Evaluatie van de deelname. De balans is positief voor Vlaanderen. De EU-financiering is rechtstreeks gekoppeld aan de inzet van Vlaamse middelen. VLAIO zet circa 2 VTE in voor inbedding van de programma’s in internationale netwerken, en realiseert hiermee 12,6 miljoen financiering van EU naar Vlaanderen. • Het belang is ruimer dan de EU-financiering. Deelname gebeurt op basis van Vlaamse steun aan Vlaamse bedrijven via de gangbare kanalen, maar ingebed in internationale consortia. In vergelijking met zuiver Vlaamse projecten biedt dit de kans voor veel bedrijven om een versnelling hoger te schakelen (return) met een hoge additionaliteit door de subsidie. • In vergelijking met Horizon 2020 kan worden ingezet op projecten met lage administratieve drempel en meer aantrekkelijke slaagkans. Vooral voor kmo’s is dit belangrijk. • Finaal blijft er een beduidende hefboom op EU-financiering, waar het belangrijk is op te merken dat naar de toekomst toe de toekenning van EU-middelen meer en meer gekoppeld wordt aan nationale/regionale steun. • De omvang is niet beperkt tot het huidige bedrag. Vlaanderen heeft hierbij zelf een rechtstreekse impact op de omvang van de EU-financiering op basis van de inzet van eigen middelen en de kwaliteit van de instroom van projecten. • Naar de toekomst is er vooral nood om blijvend inspanningen te leveren om de VLAIO- programma’s in de netwerken met cofund te loodsen en voldoende personeel in te zetten om dit te realiseren.
Evaluatie van de deelname. Uit een evaluatie van de aanwending van EFSI middelen in Vlaanderen uit oktober 2018 3 blijkt dat de middelen die naar Vlaanderen vloeien beperkt zijn.
Evaluatie van de deelname. De instrumenten zijn nog maar recent in voege. Gelet op de verregaande vordering van de programma’s en het beperkte programmabudget is het toepassingsveld hiervan beperkt. Buiten de frontloading brengt CRII (+) ook niet echt nieuwe mogelijkheden aan. Wel positief is de gecreëerde administratieve vereenvoudiging en extra flexibiliteit die wordt geboden.
Evaluatie van de deelname. Een terugblik op de Vlaamse deelnames tijdens de periode 2014-2019 leert dat Vlaanderen het nog steeds zeer goed doet binnen Horizon 2020: waar het gewicht van Vlaanderen in de EU op basis van BBP 1.7% bedraagt, realiseerde het in de periode 2014 tot eind 2019 een reële return van 2.66% van de Horizon 2020 middelen naar Vlaamse deelnemers, wat een toename van 0,26% is ten opzichte van de resultaten tijdens de vorige periode. Onderstaande tabel illustreert dat zowel onze bedrijven als onze universiteiten en onderzoekscentra meer middelen binnen halen dan wat in een ‘break-even’ situatie kan verwacht worden. (Met een ‘break-even’ bedoelen we een situatie waarin Vlaamse partners net 1.7% van de H2020-middelen zouden binnen halen en dit verdeeld over de verschillende partnertypes zoals dit gemiddeld over alle Europese deelnemers gebeurt). Reële returnin H2020* in € Reële return in H2020* in % break-even return in H2020 in % (°) Universiteiten 596.359.704 1,28% 0,66% Private sector 265.026.363 0,52% 0,49% Onderzoeksorganisaties 383.752.549 0,76% 0,43% Andere 52.135.594 0,10% 0,12% (*) bron: xxxxxxx.xx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxx; gegevens NUTS1 Vlaams Gewest (°) EU-verdeling voor totaal van 1,70% Door de continue acties en outreach van NCP Flanders naar de betrokken stakeholders verwachten we een verdere toename in het aandeel voor Vlaanderen naar het einde van Horizon 2020 toe. In combinatie met het feit dat het budget voor het jaar 2020 het hoogste is uit heel het Horizon 2020 programma, geeft dit heel wat potentieel voor de Vlaamse deelnemers. Door de versterking van Horizon EUROPA, voor de financiering van vitaal onderzoek op het gebied van gezondheid, veerkracht en groene en digitale transitie, in combinatie met de intentie van de commissie voor een versterkte rol voor de NCP organisaties, geeft dit wederom een extra potentieel voor Vlaamse deelnemers.
Evaluatie van de deelname. Met dit programma speelt Vlaanderen o.a. in op de uitdagingen die zich in het kader van het Europees Semester stellen. Hoewel de bedragen eerder bescheiden van aard zijn, is het een belangrijk kanaal om o.a. externe expertise in de Vlaamse overheid voor het uitvoeren van hervormingen brengen en de contacten met o.a. de Commissie te verstevigen. Ook de Europese zichtbaarheid van Vlaanderen kan toenemen (o.a. vermelding van Vlaams project van de spending reviews in de Landverslagen van België). Aangezien het instrument doorheen de jaren steeds meer succes kent (o.a. vrij laagdrempelig qua omvang van het in te vullen document) kon door de SRSS de lat steeds hoger worden gelegd wat de kwaliteit van de projecten betreft. Het is uiterst belangrijk dat de Vlaamse projectaanvragen voldoende kwalitatief zijn, zodat ze met deze van de andere overheden in België in concurrentie kunnen treden. Ook de diversificatie van de Vlaamse projecten om aldus in te spelen op verschillende thema’s van de verschillende units van DG Reform kan daarbij strategisch interessant zijn. Dit zullen belangrijke voorwaarden zijn om het Vlaams aandeel in de toekomst te kunnen vergroten.
Evaluatie van de deelname. De administratieve regels zijn een uitdaging. Het project Scirocco – geïntegreerde zorg - is een voorbeeld van een samenwerking tussen overheden die groeide met de EC vanuit de EIP Active Healthy Ageing. Zorg en Gezondheid stimuleert deelname aan de calls door Vlaamse actoren. Echter, opdat ZG meer zou deelnemen, zouden de procedures moeten vereenvoudigen en de financieringsregels beter rekening houden met de bevoegdheden van het subnationale niveau. Het is een sterk archaïsch systeem gericht op partnerschap via het nationaal niveau. Gezien het gestegen gewicht van dit programma in het toekomstige MFK (meerjarig financieel kader) zullen Vlaamse prioriteiten verder uitgestippeld moeten worden.
Evaluatie van de deelname. Over het algemeen toont het aantal geselecteerde Vlaamse CEF-vervoersprojecten aan dat er enerzijds heel wat potentiële projecten behoefte hebben aan Europese subsidies en anderzijds dat de kwaliteit en maturiteit van de Vlaamse projectvoorstellen hoog is. De afgelopen jaren werd intern bij het departement MOW de nodige expertise opgebouwd om deze projectvoorstellen op een hoog kwalitatief niveau te begeleiden, wat bijdraagt tot de hoge deelname. Vlaanderen scoort goed ten opzichte van andere lidstaten wat betreft CEF Transport- financiering, zowel bij privé– als overheidsinvesteringsprojecten. In Vlaanderen ontvangen binnenvaartprojecten onder het huidige CEF Transportprogramma het hoogste aandeel subsidies. Daarnaast wordt er met CEF Transport voornamelijk geïnvesteerd in (C-)ITS-projecten en RIS-projecten.
Evaluatie van de deelname. Positief door deelname van grote bedrijven aan gemeenschappelijke projecten van strategisch belang (LNG terminal). CEF I loopt af in 2020. CEF II zal opstarten in 2021, het aandeel voor Vlaanderen zal toenemen, gezien ook grensoverschrijdende hernieuwbare energie aan bod komt tussen aanliggende lidstaten. CEF II zal sterk inzetten op synergiën tussen transport, energie en digitale technologie (Artikel 10) • Een specifieke focus op innovatieve infrastructuuroplossingen (smart grids, energieopslag, e-mobiliteit, laadinfrastructuur en alternatieve brandstoffen) • Integratie is nodig om de 'Clean Energy for All'- en' Clean Mobility'-pakketten te realiseren. • Flexibele regels en implementatie om innovatie te ondersteunen, met name: o digitale technologieën (Internet of Things) in energienetwerken o creëren van het internet van energie (energie, vervoer en digitaal) o integratie hernieuwbare energie ondersteunen via een werkende grensoverschrijdende groene infrastructuur (energie en digitaal)
Evaluatie van de deelname. Het is een belangrijk complementair instrument voor het Vlaamse arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsbeleid. Zowel voor VDAB, onderwijs, lokale besturen, ngo’s en bedrijven in het kader van transities werkloosheid-werk, school-werk en werk-werk, werkbaar werk. Ondanks de vereenvoudiging van het financieel beheer via het gebruik van vereenvoudigde kostenopties, is het gebruik van het ESF voor de promotoren administratief niet licht te noemen. We stellen wel vast dat de tevredenheid van de deelnemers boven de 70% ligt. Het ESF is quasi het enige instrument in het kader van innovatie en transnationale samenwerking op het vlak van arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsbeleid. Inschatting is dat in absolute cijfers het ongeveer gelijk zal blijven voor de volgende 7 jaar, maar dus relatief zal verminderen. Dit zal ook afhangen van de Vlaamse verdeling EFRO/ESF. ESF blijft relevant. De Europese middelen vormen jaarlijks additionele middelen voor zowel VDAB, onderwijs als lokale besturen, ngo’s, bedrijven en organisaties om projecten op te zetten in het kader van de drie doelstellingen. Gemiddeld betekent dit per jaar “additionele zuurstof” ten belope van ruim €57 miljoen voor het Vlaamse arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsbeleid. De ESF-middelen vervullen een echte hefboomfunctie voor bijvoorbeeld opleidingen van werknemers, arbeidsorganisatie en HR-ontwikkelingen in bedrijven en organisaties. Zij vormen voor VDAB, onderwijs en lokale besturen zeer welkome middelen om een beleid ter bestrijding van werkloosheid op te zetten en uit te voeren. Een eerste voorontwerp opgesteld in pre-corona tijd en na consultatie van alle stakeholders, is het onderwerp geweest van een eerste informele overlegronde tussen de betrokken afdeling ESF&DO van WSE en de Europese desk binnen DG EMPL verantwoordelijk voor België. De verdere stappen zijn mede afhankelijk van het volgend MFK, de interne Vlaamse politieke keuzes en de verdere onderhandelingen met de Europese Commissie.
Evaluatie van de deelname. Het ELFPO is heel belangrijk omdat het heel gericht de landbouwsector en het platteland kan ondersteunen. Jaarlijks wordt een monitoringsverslag opgemaakt. In 2019 werd een uitgebreid jaarverslag 2018 ingediend, dat ook een reeks evaluatievragen en -antwoorden bevat over de impact van de PDPO-maatregelen op bijvoorbeeld de economische prestaties van de gesteunde landbouwbedrijven, biodiversiteit, waterbeheer, energiegebruik,, ontwikkeling plattelandsgebieden, enz.12 In het MFK-voorstel van de Europese Commissie zal het budget voor ELFPO dalen met meer dan 15% voor elke lidstaat.