gemaakt ten behoeve van alle werkgevers de vaststelling en werknemers in de waterbouwsector. o. Het stimuleren van sociaal beleid in de waterbouwbranche, ten aanzien inning van de volgende ontwikkelingen: * het moderniseren van de CAO waaronder wordt verstaan het bevorderen van leeftijdsbewust personeelsbeleid onder andere door middel van een CAO á la carte; * voorlichting aan werkgevers op het gebied van medezeggenschap; * het ontwikkelen en/of implementeren van beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten die gericht zijn op de bevordering van arbeidsom- standighedenpremies, arbeidsmarkt, arbeids- en rusttijden, beloning en arbeid en zorg in de bedrijfstak. * het financieren van de kosten verbonden aan het coördineren voorbereiden en ondersteunen de verdeling van het geformaliseerde overleg (met uitzondering van het CAO- overleg) tussen sociale partnersde gelden over de werknemersorganisaties, dat ten goede komt aan de gehele bedrijfstakcontrole op de besteding daarvan door de werknemersorganisaties, aan de administratie en het beheer van de onderhavige regeling, komen ten laste van de in lid 2 in onderhavig artikel bedoelde middelen. p. Het simuleren van beleid met betrekking tot scholing, training, vorming en loopbaanontwikkeling in de Waterbouwbranche4. Dit De onderhavige regeling wordt ondermeer gestalte gegeven door het inhoud te geven aan “Erkenning Verworven Competenties”telkens per 31 december afgesloten. q. Het verlenen van financiële tegemoetkomingen in de kosten van de opleiding en her- en omscholing van jeugdigen en volwassenen ten behoeve van CAO- functies in de Waterbouw zoals omschreven in de CAO bedrijfstakeigen Regelingen (hierna: de BTER CAO). r. Aan bedrijven die leerlingen, die een opleiding volgen als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, of praktikanten die hun waterbouwopleiding voltooien, in dienst hebben een financiële tegemoetkoming verlenen in de kos- ten van deze personen. 3. Het bestuur van de Stichting kan aan het ter beschikking stellen van geldmiddelen voorwaarden, zoals genoemd in artikel 1A van het huishoudelijk reglement, ver- binden.