Financiële Rekening Voorbeeldclausules

Financiële Rekening. 1. Onder „Financiële Rekening” wordt verstaan een rekening aangehouden door een Financiële Instelling; deze term omvat ook een Depositorekening, een Bewaarrekening, en: a) in het geval van een Beleggingsentiteit, alle aandelenbelangen of schuldvorderingen in de Financiële Instelling. Niettegenstaande het voorgaande omvat de term „Financiële Rekening” geen aandelenbelangen of schuldvorderingen in een Entiteit die een Beleggingsentiteit is louter omdat zij: i) beleggingsadvies geeft aan, en handelt namens, of ii) portefeuilles beheert van, en optreedt namens, een klant met het oog op het beleggen in of beheren of administreren van Financiële activa die op naam van de klant bij een andere Financiële Instelling dan een dergelijke Entiteit zijn gedeponeerd; b) in het geval van een Financiële Instelling die niet wordt omschreven in onderdeel C, punt 1, onder a), aandelenbelangen of schuldvorderingen in de Financiële Instelling, indien de categorie belangen is gecreëerd met het doel om de rapportage overeenkomstig deel I te vermijden; en c) een Kapitaalverzekering of een Lijfrenteverzekering, aangeboden of aangehouden door een Financiële Instelling, anders dan niet aan beleggingen gekoppelde, niet-overdraagbare, direct ingaande lijfrenten, verstrekt aan natuurlijke personen en die dienen voor het te gelde maken van een pensioen- of arbeidson­ geschiktheidsuitkering uit hoofde van een rekening die een Uitgezonderde Rekening is. De term „Financiële Rekening” omvat geen uitgezonderde rekeningen. 2. De term „Depositorekening” omvat elke bedrijfsrekening, betaalrekening, spaarrekening, termijnrekening of spaarrekening bij een spaar- of nutsbank of een rekening waarvoor een depositobewijs, een stortingsbewijs, een beleggingscertificaat of een schuldbewijs is overgelegd of een ander daarmee vergelijkbaar instrument aangehouden door een Financiële Instelling in het kader van de uitoefening van het bankbedrijf of een daarmee vergelijkbaar bedrijf. Onder een Depositorekening wordt voorts verstaan een bedrag aangehouden door een verzekeringsmaatschappij uit hoofde van een contract dat terugbetaling van de hoofdsom garandeert of een vergelijkbare overeenkomst voor het betalen of ontvangen van interest over dat bedrag. 3. Onder „Bewaarrekening” wordt verstaan een rekening (anders dan een Verzekeringsovereenkomst of Lijfrente­ verzekering) die één of meer Financiële activa houdt ten gunste van een derde. 4. Onder „aandelenbelang” wordt verstaan, in het geval van een samenwerki...
Financiële Rekening. Directe investeringen Deelnemingen naar ingezeten sector (Sec 1) Schuldinstrumenten naar ingezeten sector (Sec 1) Beleggingen in effecten Aandelen en participaties in beleggingsfondsen Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Nettoaankoop van financiële activa Nettoaangaan van verplichtingen Netto Naar ingezeten sector (Sec 1) Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 1) Schuldbewijzen Kortlopend Naar ingezeten sector (Sec 1) Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 1) Langlopend Naar ingezeten sector (Sec 1) Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 1) Financiële derivaten (m.u.v. reserves) en aandelenopties voor werk­ nemers Overige financiële activa en passiva Naar ingezeten sector (Sec 1) waarvan: Chartaal geld en deposito’s Reserves Monetair goud Ongemunt goud Rekeningen van niet-toegewezen goud Bijzondere trekkingsrechten (SDR's) Reservepositie bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) Overige reserves Chartaal geld en deposito’s Vorderingen op monetaire autoriteiten, het IMF en de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) Vorderingen op overige entiteiten (banken) Effecten Schuldbewijzen Kortlopend Langlopend Aandelen en participaties in beleggingsfondsen Financiële derivaten (netto) Overige vorderingen Geo 2 (1) Geo 1 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 1 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 1 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 1 (1) Geo 1 (1) Geo 1 (1) Geo 1 (1) Geo 1 (1) Geo 1 (1) Geo 1 (1) Geo 1 (1) Geo 1 (1) Geo 1 (1) Geo 1 (1)
Financiële Rekening. Financiële rekening Directe investeringen Deelnemingen Deelnemingen m.u.v. ingehouden winsten In directe investeringsondernemingen Geo 1 Geo 4 Geo 4 Geo 1 Geo 4 Geo 4 Geo 3 Geo 3 Mutaties in financiële activa Mutaties in passiva Netto In directe investeerder (tegengestelde investering) Tussen zusterondernemingen Naar ingezeten sector (Sec 2) Beursgenoteerd Niet-beursgenoteerd Overige (bv. onroerend goed) Ingehouden winsten Naar ingezeten sector (Sec 2) Schuldinstrumenten In directe investeringsondernemingen In directe investeerder (tegengestelde investering) Tussen zusterondernemingen Naar ingezeten sector (Sec 2) Beleggingen in effecten Aandelen en participaties in beleggingsfondsen Aandelen Naar ingezeten sector (Sec 2) Beursgenoteerd Niet-beursgenoteerd Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2) Beursgenoteerd Niet-beursgenoteerd Participaties in beleggingsfondsen Naar ingezeten sector (Sec 2) waarvan: Ingehouden winsten Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2) waarvan: Ingehouden winsten Schuldbewijzen Kortlopend Naar ingezeten sector (Sec 2) Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2) Langlopend Naar ingezeten sector (Sec 2) Geo 3 Geo 3 Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 4 Geo 2 (1) Geo 4 Geo 3 Geo 3 Geo 3 Geo 2 (1) Geo 4 Geo 4 Geo 3 Geo 3 Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 4 Geo 2 (1) Geo 4 Geo 3 Geo 3 Geo 3 Geo 2 (1) Geo 1 Geo 1 Geo 3 Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 1 (4) Geo 1 (1) Geo 1 (1) Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 3 Geo 3 Geo 2 (1) Geo 2 (1) Geo 1 (4) Geo 1 (4) Geo 4 Geo 3 Geo 2 (1) Geo 4 Geo 3 Geo 1 Geo 1 (4) Geo 1 Geo 1 (4) Mutaties in financiële activa Mutaties in passiva Netto Naar sector van tegenpartij-emittent (Sec 2) Financiële derivaten (m.u.v. reserves) en aandelenopties voor werknemers Naar ingezeten sector (Sec 2) Overige financiële activa en passiva Naar ingezeten sector (Sec 1) Overige deelnemingen Chartaal geld en deposito’s Naar ingezeten sector (Sec 2) Kortlopend Langlopend Leningen Naar ingezeten sector (Sec 2) Kortlopend Langlopend Verzekerings-, pensioen- en standaardgarantieregelingen Naar ingezeten sector (Sec 2) Handelskredieten Naar ingezeten sector (Sec 2) Kortlopend Langlopend Overige nog te ontvangen/betalen bedragen Naar ingezeten sector (Sec 2) Kortlopend Langlopend Bijzondere trekkingsrechten Reserves Geo 2 (1) Geo 3 D. Saldi Saldi betreffende goederen en diensten Saldo van lopende rekening Vorderingenoverschot (+) / -tekort (–) (saldo van lopende en kapitaal­ rekening) Geo 4 Geo 1 Geo 1 Mutaties in fi...

Related to Financiële Rekening

  • JAARREKENING BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA OPRICHTINGSKOSTEN VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa

  • Naverrekening Indien de premie is gebaseerd op variabele factoren, is de in de polis genoemde premie slechts een voorlopige. Ter vaststelling van de definitieve premie is de verzekeringnemer verplicht binnen drie maanden na het einde van elk verzekeringsjaar het door de verzekeraar toegestuurde naverrekeningsformulier ingevuld en ondertekend terug te sturen. Indien deze verplichting niet wordt nagekomen, heeft de verzekeraar het recht de definitieve premie vast te stellen door de voorlopige premie met 30% te verhogen of met zoveel meer als de verzekeraar toekomt op grond van de aan hem bekende gegevens. De definitieve premie is tevens de voorlopige premie voor het nieuwe verzekeringsjaar. Indien de definitieve premie hoger is dan de voorlopige, is de verzekeringnemer verplicht premie bij te betalen. Indien de definitieve premie lager is dan de voorlopige, is de verzekeraar verplicht premie terug te betalen.

  • De rekening Van de uitgevoerde werkzaamheden wordt een gespecificeerde rekening afgegeven.

  • De eindafrekening 1. Binnen een redelijke termijn na de oplevering dient de ondernemer bij de consument de eindafrekening in. 2. De eindafrekening geeft een duidelijke omschrijving van de werkzaamheden, uitgesplitst naar de oorspronkelijke opdracht, en van het eventueel opgedragen meer- en/of minderwerk. 3. In de eindafrekening wordt een specificatie gegeven van de gebruikte materialen en de kosten daarvan, van de gewerkte uren en de uurtarieven en van de overige kosten. Indien van toepassing wordt verder een specificatie van meer- en/of minderwerk opgenomen. 4. De in het vorige lid genoemde specificatie vindt niet plaats voor zover het werk is uitgevoerd voor een aanneemsom, behoudens opgedragen meer en/of minder- werk. 5. Indien de ondernemer bij de prijsvormingsmethode regie een richtprijs afgeeft, mag deze richtprijs met niet meer dan 10% worden overschreden, be- houdens meerwerk met inachtneming van het bepaalde in artikel 7. De reden van een eventuele overschrijding van de richtprijs dient uit de specificatie duidelijk te blijken. 6. Betaling van de eindafrekening vindt plaats binnen drie weken na ontvangst van de rekening.

  • Verrekening U mag de verschuldigde bedragen niet verrekenen met een bedrag dat u nog van ons verwacht.

  • Afbakening Onbetaald verlof is een periode van verlof zonder doorbetaling van salaris.

  • Eindafrekening 1. De Erkende Verhuizer zal de eindafrekening tijdens de oplevering aan de klant ter hand stellen ofwel zo spoedig mogelijk na de oplevering doen toekomen. 2. Wanneer de overeenkomst is gebaseerd op regie (al dan niet in combinatie met een richtprijs), bevat de eindafrekening een opstelling van de bestede uren, geleverde materialen en overige kosten (zoals gereedschapshuur, parkeergelden, precario, e.d.). 3. Wanneer de overeenkomst is gebaseerd op een vaste prijs, bevat de eindafrekening een opstelling van de vaste prijs, het eventuele ‘meer- en/of minderwerk’ en eventuele extra kosten op grond van onvoorziene complicaties. 4. De eindafrekening bevat tevens een opstelling van eventueel door de klant reeds betaalde bedragen en van het resterende saldo. 5. Alle betalingen dienen binnen 2 weken na ontvangst van de rekening plaats te vinden, tenzij partijen een andere termijn zijn overeengekomen.

  • Hoe berekenen we de aanvulling? Hoe lang ontvangt de verzekerde de aanvulling?

  • Rekenvoorbeeld Stel uw premiepercentage over een jaar is 0,25% Geschatte loonsom over dat jaar € 250.000,- Premie € 625,- Definitieve loonsom over dat jaar € 300.000,- Premie € 750 - U betaalt bij over het extra loon € 50.000,- Premie € 125,-

  • De beoordeling Welke vraag moet de commissie beantwoorden? 3.1 Alhoewel het partijdebat zich met name heeft toegespitst op de externe registraties, vat de commissie de klacht van de consument ook zo op dat zij ook de vraag moet beantwoorden of de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument in de interne registers mocht registreren.1 Daarmee hangt ook samen de vraag of de verzekeraar de verschillende verzekeringen mocht beëindigen en daarvan melding mocht maken in de verschillende registers. 3.2 De commissie is van oordeel dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument ten onrechte in de verschillende registers heeft opgenomen. Dat betekent dat de verzekeraar de registraties uit de registers moet verwijderen. Het oordeel van de commissie zal hierna worden toegelicht. Eerst zal het juridisch kader worden geschetst waarna de zaak aan de hand van dit toetsingskader zal worden beoordeeld. 3.3 Omdat deze registraties grote gevolgen hebben voor consumenten, is de commissie van oordeel dat verzekeraars niet zonder goede reden persoonsgegevens mogen opnemen in de genoemde registers. Er worden dan ook terecht hoge eisen gesteld aan die reden(en). De eisen voor registratie in het Incidentenregister en het EVR zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: ‘het Protocol’, zie bijlage). 3.4 Artikel 5.2.1 van het Protocol bepaalt onder welke voorwaarden persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Vereist is dat er een zwaardere verdenking tegen de consument bestaat dan alleen maar een redelijk vermoeden van schuld aan de fraude, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene is niet vereist.2 Het uitgangspunt is dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging van de consument de kwalificatie strafbaar feit kan dragen. Dit betekent dat alleen een verdenking van fraude niet genoeg is, hier moet ook enig bewijs voor zijn. De verzekeraar moet dus goede redenen hebben de gegevens te registreren en hij moet dat ook voldoende kunnen onderbouwen. Het is aan de verzekeraar te bewijzen dat hiervan sprake is. 1 Er is bij het invullen van het klachtformulier immers geen sprake van ‘het formuleren van een vordering’. Door het indienen van dat formulier wordt een klacht in volle omvang aan de Geschillencommissie voorgelegd, zie HR 17 november 1995, NJ 0000/000 (Xxxxx/Xxxxx) en art. 47 lid 2 onder h van het reglement. 2 Zie Hoge Raad 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, overweging 4.4 (te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx).‌ 3.5 De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de consument hem opzettelijk heeft misleid door te proberen een dubbele uitkering te verkrijgen voor het verlies van één en dezelfde verlovingsring, terwijl hij daar geen recht op had. De consument heeft een uitvoerige verklaring gegeven, zoals weergegeven bij de nummers 2.5 t/m 2.12, voor de door de verzekeraar geconstateerde merkwaardigheden. De consument ontkent dat hij betrokken is geweest bij het indienen van de claim bij de reisverzekeraar. 3.6 De verzekeraar is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument heeft geprobeerd ter zake de verlovingsring een dubbele uitkering te krijgen. De commissie is van oordeel dat de verzekeraar onvoldoende naar voren heeft gebracht om vast te kunnen stellen dat de consument wist dat zijn verloofde al een claim bij de reisverzekeraar had ingediend. Evenmin is vast komen te staan dat de consument zelf de claim bij de reisverzekeraar heeft ingediend. In het licht van de consistente verklaringen van de consument, met name daar waar het gezamenlijke gebruik van de computer en de periode van ziekte en rouw betreft, acht de commissie niet in voldoende mate vaststaan dat de consument betrokken was bij of wetenschap had van de eerdere claim. De commissie neemt daarbij mee dat de consument ook ter zitting desgevraagd het een en ander op een consistente wijze heeft opgehelderd, niet is gebleken dat de consument tegenstrijdig heeft verklaard en niet valt uit te sluiten dat het is gegaan zoals de consument heeft verklaard. 3.7 Dat de consument in eerste instantie stellig heeft verklaard dat hij aan het sterfbed van zijn vader de verlovingsring had gezien, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op de situatie waarin de consument zich destijds bevond, is het denkbaar dat hij ook daadwerkelijk in die veronderstelling verkeerde. De commissie kan zich voorts voorstellen dat de houding van de verzekeraar in deze kwestie voor de consument reden is geweest om zijn verloofde geen verklaring te laten afleggen. Niet weersproken is dat dit ook het advies is geweest van zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij acht de commissie van belang dat de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn om erover na te denken zijn verloofde alsnog een verklaring te laten afleggen. 3.8 De verzekeraar stelt zich tot slot op het standpunt dat de consument bij e-mail van 14 januari 2022 heeft erkend dat hij heeft gefraudeerd. Gelet op de context waarin voornoemde e-mail door de consument is verstuurd, is de commissie echter van oordeel dat hierin geen erkenning van de consument besloten ligt. 3.9 De commissie is dan ook van oordeel dat niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd. Dit brengt mee dat niet is voldaan aan de vereisten die het Protocol stelt om tot registratie in het EVR over te gaan. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van de persoonsgegevens van de consument in het EVR en dient die registratie te verwijderen. 3.10 Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister wel mag worden gehandhaafd. De commissie oordeelt dat ook de registratie in het Incidenten- register moet worden doorgehaald. Er is niet langer voldaan aan artikel 3.1.1 van het Protocol. Nu niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd, zijn de geregistreerde gegevens niet langer ter zake dienend. De registratie draagt niet langer bij aan het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen, en ook niet kan worden gezegd dat de registratie anderszins nog kan bijdragen aan de in artikel 4.1.1 Protocol omschreven doelen. 3.11 Op grond van artikel 4.2.3 van het Protocol worden de gegevens in het Incidenten- register uitgewisseld met functionarissen werkzaam bij de daartoe ingerichte coördinatiefuncties van het Verbond van Verzekeraars, te weten het fraudeloket. Dit is het CBV. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de verzekeraar de melding van de incidentenregistratie aan het CBV in te trekken.