Exameneisen Voorbeeldclausules

Exameneisen. Om je diploma te halen moet je voldoen aan de exameneisen van je opleiding. De bewijsstukken van onderstaande examens bewaren we in je examendossier. Hieronder vind je een toelichting op de exameneisen. Beroepsspecifieke eisen (kerntaken/werkprocessen) • Bij beroepsspecifieke examens worden jouw kennis en vaardigheden van de kerntaken en werkprocessen uit het kwalificatiedossier beoordeeld. • Je wordt beoordeeld op niveau van een kerntaak. • Als er specifieke eisen zijn voor talen en rekenen, dan worden deze ook geëxamineerd. Deze examinering kan plaatsvinden als onderdeel van een beroepsgericht examen of als een apart examen. Wettelijke beroepsvereisten • Voor sommige beroepen zijn er wettelijke eisen. Als deze in het kwalificatiedossier staan, dan moeten deze ook in het examen voorkomen. Generieke eisen taal en rekenen • De exameneisen voor taal en rekenen staan vermeld in het examen- en diplomaplan. • Het cohortenschema en de zak-/slaagregeling zijn te vinden op xxx.xxxxx.xx Loopbaan en burgerschap • Je moet voldoen aan je inspanningsverplichting voor het onderdeel loopbaan en burgerschap. Keuzedelen • Bij de examens van de keuzedelen worden kerntaken en werkprocessen beoordeeld. Deze taken en manieren van werken staan omschreven in het kwalificatiedossier. • De zak-/slaagregeling staat op xxx.xxxxx.xx Bpv De beroepspraktijkvorming moet je afsluiten met een voldoende. Dit houdt in dat je: • het aantal afgesproken uren bpv hebt gehaald (hiervoor is registratieplicht). • je aan de voorwaarde houdt van de bpv-opdrachten en/of beroepshouding.

Related to Exameneisen

  • Uitzendarbeid 1. Uitzendarbeid is mogelijk in geval van: a. vervanging wegens ziekte of buitengewoon verlof; b. activiteiten van kennelijk tijdelijke aard; x. xxxxxxxxx onvoorziene omstandigheden. 2. Uitzendkrachten worden door de werkgever voor wat betreft de toepassing van het taak- beleid en arbeids- en rusttijdenregeling op dezelfde wijze behandeld als de werknemers die onder deze cao vallen. 3. Voor uitzendkrachten die werkzaamheden voor de werkgever verrichten, geldt dat het desbetreffende uitzendbureau voor wat betreft het salaris, inclusief toelagen en onkostenvergoedingen overeenkomstige arbeidsvoorwaarden toekent als die welke worden toegekend aan de werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de inlenende instelling. 4. De werkgever is op grond van deze cao verplicht het gestelde in het voorgaande lid te bedingen in de uitzendovereenkomst die met het uitzendbureau wordt gesloten. a. Het eerste tot en met het vierde lid zijn mede ook van toepassing op vakkrachten conform artikel 20 Abu cao (cao voor uitzendkrachten) dan wel op werknemers op grond van artikel 7:690 BW. b. Vakkrachten in de zin van de Abu cao en werknemers op grond van artikel 7:690 BW zijn degenen op wie de artikelen 3 (Bevoegdheid schoolonderwijs), 3a (Bevoegdheid onderwijsondersteunende werkzaamheden), 32 (Vereisten benoeming of tewerkstelling personeel) en 32a (Bekwaamheidseisen) van de Wet op het primair onderwijs dan wel de overeenkomstige artikelen 3, 3a respectievelijk 32 en 32a van de Wet op de expertisecentra van toepassing zijn.

  • Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 2. Wordt het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden ex art. 7:678 Burgerlijk Wetboek beëindigd, dan wordt voor iedere maand van het dienstverband waarvoor deze uitkering nog niet is verstrekt 1/12 van deze uitkering gegeven. 3. Indien in een onderneming enigerlei regeling bestaat, niet zijnde een belastingvrije uitkering of een vleespakket, dan wordt de uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 met deze uitkering verrekend.

  • Huisartsenzorg U heeft recht op geneeskundige zorg verleend door een huisarts. Een zorgverlener die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam is, kan de zorg ook verlenen. Als een huisarts het aanvraagt, heeft u ook recht op röntgen- en laboratoriumonderzoek. De inhoud en omvang van de te verlenen zorg wordt begrensd door wat huisartsen als zorg plegen te bieden. Wilt u zorg van een huisarts met wie wij geen contract hebben afgesloten? Of maakt de huisarts gebruik van een zorgverlener voor röntgen- en laboratoriumonderzoek met wie wij geen contract hebben afgesloten? Dan kan de vergoeding lager zijn dan bij een zorgverlener die wij wél gecontracteerd hebben. Of dit zo is en hoe hoog de vergoeding dan is, is afhankelijk van de basisverzekering die u heeft. Meer hierover leest u in artikel A.4 Wat wordt vergoed? En naar welke zorgverlener, zorginstelling of leverancier kunt u gaan? Wilt u weten met welke zorgverleners wij een contract hebben? Gebruik dan de Zorgverkenner op xx.xx/xxxxxxxxxxxxx of neem contact met ons op. Het indicatieve marktconforme tarief is bij ons op te vragen.

  • Kortdurend zorgverlof De werknemer heeft recht op verlof voor de noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van een persoon als bedoeld in het tweede lid.

  • Buitengebruikstelling 21.1 Opdrachtnemer heeft het recht geleverde producten en diensten (tijdelijk) buiten gebruik te stellen en/of het gebruik ervan te beperken indien opdrachtgever ter zake van de overeenkomst een verplichting jegens opdrachtnemer niet nakomt. Opdrachtnemer zal opdrachtgever hiervan tevoren in kennis stellen, tenzij xxxxx niet van opdrachtnemer in redelijkheid kan worden verlangd. De verplichting tot betaling van de verschuldigde bedragen blijft ook tijdens buitengebruikstelling bestaan. 21.2 Tot indienststelling wordt weer overgegaan indien opdrachtgever binnen een door opdrachtnemer gestelde termijn zijn verplichtingen is nagekomen.

  • Huurdersbelang De kosten door verzekerde als huurder gemaakt ter verbetering of aanpassing van het gehuurde gebouw of de gehuurde ruimten.

  • Studiekostenregeling De werkgever heeft de mogelijkheid terzake van de in de artikelen 43 en 44 genoemde kosten voor aanvang van de opleiding een studiekostenregeling aan z'n werknemers voor te leggen. Deze studiekostenregeling verplicht de werknemer: - bij ontslagname van de werknemer binnen een jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 75% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen twee jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 50% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen drie jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 25% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen.

  • Overmacht (niet toerekenbare tekortkoming) 1. Wij zijn niet gehouden tot nakoming van enige verplichting indien wij daartoe gehinderd zijn als gevolg van een omstandigheid, die niet te wijten is aan onze schuld (waaronder begrepen niet of niet tijdige levering aan ons door onze toeleveranciers), noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor onze rekening komt. 2. Wij zijn in geval van blijvende overmacht gerechtigd de overeenkomst met koper buitengerechtelijk te ontbinden door middel van een schriftelijke verklaring. In geval van tijdelijke overmacht zijn wij gerechtigd de termijnen van de overeenkomst met koper te verlengen met de tijd gedurende welke de tijdelijke overmacht geldt.

  • Verhuiskostenvergoeding De werknemer die een dienstverband aangaat met een nieuwe werkgever komt op dat moment in aanmerking voor de verhuiskostenvergoeding volgens de arbeidsvoorwaardenregeling indien de nieuwe werkgever een dergelijke vergoeding niet ter beschikking stelt.

  • Samenwerking In geval van samenwerking aan de literaire en artistieke creatie van het Werk tussen de Auteur- Regisseur en elke ander persoon die vermoed kan worden auteur te zijn of als dusdanig erkend kan worden in de zin van de bepalingen betreffende het auteursrecht en de naburige rechten van het Wetboek Economisch Recht , wordt uitdrukkelijk het volgende overeengekomen: 12.1. De artistieke leiding zal verzorgd worden door de * Auteur-Regisseur. Het zal uitsluitend aan de * Auteur-Regisseur toekomen de definitieve artistieke keuzes te maken wat betreft het schrijven van het scenario van het Werk. 12.2. De verdeling van de vergoedingen die voortkomen uit het collectief beheer voorzien in artikel 6.8 zal in onderling overleg tussen de coauteurs in een onderling contract worden vastgelegd in functie van de inbreng van elke auteur in de diverse stadia van de creatie van het Werk en voor elk van deze: * 12.3. In elk geval van een samenwerking voor het schrijven van het Werk, zal de Producent aan de Auteur-Regisseur en zijn Vennootschap, voorafgaandelijk aan de tussenkomst van laatstgenoemde in het schrijfproces, een lijst verschaffen met de namen van alle auteurs die aan het schrijven van het Werk hebben meegewerkt of zullen meewerken, met de verduidelijking van de functie van elkeen. Indien de Producent niet over deze informatie beschikt, verbindt de Producent zich ertoe om de informatie op te vragen bij de personen die hierover kunnen beschikken. De verschillende aspecten van samenwerking tussen de auteurs, waaronder de verdeling van de vergoedingen, de methode en procedure van samenwerking, zullen het voorwerp uitmaken van samenwerkingsovereenkomst tussen de coauteurs. 12.4. Aanwijzingen van de Producent kunnen in geen geval automatisch aanleiding geven tot kwalificatie van de Producent als coauteur. Indien de Producent aanspraak wil maken op het statuut van coauteur moet deze zijn door het auteursrecht beschermde inbreng in het Werk bewijzen aan alle andere coauteurs om vervolgens, indien het auteursrechtelijk karakter van zijn inbreng bewezen is, in onderling overleg een verdeelsleutel tussen de coauteurs contractueel vast te leggen.